Buitenland. koesterde, dat het verzoek zou worden toe gestaan, in aanmerking genomen de ver diensten der garnalenvisschers. Lang en breed wordt de zaak dan ook besproken en men is van meening, dat voor een recht van f '2 het noodig zou zijn, dat men tot de haven van Dirbsland zou mogen visselien. Immers, de uitkomsten dezer visscherij zijn van dien aard, dat er heusch geen rechten van behoeven te worden geheven. Er wordt dan ook besloten niet dan buiten de z.g. limiet te visschen en het bestuur wordt opgedragen de noodige stappen te doen die er toe kunnen leiden van dit recht te worden ontheven. Volgt de vaststelling der garnalen prijzen. Er wordt besloten aan de pelleryen voor te stellen den prijs per Kilo voor het tijdvak December April niet 2 cent te ver- hoogen, daar men volgens het oude contract niet meer zal visschen. Alle schippers teeke nen een overeenkomst hieromtrent. De vergadering wordt daarna gesloten. GOEDEREEDE- Nagenoeg het gansche na jaar was de polder „den Ouden Oostdjjk" door het vele hemelwater overstroomd in tegenstelling met de omliggende polders. Geen wonder ook waar zoo weinig toezicht in den polder is. Reeds maanden aanéén ligt vlak voor de binnenmonding der sluis een visschersboot gezonken, zoodat van behoorlijke uitwatering geen sprake kanzijn. Hoe lang zal dat nog duren In het jaar 1912 werden in deze ge meente 23 kinderen gevaccineerd, n.l. 4 beneden 't jaar, 17 van 18, en 2 van 3 6 jaar oud. Tengevolge van den mist had schipper A. van Splunterjl. Zatetdag't ongeluk, met zijn vaartuig op 't strand te geraken. Om vlot te komen, moest op den vloed worden gewacht. Staat van bevolking op 31 Dec. 1911 686 m. en 587 v. totaal 1173. Vermeerdering in 1912 door Geboorten 16 m. en 17 v. totaal 33. Vestiging 15 en 24 39. Totale verm. 31 m. en 41 v. totaal 72. Vermindering in 1912 door: Overlijden 6 m. en 4 v. totaal 10. Vertrek 26 32 58. Totale verm. 32 m. en 36 v. totaal 69. Op 31 December 1912 bedroeg het zielental 585 m. en 592 v. totaal 1177. Wegens dikken mist kwamen heden de visschersvaartuigen G.O. 31 en 33, bezig met de garnalenvangst,op het Noordstrand aan den grond. Bij .vloed vlotgekomen werd de haven weder bereikt, In het afgeloopen jaar werden 13 huwelijken voltrokken, allen tusschen jon gemans en jongedochters,terwjjl 3 kinderen als levenloos werden aangegeven, waarvan 2 van 't mannelijk en 1 van 't vrouwelijk geslacht. Door de stemgerechtigde lidmaten der Ned. Herv. Kerk zal worden overgegaan tot de verkiezing van een Kerkmeester en drie Notabelen, VERSLAG- van het verhandelde in de Openbare Raad der gemeente Goederee de op Maandag, 30 December 1912, des nam. 3 uur. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Wordt voorlezing gedaan van een missive van heeren Gedeputeerde Staten, daarbij goedkeurende de verlenging van deD termijn tot ontruiming der onbewoonbaar verklaarde woningen. Aangenomen voor kennisgeving. Wordt voorlezing gedaan van een missive als voren, daarbij goedgekeurd terugzenden de de Gemeente-Begrooting voor het dienst jaar 1913. Aangenomen voor kennisgeving. Wordt voorlezing gedaan van een schrijven van den heer G. O. Boom te IJmuiden, mededeelende, dat hij alsnog bereid is, over te gaan tot bouw van het hoogspanningsnet, 6000 voet naar 't havenhoofd en tot electri- flcatie mits de gemeente daaraan betaalt f 2000 direct of de vijf eerste jaren van't bedrijf een tegemoetkoming ad. f 500.