Uit de Pers.
Buitenland.
DBAINEEREN.
De Flakkeesche
Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis,
2
het vorige jaar werd ik tweemaal aange
zocht, de leiding op mij te nemen van
een dameszangvereeniging6. in April
1911 werd ik door de schoolcommissie
aanbevolen voor een vierde traktements-
verhooging7. toen ik nu kortgeleden
uit Menado vertrok, werd mij een gezel-
ligen avond aangeboden door de sociëteit,
waarvan ik eerelid ben. Zou dit alles zoo
zijn, indien mijn levenswijze „aanstoot
gaf't Dit aanstoot gevende bestond dan
ook alleen in het brein van den Resident
Van Marle en enkele karakterlooze
flikflooiers."
Wij aarzelen niet, den heer Viersen
het slachtoffer te noemen van den voor
genomen clericalen rooftocht op de
gouvernementsscholen, onder hoogesanc-
tie van een christelijk genaamden gou-
verneurgeneraal.
De schrijver in de Bode eindigt met
een bitteren uitroep„Vrijzinnigen
van Nederland, maak onderling maar
ruzie over „formuties en programs".
De tegenpartij gnuift van genoegen en
is zeker van een nieuwe overwinning
in 1913."
„Als er eens een socialist in herstem
ming komt, moet een liberaal daar niet
op stemmen en het veld ruim laten
voor een clericaal."
Ons past slechts één waardig antwoord
op deze waarschuwing. Ons voegt slechts
één wapen tegen het steeds driester
optredend clericalisme.
Het is het zwaard, op welks lemmet
staat gegrift:
Sluit de gelederen in eendrachtige
samenwerking.
Gehuiche).
Het clericalisme heeft reeds een uit-
vluchtje gevonden om de benepen hou
ding van het clericale kabinet, dat zoo
onhoffelijk was geen vertegenwoordiger
naar het Congres van zedelijke opvoe
ding te zenden, te verdedigen.
De Congresleden hebben iets verschrik-
kelijks gedaan. Op 25 Augustus, dat was
een Zondag, zou een boottocht op de
Zuid-Hollandsche kanalen worden ge
maakt. Dat is verschrikkelijk, want tot
de goede zeden behoort het, dat een
mensch 's Zondags in de kerk is. Jawel,
het Kuiperianisme heeft te oordeelen,
hoe in het vrije Nederland een burger
zijn Zondag wenscht te besteden en wie
niet naar de kerk gaat, handelt tegen de
goede zeden. Brutaler en aanmatigender
kan het niet. Maar de broeders vergeten,
dat zij aldus de Roomschen, die machtige
bondgenooten in hun coalitie, bij wier
gratie zij hun zetels bezetten, zonder
welke hun candidaten zoo ongeveer al
len duikelen, den Zondag geregeld voor
feestvieringen gebruiken. We lazen nog
deze week.
„In de gemeente Ginneken heeft de
Roomsche Burgemeester, het kamerlid
Pastoors, van een muziekvereeniging,
die een nieuw vaandel heeft gekregen
toegestaan op Zondag een feestelijken
optocht met muziek te houden."
Een tweede bericht:
De Roomsche arbeidersorganisatie's
vergaderen op Zondag in den Haag-
schen Dierentuin ter bespreking van
den tienurendag."
Een derde mededeeling
„In het district Hoorn hield de
Roomsche candidaat Wesseling bij een
vorige verkiezing een verkiezingsrede
op Zondag."
Welnu, zoolang het invloedrijkste deel
der clericale coalitie den Zondag op die
wijze besteedt, is het beneden alles het
Congres voor zedelijde opvoeding er een
verwijt van te maken, dat een onschul
dige boottocht op Zondag wordt gehou
den.
De splijtzwam.
De splijtzwam werkt nog maar al door.
Zie hier een nieuw voorbeeld.
Te Sneek bestond al jaren lang een
Cihristelijk-nationale school.
