Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Jaargang. Woensdag 4 December 1913. No. 3 Dit blad verschijnt eiken W0ENSDA6. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Cieneraal, 's-CJ RAVEN HA (JE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. De Indische begrooting. Voor den gan°' van zaken in Indië draagt in naam ae minister de verant woordelijkheid. Zelden bleek intusschen wel zoo duidelijk, dat in waarheid de heer de Waal Malefijt geregeerd wordt door den antirevolutionairen gouveneur generaal Idenburg, geescorteerd door ij veraars voor de zending als de heeren Scheurer en Kuyper. Zij zijn het, die den onzaligen school strijd naar Indië hebben overgebracht en in verschillende streken van Indië on tevredenheid en verzet bij de Mohamme- daansche bevolking dreigen te verwekken. De minister heelt den mond vol over verdraagzaamheid en verklaart plech tig, dat geen dwang zal worden uitge oefend. Doch intusschen wordt de Mohammedaansche inlander gedwon gen zijn kinderen naar een secteschool te zenden, die hij voor zijn kinderen nooit wenschte, en nooit wenschen zal, geen dwang, maar intusschen vindt de clericale regeering het maar wat best, als de gouvernementsscholen in handen der zending worden gespeeld. Wij wen schen hier nog eens uitdrukkelijk te her halen, wat door de vrijzinnigen in de Kamer is gezegd en in de practijk der Indische politiek herhaaldelijk is getoond „De vrijzinnigen staan niet vijandig tegenover de zending, zij hebben deze integendeel steeds gesteund. Steeds is met lof gewaagd van het beschavingswerk der zending en vrijzinnige ministers hebben door krachtigen steun bewezen, dat zij het werk der zending waardeeren." Het is noodig dit te zeggen, waar cleri cale bladen niet de achterbuurts journa listiek, waarop dit soort van organen zijn lezers vergast, de schandelijke verdacht making voortdurend volhoudt, dat de vrijzinnigen de zending vijandig gezind zijn. De leerschool voor dergelijke insi- nuatie's is de Haagsche Kanaalstraat, van waaruit zooveel politiek bederf onder het volk is gebracht. Wat willen de vrijzinnige dan? Zij willen in volle waardeering voor de zendingsarbeid, dat de zending zich houde op haar terrein. Zij willen niet, wat thans gebeurt n.l. dat de zending gemaakt wordt tot regeeringsagent, die het onderwijs de handen van het gou vernement neemt, met geen ander doel, dan Indië een eersteling op te dringen, die een wezenlijk gevaar oplevert voor het bezit onzer koloniën. Als slachtoffer van het clericale drijven is allereerst het hoofd der school te Menado, de heer Vierssen, gevallen. Wij hebben deze onverkwikkelijke affaire in de Kamer meegemaakt sterker dan ooit, heeft zich de overtuiging bij ons geworteld, dat deze onderwijzer door de clericale drijvers in de Mina- hassa is verwijdert en aan den dijk gezet, omdat hij de onvermoeide tegenstander was van de clericaleonderwijzerspolitiek. Ook daar, in de Minahassa, moesten de gouvernementsscholen in handen der zending worden gespeeld. Een sterke oppositie kwam daartegen op, geleid door den heer Vierssen. Hij durfde zelfs een brochure over de kwestie schrijven. Hij werd verplaatst, omdat hij leetde met een inlandsche vrouw. Wij zullen dit niet verdedigen, doch het verschijnsel is in Indië alge meen. Tal van ambtenaren, ook Christe lijk genaamdedoen hetzelfde. Minister de Waal Malefijt durfde in de Kamer zeggen, dat de gouverneur- generaal van Heutz indertijd reeds een circulaire had uitgevaardigd tegen dat samenleven van ambtenaren met inland sche vrouwen en deze ambtenaren met overplaatsing werden bedreigd. Het bleek, dat eens in zes jaar tijds een ambtenaar was verplaatst. Alle anderen had men ongemoeid gelaten. Tot nu plotseling de heer Vierssen, die reeds drie en een halt jaar met een inlandsche vrouw leefde, zonder ooit aanstoot te geven, op dien grond werd verplaatstHoe gelukkig toch voor den clericalen president in de Minahassa, voor den clericalen gouver- neurgeneraal, voor den clericalen minis ter van koloniën, dat