— 's jaars. Wordt éénpariggoedgevonden, het haven hoofd bij de electrificatie te behouden en den heer Boom te verzoeken, vóór 1 Februari a.s. te berichten of de toegezonden conces sievoorwaarden aanvaard worden. Wordt voorlezing gedaan van een ingeko men verzoek van J. Non alhier om verhoo ging zijner jaarwedde als nachtwacht Op voorstel van B. en W. wordt door den Raad éénparig besloten, de jaarwedde ad. M75 te brengen op f 200, zulks met ingang van 1 Januari 1913. Hiervan zal adressant kennis gegeven worden. Wordt voorgelezen een missive van Geduteerde Staten, houdende mededeeling, dat aan deze gemeente over 't 4e kwartaal 1912 krachtens de Wet van 24 Mei '97 (Staatsblad 156) zal uitgekeerd worden f 254,755. Aangenomen voor kennisgeving. Wordt voorlezing gedaan van een ver zoek |van den heer E. F. de Hondt om ontslag als lid der Commissie tot wering van school verzuim. Éénparig wordt ditontslag verleend onder dankbetuiging voor de bewezen diensten, waarvan adressant kennis zal gegeven worden. Wordt overgegaan tot de benoeming van een lid dezer Commissie. Op de aanbeveling zyn geglaatst de Heeren: lo D. de Koe en 2o J. M. Nagtegaal. Tot stemming overgaande, wordt éénparig benoemd de Heer D. de Koe waarvan den benoemde, de Commissie en den Heer Com missaris der Koningin in Zuid-Holland kennis zal worden gegeven. Vervolgens wordt vastgesteld een staat model C tot aanvulling der Begrooting dienst 1912, welke ter goedkeuring aan Gedepu teerde Staten zal ingezonden worden. Wordt overlegd de Rekening der Kapel- larijlanden over het dienstjaar 1912, beloo- pende in ontvang 282,46, in uitgaaf ƒ58,916, alzoo met een goed slot ad ƒ223,546, welke éénparig dienovereenkomstig wordt goedge keurd. Wordt overgegaan tot de uitloting van aandeelen van de geldleening der Algemeene Begraafplaats. Uit de nog overig zijnde aandeelen wordt getrokken No. 43, wat zal worden gepubliceerd en waarvan den Ge meente-Ontvanger kennis gegeven zal wor den. Wordt voorlezing gedaan van eenereclame tegen zijnen aanslag in den H.O. dienst 1912 van den heer E. F. de Hondt. B. en W. stellen voor, afwijzend te beschikken. Éénparig wordt daartoe besloten, waarvan adressant kennis gegeven zal worden. Wordt voorgelezen een verzoek vanJ. C. de Keuning te Rotterdam om teruggaaf ad 4,67B wegens betaalde H.O. dienst 1912. Éénparig wordt goedgevonden, teruggaaf te verleenen, waarvan adressant en den ge meente-ontvanger kennis zal worden gege ven. Ten slotte wordt goedgevonden, oninbaar te verklaren de aanslagen H.O. dienst 1912 van J. Orgers Dz. en P Bakelaar, waarvan den Gemeente-Ontvanger kennis zal worden gegeven. Niets meer te verhandelen zijnde, sluit de Voorzitter deze vergadering. OUDDORP. In de weervisschery werden in de laatste dagen veel groote zalmen gevangen. Voor de vacante betrekking voor Onderwijzer aan de Chr. School hebben zich 20 sollicitanten aangemeld. Met de Sardynvangst gaat het hier de laatste dagen levendig. Vrijdag en Zater dag liepen de besommingen per vaartuig van f30 tot f80. Dinsdag werd weer een grootte hoeveelheid gevangen, alles wordt per tram naar Belgis verzonden. NIEUWE TONGE. Loop der Bevolking: Bevolking 31 December 1911838 m. en 819 vr. totaal 1657. Vermeerdert door Ge boorten 45 en door Vestiging 72 totaal 117. Verminderd door Overlijden 21 en Vertrek 72 totaal 93. Bevolking op 31 Dec. 1912: 851 m, en 830 vr. is totaal 1681, alzoo ver meerdert met 24 personen. Er werden 11 huwelijken voltrokken. Aan het Hulptelegraaf en telephoon- kantoor, werden gedurende de maand Dec. j.l. behandeld, 143 telegrammen, 319 tele- phoongesprekken en 13 telephoonoproep- berichten, totaal 475 berichten. OOLTGENSPLAAT- De Commissie tot wering van bedelarij alhier heeft ook op den jongsten Nieuwjaarsdag aan verschillende armen eene gift in geld ter hand gesteld. De heer P. v. d. Tol alhier is met ingang van 16 Januari a.s. benoemd tot klerk ter Gemeente-Secretarie (afdeeling Openbaar Onderwijs) te Rotterdam. In den loop van deze en de volgende week zullen het Groot of Algemeen Arm bestuur, en de DiaconiSn der Ned. Herv. en der Geref. gemeente alhier hunne respectieve armen bedeelen met kleeding- en ligging stukken. Loop der bevolking gedurende het jaar 1912. v Beide M' Vgeel. Bevolking 31 Dec. 1911 1427 1422 2849 Verm. ged. het jaar door M. V. bel1e gesl. geboorte 43 46 89 vestiging 58 69 127 geheele verm. 101 115 216 vermind. door sterfte 20 16 36 vertrek 55 64 119 geh. vermind. 