Maar 't ongeluk wilde, dat een deel der
Christelijk-Geretormeerden zich met de
doleerende kerk vereenigde. De overblij
vende afgescheidenen slichten toen een
nieuwe Christelijke school.
Dat was No. 2.
Een ongeluk komt echter zelden al
leen.
Het hoofd der nieuwe school krijgt ru
zie met zijn schoolbestuur. Hij wordt
ontslagen en op straat gezet.
Wat nu?
Fluk" wordt door vrienden van 't ont
slagen hoofd een nieuwe „Christelijke"
vereeniging opgericht, die zich „Da Cos
ta" noemt. Het benoodigde aantal leer
lingen wordt bijeengescharreldeen
schooltje wordt gebouwd het ontsla
gen hoofd komt weer op den troon en
klaar is Kees.
Zoo kwam het stedeke Sneek in 't be
zit van 3 afgescheiden schooltjes.
Aan het Rijk valt de hooge eer te beurt,
dat hij die betalen mag.
„Vooruitgang".
Bijzonder „teekenend" en teekenend
„bijzonder."
Uit het N. v. d. D. van 30 Juli 1912
(onder rubriek „Uit de „Staatscourant,,)
Poster ij en klerk in Indië.
De minister van Koloniën heeft benoemd
tot leden der commissie tot het afnemen
in 1912 van het examen voor klerk bij
den post-, telegraaf- en telephoondienst
in Ned.-Indië, de heeren
J. M. M. Bitter, commies der telegrafie
1ste kl., tevens als voorzitter der com
missie J. P. van der Haas, hoofd der
Ned. Herv. diaconieschoolFr. L. H.
Jager, hoofd eener bijzondere school voor
lager- en meer uitgebreid lager onder
wijs; J. Kruyswijk, hoofd van gesticht
en school der Waalsch Herv. gemeente
J. W. Michaël, hoofd eener bijzondere
school voor lager en meer uitgebreid
onderwijs H. Nieukerke, hoofd der Cha
ntabele SocieteitschoolG. A. Ouwejan,
hoofd eener bijzondere school voor lager
en meer uitgebreid lager onderwijs, al
len te 's Hage.
Benoemd tot secretaris der commissie,
de commies bij het Departement van
Koloniën W. F. Gerdes, Oosterbeek.
De schoolwet in Luxemyurg.
In Luxemburg heeft de clericale party,
ondersteund door de kerkelijke autoriteiten,
besloten den strijd tegen de nieuwe school
wet, die het godsdienstonderwijs op de scho
len weder opdraagt aan de geestelijken,
terwijl dit vroeger grootendeels door den
onderwijzer-zelf gegeven werd, vol te hou
den.
Reeds had de clericale pers aangekondigd,
dat de schoolwet gedurende het aanstaande
schooljaar niet toegepast zou kunnen wor
den. Daar formeel bepaald is, dat de wet
eerst van kracht wordt „in het begin van
het schooljaar, welks aanvang minstens
twee maanden na de openbare afkondiging
der wet volgt".
Nu vangt het nieuwe schooljaar 1 Octo
ber a.s. aan, terwijl de wet den lOen Au
gustus door de groot-hertogin geteekendis.
Er liggen dus geen volle twee maanden
tusschen de openbare afkondiging en het
begin van het nieuwe schooljaar. Hiervan
zou de clericale partij goed gebruik weten
te maken. Een geheel jaar uitstel zou haar
in staat stellen haar tegenstand goed te
organiseeren en de schoolwet, die als een
soort van instrument voor de totstandkoming
van de vrede en de eendracht ontvangen
werd, bij het volk onsympathiek te maken.
De directeur-generaal van het ministerie
van Binnenlandsche Zaken heeft echter met
één slag de wel wat voorbarige blijdschap
der clericalen vernietigd door bij ministerieel
besluit te bepalen, dat het schooljaar 1912—
1913 eerst den 14en October aanvangt.
