f9 Officiéél Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Het laatste geluk. I 2de Jaargang. Woensdag 3 Juli 1912. No. 33 llJDEN. Tramstation (IJDEN, LEIERIJ. ^HANDEL. «nwascli-, inrichting MMELSDIJK i&Zn. ZONEN, r49 [E en THEE, SIGARETTEN, Ierwaren, |Nin alle soorten, en Toiletzeep, IOCOLAAD. KASTRANDEN, tar per boek 35 ct, PAPIER, ;e prijzen. 2IEF Jrme 3.en. f 0,25 ^0 stuks) 4,— 0,15 pO stuks) 2,50 0,10 pO stuks) 1,75 .HARNIS herfst- Hooge en Aamiden imbozen: latief bessen. ïeester fam- en pe plan tentuin, Inz. I en SIER- »r tot het ,EN TOT OEN ,N TUINEN EDEN ireiding ran POK. Ltrassan, eaz, |le eiland. Bedden denzelfden da felJZEN 89.5-396, n 1/20 ij- IJK. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W. DB JONG, Lid ran de Tweede Kamer Staten-tieneraal, '«•«BiVEIlHAGG. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te middeiharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels j 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Treurige cijfers. 11. Prof. Treub bespreekt ook de statistiek van hier te lande gevestigde Duitschers. Hij wijst allereerst op een kardinaal verschil nl. de ongelijksoortigheid der cijfers in Nederland en Duitschland. De cijfers der volkstelling geven voor 'jitschland niet aan, hoeveel Nederlan ders in Duitschland woonden, maar hoe veel van de Duitsche inwoners bij de tellingen bleken in Nederland te zijn geboien (dus ook Duitschers.) Dat dit verschil niet gering is, kan hieruit blij ken, dat bij de Nederlandsche volkstel ling van 1909 onder de bevolking hier werden geteld 69975 vreemdelingen (waaronder 37532 of meer dan de helft Duitschers), terwijl dezelfde telling aan gaf 95275 in een vreemd land geboren, dus *25301 of 36 °/0 meer. Bij de Duitsche volkstelling van 1890 deed zich hetzelfde verschijnsel voor. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat de Duitsche en de Nederlandsche vestigingscijlers maar niet zoo kunnen worden vergeleken. Prof. Treub zegt verder omtrent de statistiek van hier te lande gevestigde Duitschers het volgende „De cijfers door de Tariefvereeniging genoemd op zich zelve zijn tamelijk juist. Het aantal hier te lande wonende Duit schers was op 31 Dec. 1889 28.707,1899 31.865. 1909 37.534. Dit cijfer klom dus tusschen 1889 en 1899 met 3158 en tus- schen 1899 en 1909 met 5669, dus bijna met het dubbele. Blijvende in de lijn ran de Tariefvereeniging spreekt het zeer voor de toeneming in welvaart en arbeids gelegenheid in het laatste tiental jaren in ons vaderland, dat het overschot van bet aantal zich hier vestigende boven het aantal vertrekkende Duitschers 80 °/0 grooter was dan in het daaraan voor afgaand tiental jaren. Bovendien zal het ook aan de Tariefvereeniging niet onbe kend zijn, dat wij hier te lande een instelling hebben, die naturalisatie heet en dat Duitsche vrouwen, die met Neder- fexjil,l,eton. NAAR FELIX EOLLAENDEB. En toen sïj weggingen om te koopen, kwam de brnidegom, en die gereed waren gingen met hem ter bruiloft en de poort werd gesloten. Ten laatste kwamen ook de andere maagden en riepen Heer, doe ons open Hij antwoordde haar: Zoo waar zeg ik u, ik ken u niet. 2oo ataat er geschreven in het Evangelie van Jo/iannes, wat in onze taal overgebracht wil zeggen tooide Je voor mij ala een jonge maagd. En door J« schoonheid getroffen, door je goedheid bewogen, Bam ik je in myn armen. En wij gingen binnen ter bruiloft en sloten de aenr achter ons. En geen xiel doe ik openzij moge kloppen zoo Veel zij wil. Waarlik, ik ken haar niet I want Jou Blleen bekoor ik. 49. Wi§ ayn geluk vinden wil moet ztfn eigen weg gaan, landers trouwen, daardoor onder de Nederlandsche ingezetenen worden ge rangschikt. En misschien weet de Tarief vereeniging zelfs ook wel, dat onder hen, die zich hier laten naturaliseeren de Duitschers verreweg het sterkst vertegen woordigd zijn. Ziet men deze beide fac toren niet over het hoofd, dan ziet men ook terstond in, dat het cijfer der hier te lande wonende Duitschers lager