75 80 155 verschil tusschen verm. en vermindering26 35 61 Bevolking 31 Dec. '12 1453 1457 2910 Getal huwelijken 22. DEN BOMMEL- Volgens de regenmeter viel hier over de maand December j.l. 98 9 mM regen over 21 regendagen, tegen 59.7 mM over 20 regendagen gedurende dezelfde maand van hel vorige jaar. De December maand van 1912 onderscheidt zich van hare voorgangsters door de groote hoeveelheid neerslag. Gedurende de laatste 21 jaren toch werd zij slechts overtioffen door de maand December 1909 die 106.2 neerslag gaf. Het jaar 1912 gaf in 't geheel 932.8 mM neerslag over 195 regendagen. Vergelijken we dit jaar met de laatste 21 zijner voor gangers, dan vinden we in die 21 jarige periode geen enkel, dat zooveel neerslag gaf met zooveel regendagen. Tegen over dit natte jaar vinden we het droge van 1901, toen er slechts 488.2 mM neerslag viel over 109 regendagen. Wat het beteekent, dat er 832.8 mM regen is gevallen, willen we trachten voor belang stellenden duidelijk te makenElke mM neerslag staat gelijk met 100 H. L. per H. A. Op 2 gemeten land is dus 93280 H.L. regen gevallen. STAD AAN 'T HARINGVLIET- De bevolking dezer gemeente bedroeg op 1 Januari j.l.: 1106 personen. Ingekomen waren in het vorig jaar 19 m. en 21 vr., vertrokken 26 m. en 25 vr., geboren 11 m. en 11 vr. over leden 5 m. en 6 vr. Er werden 10 huwelijken gesloten. De kostelooze inenting en herinenting in deze gemeente zal plaats hebben op Zaterdag 11 Januari a.s. des namiddags ten twee ure ten huize van den gemeentege neesheer. Op het telefoonkantoor alhier werden de vorige maand behandeld 65 telegrammen, 166 gesprekken en 9 oproepberichten. Bjj het inhalen van waschgoed is de vrouw van D. Vroegindewey over eene hei ning in de sloot achter haar woning gevallen. Op haar angstgeroep kwam haar echtgenoot spoedig op haar af en bracht haar weer op het droge. De vrouw heeft bij het ongeval geen letsel bekomen. De WelEerw. heer J. W. Esselink, theologisch candidaat bij de Geref. Kerken alhier, heeft het beroep naar Wateringen aangenomen. De heer L. van Dijk, diaken bij de Ned. Herv. Gemeente alhier heeft met 1 Januari 1913 als zoodanig ontslag genomen. Fransche herinneringen aan von Kiderlen Wachter. In anderen toon dan de „Temps" spreekt de „Figaro* over Kiderlen Wachter. George Bourdon wijdt in dit blad een artikel aan eenige persoonlijke herinneringen en begint met te zeggen, dat hij den overleden Duit- schen staatsman nog in Juli van het vorige jaar te Kissingen, waar hy ieder jaar een kuur onderging, gesproken had. „Nooit naderde ik hem aldus Bourdon zonder een zekere terughouding, want ik kende hem als een man, die weinig geneigd was, zijne gedachten te openbaren, spoedig wan trouwend werd en meer hield van handelen dan van spreken. Door een vriend werd ik geïntroduceerd en alleen op voorwaarde, dat het onderhoud niet het karakter van een interview zou dragen, werd ik door hem ontvangen. Met groote moeite haalde ik hem later over, om een gedeelte van ons gesprek te mogen publiceeren." De Fransche journalist vertoefde eenige dagen in het gezelschap van den Duitschen staatsman, dien hy beschrijft