99 Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. 13de Jaargang. Woensdag 8 Januari 1913. No. 8 Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kanier Staten-Generaal, VGRAVENHAGE. Uitgave der Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Hiddelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten sn Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De Alg. Beschouwingen bij de Staatsbegrooting. V. Onder de redevoeringen, die de aan dacht verdienen, behoort ook die van dr. De Visser. Niet, omdat hij zooveel nieuws vertelde, doch omdat zij de leu genachtigheid der coalitie helder in het licht stelde. Bij den stembusstrijd van 1913 zal men weer de valsche leuze tot bedrog der kleine luyden hooren, dat het in den politieken strijd gaat om het geloof tegen het ongeloof, de revolutie of het Evangelie, Christus of Belial. Niet alleen de betaamde Kuyper-propagan- disten maken zich aan die valsche voor stelling schuldig, doch een baron Van Wijnbergen ziet er zelfs niet tegen op zich van die leuze te bedienen. Dr. De Visser kwam nu in zijn redevoering vertellen, dat hij die leuze verfoeit. Hij zeide o.a. „Ik kom nu tot de derde tegenstel ling, die tusschen de paganisten en de kerkelijken. Het is voor mij nog altijd de vraag, of degene wien deze antithese in de schoenen wordt gescho ven, daarmede de bedoelingheeftgebad, welke in den lande wordt gepropageerd. Maar een oogeiiblik aangenomen, dat dit zoo is, ben ik de eerste om te erkennen, dat indien een antithese mij ooit tegen de borst heeft gestuit en met de werke lijkheid in flagranten strijd is, dit de antithese tusschen paganisten en ker kelijken is. Nooit, mijnheer Roodhuizen, is, niet alleen door mij, maar evenmin door een mijner politieke geestverwanten, gepoogd met die tegenstelling op de kiezers te werken zij is integendeel door ons theoretisch, zoowel als prac- tisch immer bestreden". Alles goed en wel, dominee, doch niet tegenstaande uw mooi klinkende woor den hebt gij met uw partij er nooit tegen opgezien uw zeteltjes te winnen door de hulp van Roomschen en Kuypermannen, die wisten te winnen door diezelfde leugenachtige antitheseleuze. Terwijl gij in uw redevoering de antithese verwerpt, zit gij in de Kamer op dienzelfden on- waarachtigen grondslag, trekt ge in één gelid op met mannen, die hun verkiezing aan het door u veroordeelde kiezersbe drog danken. Ook omtrent de benoeming van den gereformeerden heer Noordtzij tot pro fessor in de godgeleerdheid aan de Utrechtsche Hoogeschool, zeide dominee De Visser merkwaardige dingen. Hij be toogde: „Ik wil wel erkennen; dat ik mij niet aan den indruk kan ontworstelen, dat op deze benoeming invloeden heb ben ingewerkt, wier werking ik perni cieus acht op staatkundig gebied. Wan neer ik hier mededeel, wat ik in het orgaan De Heraut vóór de benoeming heb gelezen, dan zal men mij het zoo even gezegde niet euvel duiden. In het nummer van 12 Mei lees ik „Het is het Ministerie-Kuyper ge weest, dat tegen de voordracht der theo logische faculteit in, den eersten Gere formeerden theoloogprof. dr.HVisscher aan de koningin tot benoeming voor droeg. Daardoor werd een bres gescho ten in het bolwerk dat tegen de Gere formeerden was opgericht". Nota benede theologische faculteit, gesanc tioneerd bij de wet van 1876, zou een bolwerk zijn, tegen de Gereformeerden opgericht „En dat thans de theo logische faculteit te Utrecht dr. Noord zij op de voordracht plaatste, is zonder eenigen twijfel wel mede aan den invloed van dezen Gereformeerden theoloog te danken". Wanneer ik dat lees, kan mijn con clusie geen andere zijn dan dat er bij deze mannen, ik zeg niet bij dezen Minister, een streven is om de theolo gische faculteit te Utrecht te maken tot een Gereformeerde faculteit. In dit vermoeden word ik bevestigd, niet alleen hierdoor, dat dr. Kuyper wel degelijk om die reden dr. Visscher tot hoogleeraar benoemde, maar dat ook daarna dr. Van Leeuwen om de zelfde reden is benoemdK an men de conclusie ontgaan, dat bij de benoeming van dr. Noordtzij