Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
Het beursje.
12d* Jaargang.
Woensdag 28 Augustus 1912.
No. 41
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG-,
Ll«l vau de Tweede Kamer Stateu-Oeneraal,
's-GRAVENHAGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelliarnls.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
De Djambiconcessie's.
In de Staatscourant kwam deze week
bet verbeterd bericht voor van den
minister van koloniën omtrent de voor
waarden, waarop naamlooze vennoot
schappen, hier te lande gevestigd, het
recht kunnen verkrijgen petroleumvel-
den te ontginnen in de residentie Djambi,
een deel van het groote eiland Sumatra.
Het gaat hierbij niet om kleine terreinen,
doch om een gebied van niet minder dan
550.000 H.A., dat rijk is aan petroleum-
bronnen. De ontginning dier bronnen is
een buitengewoon winstgevend zaakje.
Dat bewijst de Koninklijke Petroleum-
maatschappij, die van af haar oprichting
in 1890 honderden millioenen aan haar
aandeelhouders, commissarissen en direc
teuren heeft uitgekeerd. Licht te begrij
pen, dat de Koninklijke die voordeelige
affaire aan zich wil houden en de Djam-
bivelden wenscht te verkrijgen. Doch zij
heeft een zeer machtige concurrentde
Amerikaansche Standard-Oil-company.
De lezer meene nu niet, dat de Koninklij
ke Petroleummaatschappij een zuiver
Nederlandsche vennootschap is. Zij is
eigenlijk niets anders dan een onderdeel
van een machtige combinatie, de Shell-
groep geheeten. De „Shell" was oorspron
kelijk een maatschappij, die in Rusland
petroleumbronnen exploiteerde. Van af
1902 werktzij samen met de Koninklijke".
Een nieuwe maatschappij, de „Asiatic
Petroleum Company", waarin ook de
Rothschild's uit Rusland zaten, werd
opgericht. In 1907 werd de Bataafsche
Petroleummaatscbappij gesticht meteen
kapitaaltje van 80 millioen gulden, waar
van s/5 in het bezit is der Koninklijke
en z/s eigendom van de Shell is. In 1911
kocht deze maatschappij de velden der
Dordtsche petroleummaatschappij, ter
wijl zij in Indië reeds andere maatschap
pijen zooals de Moeara Enim geheel in
haar macht had gekregen. Aldus kreeg
zij vrijwel het monopolie van de petro-
leumontginningen in ons Indië. Doch dat
is niet het eenige gebied der Shellgroep.
Zij heeft groote olievelden in Rusland,
FEUILLETON-,
TOONEEL8PEL IN EEN BEDRIJF
NAAR
A. DE MUSSET, door B.
5.)
Mathilde (snikkend)
Ik ben zeker, dat hij haar liefheeft, ik ben er
zeker van.
Mevrouw de Léry.
Neen, m'n kind, dat kan nietdat is een gril, een
fantaisie. Ik kan de Chavigny beter dan hij denkt
hij is misschien wat los, maar niet slecht. Hij zal
het niet zoo gemeend hebben heb je in zijn tegen
woordigheid gehnild?
Mathilde.
O! neen, dat niet!
Mevrouw de Léry.
Je hebt verstandig gedaanhet zou me niet ver
wonderen, als het hem plezier zou hebben gedaan.
Mathilde.
I Plezier gedaan plezier gedaan mgjte zien huilen
Mevrouw de Léry.
Wel! mgn hemel, ja, Ik ben sinds gisteren vijf en
twintig jaar, maar ik heb al heel wat ondervinding.
Hoe is dat alles gekomen
Mathilde.
Maar ik weet niet
Roemenië en Egypte. Tallooze maatschap
pijen zijn geheel van haar afhankelijk.
Zij heeft een groote vloot van stoomboo-
ten, lichters en tankschepen, en in ver
schillende plaatsen groote petroleumtan-
ken. De groote concurrente van deze
grootkapitalistische onderneming is de
Standardgroep, de Schepping der Ameri
kaansche petroleumkoningen. Deze is
nog machtiger dan de Shellgroep. De
Standard toch beheerseht de petroleum-
productie en leverantie in heel Amerika,
en een groot deel van Azië en Europa.
