Binnenland.
Landbouw.
zün geeseling ongeveer 5 jaren vroeger had
plaats gehad waren de litteekens die hij er
uit over gehouden had nog duidelijk zicht
baar, vooral een breed litteeken dat dwars
over de ribben liep. Een andere straf wordt
als volgt beschreven
De te bestraften man werd aan den nek
opgehangen met een soort Ijzeren hand
schoen geslagen en daarna aan handen en
voeten in een houten blok gesloten, gelijkend
op een schandblok uit de Middeleeuwen.
Op elke onderneming was een dergelijk
toestel voorhanden. Nu eens werd het slacht
offer op zijn rug gelegd dan weer met het
gelaat naar beneden, terwijl hjj meestal
eenige dagen, soms een paar weken en in
enkele gevallen zelfs een paar maanden in
deze pynlyke houding moest blijven.
Er werd geconstateerd dat de gaten voor
enkels en polsen zóó klein waren, dat zelfs
een tengere Indiaan daardoor gewond werd,
aangezien het ruwe hout door de voortduren
de wryving groote schaafwonden veroor
zaakte.
Wanneer een neger of Europeaan tot deze
straf was veroordeeld waren er twee man
noodig om op de blokken te gaan staan om
deze te doen sluiten. In eenige .gevallen
waren daardoor de enkels en de handge
wrichten verbrijzeld. Verder zegt Sir Case-
ment in zijn rapport dat de Indianen, die
weten hoeveel rubber er van hen verlangd
werd na een dag arbeiden en aan de weeg
plaats zagen dat hun verzamelde voorraad
het voorgeschreven gewicht niet bereikte
zich voorover met het gelaat op den grond
wierpen om de onvermijdelijke slagen te
ontvangen. De vorm van straf by dergelijke
gelegenheden toegepast beschrijft het rap
port als volgtDe opzichter of een zijner
ondergeschikte nadert, buigt zich over zijn
slachtoffer, grijpt hem by zyn haar en beukt
het hoofd met alle kracht eenige malen
tegen den grond. Nadat de arme Indiaan
zoodanig gestompt en geschopt is dat hjj
met bloed is overdekt, ontvangt hy nog een
dracht zweepslagen.
Een der employé's op een onderneming
staat onder beschuldiging van een aantal
moorden en martelingen van weerlooze
Indianen door ze met olie te begieten en
daarna in brand te steken. Ook heeft deze
onmensch verscheidene kinderen de hersens
ingeslagen, terwijl hjj er een gewoonte van
maakte Indianen armen en beenen af te
snijden en ze aldus aan een langzamen,
pijnlijken dood pry's te geven. Ook werden
gevallen geconstateerd waarby het slacht
offer de wreedaardige marteling onderging
van halfverdrinking. De Indiaan, aldus be
straft, wordt met eën zwaar gewicht aan
de voeten in diep water neergelaten, waarin
hy zoolang beneden de oppervlakte wordt
gehouden tot de dood door verstikking op
het punt staat in te treden, daarna wordt
hij opgehaald en bijgemaakt om dan een
tweeden of 'n derden keer eenzelfden dood
strijd te moeten doormaken. Ten laatste
wordt in het rapport melding gemaakt dat
in sommige gevallen de doodstraf werd
toegepast door verhongering zoowel bij
mannen als vrouwen.
Een aantal wreedheden zijn van zoo wal
gelijken aard, dat zij niet beschreven kun
nen worden.
De hitte.
In Duitschland werd geen streek Zondag
zoo door de hitte geteisterd als het Rijnland.
Op sommige plaatsen wees de thermometer
38 gr. Celcius in de schaduw. Van alle
kanten worden gevallen van zonnesteek
gemeld. In den Rijn, beneden Keulen ver
dronken twaalf personen, de meesten, daar
zij in verhitten toestand te watersprongen.
Een dorpsbrand.
Het in Hannover gelegen dorp Debstedt
is Zaterdagmiddag een prooi dei vlammen
geworden. Niet minder dan zeven-en-twintig
boerenhoeven en dertig hooibergen werden
door het vuur vernield. Ook de dorpskerk,
die als historisch monument groote waarde
bezat, brandde af. Wegens gebrek aan water
was de brandweer machteloos.
