99
Officiéél
Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
I2de Jaargang.
Woensdag 13 November 1912.
No. 52
EEKBANK
BANK
ZONEN,
oot-Maatschappij.
ers aantal. Saldo-
polhekert. Accoun-
slagen.
stukken van
- en 50,
loers van 98 °/o
oers van 99 °/o
Dot's van 100 "U
i lieer J. van Ispelen;
de Wilde; te Dirks-
snsplaat ky den heer
eer A. Koopman; te
er en b\j de firma Van
Commissionairs in
Directeur.
met-Directeur.
rtement
Sommeladi; ie.
i«n 't Algemeen*
gen 3 rente 'sjaar»,
en terugbetaling van
g, Woensdag en Don-
is Maandagavond vas
den T hesaurier-Boek-
Middalharols.
eu bereiding ran
n KAPOK.
BAAD
dtijken, Matrassen, eaz.
~t geheele eiland. Bedden
en nog denzelfden da
.INDE PRIJZEN
'irgoed.
dijk A 895-396.
ienst.
BRIELLE
r Schroefstoomboot
vl. aar ding en VI.
dienst.
an HELLEVOETSLUIS
In aansluiting op
de treinen van
5.30 uur vm. 7.55 uur
7.30 9.22
2.nm. 1.53
2.45 4.35
6.40 8.35
8.50 11.21
estdagen.
Ie reis wordt
m. 6.10u. optrein7.55
2e reis wordt
50 uur op trein 10.35
dienst.
•an VLMaDIN&EN.
a aankomst der trainen
vm. 5.36 uur
9.16
nm. 12.40
4.39
7.11
8.44
stdagen.
Ie reis wordt
vm. 6.27 uur
eis wordt nm. 12.12 u
n.m. 7.11 vervalt.
op trein 7.44 v.m. naar
zijn te beschouwen
en nabij het station
ODgeveer 30 min.
ing&n. 45 min. na het
30 min. na het
al ongeveer 40 min.
ingen20 min. na het
n de Agenten te
iele Jr., te Nieuwen-
C. van dek Poel Pz.,
e, te Vlaardingen de
6—6
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
's-GRAVENHAGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Van vijf jaar clericaal bewind.
II.
Van die speciale eischen, die elk der
coalitiepartijen op haar eigen pogram
heeft staan, heeft het clericale kabinet
Heemskerk weinig of niets tot stand
weten te brengen. Tot op zekere hoogte
zou de regeering zich nog kunnen be
roepen op de zedelijkheidwetjes en op
de subsidie's aan de clericale sectescho-
len. Doch van specifiek christelijke
eischen, zooals de Kuypermannen die op
vatten, is niets tot stand gebracht. Van
een Zondagswet kwam niets, en het groo
te verschil in opvatting in deze kwestie
tussehen Roomschen en Kuyperianen
maakt het begrijpelijk, dat een katholiek
eens zeials er ooit een Zondagswet tot
stand komt, zal een liberaal kabinet het
moeten doen. Van herstel der doodstraf
en afschaffing van den vaccinedwang,
zooals de antirevolutionaire broederen
die eischen, kwam niets, omdat de Room
schen er en o. i. zeer terecht niets
van willen weten.
Van de zeer onvruchtbare wetgeven
de periode is dan ook het gebrek aan
overeenstemming bij de clericale coalitie
voor het grootste deel de schuld. Wel
werd in de openingsrede van 1909 vol
ophef verkondigd, dat de eenheid der
clericale partijen gelegen is in den band
der christelijke rechtsbeginselen, doch de
practijk heeft genoegzaam aangetoond,
dat dit niet anders zijn dan holle woor
den, als verkiezingsleus berekend op de
vangst van goedgeloovige kiezers, De
voorwaardelijke veroordeeling b.v., door
mr. Verkouteren als gegrond op het
christelijk beginsel, verdedigd en door
minister Regout onder den naam „voor
waardelijke opschorting van straf" in een
wetsontwerp belichaamd, is een doorn in
't oog van dr. Kuyper en zijn volgelingen
die dit stelsel als strijdig met bet chris
telijk beginsel beschouwen.