als 'n inne mend, voorkomend man. Om vormen en kleeren gaf hy weinig, dikwijls droeg hij een langen mantel, een groenen, vilten hoed en een dikken wandelstok. Alle badgasten te Kissingen kenden hem goed, doch schenen niet op hem te letten. Dat was hem zeer aangenaam, want bij haatte alle ceremoniën en plechtigheden. De keizer moest in den zomer verschillende feestelijkheden bijwo nen en Bourdon vroeg aan von Kiderlen of hij daar ook by tegenwoordig zou zyn. „Ik moet wel", antwoordde hij, „want ik heb bet zoo goed als beloofd, maar ik geloof" ging hy voort, hem in het oor fluisterend „dat myn maag tegen al die lekkernijen niet opgewassen zal zyn". En hy lachte luid. Deze man, die, als hy met Cambon discuteerde, met den vuist op de tafel sloeg en in woorden altijd zoo rechtuit was, kon zeer opgeruimd zyn. Hij hield van scherts, bier en tabak. Zyn grootste genoegen was, eiken Dinsdagavond in een kamer van het koffiehuis „Kaiserhof" met eenige goede vrienden by elkaar te komen, om tot mid dernacht daar pijpen te zitten rooken. Hierin was hij een echte Duitscher. Maar achter dat gemoedelijk uiterlijk was een levendig gedachtenspel verborgen. De Fran sche taal beheerschte hy volkomen en altijd wist hi) de juiste uitdrukking te kiezen. De dagen, die Bourdon in gezelschap van von Kiderlen Wachter doorbracht, spraken zij over allerlei zaken. Dikwijls liep het gesprek over de Marokko-affaire en hij zette den journalist alle redenen uiteen, die hem naar Agadir gebracht hadden. Ook sprak hij van hen, die zijn politiek tegenwerkten en riep eens uit, terwijl hij als dreigend zijn wandelstok ophief: „Men weet niet hoeveel kwaad sommige lieden, aie steeds den mond vol hebben over koloniën ons hebben toe gevoegd. Als het op hen was aangekomen, zaten wij elkaar al lang in het haar. De vredesonderhandelingen geschorst. LONDEN, 6 Januari (Reuter.) Reuter ver neemt over de heden gehouden zitting der vredesconferentie, dat Rechid pasja de volgende nieuwe voorstellen ter tafel bracht: le. Turkije zou bereid zijn nog eenige territoriale concessies in het Noorden van het vilajet Adrianopel te doen, waar Adriano- pel echter buiten valt. 2e. Turkije zou afstand doen van zijn rechten op Kreta, onder voorwaarde, dat de afstand van geen enkel ander eiland zou worden gevraagd. De leden der Ottomaansche delegatie ver lieten hierop de zaal. De gedelegeerden der Balkanstaten bleven in conferentie bijeen teneinde over de Turksche voorstellen te beraadslagen, en namen het volgendebesluit: „Daar de voorstellen der Turksche gedele geerden niet beantwoorden aan deeischen, in de vorige zitting door de geallieerden geformuleerd en onderhandelingen op de nieuwe thans voorgestelde basis niet tot een overeenkomst zouden leiden, zien de geallieerden zich verplicht de conferentie te schorsen. Toen de Turken weder in de zaal ver schenen las Novakowitch, die het presidium waarnam, het antwoord der geallieerden voor en hief vervolgens de zitting op. De Turken protesteerden en verklaarden, dat de voorzitter niet het recht had de zitting op te heffen en vroegen tevens wat het zeggen wilde de conferentie te schorsen. Nadat de zitting formeel geëindigd was, werd in een algemeene bespreking, die nu volgde aan de Turken uiteengezet, dat de verbondenen geen breuk wilden veroorzaken, maar aan gezien geen voldoend antwoord was gegeven op de voorstellen, door de verbondenen Vrijdag gedaan, schorsten zij hun werkzaam heden totdat wèl een afdoend antwoord verstrekt kan worden. In den loop der niet formeele besprekingen, zeide Rechid pasja, dat hij het plan gehad had de approviandeering van Adrianopel ter sprake te brengen, maar dat hem