Uit de Pers. Buitenland. de cohorten die straks vóór en tijdens den verkiezingsstrijd zullen optrekken, zijn geen boodschappers van een goede politiek, maar boodschappers van meer dere verwarring en meer tegenstand onder elkander. En duizenden stillen in den lande, eenvoudigen van harte, vrome zielen, die geen beweging maken of roe pen op de straten, zij hopen, dat er een eind moge komen aan dat spelen met woorden en uitdrukkingen, waarover dr. Schokking te recht zeide, „dat men daar mede voorzichtig moet zijn", en die niet willeu dat wat hun heilig en hoog is misbruikt wordt tot verkiezingsmateriaal, hetgeen hier wordt aanbevolen. (Dr. Roessingh in de Tweede Kamer op 6 Dec.j.l.) Ommen en de Tariefwet. De Almelosche Crt. komt in een artikel op de verkiezing in Ommen terug. Het blad heeft willen afwachten het oordeel der rechtste pers, aangezien het vermoedde, dat men van rechts de uitspraak der Ommeusche kiezers valsch zou belichten. Zoo is het ook gebeurd en en een treffende overeenkomst kenmerkte de beschouwingen der rechtsche persorganen. „Waarom het by deze verkiezing voor een zoo groot deel ging, wordt eenvoudig ver zwegen. Onze politieke tegenstanders zoo schrijft het blad kunnen uit geen ander vaatje tappen, dan dat van smaat 6n hoon. Kuy- per-haat de spil te noemen, waarom gansch deze verkiezing draaide, is in lijnrechte strijd met de waarheid en werkelijkheid. Zeker, we willen niet ontkennen, dat in dezen stembusstrijd de kerkelijke gevoelig heid is gemengd, maar het is misleiding aan die kerkelijke gevoeligheid eenerzijds en Kuyper- of coalitie- haat anderzijds Bichon's overwinning toe te schrijven. Hy' heeft deze te danken aan zijn beslist stelling nemen tegen het ontwerp-tariefwet. Voor de liberalen was zijn optieden in kiezersvergaderingen allerminst sympa thiek. Hy heeft het liberalisme niet met fluweelen handschoenen behandeld. Zijn duidelijke verklaring, dat hy bij een keuze tusschcn dr. Kuyper en Tydeman aan eerst genoemde zy'n stem zou geven, was zeker niet geschikt om bij de vrijzinnigen in 't gevlei te komen. Maar voor het aanrakingspunt van den Vrijhandel is alles op zyde gezet. Daarvoor zwichten alle antipathien. Voor de vrijzin nigen stond de stryd in het teeken van den Vrijhandel. En voor de vrijzinnigen niet alleen. Een plattelandsdistrict als Ommen heeft vele politiek onbewuste kiezers. Menschen, die kerkelijk tot de rechtzinnigen behooren, die zich niet hebben aangesloten bij eene politieke party maar wars zy'n van elke politieke drijverij. Deze zijn door de propa ganda voor den Vrijhandel tot nadenken gebracht. In dit, laten we 't maar eens noemen neutrale kiezercorps is beweging gekomen. Zij zien het gevaar, 't welk dreigt. Zij hebben geleerd, dat minister Kolkman's plannen voor hen beteekeBen een aanslag op de portemonnaie. De vergaderingen, door het Anti-Tarief-wet Comité belegd, kenmerk ten zich alle, zonder onderscheid, door een overgroote belangstelling, waaraan elke vijandelijke houding vreemd was. Kiezers, die zelden van hun kiezersrecht gebruik maakten, kwamen nu ter stembus. De heer Bichon van IJselmonde, haalde in Stad Ommen het aantal stemmen als zy'n geestverwant Mackay, (197), in Ambt Om men bekwam hij er twee minder (502), in Raalte twee meer (258). Deze constante cijfers zijn niet het resultaat geweest van Kuyper-verguizing en het ontketenen van godsdiensthaat, maar ze zyn een uitvloeisel van 'n vastgelegde overtuiging, dat de Ta rief-Kolkman de welvaart van ons land be dreigt. Daarom is de uitspraak der Ommen- sche kiezers voor ons een zeer verblijdende. Dat de rechtsche pers de overwinning van den vrijhandel tracht te begraven onder een stofmassa van knoeierij en lagere harts tochten komt voor hare rekening. Zij moge haar oogen sluiten voor het opengaan van die van anderen, dat opengaan is daardoor niet ongedaan gemaakt'" Een telegram van generaal Uahmoed Moektar pasja. Niet lang geleden werd in de Bulgaarsche pers beweerd, dat den