In ons eigen land is deze vennootschap
geheel de baas. Zij heeft bv. voor ben
zine reusachtige tanken te Rotterdam.
Deze twee reuzenmachten bestrijden
elkaar om de wereldheerschappij. De
Standardtrust valt de Koninklijke in
haar eigenlijk gebied, ons Indië aan.
Reeds lang leverde de Standardtrust in
Nederlandsch Indië een groote hoeveel
heid olie, doch de strijd wordt nu nog
veel heftiger begonnen. De Standard
streeft naar het monopolie over de ge-
heele wereld. Gelukt het dit te verkrij
gen, dan zullen den verbruikers door
boogere prijzen honderden en nogmaals
honderden millioenen ontfutseld worden,
ten bate der tot barstens gevulde brand
kasten der Amerikaansche millionairs.
De Shellgroep moet dus overwonnen
worden. De Standard tracht daarom petro-
leumvelden in Ned. Indië te verkrijgen.
Probeerde zij dit echter onder haar
eigen naam, dan zou het waarschijnlijk
niet zoo gemakkelijk gaan. Een nieuwe
maatschappij ontstond, de „Nederland
sche Koloniale." Spijt alle ontkenning
van de Directie dier vennootschap, zijn
wij vast overtuigd, dat deze vennootschap
niets anders is dan een schepping van
de Standard. Zij heeft op Java reeds de
concessie van een twintigtal petroleum-
velden in handen weten te krijgen en zal
thansallemoeitedoen om de Djambivelden
te bemachtigen. De „Koninklijke" wijst
er in brochures op, dat voor haar daar
door de strijd zwaarder zal worden. Haar
verdedigers reppen zelfs van haar „na
tionaal" karakter. Dit nu is te gek om
los te loopen. De lezer zal uit het boven
staande wel gezien hebben, dat de Ko
ninklijke, waarvan trouwens een groot
deel der aandeelen in het bezit is van
Mevrouw de Léry
Spreek. Ben je bang voor me? Ik zal je terstond
gerust stellen; als, ik van mijn kant, om je op je
gemak te zetten, iets moet belooven, dan zal ik je
toonen, dat ik vertrouwen in je heb en je noodzaken
het in mij te hebben; is dat noodig? ik zal het doen.
"Wat wenscht je van mijn kant te weten?
Mathilde.
Je bent mijn beste vriendin ik zal je alles zeggen,
ik vertrouw op je. Het betreft niets heel ernstigs;
maar ik heb iets in mijn hoofd, dat me niet loslaat.
Ik heb voor de Chavigny in stilte een beursje gemaakt,
dat ik hem van daag dacht te gevenin de laatste
veertien dagen zie ik hem te nauwernoodhg is
heele dagen bij mevrouw de Blainville. Hem dit
cadeau aanbieden. Was hem een zacht verwijt doen
over zijn afwezigheid en hem toonen, dat bij me
alleen liet. Op het oogenblik, dat ik hem mijn beursje
wilde geven, haalde hij de andere uit.
Mevrouw de Léry
Dat is geen reden om over te hnilen.
Mathilde.
O! of er reden is om te huilen, want ik heb een
groote dwaasheid begaan ik heb hem om de andere
beurs gevraagd.
Medame de Léry
Aidat is niet diplomatisch.
Mathilde.
Neen, Ernestina en hij beeft me die geweigerd
En toen Oik schaam me
Mevrouw de Léry
Welnu
Mathilde.
Wel, toen, heb ik het bem op mijn knieën gevraagd.