Tot dit verzetten van den datum is de
directeur-generaal gemachtigd, door een ar
tikel in de nieuwe wet, waarbij aan het
administratief bestuur bevoegdheid gegeven
wordt tot het vaststellen van den duur der
vacanties. Edoch, de clericale party laat den
moed niet zakken. Acht dagen na de afkon
diging van het ministerieel besluit kwam het
bisschoppelijk orgaan verklaren, dat deze
ministerieele beslissing onwettig was en
derhalve van nul en geener ..waarde. Dit
ministerieel besluit is in strijd met de wet
van het schooljaar op 1 October bepaalt. Het
ministerieel besluit is gebaseerd, op een be
paling van de nieuwe wet, maar deze is den
lsten October nog niet in werking getreden.
Derhalve kan voor dergelijke ministerieele
besluiten nog geen beroep op de nieuwe wet
gedaan worden. Of, maar dit is onmogelijk,
de nieuwe wet treedt 1 October in werking
en dan zal op het geheele schooljaar het
nieuwe regime worden toegepast[of wel,
de oude wet is nog van kracht en dan zal
het oude regime gedurende het geheele jaar
gevolgd moeten worden.
Dit is, zooals men ziet, een argument,
waar weinig tegen in te brengen zal zijn.
De clericale partij stelt de Luxemburgsche
regeering hier dan ook wel voor een inge
wikkeld probleem.
Een manifest van Païva Conceiro.
Dezer dagen is in de Portugeesche pers
een manifest gepubliceerd van den leider
der royalisten Païva Conceiro, gericht aan
alle uitgeweken monarchisten, die aan den
laatsten iuval in Portugal hebben deelge
nomen. Werd eerst de echtheid van dit
manifest betwist, thans is gebleken, dat dit
wel degelijk van de hand van Païva Conceiro
afkomstig is.
In zijn manifest verklaart de royalisten
leider, dat de zaak der monarchisten voort
gang zal hebben maar alleen langs wette-
lijken weg, waarbij tevens rekening zal
gehouden worden met bet gevoelen van de
groote meerderheid des volks „Indien', zoo
zegt hij, „wjj 'n overwinning op de natie
zouden kunnen behalen, dan zouden wij
tegen den wil van 't land in, daartoe toch
niet het recht hebben. Derhalve moeten wij
alles aan den tijd overlaten."
Aan het slot van zijn manifest komt hij
tot de conclusie, dat, wanneer de Portugee
sche republiek werkelijk geheel in het belang
des lands handelt, zij de monarchisten nl.,
niets meer te doen hebben.
Men beschouwt dit manifest dan ook als
een bewijs, dat Conceiro afziet van het
voortzetten van den strijd tegen de republi-
keinsche regeering.
Van andere zijde wordt uit Lissabon
gemeld, dat verscheidene personen, die de
monarchistische richting toegedaan zijn,
onder het republikeinsche régime een con
servatieve groep zullen vormen.
Het Vatikaan en scheiding van Kerk
en Staat.
De „Osservatore Romano" noemt het
optreden der 800 priesters, die, van de
Portugeesche regeering het staatspensioen
geaccepteerd hebben, uit een kerkelijk
oogpunt, onverdedigbaar en schandelijk,
niet alleen omdat zij daarmede de repu
blikeinsche instelling erkend hebben, maar
ook, omdat, volgens de verklaringen, die
het ministerie fin Mei 1. 1. in het parlement
heeft afgelegd, en volgens het Staatsblad
van 28 Juli, deze aanneming beteekent een
vernederende onderwerping aan de civiele
autoriteiten, die de kerk vervolgen, en even
eens een stilzwijgende erkenning van de
wet op de scheiding van kerk en staat, die
door den Heiligen Stoel plechtig is veroor
deeld.
De tragedie eener late liefde.