Mevrouw Toselli ongesteld.
De ex-kroonprinses van Saksen, gravin
Montignoso, die op het oogenblik te Florence
toeft, is lijdend aan buikvliesontsteking, en
haar toestand was Zaterdag zoo ernstig,
dat de geneesheeren haar overbrenging naar
het ziekenhuis van Fiesole noodzakelijk
oordeelden. Haar ziekte had ten gevolge,
dat zij zich verzoende met haar echtgenoot,
signor Toselli. op wiens verzoek eenigen
tyd geleden door de rechtbank te Florence
echtscheiding werd uitgesproken. Toselli
is voortdurend aan het ziekbed van zyn
vrouw.
De schat op Kokos-eiland.
Uit Londen wordt gemeldt dat twee dames
te Plymouth een stoomschip laten uitrusten
om een kolossale schat, die op Kokoseiland
in de Stille Oceaan moet begraven zyn, te
gaan halen. Het eiland ligt, zoo luidt de
eenigszins onduidelijke aanwijzing, ongeveer
500 zeemijlen ten Zuid-Westen van Panama
en is reeds het doel geweest van verschei
dene dergelijke expedities, tot dusverre met
weinig succes. Volgens de schat-legende
heeft de zeeroover Bonito, die jaren lang
de West-Indische eilanden brandschatte en
plunderde, in Mexico 12 millioen dollar
geroofd en is daarmede naar Kokoseiland
gegaan, waar hy deze scat heeft begraven.
Bij deze gelegenheid moeten de zeeroovers
onderling ruzie gekregen en elkaar dood
geslagen hebben, Veertien jaar later werd
de Spaansche gouverneur uit Peru verjaagd
en vluchtte met 20 millioen dollar op 't te
Callao liggend Engelsche schip „Celary
Deer." De Engelsche kapitein en de beman
ning vermoorden den Spanjaard en begroe
ven den schat ook op Kokoseiland. Een
Spaansch oorlogschip nam later den kapitein
en de bemanning gevangen en schoot de
moordenaars dood, omdat zy niet wilden
zeggen, waar de schat begraven was. Later
moet een gedeelte van het geld op het eiland
door schatgravers gevonden zyn. Een Duit-
scher, die 16 jaren lang op het eiland het
leven van een Robinson Crusoö had geleid,
heeft byna het geheele eiland omgegraven
zonder iets te vinden. De moed der beide
Engelsche dames verdient daarom des te
meer bewondering.
Brutale diefstal te Enghien.
Zondagavond omstreeks 11 uur heeft te
Enghien-les-bains bij Parijs een drama plaats
gevonden, dat wegens de verbijsterende
snelheid waarmede 't geschiedde een groote
emotie verwekte. Een individu kwam aan
het loket van een speelzaal en nam een
toegangsbewijs voor den tuin. In plaats van
den tuin in te gaan boog zich over tot de
cassière die juist bezig was het geld te tellen
en een kas op te maken, greep een handvol
goudstukken en bankbilletten en nam daar
op de vlucht. Onmiddellijk zette men den
vluchteling na en een ware menschenjacht
ontstond. Plotseling klonken er uit de me
nigte eenige revolverschoten, de vluchteling
wankelde en stortte bloedend op den grond.
Men wierp zich op hem om hem te lynchen.
Toegeschoten politieagenten hadden de
grootste moeite den man te ontzetten.
Op het politiebureau bleek dat de man
Gaston Husson heette en te Pary's woonde.
Hjj is 27 jaar oud en in betrekking bij een
spoorwegmaatschappij. Hjj is ernstig ge
kwetst door twee kogels in den buik. Men
vond niet meer dan 180 francsdaar aan
de kas 8001 francs ontbraken moet hy in
zyn vlucht eenig geld hebben weggeworpen.
Van Europa naar Amerika in drie dagen.