Ik wilde, dat hij die kleine opoffering voor me over
had, en ik kou hem mgn beurs in ruil gegeven
Rothschild te Parijs en van Engelschen,
alles behalve „nationaal" is. Dit is even
min het geval met de Nederlandsch
Koloniale. Bij beide vennootschappen
zit eenzeltde streven voor, dat directie
en commissarissen, al zijn het burge
meesters en kamerleden bezielt, nl.den
buit uit Djambi binnen te halen. Wil
men van een „nationaal" belang spreken,
dan moet men de vurige hoop uitspre
ken, dat de volksvertegenwoordiging er
toe besluite de Djambivelden tot Staats
bedrijf te maken. Doch wij vreezen, dat
slechts een zeer geringe minderheid in
de Kamer daarvoor zal zijn. Nu moeten
wij dadelijk toegeven, dat het de groote
vraag is of voor zoo'n Staatsbedrijf op
dit oogenblik nog plaats zou zijn, waar
de twee genoemde reuzenmachten de
wereldproductie beheerschen. Onze voor
zaten die ons zoo meenige leelijke poets
gebakken hebben met de uitgifte van
waardevolle concessie's aan particulieren,
hebben verzuimd op het juiste oogenblik
de Indische petroleumvelden door den
Staat te doen ontginnen. De fout kan
niet meer goed worden gemaakt en, wat
de Djambi-concessie betreft, zal alleen
bereikt kunnen worden, dat de Staat er
zooveel mogelijk profijt van trekt. Het
aandeel, dat de Staat thans van den mil-
lioenenregen in de kas der Koninklijke
toekomt, is buitengewoon gering. Bij de
inschrijving naar de Djambi-concessie's
werd in Staatscourant no. 186 bepaald,
dat 10 °/0 der bruto-opbrengst van de
Djambi-olie aan den Staat zou komen.
In de laatste Staatscourant is de 10 °/0 ver
anderd in X °/0. Dat wil zeggen, dat de
Staat kan bedingen, dat eenige malen
10 °/0 van de opbrengst in de Indische
schatkist zal komen. Wij vertrouwen,
dat de Kamer haar goedkeuring alleen
aan zoodanige overeenkomst zal hechten,
waarin den Staat een zeer groot deel dei-
winst wordt gewaarborgd. Daar kan geen
enkel bezwaar tegen zijn. De heer Van
Kol deelt bv. mee, dat de Billitonmaat-
schappij 6272 °/o van haar nettowinst
betaald. Hooger dan het belang van
eenige grootkapitalisten staat het belang
der Indische gemeenschap, aan welke de
millioenen tot zegen kunnen strekken.
En dat alleen heeft de Kamer in het oog
te houden!
hebben voor de zijne. Ik heb, hem gebeden
Gesmeekt.
Mevrouw de Léry.
En hij heeft daarop niets gedaan dat spreekt van
zelf. Arme onnoozeleHij is je niet waard
Mathilde.
0 Ondanks alles, ik zal het nooit gelooven
Mevrouw de Léry.
Je hebt gelijk, ik druk me slecht uit. Hij is je
waard en heeft je lief; maar hij is man en
trotsch
't Is bedroevend! En waar is nu je beurs?
Mathilde.
Hier op de tafel.
Mevrouw de Léry. (de beurs opnemende)
Die beurs? welme lieve, ze is viermaal mooier dan
de zijne. In de eersle plaats is die niet blauw, en
allerliefst is ie. Geef ze mij eens, ik zal wel zorgen
dat ze in zijn smaak valt.
Mathilde.
Probeer het je zult me gelukkig maken.
Mevrouw de Léry.
Daartoe te komen na een jaar getrouwd te zijn.
't Is ongehoord Daar steekt wat achter. Die Blainville
met haar indigo, ik verfoei haar. Ze ziet niet verder
dan haar neus |lang is. Mathilde, wil je iets doen?
Het kost ons niets te probeeren. Zal je je man van
avond nog zien
Mathilde.
Ik weet er niets van maar hij heeft het gezegd.
Mevrouw de Léry.
Hoe was je toen hg wegging
Mathilde.
01 ik was erg bedroefd en hij erg streng.
Mevrouw de Léry.
Hij zal komen. Heb je moed? Als ik een idee heb,
De roode Dinsdag.