hetzelfde het geval was en niet alleen geschiktheid en bekwaam heid hebben beslist? Ik heb mij daarbij afgevraagd hoe is het mogelijk, dat men in de kringen van dr. Kuyper, die bij de behandeling van zijn wet op het hooger onderwijs hier de stelling heeft verdedigd, dat het onderscheid tusschen de rijksuni versiteiten en de Vrije Universiteit hierin bestond, dat de rijksuniversi teiten staan op het indifferentistiscli standpunt, en dat de Vrije Universi teiten staat op bet 'principieele stand punt, thans er nu naar streeft om een bepaalde faculteit te maken? Eerst werd bij de behandeling van die wet op het hooger onderwijs hier een lans gebroken voor dat wetsontwerp- Kuyper, op grond van de bewering, dat er naast de beoefeninig van indifferente wetenschap, die van principieele moest zijn. En nu wordt dat beginsel dier indifferente wetenschap, althans met betrekking tot deze faculteit, weder losgelaten en in plaats daarvan ge ijverd voor een principieele wetenschap, nog wel ééne op Gereformeerden grond slag. Dit is toch een meten met twee mateniets allervreemdst". Wellicht zal het dominee De Visser langzamerhand duidelijk worden, dat juist dit meten met twee maten, „iets allervreemdst", heelemaal niet vreemd is aan de verkiezing van den heer Eichon van IJselmonde en talrijke christeiijk- historiscben inzien, dat hun deelgenoot schap in de coalitie beteekent een be stendiging der Kuyperpolitiek, door den Ommenschen afgevaardigde zoo terecht gebrandmerkt als een onzedelijke poli tiek. De redevoeringen toch van mr. Heemskerk in eerste en tweede instantie zijn beide gebouwd op hetzelfde begin sel, n.l. dit: tracht den kiezers vreesin te boezemen voor de vrijzinnige concen tratie door te wijzen op de sociaaldemo cratie. Spijt alle afwijzing der antithese hebben de christelijk-historischen zich niet ontzien het roode spook bij herha ling voor den dag te halen. Bewijzen daarvoor zijn in overvloede te leveren. Men heeft er slechts de Nederlander op na te lezen. Wordt vervolgd.) Overproductie. In het tariefontwerp van minister Kolkman wij wezen er reeds meer malen op kan men bij herhaling de bewering aantreffen, dat ons land meer en meer het afzetgebied wordt van de overproductie van Duitschland. Tal van artikelen, zoo heet het, worden tegen buitengewoon lagen prijs op de Neder landsche markt gebracht en daardoor wordt den Nederlandschen fabrikant be let met voordeel te fabriceeren. Zien we daarom eens, hoe het met de zoogenaam de overproductie staat. In de eerste plaats dient opgemerkt, dat de fabrikant in het protectionistische land alleen tegen lagen (of te lagen) prijs in het buitenland kan leveren, doordat het tarief hem in staat stelt in zijn eigen land een buitengewoon hoogen prijs van de afnemers te vragen. De groote winst, die hij in het eigen land maakt, stelt hem in staat tegen lagen prijs af te zetten op de buiteulandsche markt. Zelfs kan het zich voordoen, dat op die export verlies wordt geleden, doch ieder zal dadelijk inzien, dat deze geval len uitzondering zijn, geen iabrikant zal er aan denken voortdurend een deel van zijn productie met verlies van de hand te zetten. Echter, wij willen volstrekt het feit niet ontkennen, dat sommige fabrikaten tegen buitengewoon lagen prijs door den Duitscher op onze markt worden gebracht. Bij de bespreking van dit verschijnsel rijzen nu een drietal vragen en wel deze 1. Waaruit bestaat deze Duitsche overproductie? 2. Is het voor ons land steeds een nadeel, dat Duitschland overproductie tegen zeer lagen prijs op onze markt wordt gebracht? 