moet zijn dan dat der naar hier komende. Van deze laatste toch vallen al diegenen af, die door naturalisatie ot door huwelijk het Nederlanderschap verkrijgen." De uiteenzetting van Prof. Treub be wijst afdoend, hoe ongegrond het beroep der protectionisten op de afgegeven na- tionaliteilsbewijzen is. Dit protectionis tisch argument is even onhoudbaar als nagenoeg al hun beweringen. Loef troef en Brummeikamp triomfator. Bij de behandeling van de verschillen de amendementen, op de artikelen van de Radenwet ingediend, doet zich een opmerkelijk verschijnsel voor. Elk amen dement, dat van de linkerzijde komt, wordt, als het niet vrij onbeduidend is, door den minister afgewezen en door de clericale meerderheid van de Commissie van Voorbereiding niet aanbevelenswaard verklaard. Geheel anders gaat het, als de katholieke heer Loef zijn mond maar open doet. Zoodra hij bepleitte, dat art. 49 eigenlijk inconstitutioneel was, trok minister Talma het artikel in. Nauwelijks verzette de heer Loet zich tegen artikel 7ter, of de minister verwijderde de aangevochten bepalingen uit de wet. Geen wonder, dat een der kamerleden uitriepLoef is troef. Voor eenige weken schreef dominee Brummeikamp een zoetsappig artikeltje aan de „lieve lezers" van de antirevolu tionaire Rotterdammer. Laat de rechter zijde, aldus dominee, over al die amen dementen zwijgen en ze eenvoudig neer sabelen. De clericalen hebben den raad van dominee Brummeikamp trouw opge volgd. Bijna zonder uitzondering hebben Wie zyn noodlot wil meesier blijven» moet voor niets terugschrikken. Met een stalen gezicht moet hy als een Napoleon over een slagveld kunnen gaan, over kranken en dooden. 50. Hond wat blaf Je en stoor je me in mijn slaap? Vervloekte hond, ik heb mijn slaap noodig t Ik ben biy dat ik hem met moeite vermeesterd heb. Hij blaft en maakt leven en laat zich niet sussen. Ik richt me in mijn bed op en steek een kaars aan. Iemand buiten scbynt de schel niet los te laten maar nu is het stil, heelemaal stil. Ik gooi het eerste liet beste kleedingstuk om en loop, blootvoets met het licht in de hand, naar de deur. Ik doe open, nauwelijks mij zelf meester. Ik zie voor mij het meisje van tante Sibylle. Mijn leden trillen, ik sta verstomd. Het meisje ziet me verschrikt aan. U moet komen, zegt ze halfluid, het is niet goed met de juffrouw. De kandelaar beeft in myn hand. Mijn God, wat ziet u er uit roep ze. Ik span me in. Ben je met een rijtuig gekomen vraag ik schuchter. Ik wryf me de oogen uit en kijkt haaT nog eens vragend aan, als wilde ik me nög eens overtuigen, dat het geen booze droom is. Zy knikt alleen bevestigend. Het rytaig moet wachten, in een paar minuten ben ik beneden. Ik kom terug in myn kamer. De hond kijkt me angstig medelydend aan. de clericale leden bij de amendementen het zwijgen bewaard. Kwam het tot stemming, dan vlogen ze bij bosjes de koffiekamer uit om hun „tegen" te laten hooren. Zelf als de commissie van voor bereiding zich bij uitzondering voor een amendement verklaarde, verwierp de clericale meerderheid het, zonder pardon. Brummeikamp bleek triomfator. Duidelijk blijkt, dat het de clericalen niet om een zoo goed mogelijke wet te doen is, doch eenvoudig om zoo spoe dig mogelijk iets in het staatsblad te brengen. Niets dan de macht door het aantal is het, die op 't oogenblik in de Kamer beslist, 't Is de zuivere succespolitiek, die Brummeikamp thans tot triomfator maakt Mr. Patijn over het Ziekte-ontwerp. VI. Welke beteekenis zullen de Raden van Arbeid als ziekenkasbesturen hebben en in hoever komt het beginsel van zelfbe stuur daarbij tot zijn recht? Mr. Patijn gaf op die vragen het vol gende antwoord Natuurlijk is de bedoeling van het 3treven naar medewerking van belanghebbenden om het daarheen te leiden, dat de verzeker den zelf, gedreven door den prikkel van het eigenbelang, gedreven door het verlangen te zorgen, dat de premie niet hooger zal stijgen dan voor een richtige uitvoering van de wet noodig is, op elkander zullen