Een andere oorzaak van de stagnatie
in de wetgeving is de wijze, waarop
dit kabinet, bij zijn ontwerpen is te werk
gegaan. Jarenlang is van verschillende
zijden erop aangedrongen, dat de Ouder
domsvoorziening zou voorafgaan. Minister
Tal ma heeft dit steeds geweigerd. Telkens
stelde hij in de debatten in de Tweede
Kamer op den voorgrond, dat eerst de
ziektewet moest worden aangenomen.
Uitdrukkelijk verklaarde hij, dat de uit
voering der Invaliditeitswet veel te kost
baar zou worden, als niet eerst de ziekte
wet in werking was getreden. Onderden
drang der rechterzijde en voornamelijk
onder den druk van den minister zonder
portefeuille uit de Haagsche Kanaalstraat,
liet de minister dit standpunt vareD en
willigde hij in, wat hij jarenlang on
mogelijk heeft genoemd. Met de grootst
mogelijke overhaasting moet thans de
invaliditeitswet er doorgehaald wor
den, en wordt de Ziektewet in het
archief van het departement opgeborgen.
Tegen de verkiezingen verschijnt dit
ontwerp misschien nog eens bij de firma
Nederbragt,om den kiezers diets te maken,
dat de minister toch zooveel moois heeft
gemaakt, al bleef het slaatsblad er dan
ook ledig van.
We wezen er zelfs op, dat het kabinet
Heemskerk zijn voorsprong dankt aan
een komplot, dat minister van Rappard
en daarmede het kabinet de Meester ten
val wist te brengen. De verklaring van
mr. Lohman, dat het kabinet- de Meester
niets deed in strijd met de Christelijke
beginselen, zeide toenmaals reeds voldoen
de, dat het er op toegelegd was dit
ministerie te doen tuimelen.
Dat voorzei ook een Roomseh orgaan,
reeds in 1908, toen het schreef, dat het
kabinet-de Meester niet alleen weg moest
om de oorlogsbegrooting van den heer
Van Rappard, doch omdat het zijn plan
nen tot grondwetsherziening en belas
ting-hervorming reeds had ingediend.
Hoe dit clericale kabinet het militairisme
in het gevlei komt, toonden wij in
ons eerste artikel aan. Is het Amster-
damsche weekblad „De Fakkel" goed
ingelicht, dan zou de heer Colijn zelfs
het verschikkelijke voornemen hebben,
5 Dreadnoughts voor 120 millioen te
laten bouwen. Dit nu weigeren wij ten
eenenmale te gelooven. Zoo'n krankzin
nige verspilling van 's lands geld kan
zelfs van dit kabinet, hoe het ook de
uitgaven voor het militairisme heeft op
gedreven, niet worden verwacht.
Bij meerdere gelegenheden is gebleken,
welke gevaren van dit kabinet dreigen
voor de geestelijke vrijheid. Scheen het
in den aanvang, dat het kabinet-Heems
kerk met zekere gewaagdheid optrad,
niemand twijfelt er thans meer aan of
bij dit bewind zit de Kuyperkoers van
een vorig tijdperk voor. De eenzijdige
bevoordeeling van al wat kerkelijk is,
toont zich maar al te vaak. Sterk spre
kend zijn in dit opzicht de beslissingen,
die minister Kolkman herhaaldelijk
neemt, als voor vereenigingslokalen vrij
stelling van personeele belasting wordt
gevraagd, op grond, dat deze strekken
ten algemeenen nutte. Aan den Amster-
damschen Bestuurdersbond werd deze
vrijstelling geweigerd, het gebouw was
geen inrichting van algemeen nut. Voor
de lokalen van de Katholieke Sociale
Actie werd de vrijstelling echter wel
verleend.
De Roomsche Pationaatscommissie St.
