99
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
DIRKSLAND
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
13d" Jaargang.
Woensdag I Januari 1913.
No. 7
beleening op effecten.
Dit blad verschijnt eiken W0ENSDA6.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Stateu-Generaal,
's-GRAYENIIAGF.
UHfc
Flakkeesche Boek
te BUdt.
Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseerer
Oudejaarsavond.
Vlood inderdaad het leven des men-
schen in voeger dagen zooveel rustiger
daarheen? £r zal wel niemand zijn,die
het ontkent. In den bloeitijd van de
trekschuit en diligence was de rustelooze
gejaagdheid van onze eeuw vreemd aan
het menschelijk bestaan. De oud-Hol-
landsche zegswijze; „Kom ik er vandaag
niet, dan kom ik er morgen, typeerde
de periode vaneen honderd jaren terug.
Poot kon terecht zingen van den landman,
wiens leven zoo genoeglijk daarhenen
vliedt! Hoe gansch anders is onze twin
tigste eeuw. Stoom en electriciteit hebben
zegeningen gebracht, die geen onzer zou
willen of kunnen missen, doch de nadee-
len zijn daarnevens niet te miskennen.
De snelheid van het verkeer hebben zij
opgevoerd tot het honderdvoudige van
de deligence en trekschuit, atstanden
bestaan niet meer, de reis om de wereld
in 80 dagen, een sprookje in de dagen van
Jules Verne, is werkelijkheid geworden
in onzen tijd. Maar met de rust is
het gedaan.
Onze eeuw kenmerkt zich door een
gejaagdheid, een nervositeit, waaraan
niemand ontkomt. Zelfs de landman van
Poot kent niet meer het rustig genoeglijk
daarhenen vlieden zijns levens. In zijn
schuur klinken 's winters niet meer in
rythmischen candans de dorschvlegels.
He stoommachine scheid reeds op den
akker het goudgele graan van het waarde-
looze kaf. Eene fractie verhooging in de
beursnoteering is voor hem van evenveel
belang geworden als voor den groothan
delaar, die ongeduldig den Atlantischen
stoomer verbeidt, in razende snelheid
zich spoedend over den oceaan. Rust, wie
kent het woord in onze dagen
Alles dringt tot den grootst mogelijken
spoed, slechts weinigen kunnen zich de
weelde veroorlooven het leven te ge
nieten, onbewogen voor de beroeringen
des tijds.
Doch hoe elke dag tot ijlen dwingt,
daar zijn enkele momenten in hetjaar,
dat ieder zich tijd vergunt tot een terug
blik op de dagen, die achter hem liggen.
Meer dan eenige dag leent zich daartoe
de oudejaarsavond.
Is eenige stonde meer aan het gezins
leven gewijd dan deze Zelfs de ijverigste
en beredeneerste „bussinessman" tracht
op dat moment in den huiselijken kring
te zijn.
Avond van een lach en een traan heelt
men dien stervensavond van den jaar
kring genoemd.
Niet ten onrechte, geen avond is beter
geschikt om de balans op te maken over
de afgeloopen 365 dagen.
Avond van een lach wordt hij voor
hem, die op de creditzijde zooveel
goeds mag boeken, dat het de schaal van
het debet verre overtreft. Wie met vol
doening kan getuigen, dat hij zijns broe
ders hoeder trachtte te zijn en een goede
daad op eiken dag mocht noteeren, zal
den oudejaarsavond met vreugde kunnen
begroeten. Dat hij het egoïsme meerma
len het zwijgen wist op te leggen ten
bate der naastenliefde, toont, hoe hij de
waarheid begreep van het 40ste vers uit
Matlheus 25, groot moge daartegenover'
Ruime keuze:
Regulateurs, Klok-
Pendules, Wekkers,
Barometers.
Prachtregulateurs voor f 8,60.
Zeer solide. Alles met 2 jaar schriftelijke garantie.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60.
«r0,10
tters naar plaatsruimte.
wordt slechts tweemaal berekend,
-■andelaars en Advertentie-Bureaux
en Advertentiën aan.
Tramkosten worden vergoed.
het geldelijke" gewin rijn geweest
hem, die de belangen van allen offerde gediplomeerd vakman hersteld,
aan zijn eigen voordeel, op den oudejaars
avond zal zijn geweten hem verwijtend*
aanzeggen, dat hij waarlijk niet het beste
deel koos. Voor hem zal de lach vervan/
gen worden door een traan.
Wel hem, die op den oudejaarsavond'
in zijn huiselijken kring al degenen ziet
nruooMHvsAiL nunooi l
besting ontstaat nil een gewone TerMM.