Veertig jaar geleden was Marguerite Bail-
lif, een gevierde schoonheid. In haar jeugd
jaren had zij als gevierde danseres in bijna
alle hoofdsteden van Europa triomph op
triomph behaald. Tal van mannen hadden,
geboeid door de weelderige schoonheid,
geknield aan haar voeten gelegen. Luchtig
en onbezorgd was Marguerite door het leven
gegaan zonder te denken, dat eenmaal de
ouderdom komen zou.
Maar met de jaren verdween haar schoon
heid, verdwenen ook haar aanbiddersDe
tijd van triomphen was voorbij. De bekoor
lijke danseres van voorheen moest, wilde
zij niet van honger omkomen, in de straten
van Parjjs bezems gaan verkoopen.
Uit haar glanstijd had de vroegere dan
seres echter toch nog iets overgehouden
en dat was haar coquetterie en geheimzin
nige krachtom de mannen tot zich te lokken.
Niettegenstaande haar witte haren en haar
zestig jaren had Marguerite nog aanbidders,
al waren dat niet de leden der jeunesse
dorée.
In November van het vorige jaar leerde
zij zekeren Jules Noeppel kennen, een een
voudig, braven burger, slotenmaker van
beroep die van een oom of tante de voor
hem geweldige som van 3000 francs geërfd
had. Jules Noeppel, die ongeveer van den
zelfden leeltijd was als Marguerite, was te
gen haar schoonheid niet bestand. Plots
zag hij de leegte van zijn eenzaam vrijge
zellen-bestaan, een leegte die alleen de liefde
van Marguerite zou kunnen vullen. Hij
gevoelde, dat hij zonder haar niet langer
kon leven en daarom ging hij naar Marguerite
en legde zijn hart en zijn 3000 francs aan
haar voeten. Marguerite voelde wel iets voor
haar aanbidder, maar nog meer voor de
3000 francs, en zoo gebeurde het, dat zij
spoedig bij elkander gingen wonen. Heer
lijke weken van liefde volgden voor Jules.
„Moest ik nu 60 jaar oud worden om te
weten wat liefde is!" zeide hij dikwijls
tegen zijn vrienden, die zich over de liefde
van deze beide „tortelduifjes" niet •reinig
vroolijk maakten.
Maar, helaas, op dit aardsche tranendal
komt aan alles een einde en ook Jules'
geluk zou niet altijd blijven bestaan.
Weldra waren n.I. de 3000 francs bijna
geheel opgemaakt en toen zette Marguerite
haar Jules eenvoudig buiten de deur. Dat
was zij in haar jonge jaren overal zoo ge
wend geweest. Hadden haar aanbidders
geen geld meer, dan moest zij van hun
liefde ook niets meer hebben.
Arme Jules I Met gebroken hart liep hü
in de straten van Parijs rond, niet wetend
wat te doen. Telkens ging hij weder naar
Marguerite, haar vleiend en smeekend om
hem toch weer bij haar te laten. Zoo nu
en dan ontving zij hem, maar haar relaties,
die zij intusschen met andere vereerders
aangeknoopt had, wilde zij niet verbreken.
Toen leerde Jules ook de jaloerschheid
kennen en begon hy' scènes te maken, wan
neer hij Marguerite zag. Hij bad, hij dreigde,
niets hielp echter. Toen begaf hij zich naar
een wapenhandelaar en kocht voor zijn
laatste 10 francs een revolver. Daarmede
gewapend ging hy Donderdag naar de wo
ning van zyn aangebedene. Op zyn herhaald
bellen werd evenwel niet opengedaan. Twee
uur lang bleef hij buiten wachten,eindelijk
verscheen Marguerite. Nog eenmaal smeek
te hij haar hem weder bij zich in huis te
nemen Als antwoord spuwde zy hem in
het gezicht. Dit was te veel. Zes schoten
klonken. Op de hoek van de Rue Poliveau
lagen twee lijken....
