Uit de Pers. Buitenland. DBAINEEREN. De Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis, 2 het vorige jaar werd ik tweemaal aange zocht, de leiding op mij te nemen van een dameszangvereeniging6. in April 1911 werd ik door de schoolcommissie aanbevolen voor een vierde traktements- verhooging7. toen ik nu kortgeleden uit Menado vertrok, werd mij een gezel- ligen avond aangeboden door de sociëteit, waarvan ik eerelid ben. Zou dit alles zoo zijn, indien mijn levenswijze „aanstoot gaf't Dit aanstoot gevende bestond dan ook alleen in het brein van den Resident Van Marle en enkele karakterlooze flikflooiers." Wij aarzelen niet, den heer Viersen het slachtoffer te noemen van den voor genomen clericalen rooftocht op de gouvernementsscholen, onder hoogesanc- tie van een christelijk genaamden gou- verneurgeneraal. De schrijver in de Bode eindigt met een bitteren uitroep„Vrijzinnigen van Nederland, maak onderling maar ruzie over „formuties en programs". De tegenpartij gnuift van genoegen en is zeker van een nieuwe overwinning in 1913." „Als er eens een socialist in herstem ming komt, moet een liberaal daar niet op stemmen en het veld ruim laten voor een clericaal." Ons past slechts één waardig antwoord op deze waarschuwing. Ons voegt slechts één wapen tegen het steeds driester optredend clericalisme. Het is het zwaard, op welks lemmet staat gegrift: Sluit de gelederen in eendrachtige samenwerking. Gehuiche). Het clericalisme heeft reeds een uit- vluchtje gevonden om de benepen hou ding van het clericale kabinet, dat zoo onhoffelijk was geen vertegenwoordiger naar het Congres van zedelijke opvoe ding te zenden, te verdedigen. De Congresleden hebben iets verschrik- kelijks gedaan. Op 25 Augustus, dat was een Zondag, zou een boottocht op de Zuid-Hollandsche kanalen worden ge maakt. Dat is verschrikkelijk, want tot de goede zeden behoort het, dat een mensch 's Zondags in de kerk is. Jawel, het Kuiperianisme heeft te oordeelen, hoe in het vrije Nederland een burger zijn Zondag wenscht te besteden en wie niet naar de kerk gaat, handelt tegen de goede zeden. Brutaler en aanmatigender kan het niet. Maar de broeders vergeten, dat zij aldus de Roomschen, die machtige bondgenooten in hun coalitie, bij wier gratie zij hun zetels bezetten, zonder welke hun candidaten zoo ongeveer al len duikelen, den Zondag geregeld voor feestvieringen gebruiken. We lazen nog deze week. „In de gemeente Ginneken heeft de Roomsche Burgemeester, het kamerlid Pastoors, van een muziekvereeniging, die een nieuw vaandel heeft gekregen toegestaan op Zondag een feestelijken optocht met muziek te houden." Een tweede bericht: De Roomsche arbeidersorganisatie's vergaderen op Zondag in den Haag- schen Dierentuin ter bespreking van den tienurendag." Een derde mededeeling „In het district Hoorn hield de Roomsche candidaat Wesseling bij een vorige verkiezing een verkiezingsrede op Zondag." Welnu, zoolang het invloedrijkste deel der clericale coalitie den Zondag op die wijze besteedt, is het beneden alles het Congres voor zedelijde opvoeding er een verwijt van te maken, dat een onschul dige boottocht op Zondag wordt gehou den. De splijtzwam. De splijtzwam werkt nog maar al door. Zie hier een nieuw voorbeeld. Te Sneek bestond al jaren lang een Cihristelijk-nationale school. Maar 't ongeluk wilde, dat een deel der Christelijk-Geretormeerden zich met de doleerende kerk vereenigde. De overblij vende afgescheidenen slichten toen een nieuwe Christelijke school. Dat was No. 2. Een ongeluk komt echter zelden al leen. Het hoofd der nieuwe school krijgt ru zie met zijn schoolbestuur. Hij wordt ontslagen en op straat gezet. Wat nu? Fluk" wordt door vrienden van 't ont slagen hoofd een nieuwe „Christelijke" vereeniging opgericht, die zich „Da Cos ta" noemt. Het benoodigde aantal leer lingen wordt bijeengescharreldeen schooltje wordt gebouwd het ontsla gen hoofd komt weer op den troon en klaar is Kees. Zoo kwam het stedeke Sneek in 't be zit van 3 afgescheiden schooltjes. Aan het Rijk valt de hooge eer te beurt, dat hij die betalen mag. „Vooruitgang". Bijzonder „teekenend" en teekenend „bijzonder." Uit het N. v. d. D. van 30 Juli 1912 (onder rubriek „Uit de „Staatscourant,,) Poster ij en klerk in Indië. De minister van Koloniën heeft benoemd tot leden der commissie tot het afnemen in 1912 van het examen voor klerk bij den post-, telegraaf- en telephoondienst in Ned.