deze stok kan worden gevonden om Vierssen te slaan 1 Neen, Exellentie van Koloniën, te dui delijk is aan het licht gekomen, dat Vierssen verwijderd moest worden, omdat hij lastig was voor de drijvers der school- verronseling in de Minahassa. Men leze eens, hoe huichelachtig deze heele politiek met haar schijnvertoon van braafheid is! Wij nemen aan, dat het samenleven van Europeanen met inlandsche vrouwen een kwaad is. Maar dan is het een kwaad overal en te allen tijde! En hoort nu den „Christelijken" Exel lentie van Koloniën. Waar de bevolking reeds „gekerstend" is, mag het samenle ven niet, waar de bevolking niet „ge kerstend" is, mag het well En zoo iets wordt dan heel kalm van achter de regeeringstafel gezegd. Volkomen juist merkte de antirevolutionaire heer Polle- ma op, dat een regeering, die dat sa menleving bestreed, zoo'n ambtenaar moest ontslaan, en niet verplaatsen naar een streek, waar hij hetzelfde leven kan leiden. Die opmerking is volkomen juist, maar och, we weten het allemaal wel, voor de overplaatsing van den heer Vierssen golden andere motieven, die men niet durft noemen. Omtrent het Chineezengeld heeft de heer Bogaardt ons zijn wijsheid te ge nieten te geven. De antirevolutionaire voorzitter uit het district Brielle, die een Chinees om geld vroeg, mocht dit doen, want het was een genaturaliseerde Chinees en dus een Nederlandsch onderdaan. Het is verma kelijk De heer Boogaard kan intusschen gerust zijn. Als inderdaad een Chinees aandrang mocht gevoelende vrijzinnigen te steunen, zal het geen koeli of een dergelijk man zijn, doch juist die élite, tegen wier steun de heer Boogaardt dus blijkbaar geen bezwaar heeft. Hoe koddig de broeders een accoordje met hun verontruste concientie weten te sluiten, bewijst het volgende. Sinds tientallen van jaren wordt door de regee ring een subsidie gegeven voor offerfees ten, die do bevolking in sommige streken viert. De Standaard heeft dat een ver schrikking gevonden. Zijn nu degelden onder het christelijke bewind geweigerd Pardon, lezer, de post heet nusubsidie voor volksfeesten ennu mag het welDe schijn is gered, de zaak bleef hetzelfde. „Mundas vult decipi" en al weten de clericale bladen wel, dat de vrijzinnigen de zending geen stroobreed in den weg zullen leggen, de subsidie's voor volksfeesten van het «christelijke» gouvernement voor offerfeesten worden gebracht. Zij schrijven niettemin hun ophitsende artikelen tegen de vrijzinni gen, gedachtig aan het slotwoord der Latijnsche spreuk Ergo decipuatar Zorgde onze rustelooze propaganda er voor, dat het bedrog tijdig ontmaskerd wordeOp één kwestie moeten wij nog de aandacht vestigen. D.jor den heer de Meester was in de Kamer medegedeeld, dat het voorkwam,dat inlandsche kinde ren, die reeds vroeger door eenprotes- tantschen zendeling of predikant waren gedoopt door Roomseh-Katholieke gees- tedjken nog eens werden overgedoopt. De heer Boogaardt is daarover in de Kamer boos geworden. De R. K. kerk, zoo zeide hij, verdoopt nooit, ook niet, wanneer de kinderen protestant zijn ge doopt. Men kan in het algemeen zooveel zeggen, maar laat men eens den naam noemen van één persoon, die R.K. ver doopt is, terwijl hij reeds gedoopt was." (Verslag van het Roomsche blad de Tijd). Wie komt nu den heer Boogaardt tegen spreken Wel de Roomsche Tijd zelve. „De heer Boogaardt had volkomen ge lijk met te zeggen, dat het Heilige Doop sel slechts eenmaal kan worden toege diend. Maar hij schijnt niet te hebben vermoed, dat zelfs Protestantsche theo loganten als de heer Lieftink niet het flauwste benul hebben van de Katholie ke practijk, die meebrengt dat er wel degelijk een overdoop wordt toegepast maar dan ook onder voorbehoud, dat een Vroeger als Doopsel toegepaste Han deling met geldig is geiueest en dus als Doopsel niet bestaat. Deze practijk blijkt niet alleen in In dië, maar ook in Nederland herhaalde lijk noodig, wijl sommige protestansche predikanten bij het doopen niet voldoen aan de voor een geldige toediening van het H. Sacrament