99 Officieel Nieuws- en Advertentieblad DEN voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Het beursje. ierikzee. ek en illen. 000,-. der statuten. JAGT hmlampen harnis en bij l)irkslan<L ANK I2de Jaargang. Woensdag 17 Juli 1912. No. 35 >mwasch-, inrichting 4.491.390,— 1.105.045,- 3.386.345,- 380.640,— 3.766.985,— 3.856, S50, - 550,350,— 1.306.500,— 383.050,- 3.689.550, Juli 1912. TTERS. CJYS. tBEQUE BOEIJE. Tonga by den hei den heer M. Breur L. P. de Ruiter Effecten. T, Directeur. anct-Directeur. 1in beide gevalle de opbrengst worde te of aflossing. Al] intant toegezonde: OUDE TOY<„i ING IN Branders, Kousji ilas- en Aardeweg ikkelwaren, Geëm en Schoolbehoef ten waren enz. 3eleefd aanbevolec pijnen door kon ruiksaanwijzini baar gesteld sment mmeladJj 2c. >mn 'I Algemeen. 3'l, rente 's jaars terugbetaling ran Woensdag en Don* laandagavond vat Thesaurier-Boek- ddalliirni*. ►MMELSDIJK .e 3ar-a.Ip- <3.ezi. f 0,25 20 stuks') 4,— 0,15 20 stuks) 2,50 0,10 20 stuks) 1,75 331). In tere. No. 9 iank. en- en buiten- binnen- en enz.; LUIS volgens pCt. 's jaars; maanden jaars; met mg drie 's erd. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Geueraal, 's-GRAVIlMIVGi:. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels j 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Oprichting van Hoogere Burger scholen. Het is al heel wat jaren geleden, dat te Middelharnis een vergadering werd belegd om de oprichting van een Hoo gere Burgerschool te bespreken. Een vereeniging kwam tot stand en aan deze werd de behartiging der zaak opgedra gen. Wij weten niet of deze vereeniging nog bestaat. Wel weten we, dat er voor ons eiland nog geen hoogere Burger school bestaat. Wel weten we, dat de nijvere bevolking van ons eiland in zijn overgroote meerderheid voor haar kin deren met de lagere school, hoogstens aangevuld met wat lessen in de moderne talen, moeten volstaan. Al degenen, die niet over voldoende kapitaal beschikken om hun kinderen naar Rotterdam of een andere stad te zenden, moeten, hoe gaar ne ze anders zouden willen, hun zonen en dochteren met een zeer beperkte kennis de wereld insturen. En dat, ter wijl de regeering den weg voor tal van ambten afhankelijk stelt van het bezit van „het diploma Hoogere Burgerschool vijfjarige cursus. De toegang tot de Uni versiteit afhankelijk van diploma H. B. S., sinds het (Literarisch-mathematisch exa men is afgeschaft. Om notaris of veearts te worden, is diploma H. B. S. vereischt. Voor een handelskantoor diploma H.B.S. aanbeveling. Voor betrekkingen aan de departementen, toelating tot tal van scholen diploma H. B. S. aanbeveling ot vereisehte. Regeering en particulieren wedijveren aldus om de kinderen van onze Flakkeeënaars den weg tot tallooze betrekkingen af te snijden. Dezelfde re geering, die op deze wijze de H. B. S. verplichtend stelt om voor verschillende betrekkingen in aanmerking te kunnen komen, laat na om te zorgen dat het middelbaar onderwijs onder ieders bereik valt. De minister van Binnenlandsche Za ken verklaarde op 11 Juli jl. rondweg in de Eerste Kamer „Ik heb steeds, niettegenstaande den aandrang, die telkens en telkens daar- FEXJUjZJETOJST. TOONEELSPEL IN EEN BEDRIJF NAAR A. DE MUSSET DOOE B. i.) i. Mathilde, alleen, aan een handwerk bezig. Nog een steekje en ik ben klaar. (ze schelteen knecht komt binnen) Is er al iets van Janisset gekomen De knecht. Neen, mevrouw, nog niet. Mathilde. 't Is onuitstaanbaar ga er nog eens heen haast je (de knecht gaat heen) Ik had de eerste de beste moeten nemen 't is acht uurhij is zich aan het kleedenik ben zeker, dat hij hier komt voordat het geheel klaar is. Dat zal weer een dag uitstel geven. (ze staat op) Een beurs in stilte voor haar man maken, dat zou in de oogen van menigeen een beetje al te romanesk wezen. Na een Jaar getrouwd te zijn! Wat zou, bijv. mevrouw de Lery er van zeggen, als ze bet wist? En hij zelf, wat zou hij er van denken? Goed! Hij zal misschien lachen om het achterbak- toe is uitgeoefend, gedurende al den tijd, dat ik de eer heb aan het bewind te zijn, constant geweigerd nieuwe Rijks-hoogere burger scholen op te rich ten." Van dit kabinet is voor Flakkee abso luut de tot-stand-koming van een Rijks- hoogere burger school niet te wachten. Het particulier initiatief is ten eenen- male niet in staat de zoo belangrijke sommen bijeen te brengen voor de op richting en instandhouding eener