-Indië, de heeren J. M. M. Bitter, commies der telegrafie 1ste kl., tevens als voorzitter der com missie J. P. van der Haas, hoofd der Ned. Herv. diaconieschoolFr. L. H. Jager, hoofd eener bijzondere school voor lager- en meer uitgebreid lager onder wijs; J. Kruyswijk, hoofd van gesticht en school der Waalsch Herv. gemeente J. W. Michaël, hoofd eener bijzondere school voor lager en meer uitgebreid onderwijs H. Nieukerke, hoofd der Cha ntabele SocieteitschoolG. A. Ouwejan, hoofd eener bijzondere school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs, al len te 's Hage. Benoemd tot secretaris der commissie, de commies bij het Departement van Koloniën W. F. Gerdes, Oosterbeek. De schoolwet in Luxemyurg. In Luxemburg heeft de clericale party, ondersteund door de kerkelijke autoriteiten, besloten den strijd tegen de nieuwe school wet, die het godsdienstonderwijs op de scho len weder opdraagt aan de geestelijken, terwijl dit vroeger grootendeels door den onderwijzer-zelf gegeven werd, vol te hou den. Reeds had de clericale pers aangekondigd, dat de schoolwet gedurende het aanstaande schooljaar niet toegepast zou kunnen wor den. Daar formeel bepaald is, dat de wet eerst van kracht wordt „in het begin van het schooljaar, welks aanvang minstens twee maanden na de openbare afkondiging der wet volgt". Nu vangt het nieuwe schooljaar 1 Octo ber a.s. aan, terwijl de wet den lOen Au gustus door de groot-hertogin geteekendis. Er liggen dus geen volle twee maanden tusschen de openbare afkondiging en het begin van het nieuwe schooljaar. Hiervan zou de clericale partij goed gebruik weten te maken. Een geheel jaar uitstel zou haar in staat stellen haar tegenstand goed te organiseeren en de schoolwet, die als een soort van instrument voor de totstandkoming van de vrede en de eendracht ontvangen werd, bij het volk onsympathiek te maken. De directeur-generaal van het ministerie van Binnenlandsche Zaken heeft echter met één slag de wel wat voorbarige blijdschap der clericalen vernietigd door bij ministerieel besluit te bepalen, dat het schooljaar 1912— 1913 eerst den 14en October aanvangt. Tot dit verzetten van den datum is de directeur-generaal gemachtigd, door een ar tikel in de nieuwe wet, waarbij aan het administratief bestuur bevoegdheid gegeven wordt tot het vaststellen van den duur der vacanties. Edoch, de clericale party laat den moed niet zakken. Acht dagen na de afkon diging van het ministerieel besluit kwam het bisschoppelijk orgaan verklaren, dat deze ministerieele beslissing onwettig was en derhalve van nul en geener ..waarde. Dit ministerieel besluit is in strijd met de wet van het schooljaar op 1 October bepaalt. Het ministerieel besluit is gebaseerd, op een be paling van de nieuwe wet, maar deze is den lsten October nog niet in werking getreden. Derhalve kan voor dergelijke ministerieele besluiten nog geen beroep op de nieuwe wet gedaan worden. Of, maar dit is onmogelijk, de nieuwe wet treedt 1 October in werking en dan zal op het geheele schooljaar het nieuwe regime worden toegepast[of wel, de oude wet is nog van kracht en dan zal het oude regime gedurende het geheele jaar gevolgd moeten worden. Dit is, zooals men ziet, een argument, waar weinig tegen in te brengen zal zijn. De clericale partij