3. Zal het tariefontwerp-Kolkman te gen die overproductie iets vermogen in het werk te stellen? Wij willen trachten die vragen eenigs- zins uitvoerig te beantwoorden. De protectionist zegt rondweg tot de goë-gemeente; Zie eens aan, welk een aantal artike len ons land binnen komen, die we zelf kunnen iabriceeren. Het tariet-Kolkman zal ons daartoe in staat stellen. Het is haast niet aan te nemen, dat de tarief- voorstander, die zoodanig argument durft aanvoeren, zoo slechts op de hoogte is, dat hij werkelijk meent, wat bij zegt. Welke artikelen komen soms tot zeer iagen prijs ons land binnen Diverse machines, staal- en plaatijzer, gietijzer, Bessemerblik, gasbuizen en pijpen, ge trokken draad, geplet draadprikkeldraad, ketelplaten, staal, vloeibaar koolzuur, hoefijzers, portlandcement, Duitsc'n cement, aarden buizen, chamotte-scher- ven, tegels, gips, kalk, houtstof, houtsiijp- papier, zink, loodwit, katoeneügarens, asbest, lijnkoeken, rails enz. De protectionist za! erkennen, dat wij hem door deze opsomming de maat ten volle toemeten. Wat blijkt, als we dit lijstje nazien Dat een zeer groot gedeelte der goederen, waarvan wordt beweerd, dat ze tegen te lagen prijs door den Duitscher op onze markt worden gebracht, grondstof fen, kwart of halffabrikaten zijn, die ver werkt worden door Nederlandsche be drijven. De Nederlandsche industrieel wordt door zijn goedkoopen inkoop in staat gesteld met zijn afgewerkt product I op de binnen- en buitenlandsche markt te beter mede te dingen. De overpro ductie van Duitscland wordt aldus een productievoordeel voor den Nederland schen voortbrenger De protectionist verliest willens of onwillens deze zijde van het vraagstuk uit het oog. Hij kan intusschen zeer goed weten, dat bovendien een aantal der genoemde artikelen in ons land niet kunnen worden gemaakt of omdat Nederland nu eenmaal de ertsen of mineralen niet bezit, die Duitschland heeft öf omdat de binnenlandsche markt geheel onvoldoende is om een industrie van zoo'n artikel ten onzent mogelijk te maken. Een nauwkeurig onderzoek wijst uit, dat het aantal artikelen, waarvan de uitvoer tegen te lagen prijs den Neder landschen fabrikant schade berokkent, betrekkelijk gering is. Doch er zijn er. Wat is nu het merkwaardige? Eender industriën, die door Duitsehen invoer schade lijdt, is de lijnkoekenfabricage. Dat is nu een artikel, waarover de protectionist ach en wee roept. Geen enkel fabrikaat wordt zoo geregeld tegen lagen prijs ingevoerd ais de lijnkoeken. Welnu, in het tariefontwerp-Kolkman blijven de Duitsche lijnkoeken vrij van invoerrecht 1 Dit feit slaat den protectio- nisten reeds alle wapenen uit de hand. Twee dingen moeten bij die zoogenaam de overproductie niet uit het oog wor den verloren. Ten eerste, dat dan toch in den lagen prijs een voordeel ligt voor de verbruikers en ten tweede, dat de invoer tegen lagen prijs van zeker arti kel volstrekt niet wil zeggen, dat de ge- heele invoer van zoo'n artikel tegen te lagen prijs plaats vindt. Zoo worden b.v. in ons land jaarlijks 25 millioen K.G. katoenen garens inge voerd. Daarvan wordt hoogstens 3 a 4 miilioen KG. tegen te lagen prijs binnen gebracht, terwijl 21 a 22 millioen KG. tegen normalen prijs wordt geïmporteerd. Een invoerrecht zou den geheeien in voer treffen en duurder maken, wat te gen normalen prijs binnenkomt. Onze derde vraag luidde: Zal het tarief ontwerp-Kolkman die zoogenaamde over productie kunnen weren? Alweer de protectionist, die het durft beweren, kan het alleen doen uit onkun de. Een Antwerpsch rapport vermeldt, dat de Belgische nijverheid de Duitsche halffabrikaten aanzienlijk goedkooper verkrijgt dan de Duitsche nijverheid zelve. Terwijl te Antwerpen goederensoorten werden geleverd tegen 82 mark per ton, moest de Duitsche fabrikant 130 mark per ton betalen, een prijsverschil dus van 58°/0 Zoo'n enorm verschil is intusschen uitzondering, ais regel zou zelfs de groote winst in Duitschland zelve behaald,het verlies op een dergelijken uitvoer niet kunnen dekken. Het prijsverschil be draagt gewoonlijk tusschen de 20 en 40°/„. Zoo werd in April 1901 het Duitsche ijzerdraad 23° 0 goedkooper in het buiten land geleverd, dan het in Duitschland werd verkocht. Een dergelijk prijsver schil nu wordt niet te niet gedaan door een invoerrecht van 10 tot T2°/0, als het tariefwet-Kolkman voorstelt, Tegen de beweerde overproductie is een dergelijk invoerrecht ten eenenmale onmachtig.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1913 | | pagina 1