„De «tan, die de vrouwen kent".
Hugues le Roux heeft den lezers en leze
ressen van de „Matin" gevraagd.wie de
man is, die de vrouwen kent" en de ant
woorden, die hij ontving, bewijzen hem, dat
Frankrijk niet van brood en politiek alleen
leeft, dat de liefdeskwesties, de mogelijk
heden van geluk of van leed, die de ver
houding van man en vrouw in zich sluit,
nog steeds de eerste plaats innemen in onzen
geest en in ons hart". De man, die de vrou
wen kentHy is de witte raaf, die wij nog
nooit ontmoet hebben zeggen de jonge
meisjes och, dat hij kwam I Een oude
dame betwijfelt zeer, of de man, die de
vrouwen kent, wel de gewenschte kameraad
kan zijn. Misschen begrijpt hy de verstan
dige vrouwen. Maar by het meerendeel van
het zwakke geslacht zal die man zich de
beste kenner toonen, die het best weet te
vleien. Dit nadenkend antwoord scbijnt ve
len mannen uit het hart gesproken te zijn,
„De vrouw", zoo beweert een ander „wil
vooral niet, dat men haar tegenspreektzij
verlangt, dat al haar onlogische beweringen
zonder discussie worden aangenomen. Hem,
die hetzelfde zegt en denkt als zij, noemt
zij onmiddelijk „charmant/ Zoo iemand
wordt vertroetelt en geprezen Maar voor
hoe lang Ik ben van meening, dat de vrouw,
die zoo vol tegenstrijdigheden is, spoedig
voelt, dat zij een vast karakter naast zich
noodig heeft, dat haar leidt. In haar leeft
een wenscb, om beheerscht te worden, zich
klein te voelen, en dat verlangen doet haar
den vleier spoedig verlaten, ja, misschien
zelfs verachten. Daarom moet men niet te
veel waarde hechten aan het oogenblikkelijk
succes van den „man, die de vrouwen kent",
want hij is per slot van rekening vaak de
gene, die haar het minst kent.
Uit den chaos der antwoorden, die Hugues
le Roux ontvangen heeft, ryzen echter toch
eenige typen op, die hem aanleiding geven
zijn rondvraag nog eens en dan nauwkeu
riger te stellen. Zeven typen van den man,
die de vrouwen kent, worden door Le Roux
weergegevenIs het in werkelijkheid de
man, diede vrouw aan zijn wil onderwerpt
Is het de Don Juan, dien ze verlaat, nadat
hij haar in de gelegenheid heeft gesteld
hem voor korten tijd te overwinnen Is
het de slaaf, die zich aan al haar luimen
en wenschen onderwerpt? Is het de goede
kameraad, die in de vrouw de gelijkgerech
tigde van den man ziet Is het de schuchtere,
die het niet waagt een bepaalde vrouw het
hof te maken, maar zich aan allen wijdt?
Is het de viveur, die zich het hart wat tracht
te verwarmen door het verkeer met de
vrouwen? of is het eindelijk de volmaakte
man, de Phoenix, die met teederheid ver
overt en dan met kracht heerscht Tot op
deze viagen een beslissend antwoord gege
ven kan worden, behouden de geestigen
het laatste woordzij uiten zich alsvolgt
Een man. die de vrouwen kent, schrijft de
bekende schrijfster Colette Willy, „is bij,
die zich geweld moet aandoen om haar te
bevallen hy is dus niet zeer interessant".
„De man die de vrouwen kent, is een man,
dien de vrouwen niet kennen", meent Jo-
seph-Renaud. En Jean Alvère beweert„Een
man, die de vrouwen kent I Bestond er een,
dan zou hij zelfmoord plegen".
Navolgers van Bonnot in Rusland.
Te Moskou heeft de politie een bende
misdadigers gearresteerd, die in betrekkelijk
korten tyd niet minder dan 36 misdaden,
waarvan 18 moorden, gepleegd hebben.