stelt de Luxemburgsche regeering hier dan ook wel voor een inge wikkeld probleem. Een manifest van Païva Conceiro. Dezer dagen is in de Portugeesche pers een manifest gepubliceerd van den leider der royalisten Païva Conceiro, gericht aan alle uitgeweken monarchisten, die aan den laatsten iuval in Portugal hebben deelge nomen. Werd eerst de echtheid van dit manifest betwist, thans is gebleken, dat dit wel degelijk van de hand van Païva Conceiro afkomstig is. In zijn manifest verklaart de royalisten leider, dat de zaak der monarchisten voort gang zal hebben maar alleen langs wette- lijken weg, waarbij tevens rekening zal gehouden worden met bet gevoelen van de groote meerderheid des volks „Indien', zoo zegt hij, „wjj 'n overwinning op de natie zouden kunnen behalen, dan zouden wij tegen den wil van 't land in, daartoe toch niet het recht hebben. Derhalve moeten wij alles aan den tijd overlaten." Aan het slot van zijn manifest komt hij tot de conclusie, dat, wanneer de Portugee sche republiek werkelijk geheel in het belang des lands handelt, zij de monarchisten nl., niets meer te doen hebben. Men beschouwt dit manifest dan ook als een bewijs, dat Conceiro afziet van het voortzetten van den strijd tegen de republi- keinsche regeering. Van andere zijde wordt uit Lissabon gemeld, dat verscheidene personen, die de monarchistische richting toegedaan zijn, onder het republikeinsche régime een con servatieve groep zullen vormen. Het Vatikaan en scheiding van Kerk en Staat. De „Osservatore Romano" noemt het optreden der 800 priesters, die, van de Portugeesche regeering het staatspensioen geaccepteerd hebben, uit een kerkelijk oogpunt, onverdedigbaar en schandelijk, niet alleen omdat zij daarmede de repu blikeinsche instelling erkend hebben, maar ook, omdat, volgens de verklaringen, die het ministerie fin Mei 1. 1. in het parlement heeft afgelegd, en volgens het Staatsblad van 28 Juli, deze aanneming beteekent een vernederende onderwerping aan de civiele autoriteiten, die de kerk vervolgen, en even eens een stilzwijgende erkenning van de wet op de scheiding van kerk en staat, die door den Heiligen Stoel plechtig is veroor deeld. De tragedie eener late liefde. Veertig jaar geleden was Marguerite Bail- lif, een gevierde schoonheid. In haar jeugd jaren had zij als gevierde danseres in bijna alle hoofdsteden van Europa triomph op triomph behaald. Tal van mannen hadden, geboeid door de weelderige schoonheid, geknield aan haar voeten gelegen. Luchtig en onbezorgd was Marguerite door het leven gegaan zonder te denken, dat eenmaal de ouderdom komen zou. Maar met de jaren verdween haar schoon heid, verdwenen ook haar aanbiddersDe tijd van triomphen was voorbij. De bekoor lijke danseres van voorheen moest, wilde zij niet van honger omkomen, in de straten van Parjjs bezems gaan verkoopen. Uit haar glanstijd had de vroegere dan seres echter toch nog iets overgehouden en dat was haar coquetterie en geheimzin nige krachtom de mannen tot zich te lokken. Niettegenstaande haar witte haren en haar zestig jaren had Marguerite nog aanbidders, al waren dat niet de leden der jeunesse dorée. In November van het vorige jaar leerde zij zekeren Jules Noeppel kennen, een een voudig, braven burger, slotenmaker van beroep die van een oom of tante de voor hem geweldige som van 3000 francs geërfd had. Jules Noeppel, die ongeveer van den zelfden leeltijd was als Marguerite, was te gen haar schoonheid niet bestand. Plots zag hij de leegte van zijn eenzaam vrijge zellen-bestaan, een leegte die alleen de liefde van Marguerite zou kunnen vullen. Hij gevoelde, dat hij zonder haar niet langer kon leven en daarom ging hij naar Marguerite en legde zijn hart en zijn 3000 francs aan haar voeten. Marguerite voelde wel iets voor haar aanbidder, maar nog meer voor de 3000 francs, en zoo gebeurde