hiertoe de gelegenheid niet geboden was. Hem werd geantwoord, dat deze zaak reeds op een vorige zitting besproken was en dat hem toen verklaard was, dat de conferentie niets te maken had met de voorwaarden van den wapenstilstand. De Turken verlieten daarop in eenigszins opgewonden stemming het paleis. (Tel.) De Balkanoorlog In „de Telegraaf" van Woensdag 8 Jan. lezen wij Dc schorsing der vredesonderhandelingen. De indruk te Berlijn. BERLIJN, 7 Januari. (Eigen tel.) De Ber- lynsche ochtendbladen publiceeren kolom- menlange artikelen over de schorsing der vredesonderhandelingen te Londen en voe gen er tegelijkertijd korte besprekingen aan toe, waaruit bly kt, dat men over het geheel, wat de hervatting der onderhandelingen aangaat, optimistisch gestemd blijft. In weerwil van de weigerende houding van Turky'e betreffende Adrianopel en de Engel- sche eilanden, gelooft men te Berlijn, dat de Porte nog verdere concessies zal toe staan, terwijl de verbonden Balkanstaten van hun zyde ook iets zullen moeten toe geven. Het woord schijnt thans aan de groote mogendheden te zijn. Deze zullen nog wel met openlijk met de Balkanafgevaardigden in verbinding treden, doch achter de scher men haar invloed uitoefenen, om de pour parlers weer te doen hervatten. Hier hecht men nog geen geloof aan het gerucht, dat de verbonden Balkanstaten de Porte een bedenktijd van twee dagen hebben toege staan, om hun voorstellen aan te nemen. Te Berlyn verwacht men geen nieuwe bij eenkomst der conferentie voor het einde dezer week. Naar alle waarschijnlijkheid rekenen de bondgenooten op een spoedige capitulatie van Adrianopel. In de Berlijnsche ochtend bladen staan twee telegrammen uit Sofia van den volgenden inhoudOp verzoek van Schukri-pasja, den commandant van Adrianopel, zal vandaag voor de vesting een samenkomst plaats hebben van Bul- gaarsche en Turksche gedelegeerden. Men verwacht de capitulatie der vesting, daar de vestingcommandant aan den grootvizier getelegrafeerd heeft, dat de toestand van Adrianopel hopeloos is. Uit Conslantinopel. CONSTANTINOPEL, 6 Januari. (Reuter). De krijgsraad veroordeelde kapitein Djaïn- poulot tot levenslange opsluiting. De ministerraad kwam heden ten huize van Kiamil-pasja bijeen. Afwezig waren Nazimpasja en Noradounghian. De geruchten over 'n ministerieele crisis doen nog steeds de ronde. De indruk bier is, dat het gouvernement de hervatting van de vijandelijkheden wenscht te vermijden, doch voor den vrede bevreesd is, daar het officierskorps den oorlog wil, De Grieksche gezant te Weenen. WEENEN, 6 Januari, (Reuter.) Gryparis, die tijdelijk den Griekschen gezant Streit, die thans te Londen deelneemt aan de vredes conferentie, vervangt, zal definitief te Weenen blijven. De toestand te Saloniki. De „Matin" publiceert een interessanten brief van haar correspondent te Saloniki, waarin deze den toestand aldaar en den plotselingen ommekeer in de wederzijdscbe verstandhouding tusschen de Grieken en Bulgaren na de komst van koning Ferdinand van Bulgarije, beschrijft. Wij ontleenen aan dien brief de volgende passages: De laatste dagen - aldus begint de corres pondent zyn schrijven d.d. 3 Januari,— heeft men veel gesproken van den naijver, die erin onze stad tusschen de Grieken en Bulgaren bestaat. Deze naijver trad, dank zjj de pole mieken der bladen van beide partyen, dik werf zoo openlijk aan den dag, dat men zich ongerust begon te maken en men, in weerwil van de waakzaamheid der autoriteiten, voor een of ander pijnlijk incident vreesde. Doch ziet, sinds het verblijf van koning Ferdinand te Saloniki, blijkt van die ijverzucht ineens

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 6