Aan het hoofd van deze bende stond een
zekere Samychkine, een oud-seminarist, die
den bijnaam „Sachka van het seminarium"
droeg. Hy was slechts 24 jaar oud. Om
beter aan de vervolgingen der politie te
kunnen ontkomen, had hy de bende op een
uiterst geheime wijze georganiseerd. De
bandieten hadden allen een bynaamvan
elkaar wisten zy niet, waar zy woonden of
hoe zü werkelijk heetten. Hadden zij een
misdaad gepleegd, dan ging de bende on
middellijk uiteen, om zich mjjlen ver te
verwyderen. Op het voorbeeld van Bonüot
en zijn vrienden hadden zy zich van een
auto meester gemaakt, na eerst den chauf
feur en een mechanicien,die hen vergezelde,
van kant te hebben gemaakt. Daar zy het
voertuig niet konden besturen, lieten zij het
op den weg liggen. De politie vond welde
auto en den vermoorden chauffeur met
diens metgezel, doch niet de bandieten. De
aanvoerder der bende vi6l in de handen der
politie op het oogenblik, dat hy een aantal
gestolen effecten te gelde trachtte te maken.
Voor den commissaris van politie gebracht,
wist Samychkine dezen met zyn handboeien
eenige flinke slagen toe te brengen, die den
commissaris bewusteloos deden neervallen.
Het onderzoek wordt intusschen Ijverig
voortgezet.
Waanzinsdaad van een voormaligen soldaat.
Zeven personen dood
geschoten.
Omtrent de vreeselyke daad van den
gekken soldaat te Romanshorn (Zwitserland)
worden thans de volgende bijzonderheden
gemeld
Te Romanshorn, in Zwitserland, kocht
Vrijdag een onlangs uit den dienst ontslagen
soldaat van het Zwitsersche bataljon No. 73,
Hermann Sehwarz genaamd, na den terug
keer naar zyn woonstede een aantal scherpe
patronen. Om 7 uur in den avond begon de
man plotseling, schijnbaar zonder de minste
aanleiding, met zyn dienstgeweer van uit het
venster zijner woning op de voorbijgangers
te schieten.
Met het eerste schot, dat hy loste, doodde
hy een spoorwegbeambte, zekeren Weber.
Toen een bediende uit de slagerij naast het
huis, waarin Sehwarz woonde, diens kamer
wilde binnendringen en hem het moordwa
pen wilde afnemen, schoot de gek ook den
slagersknecht dood. Daarop ylde Sehwarz
naar zijn zolderkamer, opende het raam,
leunde naar buiten en schoot nu in de reeds
donkre straat, waardoor een derde en vierde
persoon gedood, een vijfde levensgevaarlijk
en niet minder dan zeven andere personen
deels zwaargewond werden. Een der gewon
den werd met doorschoten dy naar het 1
kantonshospitaal gebracht; van 'n brieven
besteller werd de arm doorschoten.
Langzamerhand verzamelden zich een
veertigtal schutters om het huis die den 1
krankzinnige trachtten te treffen.
In het gansche dorp heerschte een ont
zaggelijke schrik'. Op de onderste verdieping I
van het huis waren een vrouw en haar
dochter door den waanzinnige opgesloten,
die doodsangsten uitstonden, daar zij niet
naar buiten konden. Ondanks alle voorzorgs
maatregelen en in de algemeene opwinding
slaagde de krankzinnige schutterjerin,aan
zijn belegeraars te ontkomen. Hij moest
echter in de buurt gebleven zyn want op
een fabriek, aan de grens van het dorp,
hoorde men den ganschen nacht het knallen
der schoten, soms vijf tot acht vlak achter
elkaar.
Het is een raadsel, waar de soldaat zoo veel
munitie heeft kunnen krijgen, daar hij in
het geheel ver over de honderd schoten heeft
gelost. De bevolking was zoo bevreesd dat
zij zich den geheelen avond niet op straat
durfde vertoonen.