Een plan, dat ten doel heeft de reistus-
schen Engeland en Canada aanmerkelijk
in te korten vindt in zeevaartkringen groo
te belangstelling. Te Londen heeft men
het voornemen opgevat 6 snel stoombooten
te bouwen, die in geval van nood veranderd
kunnen worden in gewapende kruisers. Men
denkt met behulp van deze schepen een
sneldienst in te stellen tusschen Liverpool
en Halifax. Thans is nog een ander ont
werp aan de hand gedaan, dat Kaap St.
Charles aan de Zuid-Oostkust van Labradoi
als haven voorslaat. Daar bevindt zich een
haven, die groot genoeg is om de grootste
booten te bevatten en die het gehe9le jaar
door vry van ijs is. De afstand van daar
naar Liverpool is slechts 1682 Engelsche
mijlen en kan door booten, die een snel
heid bereiken van 22 knoopen per uur, in
drie dagen afgelegd worden. De weg over
land naar Quebec is 900 Eng. mijlen, zoo
dat de aanleg van een spoorlijn noodzakelijk
is. De uitvoering van het plan ondervindt
in Canada grooten steun, omdat het hier
een zeeweg betreft, die door een kortere
ijszone voert als ooit een stoomboot tusscben
Europa en N.-Amerika afgelegd heeft, be
halve natuurlijk het zuidelijke traject naar
New-York.
Duur Brood.
Wy lezen in de „Tyd" onder het opschrift
„Duur brood" het volgende nogal zonderlinge
stukje, dat door een deel der pers zonder
commentaar is overgenomen.
„Van alle kanten uit het buitenland ko
men er berichten, dat de graanprijzen stijgen.
Duur brood is daar natuurlijk het gevolg
van.
Maar nu hebben wy de Tariefwet nog niet.
Het brood kan dus ook zonder verhooging
van het tarief duurder worden. Wat volgt
daaruit? Dat de beweringen van het Anti-
Tarief-Comité handen vol zand in de oogen
zijn van sommige kiezers. Och, kom, als
't brood duurder wordt, zyn er wel andere
oorzaken dan een billijk tarief."
Een zonderling, gewrongen betoog om
nu maar eens een mooi woord te gebruiken
met als slot (als eenig doel een uitval
tegen het Anti-Tariefwet-Comité.
Wat wij in „de Tyd" lezen is eigenlijk
niets anders als dit: In h6t buitenland zyn
de graanprijzen hoog en wordt het brood
duurder, en dat nog wel zonder, dat in Ne
derland invoerrecht van meel wordt gehe
ven de graan- en broodprijzen in het bui
tenland (ook in ons land, als men wil)
kunnen dus wel duurder worden zonder, dat
aan de Nederlandsche grenzen een invoer
recht wordt geheven van meel.
En nu zeggen wy op onze beurt: Och
koml Men zou zeggen 1 Maar wie ter wereld
denkt er nu eigenlijk aan dit te bel wisten
En zoo zouden wij verder willen vragen
was het nu noodig, dat de Redactie van
„de Tijd" de ruimte van haar blad ging
verkwisten om haren lezers deze waarheden
als koeien voort te zetten Onderschat „de
Tyd" het gezond verstand harer lezers niet?
Of werd de plaatsruimte naar het oordeel
der redactie toch wel nuttig besteed, waar
zy bestemd was te dienen voor een aanloopje
tot het raadseltje, den lezers opgegeven.
Immers op haar vraag: „Wat volgt daar
uit"? zou de Redactie nu in de gelegenheid
zijn onmiddellijk zelf want ieder ander
zou het toch in tienen niet hebben geraden
te antwoordenDaaruit volgt „dat de be
weringen van het Anti-Tariefwet-Comité
handen vol zand zyn in de oogen van som
mige kiezers."
De Redactie van „de Tyd" zal vermoedelijk
wel over zichzelf tevreden zyn geweest, toen
zij dit zinnetje aan het adres van het Anti-
Tariefwet-Comité weer eens zoo handig had
geplaatst.
Wat raakt het haar hetgoen zy natuur
lijk heel goed weet dat het Antie-Tarief-
wet-Comité er nooit aan heeft gedacht en
er ook nooit aan denken zal te beweren,
dat de eenige oorzaak van stijging der graan-
en broodprijzen zou kunnen zyn gelegen
in heffing van meelrechten aan de Neder
landsche grens.