191.t]ima begint met era gewonen tast,
vereenigd, die hem lief zijn. Hij schatte^J-Ay. „y OfYllTltfVna
naar waarde het groote voorrecht hem-'*-'*'''-1* v^Ull|JUIlö.
geschonken, dat geen ledige stoel de
droevige herinnering is aan het smarte-
lijk verlies, dat hij leed. ]-
In zoo meenig gezin zal het helaas 1
anders zijn. De groene zoden dekt zoo-
velen, die men zag heengaan in schrij
nende smart. Een oppassend huisvader
werd zijn gezin ontnomen, een zorgza-j
me moeder ontrukt aan haar kroost.
Ginds wijst een kruis, een steen het
plekje, waar de kleine sluimert, dooi
de ouders zoo noode afgestaan.
Bij al de treurenden zal de oudejaars
avond treurige herinneringen wekken
aan den afgeloopen jaarkring. Het is niet
anders. Troostwoorden, hoegoed bedoeld,
vermogen zoo weinig, waar het hart
krimpt van smart. Één redmiddel is er
slechts voor hem, die zwaar werd be
zocht; kracht te zoeken in berusting,
kracht in stoeren arbeid. Met de dooden
kunnen wij niet leven, wie achterbleven,
vragen onze zorg, onzen steun. Een
wondere heelmeester is ons tot steun
de Tijd, die alle wonden heelt. Het
schrijnende der droefheid verdwijnt met
de jaren, een weemoedige, droeve herin
nering blijft. Moge hij, die op den oude
jaarsavond in droefheid gedenkt, welk
leed het jaar hem bracht, de kracht vin
den, niettemin hoopvol, de toekomst
tegemoet te gaan. Nog enkele uren en
de laatste klokslag van twaalf zal aankon
digen, dat wederom een jaar is verga
derd tot het grijze verleden.
Zij de overweging, dat de vervlogen
dagen nimmer meer zijn terug te roepen,
voor ons allen een aansporing ze te be
steden naar ons beste weten, waar een
nieuw jaar ons roept tot stagen arbeid.
Dat zullen onze partijgenooten, onze
geestverwanten op politiek gebied aller
eerst bedenken. Boven het district Zie-
rikzee wappert de vrijzinnige vlag. Aan
de onverdroten arbeid onzer mannen is
het te danken geweest, dat in 1905 het
rouwfloers van het clericalisme van de
wallen van Zierikzee kon worden neer
gehaald. Doch zal de vrijzinnige banier
blijven wapperen over ons district, dan
is het noodig, dat elk onzer zich een
stuk van dat vaandel zal betoonen.
Wie zich de overwinning wil verzekeren,
moet zijn beginselen indragen eiken dag,
elk uur. De Oudejaarsavond brenge ons
ernstig in herinnering, dat 1913 onze
krachten zal wagen voor de propagan
da. Voor onze mannen moet het wacht
woord, een variatie zijn op wat Da Costa
eenmaal zong;
„Zij zullen het niet hebben
Het oude Zierikzee."
Slechts hij, die de lendenen omgordt
en de kaarsen brandende houdt, mag
hoop koesteren op de zegepraal. Welnu,
in 1912 niemand zal het ontkennen
werd niet genoeg aan de propaganda
gedaan. Als we op den Oudejaarsavond
beseffen, dat 1913 veel van van ons zal
vragen, is er goede hoop, dat de balans
Plenris ontslaat door eeie verwaarloosile terMM-
De influenza begint mei niezen.
Non* Ïq hoé éïirf t
ontbreken op de lijst onzer abonne s. Er
zijn voorts nog geestverwanten, die
meenen, dat zij bij hun advertentie's
ons blad voorbij kunnen gaan. Wij
zouden dezulken willen vragen, of hun
politiek besef wel voldoende ontwikkeld
is, zoo ja, dan zullen zij begrijpen, dat
in 1913 hun annonces ook in ons blad
moeten komen. Wij mogen dit met volle
recht vragen, waar wij onverdroten den
strijd voeren voor het vrijzinnig beginsel,
dat ook dien geestverwanten lief is.
Redactie en uitgever, hun lezers veel
heil en zegen wenschende, hopen, dat
de vrijzinnigen niet zullen achterblijven
in 1913 al hun steun aan Vooruit te
schenken
is
De Algemeene Beschouwingen over
de Staatsbegrooting.
IV.