het, dat zij spoedig bij elkander gingen wonen. Heer lijke weken van liefde volgden voor Jules. „Moest ik nu 60 jaar oud worden om te weten wat liefde is!" zeide hij dikwijls tegen zijn vrienden, die zich over de liefde van deze beide „tortelduifjes" niet •reinig vroolijk maakten. Maar, helaas, op dit aardsche tranendal komt aan alles een einde en ook Jules' geluk zou niet altijd blijven bestaan. Weldra waren n.I. de 3000 francs bijna geheel opgemaakt en toen zette Marguerite haar Jules eenvoudig buiten de deur. Dat was zij in haar jonge jaren overal zoo ge wend geweest. Hadden haar aanbidders geen geld meer, dan moest zij van hun liefde ook niets meer hebben. Arme Jules I Met gebroken hart liep hü in de straten van Parijs rond, niet wetend wat te doen. Telkens ging hij weder naar Marguerite, haar vleiend en smeekend om hem toch weer bij haar te laten. Zoo nu en dan ontving zij hem, maar haar relaties, die zij intusschen met andere vereerders aangeknoopt had, wilde zij niet verbreken. Toen leerde Jules ook de jaloerschheid kennen en begon hy' scènes te maken, wan neer hij Marguerite zag. Hij bad, hij dreigde, niets hielp echter. Toen begaf hij zich naar een wapenhandelaar en kocht voor zijn laatste 10 francs een revolver. Daarmede gewapend ging hy Donderdag naar de wo ning van zyn aangebedene. Op zyn herhaald bellen werd evenwel niet opengedaan. Twee uur lang bleef hij buiten wachten,eindelijk verscheen Marguerite. Nog eenmaal smeek te hij haar hem weder bij zich in huis te nemen Als antwoord spuwde zy hem in het gezicht. Dit was te veel. Zes schoten klonken. Op de hoek van de Rue Poliveau lagen twee lijken.... „De «tan, die de vrouwen kent". Hugues le Roux heeft den lezers en leze ressen van de „Matin" gevraagd.wie de man is, die de vrouwen kent" en de ant woorden, die hij ontving, bewijzen hem, dat Frankrijk niet van brood en politiek alleen leeft, dat de liefdeskwesties, de mogelijk heden van geluk of van leed, die de ver houding van man en vrouw in zich sluit, nog steeds de eerste plaats innemen in onzen geest en in ons hart". De man, die de vrou wen kentHy is de witte raaf, die wij nog nooit ontmoet hebben zeggen de jonge meisjes och, dat hij kwam I Een oude dame betwijfelt zeer, of de man, die de vrouwen kent, wel de gewenschte kameraad kan zijn. Misschen begrijpt hy de verstan dige vrouwen. Maar by het meerendeel van het zwakke geslacht zal die man zich de beste kenner toonen, die het best weet te vleien. Dit nadenkend antwoord scbijnt ve len mannen uit het hart gesproken te zijn, „De vrouw", zoo beweert een ander „wil vooral niet, dat men haar tegenspreektzij verlangt, dat al haar onlogische beweringen zonder discussie worden aangenomen. Hem, die hetzelfde zegt en denkt als zij, noemt zij onmiddelijk „charmant/ Zoo iemand wordt vertroetelt en geprezen Maar voor hoe lang Ik ben van meening, dat de vrouw, die zoo vol tegenstrijdigheden is, spoedig voelt, dat zij een vast karakter naast zich noodig heeft, dat haar leidt. In haar leeft een wenscb, om beheerscht te worden, zich klein te voelen, en dat verlangen doet haar den vleier spoedig verlaten, ja, misschien zelfs verachten. Daarom moet men niet te veel waarde hechten aan het oogenblikkelijk succes van den „man, die de vrouwen kent", want hij is per slot van rekening vaak de gene, die haar het minst kent. Uit den chaos der antwoorden, die Hugues le Roux ontvangen heeft, ryzen echter toch eenige typen op, die hem aanleiding geven zijn rondvraag nog eens en dan nauwkeu riger te stellen. Zeven typen van den man, die de vrouwen kent, worden door Le Roux weergegevenIs het in werkelijkheid de man, diede vrouw aan zijn wil onderwerpt Is het de Don Juan, dien ze verlaat, nadat hij haar in de gelegenheid heeft gesteld hem voor korten tijd te overwinnen Is het de slaaf, die zich aan al haar luimen en