Aloysius te Gouda] kreeg hetzelfde voor
recht. De Roomsche jongelingsvereeni-
ging te Montfoort eveneens. Het Missie
huis te Steijl in Limburg kreeg ook
vrijstelling. Daarentegen werd de vrij
stelling aan den christelijk nationalen
werkmansbond geweigerd, want, ziet ge,
deze vereeniging behartigt de stoffelijke
belangen harer leden
Patrimonium was gelukkiger. De Raad
van State had in zijn advies er wel op
gewezen, dat deze organisatie ook de
stoffelijke belangen harer leden behar
tigt, doch dat bleek voor minister Kolk
man geen bezwaar, het petekind des
heeren van Vliet Jwerd opgenomen in de
rij der uitverkorenen, die geen belasting
penningen behoeven te offeren. Wij be
weren, dat artikel 4 der wet op de per
soneele belasting door deze minister op
een wijze wordt toegepast, die niet door
den beugel kan. In de kamer dient over
deze wetsuitlegging dan ook nog eens
een hartig woordje te worden gesproken.
Ook bij benoemingen wordt stelselma
tig onderzocht naar geloof en politieke
overtuiging. De minister van Waterstaat
heeft zelf voor de aanstelling van post-
bestellers en hulpbestellers een circulai
re aan de postdirecteuren uitgevaardigd,
waarin de minister er op aandringt, dat
bij de aanstelling van die lagere amb
tenaren, als ze in bekwaamheid gelijk
staan met andere sollicitanten, er op gelet
zal worden, dat de politieke richting van
den benoemde overeen zal komen met
die van de meerderheid van de gemeente
of het kiesdistrict, waartoe het postkan
toor behoort.
Dergelijke ergelijke voorschriften wij
zen er op, hoe de koers van dit kabinet
in niets van den Kuyperkoers verschilt.
Welk een gevaar voor de economische
vrijheid dreigt, bewijst wel het tarief-
ontwerp. In het algemeen valt een geest
van bureaucratie waar te nemen, die
zich vooral bij het departement van den
heer Talma uit in een sterk toenemen
de ambtenarij. Over zijn bureaucratische
organisatie bij sociale wetten kunnen
boekdeelen worden volgeschreven. Tel
kens blijkt bij de wetgeving van dezen
minister, hoe hij absoluut niet voort
bouwt op hetgeen het particulier initi
atief heeft gewrocht.
Mr. Patijn over de Invaliditeitswet.
Onder de beste redevoeringen, die
over de invaliditeitswet van minister
Talma werden gehouden, mag wel in de
eerste plaats, die van mr. Patijn worden
genoemd. Uit zijn zeer belangrijke rede
voering zullen wij de voornaamste pun
ten achtereenvolgens in ons blad behan
delen. Na een uit het leven gegrepen
schets van de noodzakelijkheid der wedu-
wenrente vroeg onze eminente afgevaar
digde
„Waarom zouden wij ten deze zoover
blijven beneden datgene wat andere
wetgevers, die deze materie ter hand
hebben genomen, als vanzelfsprekend
hebben beschouwd? Waarom blijven wij
beneden datgene wat Duitschland, wat
Engeland, wat Denemarken gedaan heeft,
en wat door de Ministers Kuyper en
Veegens was voorgesteld?
De ontwerpen-Kuyper en Veegens be
handelden op een lijn de verzekering
van de arbeiders en hun weduwen, man
en vrouw ten deze als één beschouwend,
en het is een woord uit de toelichting
van het ontwerp-Kuyper, dat het een
onrechtvaardigheid ware een verplichte
verzekering in te voeren en niet tevens
ook aan de vrouw, aan de oude en ge
brekkige weduwe, een rente toe te ken
nen.
Ik ben overtuigd, dat ons volk dat zoo
zal voelen. Het adres dat ons bereikt
heeft van de Nederlandsche Vereeniging
tot behartiging van de belangen der
Vrouw, waarin in krachtige bewoordin
gen wordt geprotesteerd tegen de aeh-
terstelling van de belangen en rechten
der vrouw, spruit voort uit een m. i.
volkomen juist rechtsbesef.
Ik hoop daarom, dat de partijen ter
rechterzijde ter elfder ure toch zullen
weigeren dit onrecht mede te begaan.