Bulgaren een telegram in handen was gevallen, waaruit duidelijk bleek, welke toestanden in het Turksche leger heerschten ten tijde van den slag bij Kirk Kilisse. Het telegram is van Mahmoed Moektar pasja en gericht aan zijn vader, den toenmalige grootvizier Achmed Moektar. Het luidt als volgt: „Daar ik geen tijd heb, u uitvoerig te telegrafeeren, deel ik u slechts het telegram mede, dat van het oostelijke leger is ont vangen en den volgenden inhoud heeft. „Gij hebt zelf den toestand van ons leger gezien. Met zulke troepen kan men den oorlog niet voortzetten. Om nog erger te vermijden, verzoek ik om uw medewerking bij den ministerraad, opdat de zaken laugs diploma tieken weg geschikt worden. De opperbe velhebber van het oostelijke leger Abdoel- lah. Visa, IS/25 crt., 1 uur namiddag." Deze woorden van Abdoellah pasja zyn volkomen waar. Als ik in de gelegenheid was geweest, u gisteren alles over te seinen, dan zou ik u gemeld hebben, dat onze troepen beslist op Tchatalja moeten terug trekken. Maar onze telegraafbeambten van Bunar Hissar waren bij de eerste geruchten over de nadering der vijandelijke ruiterij op de vlucht geslagen. Daarop bericht ik u thans het volgende De oorzaken van onze nederlagen moet men in de organisatie van ons leger zoeken en in de wanorde, die bij onze reservisten heerscht. Daar komt by dat de regen, die de geheele week aanhield, den geest onzer troepen totaal bedorven heeft De wegen waren na twee, drie dagen voor het opmar- cheeren van een leger onbruikbaar geworden Tengevolge van het slechte weer en de onbegaanbare wegen bleef bjj na het geheele 16de legercorps achter. Ik ken niet precies den toestand bij het andere corps, maar wij moeten aannemen, dat hij daar dezelfde is. Ik kan u de stemming der officieren, die zich bij mij bevinden en getuigen der ge beurtenissen waren, niet beschrijven. In het centrum en aan onzen rechtervleugel ston den meer dan 20.000 man met 70 stukken geschut; slechts een vierde bevond zich in de gevechtslinie, deandere stonden zijwaarts, 's Morgens vroeg., nog vóór het begin van het gevecht, ontruimde een bataljon redifs zyn stelling, de andere volgdenditvoorbeeld. Ten slotte retireerden allen men begon het op een loopen te zetten en het geheele corps van 40.000 man sloeg op de vlucht. Waar schijnlijk ging het by het andere corps evenzoo. De officieren, die zich bij mij be vinden, en ik besloten, met een of twee batterijen en regimenten, die uit Bolu over Constantinopel waren aangekomen, den smaad, onzen krijgsroem en de eer van ons volk aangedaan, ten minste gedeeltelijk uitte wlsschen. Ik wilde nog een laatste poging doen, ofschoon ik niet wist, waartoe deze troepen, waaruit de geuren der Constantino- pelsche politieke keuken opstegen, nog te gebruiken zouden zy'n.Hedenochtend vroeg bad een dezer bataljons uit Bolu nog ge weigerd, voorwaarts te rukken en hadden eenige soldaten geroepen: „Wy hebben geen zin, ons in stukken te laten hakken Dank zij de bemoeiingen van Dsjemal bey, den vroegeren vali van Bagdad en tegenwoor- digen commandant van de Konia-divisie, gelukte het ons, het bataljon weer tot rust te brengen. Thans heb ik de officieren bij eengeroepen en hun gezegd, dat de huidige toestand het gevolg van hun slechte bevel voering is Ik heb mjj vervolgens met en kele woorden op hun patriottisme beroepen. Daarop gingen zy naar hun troepen terug. De soldaten zy'n reeds begonnen te rooven en de Turksche en christelijke dorpen in de nabijheid te verbranden. Onder hen be vinden zich ook manschappen van het ba taljon Aflum-Kara hissar, die aan de vlucht en de vernietiging van het geheele corps schuldig zijn. Allen zy'n aan den krijgsraad overgeleverd. Volgens de wet moeten zy neergeschoten worden. Ik heb heden bevel gegeven, het vonnis als afschrikwekkend voorbeeld voor de anderen te voltrekken, (w.g.) MAHMOED MOEKTAR, minister van Marine en commandant van het derde legercorps. (Tel.) Een record, bij diepzee-onderzoek. De