wenschen onderwerpt? Is het de goede kameraad, die in de vrouw de gelijkgerech tigde van den man ziet Is het de schuchtere, die het niet waagt een bepaalde vrouw het hof te maken, maar zich aan allen wijdt? Is het de viveur, die zich het hart wat tracht te verwarmen door het verkeer met de vrouwen? of is het eindelijk de volmaakte man, de Phoenix, die met teederheid ver overt en dan met kracht heerscht Tot op deze viagen een beslissend antwoord gege ven kan worden, behouden de geestigen het laatste woordzij uiten zich alsvolgt Een man. die de vrouwen kent, schrijft de bekende schrijfster Colette Willy, „is bij, die zich geweld moet aandoen om haar te bevallen hy is dus niet zeer interessant". „De man die de vrouwen kent, is een man, dien de vrouwen niet kennen", meent Jo- seph-Renaud. En Jean Alvère beweert„Een man, die de vrouwen kent I Bestond er een, dan zou hij zelfmoord plegen". Navolgers van Bonnot in Rusland. Te Moskou heeft de politie een bende misdadigers gearresteerd, die in betrekkelijk korten tyd niet minder dan 36 misdaden, waarvan 18 moorden, gepleegd hebben. Aan het hoofd van deze bende stond een zekere Samychkine, een oud-seminarist, die den bijnaam „Sachka van het seminarium" droeg. Hy was slechts 24 jaar oud. Om beter aan de vervolgingen der politie te kunnen ontkomen, had hy de bende op een uiterst geheime wijze georganiseerd. De bandieten hadden allen een bynaamvan elkaar wisten zy niet, waar zy woonden of hoe zü werkelijk heetten. Hadden zij een misdaad gepleegd, dan ging de bende on middellijk uiteen, om zich mjjlen ver te verwyderen. Op het voorbeeld van Bonüot en zijn vrienden hadden zy zich van een auto meester gemaakt, na eerst den chauf feur en een mechanicien,die hen vergezelde, van kant te hebben gemaakt. Daar zy het voertuig niet konden besturen, lieten zij het op den weg liggen. De politie vond welde auto en den vermoorden chauffeur met diens metgezel, doch niet de bandieten. De aanvoerder der bende vi6l in de handen der politie op het oogenblik, dat hy een aantal gestolen effecten te gelde trachtte te maken. Voor den commissaris van politie gebracht, wist Samychkine dezen met zyn handboeien eenige flinke slagen toe te brengen, die den commissaris bewusteloos deden neervallen. Het onderzoek wordt intusschen Ijverig voortgezet. Waanzinsdaad van een voormaligen soldaat. Zeven personen dood geschoten. Omtrent de vreeselyke daad van den gekken soldaat te Romanshorn (Zwitserland) worden thans de volgende bijzonderheden gemeld Te Romanshorn, in Zwitserland, kocht Vrijdag een onlangs uit den dienst ontslagen soldaat van het Zwitsersche bataljon No. 73, Hermann Sehwarz genaamd, na den terug keer naar zyn woonstede een aantal scherpe patronen. Om 7 uur in den avond begon de man plotseling, schijnbaar zonder de minste aanleiding, met zyn dienstgeweer van uit het venster zijner woning op de voorbijgangers te schieten. Met het eerste schot, dat hy loste, doodde hy een spoorwegbeambte, zekeren Weber. Toen een bediende uit de slagerij naast het huis, waarin Sehwarz woonde, diens kamer wilde binnendringen en hem het moordwa pen wilde afnemen, schoot de gek ook den slagersknecht dood. Daarop ylde Sehwarz naar zijn zolderkamer, opende het raam, leunde naar buiten en schoot nu in de reeds donkre straat, waardoor een derde en vierde persoon gedood, een vijfde levensgevaarlijk en niet minder dan zeven andere personen deels zwaargewond werden. Een der gewon den werd met doorschoten dy naar het 1 kantonshospitaal gebracht; van 'n brieven besteller werd de arm doorschoten. Langzamerhand verzamelden zich een veertigtal schutters om het huis die den 1 krankzinnige trachtten te treffen. In het gansche dorp heerschte een ont zaggelijke schrik'. Op de onderste verdieping I van het huis waren een vrouw en haar dochter door den waanzinnige