De Tijd-redactie zal met haar, op haar
eigen vraag gegeven antwoord wel niet
anders hebben bedoeld als: Het Anti-
Tariefwet-Comité heeft zich verklaard tegen
invoerrechten op meel en werpt dus den
kiezers zand in de oogen.
Met van haar standpunt beschouwd even
veel en volgens alle vryhandelaren even
weinig reden zou de redactie van „de Tijd"
op haar pour besoin de la cause gestelde
vraag hebben kunnen antwoorden bijv. dit:
„Daaruit volgt dat „de beweringen" van
den Directeur-redacteur van „de Tyd", die
een adres aan de Tweede-Kamer tegen de
heffing van invoerrechten van couranten
papier onderteekende, „handen vol zand zijn
in de oogen van sommige kiezers".
Dit antwoord, dat de Redactie van „de
Tyd" zou hebben kunnen geven, zou het
behoeft nauwelijks vermeld naar ons
inzien net precies even dwaas zijn geweest,
als het antwoord, dat zy wel gegeven heeft.
Inmiddels, nu de Tijd-redactie eenmaal is
begonnen over graan- en broodprijzen te
schrijven, willen wy daaraan toch nog even
iets toevoegen, dat haar blijkbaar is ontgaan.
Zij schijnt namel. geheel over het hoofd
te hebben gezien, de omstandigheid, dat de
klachten over hoogere graanprijzen en duur
der brood uitsluitend komen uit landen,
waar invoerrechten van granen en
meel worden geheven. Daarentegen zyn juist
in Engeland en Nederland, landen waar
geen invoerrechten op graan en meel bestaan
de broodprijzen de laatste maanden onver
anderd gebleven of zelfs iets gedaald 1 Ter
wijl wy ons in Nederland dus,dankzij den
vry'en invoer van granen en meel, in ruime
voorraden verheugen, en de broodprijzen in
ons land laag blijven, komen uit de protec
tionistische landen klachten over duur brood.
Ja, in sommige streken is de schaarste zoo
groot, dat zelfs tijdelijke maatregelen door
de overheid moesten worden genomen om
verdere stijging der prijzen, en als gevolg
daarvan ellende en onlusten tegen te gaan
of te voorkomen.
En zoo mogen wjj er ten slotte de redactie
van „de Tijd" dankbaar voor zijn, dat zij
de aandacht heeft gevraagd voor de berich
ten omtrent de stijgende broodprijzen in het
buitenland en daarmede zjj het dan ook
zonder het te willen voor de nadeelige
gevolgen van de heffing van invoerrechten
van eerste levensbehoeften, zooals granen
en meel.
Namens het Anti-Tariefwet-Comité
JAC. RINSE.
Vermeende inbraak.
Vrijdagnacht te 1 uur werd te Dordrecht
het gedeelte Voorstraat tusschen Vriese-
straat en Vischstraat in opschudding ge
bracht. De heer A. A. Benedictus, winkelier
in hoeden, ontdekte dat zich een drietal
mannen bevonden in 't aan zyne woning
grenzende achtergedeelte van de drogisterij,
„De Rozijnkorf", welk pand's nachts onbe
woond staat. Hy zag, dat een dier man
nen zich de handen waschte, terwijl een
andere met een brandende kaars rondliep,
hetgeen met het oog op de aanwezigheid
van een menigte licht ontvlambare stoffen
groot gevaar kon opleveren.
Vermoedende dat die personen met slechte
bedoelingen „de Rozijnkorf" waren binnen
gedrongen, waarschuwde hy per telefoon de
politie, die met het gevolg, dat spoedig een
inspecteur met eenige agenten ter plaatse
verscheen en het blok huizen tusschen
Voorstraat, Vriesestraat, Korte Breestraat
liet afzetten.
Inmiddels werd de heer L. de Koningh
een der eigenaars van de Rozynkorf, gewekt
en begaf deze zich naar den winkel.