Duitsche kruiser „Planet", die reeds een zestal jaren diepzee-onderzoekingen uitvoert, is er in den zomer van dit jaar in geslaagd een diepterecord te behalen. Het schip heeft r,.l. 74 K.M. ten oosten van het noorden van Mindanao een diepte van 9780 M. gelood. Reeds sinds 1906 wist men, dat de Indische Ooceaan langs de oostkust der Philippijnen zeer diep was. Daar toonde de Oceaan een inzinking over hoogstens 40 zeemijlen breedte en 440 mijlen lengte, welke inzinking zich van het zuidoosten naar het noordwesten uitstrekte. Reeds in 1907 loodde men in 't noordelijk deel dezer inzinking 8900 M.in het zuidelijke 8554 M. Tevens gelukte het toen vast te stellen, dat de bodem van vulkanischen aard was. In de „Geographische Rundschau" oppert Wilhelm Krebs, verbonden aan de Watter und Sonnenwarte Schnelsen, de veronder stelling, dat de thans geloode diepte van 9780 M. best kan onstaan zijn by de aard of zeebeving van 12 Juli 1911 of 18 Maart 1909. De toen plaats vindende aardbevingen hadden hun centrum 74 K.M. ten oosten van Mindanaos; de seismotektonischehoofd lijnen kruisten de inzinking van den In- dischen Oceaan by de Philippijnen dus juist op de plaats, waar thans de grootste diepte gelood is. Krebs wacht nu met spanning af, of de „Planet" er ook in geslaagd is gegevens te verkrijgen ten opzichte van de temperatuur van den bodem der zee, van het zout-en zuurstofgestalte van het zeewa ter en van de samenstelling van de aarde op den bodem der zee, ten einde te kunnen vaststellen, of zyn vermoeden ook waaiheid zou kunnen blijken. (Tel.) Iding en Deysenroth. Naar aanleiding van de overplaatsing van deze beide sergeanten schrijft men uit Ma kasser aan het „Soer, Handbl." De beide sergeanten DeyseDroth en Iding, over wie de laatste maanden zooveel ge schreven is, zijn telegrafisch overgeplaatst bij 't 10e bataljon te Batavia en vertrekken nog hedenavond met de „Van Overstraten", naar Soerabaja. Zooals men zich herinnert zjjn ze hier onlangs tot respectievelijk 4'/2 en 3"2 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De beslissing is nu aan het hoog militair gerechtshof te Batavia. Daar mogen ze zich laten bijstaan door een advocaat, van welke goedgunstige bepaling ze beiden gebruik wenschen te maken. Beiden blijven ze met alle kracht volhouden, dat ze niet schuldig zyn aan de feiten, waarvoor ze veroordeeld zyn n.l. verkrachting van vrouwen. De hun vroeger in zekere pers ten laste gelegde wreedheden schijnen niet als be wijsmateriaal van hun schuil bijgebracht te zijn. Deysenroth heeft echter openlijk erkend, dat hij niet'zachthandig geweest op Soemba in de school, waarin hij als militair was opgevoed, had hij daarvan niet veel voor beelden gezien. Maar nimmer heeft hy toe gegeven, dat hy met geweld vrouwen ge nomen heeft. Voor het hoog militair gerechtshof zal deze geruchtmakende affaire nu spoedig afgespeeld worden. Hier zijn er niet weini gen, onder wie rechtsgeleerden die van meening zijn, dat vrijspraak behoort te vol gen, wijl volstrekt niet overtuigend bewezen is, dat de beklaagden schuldig zy'n aan de hun ten laste gelegde feiten, waarvoor ze door den krijgsraad zyn veroordeeld. Daar mee willen ze nog niet beweren dat de sergeanten Deysenroth en Iding zulke brave jongens zy'n, wat ze trouwens zelf ook niet toestemmen, maar daar gaat het hier niet om. De „TelegraaP'-correspondent te Rome schrijft over liet consistorie van 2 December. Zy'n de Italianen tuk op het by wonen van een Kamerzitting vooral, wanneer't in de Aula van Montecitorio ruikt naar kruit damp de vreemdelingen, en in't bijzon der de Amerikanen en de Duitschers, voelen meer voor kerkelijke plechtighedenhoe schitterender de feesten, hoe heviger de jacht op 't biljet. Alsof ieder voelde, dat dit consistorie voor Pius X wel eens 't laatste zijn kon, was dezen keer de biljetten-aanvraag zóó groot, dat velen die anders met gemak een toegangskaart machtig kunnen worden gis teren achter het net vischten. Mij was 't