Zonder twijfel kan de redevoering,
die mr. Tydeman bij de Algemeene Be
schouwingen hield, de belangrijkste van
het geheele debat genoemd worden. Hij
ving aan met een verdediging der con
centratie. Dat deze noodzakelijk was,
bleek, zoo zeide de heer Tydeman, uit
het feit, dat niemand in den lande zich
verbaast heeft, dat dit is geschied.
Het vrijzinnige volksdeel, aldus de heer
Tijdeman, had een gevoel van ontspan
ning toen het feit van de beklonken con
centratie er was. Er was als het ware
een zucht van verlichtingmen hoorde
zoo iets als vaneindelijk. En blijkens
hetgeen gezegd is door de woordvoerders
van de coalitie, erkende ook deze dat het
juist gezien was. De heer Nolens verheug
de zich in het feit van het totstand komen
der concentratie; hij zeide: de verhou
dingen worden daardoor vereenvoudigd,
dat is een groot voordeel in de politiek.
Dat ben ik geheel met dien geachten
afgevaardigde eens. En De Standaard,
het orgaan van den vroegeren geachten
afgevaardigde uit Ommen, zeide: dat het
zou leiden tot een verheffing van het peil
ikkerij te ffiiddeiharnis.
len verkiezingsstrijd. Ook De Stan-
p was dus ingenomen met het tot
komen der concentratie en de ge-
te afgevaardigde uit Amsterdam
de heer Middelberg, heeft zich in
K'/.elfden geest uitgelaten. De sociaal-
craten vroegen zich onmiddellijk af
t verschijnen van het concentratie-
am wat is er van te halen Hun
woord was, dat zij de concentratie
tanzien van het Staatspensioen met
- vereischte wantrouwen begroeten,
ïtrouwen is, zooals gebruikelijk bij
fractie, de ondertoon der beschou-
gen. Ook nu is dit het geval. Ik zou
zeggen, dat het verschijnen van de
fwbentratie heeft gestrekt om de nor-
k'Ve verhoudingen te bevestigen en te
iterken. Wij kunnen daarmede tevre-
zijn.
T0,gisteren is het groote succes bereikt,
ho<t de Minister heeft zich twee uren
W met ons stuk beziggehouden. Hij
t het concentratie-manifest gemaakt
iden leiddraad, waarop hij zijn uitvoe-
'i rede heeft opgebouwd. Hij heeft zich
moeite gegeven het stuk op den voet
volgen en hij heeft het blijkbaar goed
repen, want hij heelt maar eenmaal
Jaagd over onduidelijkheid, en natuur-
toen geheel ten onrechte.
Van groot belang was hetgeen de heer
Tydeman zeide over het algemeen kies
recht. De sociaaldemocraten hebben reeds
meermalen getracht de concentratie ver
dacht te maken, omdat de vrijliberalen
er aan meedoen. Volgens hen is het
verkeerd, dat in de redevoeringen, waar
mede de leiders der vrijzinnige groepen
de Algemeene vergaderingen hunner
partij openden, erkend werd, dat de
vrijliberalen de vrijheid behielden in
hun zienswijze omtrent het algemeen
kiesrecht.
Daarom is het van groot belang, dat
de heer Tydeman het volgende verklaar
de
„De heer Schaper zegter is onge
rustheid ontstaan men meende, dat over
de ge.ieele lijn de liberalen tegen het
recht van de Eerste Kamer waren en nu
komt men ons in een van die vergade
ringen vertellen, dat het niet zoo is en
dat de vrij-liberalen hierin vrijheid van
beweging hebben gehouden.
De geachte afgevaardigde kon weten,
dat men van liberale zijde niet unaniem
tegen het amendeeringsrecht van de
Eerste Kamer was. Hij kon dat o.a. weten
uit het rapport der grondwetscommissie
van 1907, waarbij in een afzonderlijk
onderteekende nota het gevoelen van een
ons goed bekend liberaal is neergelegd.
Maar afgezien daarvan is het een feit
dat erken ik gaarne dat er onder de
vrijliberalen zijn die voor dat recht van
amendement gestemd zijn. Misschien zijn
er onder de andere vrijzinnige partijen
ook die er zoo over denken en die het
amendementsrecht beschouwen als een
verbetering van de Eerste Kamer, als
een verbetering van de functie van dat
orgaan der Wetgevende Macht, veel meer
dan als een tegenwicht tegen den volks
invloed, die in de Tweede Kamer tot
zijn recht moet komen. Het is juist,
Mijnheer de VoorzitterEn het is ook
juist wat de geachte afgevaardigde op
merkte, dat volgens de afspraak aan den
vrij-liberaal zijn vrijheid om van dat
inzicht te getuigen, daarvoor te ijveren
en daarvoor te stemmen is gelaten, mits