opgesloten, die doodsangsten uitstonden, daar zij niet naar buiten konden. Ondanks alle voorzorgs maatregelen en in de algemeene opwinding slaagde de krankzinnige schutterjerin,aan zijn belegeraars te ontkomen. Hij moest echter in de buurt gebleven zyn want op een fabriek, aan de grens van het dorp, hoorde men den ganschen nacht het knallen der schoten, soms vijf tot acht vlak achter elkaar. Het is een raadsel, waar de soldaat zoo veel munitie heeft kunnen krijgen, daar hij in het geheel ver over de honderd schoten heeft gelost. De bevolking was zoo bevreesd dat zij zich den geheelen avond niet op straat durfde vertoonen. Den dag daarop werd by een huiszoeking in Sehwarz' woning diens geweer gevonden. Daarentegen staat het vast, dat de krank zinnige een revolver heeft medegenomen. Later ontvangen berichten melden nog de volgende bijzonderheden over de moordda dige schietwoede van den inmiddels gevan gen krankzinnige, die zeven menschen gedood en zes zwaar gewond bly'kt te hebben. Sehwarz was reeds Maandag 1.1. wegens ontoerekenbaarheid uit den militairen dienst ontslagen. Toen hy Vrijdagavond begon te schieten en reeds een voorbijganger had gedood, drongen twee politie-agenten bet huis binnen en trachtten de gesloten deur van zijn kamer te forceeren. Een slager uit de buurt kwam hen daarbij te hulp. Plot seling kraakten er twee schoten bijna gelijktijdig en de slagersknecht zakte ineen doodelyk gewond door twee kogels, die als door vloeipapier door de deur waren gedron gen. Hierop verwijderden de twee agenten zich. Ofschoon de krankzinnige bijna zonder tusschenpoozen bleef doorvuren, waagden zich eenige mannen te dicht bjj het huis. Ook zy werden door de moordende kogels nedergeveld. Intusschen werd de brandweer opgecom mandeerd, die het plein voor het huis afzette. Eenige agenten gaven vuur op den krank zinnige, waarop deze zich van het venster verwijderde. Sehwarz ging volgens een duivelachtig geraffineerde taktiek te werk. Niettegenstaande de duisternis was ingetre den, maakte hy nergens licht, en schoot nu eens uit dit dan weder uit dat raam, door de openingen in de jaloezieën of uit den aan- grenzenden tuin. Ook schoot hij niet in het wilde, maar mikte laag en zorgvuldig op zyn slachtoffers. Trachtte iemand op het portaal te komen om van daar den gek onschadelijk te maken dan opende hy snel de deur en schoot op zijn tegenstander. Des nachts om elf uur liet men in het dorp de stormklok luiden om meer [brandweermanschappen uit den omtrek op te roepen, die noodig waren bij den afzettingsdienst. Te middernacht werd het huisje van Sehwarz bestonnd, maar al het zoeken naar den moordenaar bleef tever- Het bleek later, dat Sehwarz naar St. Gallen gevlucht was. Daar werd hij Zater dagavond om 7 uur gevat, nadat hy nog gedurende den ganschen middag op zyn vervolgers gevuurd had en een kuiper, zekeren Enderli, had doodgeschoten. Daar een der zwaargewonden van Romanshorn intusschen ook gestorven is, bedraagt het aantal slachtoffers van den kranzinnigen soldaat, die het leven verloren, zeven, en dat der zwaargewonden zes. Voor zijn arrestatie werd Sehwarz door de politie-agen ten aan hoofd en voet verwond, zoodat hij zyn tegenstand moest opgeven. Hij werd naar het krankzinnigengesticht van Mün- sterlingen vervoerd. ADVEKTENTIEN. De ondergeteekende bericht bjj deze heeren Landeigenaren en Landbouwers, dat hij zich een Egault. Waterpasinstrument heeft aangeschaft, ten einde landerijen welke men wenscht te draineeren zuiver uit te waterpassen. Tevens lever ik Draineerbnizen met of zonder kragen. Ten einde van tijdige levering verzekert te zijn is spoedige bestelling gewenscht. Steeds bereid tot alle gewenschte inlichtingen. Aanbevelend, D. JOPJPE Oz., SommelsdiJJi. levert alle DRUKWERKEN tegen matige prijzen.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 2