er slechts om te doen den Paus te zien en daarom heb ik me vergenoegd met een staanplaats tijdens 't voorbijtrekken van den stoet. De uitnoodiging luidde, dat de plechtigheid om 10i/j uur zou aanvangen, maar ik weet uit ondervinding hoe practisch het is min- tens een half uur vroeger dan den aan gegeven tyd in het Vatikaansche paleis te komen. De klok van de Sint Pieterskerk wees kwart voor tienen, toen ik de „bronzen poort" binnen stapte. De Zwitsers waren in groot tenue; ze droegen den helm met de zware witte afhangende pluim en hadden de hellebaard in de hand. Toen ik eindelijk in de lange gangvormige Sala ducaie kwam, was die al voor een goed deel gevuld met publiek. Fluks zocht ik me een goede plaats uit, spreide een courant onder m'n voeten want het was koud en kil en bewoog me niet meer. Een oogenblik later stelde de Palatijnsche eerewacht zich op langs beiden van den weg die vry is gelaten voor den stoet. De eigenlijke plechtigheid zou zyn in de zaal van de Zaligverklaringen, maar vanaf mijn plaats zag ik alleen, die zich daarheen be gaven, voorbijtrekken, als in een cinemato- graaf. Geen hof in Europa telt zoo'n verscheiden heid aan kostbare en mooie uniformen als 't pauselijke, en tydens een „publiek consisto rie" kan, wie van mooie, schitterende kleu ren houdt, z'n hart ophalen. Plotseling weerklinkt een commando door de zaalhet geweer word gepresenteerd een bij 't Vaticaan geaccrediteerd gezant, in vol ornaat stapt ons voorbij. Hoe later het wordt hoe aanzienlijker het publiek, dat zich naar de tribunes in de Saladelle Beatificazioni begeeft. Intusschen loopen de Camerieri diCappa de Spada in hun aristocratisch antiek Spaansch kostuum zenuwachtig heen en weer. Alle leden van den zoogenaamden zwarten adel zijn al langs ons gewandeld en daar wij, toeschouwers, niets te doen heb ben, vertelt den een den ander wat hy'weet. In een ommezien is men op de hoogte, want over 't algemeen heerscht onder het publiek een hooge mate van vriendelijkheid. Ineens een ongewoon aanhoudend geluid het is de stoet, die zich aan het begin van de Sala Ducaie begint te vormen. Allen rekken we de halzen. Daar komen de twee Zwitsers, die den weg openen. Ze worden gevolgd door ordensgeneralen in witte, in bruine en in zwarte pijen. Daarop treden de hooge geestelijken van de Grieksch-Room- sche kerk, in hun Oostersche pracht, ons voorby'. Plotseling eenige helle tonen in al die harmonische kleurenhet zyn de in vuurrood gehulde „bussolanti" en dein violet gestoken consistoriale advocaten Twee andere Zwitsers gaan den domheer vooraf, die den gladden gouden myter voor zich uitdraagt, welke Pius X gedurende de plechtigheid op het hoofd zal worden gezet. Nu volgt het heilig college van kardinalen: de meesten zijn gekleed in vuurrood zy'den gewaden. Prachtige, echte kanten lubben vallen de gepurperden over de vaak fjjn gevormd blanke handen. Om hun schouders hangt een violet zyden mantel met ontzet tend langen sleep, die gedragen wordt door een candatario. Er zyn enkele machtige gestalten onder als Rampolla, Vincenzo Vannutelliaristocratische typen als Merry del Val. Onder hen gaat ook onze landgenoot, kardinaal van Rossem. In de Spaansche dracht, den zilveren knots in de armen, openen de mazzieride baan voor den Paus, die omgeven is van z'n guardia nobiie, in de schitterende helroode uniform. Nauwelijks is de Paus zichtbaar geworden of een „evviva" ie Papa" dreunt door de zaai. Zakdoeken wuiven boven de hoofden rozekransen worden omhoog geheven, in een soort van religieus extase. De een steekt den ander aan; men moet iets dergelijks hebben bijgewoond om er zich een denk beeld van te kunnen maken. Alle uniformen, alle kardinalen, de heele stoet is vergeten; slechts op de witte figuur, die op de sedia gestatoria, tusschen de groote witte struis- veeren waaiers troont, vestigen zich aller blikken. De Paus glijdt ons langzaam voorbij en wie niet opgaat in de algemeene geestdrift, heeft dus ruim den tijd om PiusX rustig op te nemen. Hij is oud geworden en z'n oogen staan mat, zyn rug is zwaar gekromd. Onwillekeurig keerde Pius' eerste consis torie terug in myn herinnering. Destijds liep deze paus te voet in den stoet en z'n gezonde, forsche figuur verdween toen byna, achter de hooge trotsche gestalten van de kardinalen. Nu zweefde hy als 't ware boven hun hoofden, maar oud èn vermoeid èn bleek, een man van den dag. Zal dit misschien Pius' laatste consistorie zy'n vroeg ik me af, terwijl ik het Vati caan verliet.