H.B.S. De gemeenten, zoo zij al tot de oprich ting geneigd waren, kennen daaraan evenmin denken. Hare financiën laten dit niet toe. Alleen van de regeering zou voor ons eiland uitkomst te wachten zijn. Doch niet van dit kabinet. Van den cleri- calen minister-president Heemskerk is de uitspraak afkomstig, dat hij dit een zegen zou vinden, als de openbare school (.lees de overheidsschool) verdween. Aan het secte-onderwijs heeft hij zijn hart verpand. Voor onze wakkere geestver wanten een spoorslag te meer het hunne er toe bijdragen in 1913 de overwinning aan de vrijzinnigen te verzekeren. Het Bakkersontwerp-Aalberse. Voor eenige dagen is bij de Kamer een gewijzigd ontwerp Bakkerswet inge komen. Het is onderteekend door twee Kuyperianen, twee katholieken en .twee christelijkhistorischen. De lezer zal zich herinneren dat het ontwerp Talma in de Kamer strandde door twee oorzaken. De eerste was het patroonsverbod. Principieel hadden verschillende kamer leden bezwaar, dat aan alleenwerkende patroons de nachtarbeid ook verboden zou worden. De tweede oorzaak was de belemmering, die het goed geregelde grootbedrijf van de wet zou ondervinden. Minister Talma weigerde halsstarrig aan deze bezwaren tegemoet te komen, en de verwerping van zijn ontwerp was het gevolg. Het ontwerp-Aalberse tracht nu de genoemde bezwaren te ondervangen. De alleenwerkende patroon zal 's nachts mogen bakken en voor grootbedrijven met een drieploegenstelsel zal vergun ning voor nachtarbeid worden gegeven. Om te voorkomen, dat nu het dwerg- sche, maar hy zal niet lacben om het geschenk. Waarom zoo achterbaksch, inderdaad Ik weet het niethet komt me voor, dat ik niet zoo van harte zou gewerkt hebben onder zijn oogen dat den schijn gehad zou hebben hem te willen zeggen kijk eens hoe ik aan je denk; dat zou op eens verwijt geleken hebben; terwijl als ik hem mijn werkje aflaat zien hij tot zich zeiven zal zeggen, dat ik aan hem ge dacht heb. De knecht (binnenkomende) Van den juwelier, mevrouw. (hy geeft een pakje aan Mathilde) Mathilde. Eindelijk (ze gaat weer zitten) Als meneer de Chavigny er is, waarschuw me. (de knecht gaat weg) We gaan dus de laatste hand slaan aan u, mijn lief klein beursje. Laat ons eens zien of die eikeltjes je mooi zullen staan Niet kwaad. Hoe zal je nu ontvangen worden? Zal Je van al het genoegen vertellen, dat ik gehad heb by het maken, van al de zorg, die ik aan je besteed heb? Je wordt niet verwacht m'n kind. Ik heb je (niet willen vertoonen dan opgesierd. Zal je een kas verlangen voor je moeite (ze kust de beurs en houdt op) Arme kleine! je bent niet veel waard; men zon geen twee louis voor je geven. Hoe komt het, dat het me treurig maakt van je te scheiden? Ben ik niet aan je begonnen om zoo spoedig mogelijk klaar te zijn? O! Ik ben vroolijker aan je begonnen, dan ik je afmaak. Het heeft echter maar veertien dagen geduurd; maar veertien dageD, is 't mogelijk Neen, bedrijf en het grootbedrijf een voor sprong op de overige bedrijven zouden hebben, wordt aan beide verboden het versche brood voor een bepaald uur, bij algemeenen maatregel van bestuur vast te stellen, te vervoeren naar den winkel en dus te verkoopen. Dit gewijzigd ontwerp zal zonder twijfel door de kamer worden aanvaard. Maar men vraagt zich toch af, waai de minister zich thans, zooals in recht sche bladen wordt medegedeeld, met het ontwerp-Aalberse vereenigt, deze concessie's door hem niet reeds gedaan zijn bij de behandeling van zijn eigen ontwerp. Volkomen juist vraagt de Roomsche Tijd: „Waarom zijn de heeren Aalberse,v. d. Voort van Zijp, De Geer, De Visser en de minister toen niet eens met elkaar gaan praten, om te trachten een middel te vinden, dat het voor de vereenigde Rechterzijde mogelijk zou maken vóór de wet te stemmen Waarom moest toen door een kortonaannemelijk, worden te kennen gegeven, dat de aanneming van de amendementen-De Visser-Snoeck Henkemans de wet eenvoudig zou wor den ingetrokken? Het antwoord op deze vraag kan geen ander zijn dan: „Met den minister viel niet te praten." Eerst thans komt men op den goeden weg. De bakkersgezellen zijn met hun huldebetoon aan den heer Talma op den verkeerden weg. Zonder zijn halsstarrigheid was de wet wellicht al in het Staatsblad geweest. Het verheugt ons, dat de vrijzinnige, hoewel wetend, dat hun stem tegen de wet politiek tegen hen zou worden uitgespeeld, niet ge schroomd hebben een