Den dag daarop werd by een huiszoeking
in Sehwarz' woning diens geweer gevonden.
Daarentegen staat het vast, dat de krank
zinnige een revolver heeft medegenomen.
Later ontvangen berichten melden nog de
volgende bijzonderheden over de moordda
dige schietwoede van den inmiddels gevan
gen krankzinnige, die zeven menschen
gedood en zes zwaar gewond bly'kt te
hebben.
Sehwarz was reeds Maandag 1.1. wegens
ontoerekenbaarheid uit den militairen dienst
ontslagen. Toen hy Vrijdagavond begon te
schieten en reeds een voorbijganger had
gedood, drongen twee politie-agenten bet
huis binnen en trachtten de gesloten deur
van zijn kamer te forceeren. Een slager uit
de buurt kwam hen daarbij te hulp. Plot
seling kraakten er twee schoten bijna
gelijktijdig en de slagersknecht zakte ineen
doodelyk gewond door twee kogels, die als
door vloeipapier door de deur waren gedron
gen. Hierop verwijderden de twee agenten
zich.
Ofschoon de krankzinnige bijna zonder
tusschenpoozen bleef doorvuren, waagden
zich eenige mannen te dicht bjj het huis.
Ook zy werden door de moordende kogels
nedergeveld.
Intusschen werd de brandweer opgecom
mandeerd, die het plein voor het huis afzette.
Eenige agenten gaven vuur op den krank
zinnige, waarop deze zich van het venster
verwijderde. Sehwarz ging volgens een
duivelachtig geraffineerde taktiek te werk.
Niettegenstaande de duisternis was ingetre
den, maakte hy nergens licht, en schoot nu
eens uit dit dan weder uit dat raam, door de
openingen in de jaloezieën of uit den aan-
grenzenden tuin. Ook schoot hij niet in het
wilde, maar mikte laag en zorgvuldig op
zyn slachtoffers.
Trachtte iemand op het portaal te komen
om van daar den gek onschadelijk te maken
dan opende hy snel de deur en schoot op
zijn tegenstander. Des nachts om elf uur
liet men in het dorp de stormklok luiden
om meer [brandweermanschappen uit den
omtrek op te roepen, die noodig waren bij
den afzettingsdienst. Te middernacht werd
het huisje van Sehwarz bestonnd, maar al
het zoeken naar den moordenaar bleef tever-
Het bleek later, dat Sehwarz naar St.
Gallen gevlucht was. Daar werd hij Zater
dagavond om 7 uur gevat, nadat hy nog
gedurende den ganschen middag op zyn
vervolgers gevuurd had en een kuiper,
zekeren Enderli, had doodgeschoten. Daar
een der zwaargewonden van Romanshorn
intusschen ook gestorven is, bedraagt het
aantal slachtoffers van den kranzinnigen
soldaat, die het leven verloren, zeven, en
dat der zwaargewonden zes. Voor zijn
arrestatie werd Sehwarz door de politie-agen
ten aan hoofd en voet verwond, zoodat hij
zyn tegenstand moest opgeven. Hij werd
naar het krankzinnigengesticht van Mün-
sterlingen vervoerd.
ADVEKTENTIEN.
De ondergeteekende bericht bjj deze heeren
Landeigenaren en Landbouwers, dat hij zich een
Egault. Waterpasinstrument heeft aangeschaft,
ten einde landerijen welke men wenscht te
draineeren zuiver uit te waterpassen.
Tevens lever ik Draineerbnizen met of zonder
kragen.
Ten einde van tijdige levering verzekert te
zijn is spoedige bestelling gewenscht.
Steeds bereid tot alle gewenschte inlichtingen.
Aanbevelend,
D. JOPJPE Oz., SommelsdiJJi.
levert alle DRUKWERKEN tegen
matige prijzen.