Aangezien de straatdeur daarvan aan de
binnenzijde gesloten was, gaf hij aan de
politie vergunning haai met geweld te
openen, waarby een spiegelruit in scherven
vloog. Het huis werd toen geheel doorzocht,
maar aanvankelijk vergeefs, zoodat ook een
verkenningstocht in de woningen der buren
en over de daken werd gehouden.
Eenige buren stonden de politie daarbij
gewapend terzijde, terwy'l anderen, minder
moedig, telkens personen op het dak meen
den te zien en deze toeriepen zich over te
geven, want er zou zeker op hen geschoten
worden. Een der dapperen bracht het zoover,
dat hij een schoorsteen op 't dak van den
heer Braun. spekslager voor een inbreker
aanzag en te lijf ging, met gevolg, dat die
schoorsteen door het dak tuimelde en heel
wat schade aanrichtte.
Na heel wat zoeken kwam eindelijk een
der politieagenten omstreeks half3 vertellen,
dat hij de „inbrekers" niet drie, maar
vier in getal gevonden had op den zolder
in het achtergedeelte van het huis, waar zü
rustig op een hoop zeegras lagen te slapen.
Wat was het geval De vier mannen hadden
gisteren in de drogisterij gewerkt met het
uitpersen van bessen. Zij zouden daarmee
tegen 's avonds 8 uur gereed zyn gekomen,
maar doordien de pers brak werden zij
genoodzaakt eenige uren te wachten, totdal
de schade hersteld was. Uitstellen tot Zater
dag konden zij het werk niet, want dan zou
het sap waarschijnlijk bedorven zyn. Dit
was de oorzaak, dat zy eerst Vrijdagnacht
te één uur gereed waren.
Aangezien zij Zaterdag ochtend te 5 uur
weer aan het werk moesten om het sap te
koken, besloten de mannen niet naar huis
te gaan, maar in de Rozynkorf te blijven
slapen. Na zich gewasschen te hebben,
legden zij zich op den vloer neer, maar die
was hun toch wat te hard en zij kwamen
toen op het idee, dat er op den zolder in
het achterhuis zeegras voor emballage lag,
waarin zij een uitstekende slaapgelegenheid
zouden vinden. Dat was ook werkelijk het
geval, maar hun rust was van korten duur,
ofschoon wel geen hunner ooit gedacht zal
hebben, dat hij op zoon ongewone manier
zou worden gewekt.
Het nachtelijk avontuur liep dus, ongere
kend de aangerichte schade, voor allen
goed af, De politie kon inrukken en de
buren rustig onder de wol gaan. Vele toe
schouwers- men weetniet, waar bij zulk een
gelegenheid de menschen zoo opeens van
daan komen bleven echter het geval
nog geruimentyd met elkaar bespreken,
waarby natuurlijk ook tal van andere dief
stallen en inbraken ter sprake kwamen,
Hoevelen hunner daar nog van gedroomd
hebben, is ons niet bekend. (Dord.Ct.)
Te Spanheim, (gemeente Rheden) had
hedenochtend de lootgieter C. het ongeluk,
zyn soldeerlamp te dicht by het touw te
houden, waarmee zijn ladder was bevestigd
met het ongelukkig gevolg, dat het touw
schroeide en de man met ladder en al
omlaag stortte. Hij is ernstig gewond.
Zondagmiddag had te westerholte een
treurig ongeluk plaats. De beide zoons van
de wed. Strydveen aldaar, gingen met een
kameraad naar den IJssel baden. Onver
wacht schoot Antonie Strydveen, een 25-
jarige jonge man, die niet zwemmen kon
naar de diepte. Zijn broeder schoot dadelijk
toe om den drenkeling te helpen, doch,
helaas, tevergeefs. Zoo spoedig mogelyk
ging men onder leiding van een brigadier
der maréchaussée aan het dreggen, doch
men kon het lijk niet vinden. De veronge
lukte was een flinke jongeman, de steun
zijner moeder. (Zw. Ct.)
Door het uitschieten van een vaarboom is
Maandagnamiddag in de Rotte te Rotterdam
van een met groenten beladen vaartuig de
schippersknecht G. van M., uit de Wolstraat,
te water geraakt en verdronken. Zyn lyk
werd kort daarna opgehaald.