gestelde vereischten. De Doopformule, die dan door een Katholieken priester bij zulk een zoo- genaamden overdoop wordt gebezigd, maakt deze krachteloosindien de eerste toediening geldig mocht zijn geweest en geeft aan de handeling kracht van Doop sel, als de vroegere handeling ongeldig was"! De lezer ziet, dat de Roomseh- Katholieke heer Roogaardt weerlegd wórdt door de Roomsch-Katholiek re dactie van het R. K. orgaan de Tijd. De Tijd bevestigt volkomen, wat door den heer de Meester in de Kamer is medegedeeld Mr. Patijn over Dwangverzekering en Staatspensioneering. II. De felste bestrijding van de Staatspen sioneering was in de Kamerdebatten wel de heer Treub. Hij beweerde dat Staatspensioneering de eigen zorg voor den ouden dag zou ondermijnen. Mr. Patijn weerlegde dedoormr. Treub opgeworpen bezwaren geheel en al. In de zitting van 7 Nov. betoogde onze eminente afgevaardigde o.m.: Het is toch eenvoudig met het oog op Denemarken, het eenige land, waar de Staatspensionneering jarenlang werkt, niet vol te houden, dat deze zou onder mijnen de eigen zorg voor toekomstige nooden en behoeften. Wij zien juist bij het Deensche volk, waarbij de Staatspensionneering nu reeds 20 jaar werkt, een zeer groote mate van voorzorg. Er is reeds meermalen op ge wezen wat Denemarken praesteerd in zake vrijwillige ziekteverzekering is zoo mooi, dat wij ons gelukkig zullen mogen achten, wanneer wij met de verplichte ziekteverzekering evenveel zullen berei ken. Ook aan hetgeen Denemarken te zien geeft op het gebied van het sparen kan het zooveel rijkere Nederland een voorbeeld nemen. Men heeft eenvoudig geen feitenma teriaal, waaruit men de demoraliseerende werking van dat stelsel uit de practijk kan bewijzen. Merkwaardig is ook ik weet niet of het reeds in herinnering gebracht is, ik heb in de laatste dagen niet geheel de debatten hier kunnen volgen dat in 1902 het congres van de Trade Unions zich met groote meerderheid heeft ver klaard voor ouderdomsverzekeringzonder premiebetaling. Die Trade Unions, die het beginsel van selfhelp steeds in hooge mate in toepassing hebben gebracht en dientengevolge geworden zijn het voor beeld voor de vakorganisatiën over de gehee'e wereld, hebben niettemin reeds in 1902 het beginsel van Staatspension neering met groote meerderheid aan vaard. Omdat nu de geachte afgevaardigde ten minste zoo verklaar ik het geen werkelijke bewijzen voor zijn stel- ling kon bijbrengen, komt hij met enkele speciale gevallen, welke dan zekeren schijn van demoralisatie moeten opwek ken. Eerst hebben wij gehad het voorbeeld van den wethouder van financiën te Kopenhagen die illustreerende figuur is in tweeden termijn door den geachten afgevaardigde teruggenomen, omdat het geval onbruikbaar bleek maar in plaats daarvan is tot tweemalen toe ten tooneele gevoerd een gepensionneerde dame die door een magistraat zou zijn ontvangen, wat dan als bewijs moet dienen van de demoralisatie van het Deensche volk ten gevolge van de Staatspensionneering. Ik heb al vaak plutocratische opmerkingen gehoord, maar als men als bewijs van demoralisatie van een volk aanvoert, dat een bejaarde vrouw, aan wien niets anders te verwijten is dan dat zij straat arm is, door een magistraat ontvangen wordt, dan houdt inderdaad alles op. De heer Treub is nog verder gegaan en heeft gezegdals wij Staatspensioen invoeren, dan zullen misschien de dames haar avondtoiletten met Staatsgeld gaan betalen. Zeker, dit was een grap, maar men vraagt zich toch af, of dergelijke argumentatie niet wat buiten de schreef gaat. Wat zou de heer Treub er van zeggen, wanneer men de door hem be pleite Staatsbijdrage in de rente eens ging bestrijen met de opmerkingals ge dat doet, wie weet ot de invaliden niet onder elkander fijne soupeetjes zullen gaan aanleggen met Staatsgeld Indien iemand als de heer Treub geen betere argumenten weet aan te voeren, dan mag men toch wel constateeren, dat hier bewijsmateriaal ten eenenmale ont breekt.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1