En dit te meer, omdat naar het mij
voorkomt, juist zij die op staatkundig
gebied het meest principieel er tegen
gekant zijn om aan de vrouwen eenige
medezeggingschap in den Staat te geven,
eenigen invloed in het Staatsbestuur toe
te kennen, in dubbele mate angstvallig
behoorden toe te zien, dat geen regelin
gen worden gemaakt, waarbij de vechten
en belangen der vrouw hopeloos in het
gedrang komen.
Van hoeveel beteekenis dezequaestie
is, blijkt wanneer men de cijfers in Enge
land ziet, wanneer men ziet dat van de
30 menschen, die daar pensioen trekken,
er 19 vrouwen zijn, tegen slechts 11
mannen. Het vraagstuk voor den ouden
dag is in de eerste plaats een vraagstuk
voor de vrouwen, en de oplossing, die
hier aan het vraagstuk gegeven wordt,
komt in de eerste plaats en voor het
overgroote deel den mannen ten goede.
Ziedaar, Mijnheer de Voorzitter, wat ik
er tegen heb.
En laat de Minister nu niet zeggen
nu ja, maar ik geef dan toch een wee-
zenrente daarvoor in de plaats. Vooreerst
zou ik wenschen, evenals in Duitschland
gegeven is, weduwenrenten naastweezen-
rente, maar bovendiendit is geen
equivalent. De weezenrente is geen equi
valent voorde weduwenrente,endatblijkt
al dadelijk, indien men de geldelijke
waarde in aanmerking neemt. In de
bijlage tot het ontwerp-Kuyper vond
men uitgecijferd, dat de contante waarde
van de weduwenrenle, om in de termino
logie van prof. Kluyver te spreken, voor
het tegenwoordige geslacht, een rente
van 3 °/0 berekend, te stellen was op
f 69.800.000. Met het oog op hetaccrès
der bevolking zou dit cijfer op het oogen-
blik bij denzelfden rentevoet ongeveer
f 78 000.000 bedragen. De weezenrente
had in het eerst ingediende ontwerp van
dezen Minister een contante waarde van
slechts 36 millioen. Nu weet ik wel, dat
zij is uitgebreid en dat de contante waar
de van wat nu als weezenrente wordt
voorgesteld zeker eenige millioenen hoo-
ger zal zijnmaar dit staat toch wel
vast, dat de weezenrente slechts'ongeveer
de helft bedraagt, wat de waarde betreft,
van de weduwenrente, en reeds uit dezen
hoofde schijnt het mij vast te staan, dat
het eenvoudig niet aangaat de weezen
rente als het equivalent voor de weduwen-
rente te willen voorstellen. Wanneer
iemand den heer Minister vraagt een
gulden te wisselen, scheept de Minister
hem toch niet af bijv. met twee kwartjes
en een dubbeltje, zeggende nu zijn wij
quite, ik heb u een equivalent gegeven.
Die op dergelijke manier een gulden bij
den Minister gewisseld krijgt, is niet
tevreden, en zoo zal ook de arbeider
niet tevreden zijn met het z.g. equivalent
in dit wetsontwerp.
Mijnheer de Voorzitter! Ik begrijp
dezen Minister vaak niet. De Minister
kan toch wel niet anders beoogen dan
met zijn wet ook iets bij te dragen tot
verzachting van den socialen strijd onzer
dagen; hij tracht ook eenige bevrediging
te geven aan de arbeidende klasse; maar
ik zou willen vragen; begrijpt de
minister dan niet dat met de verzekerings
wetten zooals hij ze ontwerpt, en ik
heb hier het oog op de Ziektewet
dat doel nooit kan worden bereikt?
Begrijpt de Minister dan niet dat veeleer
juist het omgekeerde effect zal worden
verkregen? Ik zou haast zeggen, het
lijdt niet den minsten twijfel of de
wetsontwerpen zooals de Minister ze
maakt, zijn onmiddellijk een nieuw, wel
kom wapen in de handen van hen die
den klassenstrijd prediken en uit den
treure aan het volk verkondigen, dat de
bezittende klasse met haar geheele sociale
wetgeving eigenlijk maar één doel heeft;