regeling, die over wegende nadeelen met zich bracht, te verwerpen. Het gewijzigd ontwerp toont alreeds, dat de regeling van den bakkersarbeid te verkrijgen is zonder de groote bedrij ven met de gunstigste arbeidsvoorwaar den ernstig te schaden. Staatsexploitatie. De Tweede Kamer heeft kort, voor zij uiteenging, een wetje aangenomen, dat wij van harte toejuichen. Het strekt om niet meeren wat kon er al niet in veertien dagen gebeuren Zijn we te laat, kleine Waarom zulke gedachten Er komt iemand, geloof ik hij is 'thij heeft me nog lief. De knecht, binnenkomende. Daar is, meneer, mevrouw. Mathilde. O! Ilemel! Ik heb maar een eikeltje vastgemaakt en het andere vergeten. Wat ben ik dwaas. Ik zal het hem van daag nog niet kunnen gevenLaat hem een oogenblik, een minuut in de salon wachten gauw, eer bij binnen komt De knecht. Daar is hij, mevrouw. (Hij gaat weg Mathilde verbergt de beurs) II. Mathilde, Chavigny. Chavigny, Bonsoir, liefstestoor ik je Mathilde. Mij, Henri wat een vraag Chavigny. Wat zie je er ontsteld, betrokken uit. Ik vergeet altijd, als ik bij je binnen kom, dat ik je man ben en ik open de deur te gauw. Mathilde. Daarin ligt een beetje stoutigheid maar omdat er ook een beetje liefde uit spreekt, zal ik er je niet minder om kussen. (ze kust hem) Wat denkt u Alan wel dat u bent, meneer, als u vergeet dat u mijn man is? Chaviqny. Je minnaar, mijn schoone; of vergis ik me? het grootste gedeelte van den steenkolen- rijkdom, dien de Limburgsche bodem nog mocht bevatten, niet door particu lieren te doen ontginnen, doch dit van staatswege te doen geschieden. De lezer weet, dat thans reeds enkele Staatsmij nen in de provincie worden geëxploiteerd, De uitkomst van dit staatsbedrijf is, hoe kort het nog in werking is, een zeer gunstige. Het laat zich aanzien, dat in de naaste toekomst zeer aanzienlijke winsten zullen worden behaald. Deze vloeien thans in de Staatskas en strekken aldus ten bate van allen. Bij uitgifte der kolenvelden in particuliere exploitatie zouden de winsten enkel aan eenige grootkapitalisten zijn gekomen. De kolen- rijkdom van ons land wordt door deskun digen zoo groot geacht, dat bij uitgebrei de exploitatie in de behoefte van het geheele land kan worden voorzien. De Staat heeft het mede daardoor in zijn macht opdrijving der prijzen tegen te gaan. Aldus komt de bodemrijkdom allen ten goede. De aanneming van het wetsontwerp geschiedde in de Kamer met overgroote meerderheid. Dit bewijst, dat de overtuiging meer en meer veld wint, dat monopolistische bedrijven door de gemeenschap moeten worden geëxploi teerd. Ook in de kleinste gemeenten ziet men dit in. Men denke slechts aan de gemeen telij ke exploitatie van gasfabrieken, trems, waterleidingen enz. Even goed als deze bedrijven in handen der gemeenschap behooren te zijn, dient de Staat de be schikking te hebben over den Steenko- lenrijkdom. Het verheugt ons, dat minis ter Talma dour zijn wetsontwerp het Staatsbedrijf zoo belangrijk zal uitbrei den. Pensioneering De Bond van Staatspensioneering gaf verleden jaar aan de heeren G. L. Jan sen, meer bekend als Perio, en ds. D. A. van Krevelen, opdracht een onderzoek in te stellen naar de werking en de resul taten van de Duitsche wet op de ver plichte verzekering tegen invaliditeit en ouderdom. Dit rapport heeft bijzondere waarde, nu binnen een kort tijdsverloop de ont- Mathilde, Minnaar en vriend, Je vergis je niet. (ter zijde) lk heb lust hem de beurs te geven zooals ze is. Chavigny. Welke japon heb je aan Je gaat niet uit Mathilde. Neen, ik wilde ik hoopte, dat misschien Chavigny. Je hooptet? Wat is het dan? Mathilde. Je gaat naar het bal Je ziet er keurig uit. Chavigny. Neen nietik weet niet of het aan my ligt of aan mijn kleermaker, maar ik heb niet meer dal van toen ik nog in dienst was. Mathilde. Ontrouwe! je denkt niet aan my als je voor den spiegel staat. Chavigny. Aan wie dan Ga ik naar het bal om te dansen Ik bezweer je, dat het een karrewei is, en dat ik me er ophoud zonder te weten waarvoor. Mathilde. Welnu! blijf hier, ik smeek het Je. We zullen alleen zijn, en ik zal je zeggen Chavigny. Het komt me voor, dat de pendule voorlooptbet is zoo laat nog niet. Mathilde. 't Is nog te vroeg voor het bal, wat de pendule ook wijst. We zyn pas van tafel opgestaan. Chavigny. Ik heb gelast in te spannen ik moet een bezoek brengen Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1