— De moeilijkheden der Russische troonopvolging. Er doet zich op het oogenblik voor Rusland een zeer lastig vraagstuk voor: dat van de troonopvolging. Men kent de beslommeringen, waaronder de tsaar gebukt gaat. De ziekte van den tsarewitch, die, men nu maar al te gelukkig zou zy'n geweest, aan een of ander ongeval te kunnen toeschrijven, heeft, helaas diepere in duurzamer oorzaken. De zoon van den tsaar aller Russen is aangetast door een soort beendertuberculose. Zyn toestand eischt de allergrootste zorg. Ieder6 vermoeie nis is hem verboden en dat vei bod zal nog zeer lang van kracht blyven.Hy is zoo ziek en zoo zwak, dat de last van het keizerrijk te zwaar voor zy'n teere schouders zal bly'ken. Deze toestand verontrust ten zeerste al degenen, die de verantwoordelijkheid der regeering in Rusland dragen. Sedert het pessimistisch bulletin der geneesheeren bekend is geworden, heeft men zoo goed als opgehouden te hopen, dat de jonge prins den tsaar eens zou kunnen opvolgen en heeft men er naar gestreeft, de toekomst van het tsarisme te verzekeren. Ongetwijfeld heeft men in den laatsten tyd pogingen gedaan, om den broeder van den tsaar, grootvorst Michiel Alexandrowitch, die een morga natisch huwelijk heeft gesloten met de ge scheiden vrouw van een officier, te verbre ken, opdat hy eens tsaar zou kunnen zijn. Deze pogingen schijnen echter vruchteloos te zy'n gebleven, te oordeelen naar het vol gende telegram, uit Petersburg aan de „Ma- tin" gezonden „In hofkringen wordt verzekerd, dat groot vorst Michel Alexandrowitch, de broeder van den tsaar, definitief afziet van al zy'n rechten op den troon, en weigert, zijn morganatisch huwelijk te verbreken, waaruit onlangs een zoon is gesproten." Er is wel geen tragischer toestand denk baar dan die van dit rjjk in de volheid zijner herleving, waar na moeielyke jaren, de tsaar ziin leger en zijn vloot ziet herleven, zijn land op wonderbare wijze ziet gedijen, de bevolking staag ziet toenemen, terwijl de ziekte van een kind, het verliefd worden van een jonge man voldoende is, om de toekomst wederom onzeker en duister te maken. Ongetwijfeld roept de volgorde der troon opvolging grootvorst Paul Alexandrowitch op -den troon, die in i860 geboren en oom van den tsaar is. Hy heeft een zoon, groot vorst Dmitri Pavlovitch, die nu 21 jaar is. Maar er kunnen mededingers opdoemen. Er kunnen zich partijen vormen. Een bestaat er reeds, die de kroon aan grootvorst Nico- laas zou willen aanbieden. En het is mis schien een geluk voor Rusland, dat de tsaar nog jong, pas 44 jaar is, en dat hij nog een lange toekomst voor zich heeft. (Tri Een laffe kindermoord. De correspondent te Londen van de Tel. schrijft: Pas een paar weken geleden werd de Engelsche mijnwerkersstad Rotherham in beroering gebracht door het vermissen van twee jonge meisjes, ten slotte levenloos in een veld gevonden. Zy' waren door een tot dusver onopgespoord gebleven woesteling meegetroond, onmenscbelyk behandeld en daarna geworgd. Een dergelijke misdaad heeft in het stadje Woking groote ontroe ring veroorzaakt. Thans werd een twaalf jarig meisje, de dochter van'n schilder, het slachtoffer. Winnie Baker, een lief en ferm meisje, behoorde tot een' meisjeskorps van padvin ders. Donderdag was zy na den schooltijd in een zendingslokaal een oefening gaan bijwonen. Met twee jongere meisjes keerde zy naderhand naar huis terug, werd onder-

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 2