Het meisje Daalhuizen, van Uithoorn, dat
Maandag met erstige brandwonden in het
O. L. V.-Gasthuis te Amsterdam werd opge-
genomen, is daar Dinsdagochtend aan de
kwetsuren bezweken.
De warmte.
Tengevolge der hitte is te Drachten een
jongeman van 28 jaren bezweken. Afkom
stig van Beetsterzwaag was hij in de hooiïng
by een veehouder aan deZuiderdwarsvaart
aldaar.
Een paar dagen geleden had de byna
16-jarige zoon van den molenaar J. v. d.
Broek, te Voorthuizen, gem. Barneveld, het
ongeluk van den molen te vallen, waarbij
hy zulke ernstige verwondingen bekwam,
dat hy Dinsdag aan de gevolgen overleden is.
Dinsdagmorgen, omstreeks half zes, is in
een sloot nabij het tramstation derNoord-
Hollandsche Tram te Alkmaar het lijk
gevonden van een zekeren M., oud 45 jaar,
scheepmaker, woonachtig te Alkmaar. Mis
bruik van sterken drank schijnt de oorzaak
van dit ongeval te zjjn.
Door de bemanning der motorboot van
de Rijksrivierpolitie te Rotterdam is in de
rivier de Maas, bij de Lloydkade, aldaar,
drijvende gevonden het lijk van den bank
werker L. van Hardingsveld, die Vrijdag
middag by het zwemmen is verdronken.
Het lijk is naar Crooswijk vervoerd.
Op de spoorlijn Bocholt-Winterswyk, is
Dinsdagochtend het lyk gevonden van den
45-jarigen arbeidei uit Bocholt, die daar
sedert eenige dagen vermist werd. Men ver
moedt, dat hij door den passeerenden trein
gedood is.
Moord op een politie-agent te Soerabaja.
De correspondent van het „Hbld." te
Batavia seint d.d. 16 Juli:
De politie-agent Scholten werd door een
bende inlanders te Soerabaja doodgeslagen.
Inbraak in een hulppostkantoor!
In den nacht van Zaterdag op Zondag ver
schaften dieven zich toegang tot het hulp
postkantoor te Hejjen, gelegen aan den
Rijksweg Venlo—Nijmegen. Na het bureau
nagesnuffeld te hebben, wat zooals uit
alles blijkt, met groote kalmte geschiedde,
verlieten zij het kantoor door de voordeur.
Daar de brievengaarder het geld en de
geldwaarden 's-nachts in zyn woning be
waart, vonden de dieven niets.
Dood aan de vliegen.
Dr. N, G. van Huffel te Utrecht schrijft:
Voor ongeveer een maand vestigde ik de
aandacht van de gezondheidscommissie
alhier op de dreigende vliegenplaag, en
kreeg tevens gelegenheid om eene proef
neming te controleeren in het restaurant
De Kroon. h
Dit restaurant, gelegen op den hoek van h
Vieeburg en Catharynekade, dus aan de
grens van een met veestallen dicht bezette
buurt, bevatte toen reeds veel vliegen.
De strijd is op instigatie van eenige be
zoekers, met kracht aangeboden, met het
gevolg, dat in den tijd van een maand, aan
36 vliegenlinten (kleeflinten), naar matige
schatting, 10.000 stuks zijn gevangen. De
linten werden ic twee tempo's gebruikt, en
behoefden niette worden vervangen alvorens
in 't geheel ruim 300 vliegen er zich op
geplaatst hadden.
In de keuken werd gebruik gemaakt van
3 vliegenglazen gevuld met verdunde
azijn, en geplaatst op een bord met een
weinig versche jam van aardbeien.
Op deze wijze leverden de glazen een
oogst van minstens 12.000 stuks in het
zelfde tijdsverloop.
Nu is het interessant hierbij te vermelden,
dat de Zaterdagsche veeaanvoer eveneens
enorme massa's vliegen aanbrengt, maar
dat naar 't schijnt deze aanvoer niet direct
invloed uitoefent op het vliegental in de
huizen en restaurants.