De derde dinsdag in September, de
traditioneele dag, op welken de Koningin
in de mooie Ridderzaal de zitting der
Staten Generaal opent, heeft in den
volksmond als „roode Dinsdag" meer
bekendheid verworven dan een reeks
van plechtige Kameropeningen dien dag
vermocht te verschaffen. Die bekendheid
dankt de dag uitsluitend aan de buiten
gewone reclame, door de S. D. A. P.
onaigebroken gemaakt. Men moet toege
ven, dat die partij de kunst van reclame
maken uitnemend verstaat. Maar toch zou
het zelfs op den duur voor haar een on-
mogenlijkheid zijn gebleken Jop den roo-
den Dinsdag grooter aantal betoogers
naar den Haag te lokken. Eenvoudig, om
dat hetnieuwtje er afgegaan zou zijn. De
burgemeester van den Haag heeft de
sociaaldemocraten een grooten dienst
bewezen door zijn weigeringden kies-
rechtoptocht toe te staan. Daardoor wordt
de S. D. A. P. het echec bespaard, dat
haar in volgende jaren bij haar mani-
fetatie te wachten stond, terwijl haar
tevens een prachtig agitatiemiddel aan
de hand wordt gedaan. Het was te
verwachten, dat oogenblikkelijk een fel
manifest over verkorting ,van rechten,
ongemotiveerde weigering enz. zou ver
schijnen.
De weigering van den burgemeester
is o.i. dan ook zeer ontactisch. In de
motiveering van zijn besluit verklaart de
burgemeester, dat de optocht hetkarakter
van een „manifestatie tegen de plechtige
opening van het Parlement door het
hoMd van den Staat." Wanneer men
bedenkt, dat de weigering van den op
tocht bijna altijd berust op het motief,
dat de openbare orde gevaar zou loopen
en daarvan bij een optocht, door de
S. D. A. P. georganiseerd, nimmer sprake
is, dan vraagt men zich af, waarom de
burgemeester thans den optocht als een
manifestatie beschouwt, wat dan toch
verleden jaar eveneens van de betooging
kon gezegd worden.
Het is een bekend feit, dat hooge en
conservatieve kringen verleden jaar
slecht te spreken waren over de toestem
ming van den burgemeester. Zijn weige
ring maakt thans een indruk, dat hij
zal ik je waarschuwen, ik moet zoo opeens een
ingeving hebbenik ken me zelf ik zal slagen.
Mathilde.
Beveel me maar, ik onderwerp me.
Mevrouw de Léry.
Ga in dat kamertje, kleed je vlug en stap in mijn
rijtuig. Ik wil je niet tiaar het bal stnren, maar het
moet, als je weer binnenkomt den schijn hebben,
alsof je er geweest zijt. Je laat je brengen waarheen
je wilt, naar de Invalides of de Bastilledat zal
misschien niet prettig zijn, maar je zult daar even
goed onrust hebben als hier. Is dit afgesproken
Neem nu je beurs, wikkel haar in dit papier, ik zal
het adres er opl zetten. Zoo, dat is gedaan. Op den
hoek van de straat, laat je ophouden je zegt mijn
groom dit pakje hieraan te reiken, en het aan de
eerste de beste bediende te geven, die hij zien zal
en zonder nadere verklaring weg te gaan.
Mathilde.
Zeg me ten minste, wat je doen wilt
Mevrouw de Léry.
Wat ik |doen zal mgn kind, is me onmogelijk te
zeggen, en ik zal zien of het uit te voeren is. Eens
vooral, verlaat je op mg
Mathilde.
Ja, alles ter wereld uit liefde voor hem.
Mevrouw de Léry.
Kom, gauwDaar is een rgtuig.
Mathilde.
Hg is 't: ik hoor zijn stem buiten.
Mevrouw de Léry.
Maak dat je weg komtl Is er geen achtertrap?
Mathilde.
Ja, gelukkig. Maar ik ben niet gekapthoe zal hij
aan dat bal gelooven?
(TFvrtft vervolgd.)