Terwijl nl. de vliegenplaag in De Kroon
vrijwel bedwongen was, werd met eenige
spanning het resultaat tegemoet gezien van
6 nieuwe breede kleeflinten op volle lengte
uitgetrokken, en hedenmorgen vroegtijdig
opgehangen.
De vangst bedroeg om 2 uur slechts
50 stuks. Op andere plaatsen, nl. in de
stallen, zullen waarschijnlijk wel massa's
blijven hangen, en zich voortplanten, maar
het komt mij toch voor, dat er gesproken
mag worden van broedplaatsen en van met
broedplaatsen geïnfecteerde gebouwen. Een
fraai staaltje daarvan levert een der hotels
te dezer stede, waar 't aantal vliegen ver
leden jaar ontzaglijk groot was, maar waar
dank zij de uitroeiïngsmaatregelen, toen
genomen, het aantal dit jaar belangrijk
gedaald is.
Aldaar werd de stry'd lang niet zoo ener
giek gevoerd als mogeiyk ware geweest.
Van schoteltjes met formaline heb ik
eveneens zeer gunstige resultaten waarge
nomen, maar het bezwaar is, dat de lijken
van de vliegen, die op deze wyze omkomen
overal verspreid liggen
Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat
men de vlieg moet verdelgen, niet moet
verjagen met reukmiddeltjes, waar ze niet
van houden, en dat men vooral de verdel
ging moet aanvangen, zoodra zeerzijn,en
niet moet wachten tot ze door aantal hin
derlijk worden.
Zeer nuttig zal aldus zyn het reinigen van
schuren, stallen, enz. in het voorjaar, en het
teeren van alle naden in planken enz.
Het interessantste geval van vliegennesten
is zeker wel dat, hetwelk in de Rijks Hoogere
Burgerschool alhier is waargenomen gewor
den. Daar vertoonde zich in een der voorjaars
dagen van een een aantal vliegen op de
ruiten, en toen is, naar ik meen, dr. L. J.
Honing, op den inval gekomen, om de
kokers, waarin de gewichten van de schuif
ramen hangen, te openen, met 't gevolg, dat
daaruit een halve emmer vol vliegen werd.
verwijderd.
Vechtpartij.
By eene vechtpartij Zondagnacht te Ze
venbergen heeft zekere S. den arbeider v.
d. N. zoodanig met een mes in den rug
gestoken, dat voor zjjn leven gevreesd wordt.
Te Zoetermeer is de vrachtrijder J. Ouds
hoorn, Zondagmiddag bij het zwemmen in
de Groote Dobbe, verdronken.
Te Oud Vroenhoven is Zaterdag, naar
de L. Koer." meldt, een vijfjarig meisje der
echtelieden Beurts, dat voor hare moeder
een boodschap gingdoen, door de stoomtram
gegrepen en gedood.
Zaterdagmorgen is een zesjarig dochtertje
van schipper A. Hartman, .van Avereest,
ten Oosten van Harderwijk in de Zuiderzee
gevallen en verdronken.
Te Poortugaal is Zaterdagavond een
verpleger van het krankzinnigengesticht
Maasoord bij het baden in de Oude Maas
verdronken.
In de dominiale mijn te Kerkrade is
Zaterdagmiddag de mijnwerker Niester, 22
jaar oud, ongehuwd de steun zijner moeder,
door een kabelzwengel tegen het hoofd
getroffen. Hjj kreeg een schedelbreuk en
overleed kort daarna.
Dit is het derde ongeval in deze myn in
veertien dagen tijds,
De Landbouw Onderlinge.
P. 0. C. „Overflakkee".
Lyst van aan den landbouw en aanver
wante bedrijven.
Door 't college van Commissarissen der
Centrale Landbouw Onderlinge is op 4 April
1911 de navolgende lijst van bedrijven vast
gesteld, die als aan den landbouw aanver
wante bedrijven zullen worden aangemerkt,
mits zy niet worden uirgeoefend in een
onderneming, welke voor die bedrijven ver-
zekeringsplichtig is in den zin der ongevallen
wet 1901,