toezien en op die wijze een goede naleving van de wet zullen bevorderen. Mijnheer de VoorzitterDit punt, het punt, der contrOle dus, is by elke Ziektewet een punt van het allergrootste belang; want het schfint wel, dat allen die met de praktijk van ziektefondsen en ziektekassen in aan raking zyn geweest ik behoor daar niet toe, ik ken de praktijk niet, maar het treft mij, dat al degenen die er overgeschreven of er my, in den laatsten tyd over gespro ken hebben, het eigenlijk hierover eens zijn. dat de contrOle is het groote punt; dat de vraag of de ziekenkas goedkoop en heilzaam, dan wel duur en demoraliseerend zal werken, eingelijk afhangt hiervan, of men er in ge slaagd is, de contrOle behoorlijk te regelen. Nu is de vraag: hoe staat het daarmede in de voorgedragen regeling Ik geloof, dat die regeling een behoorlijke contrOle aller- Ik schrei het uit en pak hem hij den keel. VeTdomd dier 1 en ik slinger hem van me. Het dier geeft zelfs geen gelnid. De kleeren even omgegooid, met verwarde haren vlieg ik de trappen af. De koetsier die alweer zijn borrel genomen heeft, klimpt langzaam tegen zijn bok op. Haast je, roep ;ik, en vraag wat je wilt, het gaat om leven of dood I En nadat gezegd te hebben, wierp ik me in het rijtnig. Ik ril, dan ben ik weer gloeiend en alles draalt om mij heen. De koetsier slaat maar op zyn arm dier en het rijtuig vliegt voort. Het kwam zoo opeens, zegt het meisje en ver breekt de doodelijke stilte. En wat zegt de docter? stoot ik in vreeselijken angst nit. Ik weet het heusch niet mijnheer, antwoordt ze Mevrouw heeft me terstond naar u toegezonden. Het kan niet zyn toch Ik [begin te tellen10 20 30 40 60 60 70 Ik ruk het meiaje den sleutel nit de hand ik maak open. De deur valt krakend achter mij dicht. En naast me staat in gebogen, deemoedige houding mijn hond, die meegeloopen is. Ik let niet op hem, terwijl ik de trappen op Vlieg. Tante Sibylle komt me tegemoet; ze drukt me de hand. Ze beeft en ziet me vol zorg aan. Het kan alles nog terrecht komen, zegt ze langzaam. Maar haar stem klinkt zoo hopeloos en snijdt me door de ziel. minst waarborgt en ik geloof, dat wy in het bijzonder dit moeten vasthouden, dat die contróle onmogelijk zal kunnen worden uit geoefend door den Raad van Arbeid als eollege, noch ook door de individueeleRden van dien Raad. Men moet zich daarover goed rekenschap geven van de taak die in dit ontwerp aan den Raad van arbeid is opgedragen. Dit college en de leden van den Raad van arbeid staan geheel buiten de dagelyksche uitvoering van de wet; zy zullen daarvan niets meer bemerken dan leder ander inge zetene van het gebied. Wat is de taak, die het ontwerp aan den Raad van arbeid opdraagt Die taak is ten aanzien van bepaalde in de wet genoemde punten algemeene regelen te stellen, ver ordeningen te maken. De Raad is naar zyn aard in de eerste plaats een wetgevend college; het zal een wetgeviDgzyn au petit pied, zoo men wil, maar de aard en het karakter van zyn arbeid is wetgevend. Hfi is geen besturend college en wil men niet in eindelooze verwarring komen, dan moet dit goed in het oog gehouden worden. Het heeft mij getroffen by de besprekingen in de Commissie van Voorbereiding, dat tel kens gezegd werd en iedereen maakte zich daaraan op zijn beurt schuldig, ik zal het zelf ook wel gedaan hebben dat de Raad van arbeid voor dit of dat wel zou zorgen, op het een of het ander zou toe zien, terwijl het dan zaken gold, waar de Raad van arbeid geheel buiten staat en die alleen den voorzitter en de leden van het bestuur zullen aangaan. Men moet goed uit elkander houden, dat de voorzitter en zyn ambtenaren en het bestuur de wet toepassen en daarnevens de Raad van arbeid in hoofdzaak een wetge vende functie zal hebben ter zake van be paalde punten, door het ontwerp, hem ter regeling opdragen of overgelaten. In hoeverre de voorzitter, dan wel het bestuur in zijn geheel feitelijk de dagelyk sche uitvoering van de wet zal hebben, is, dunkt mfi, vooraf niet met zekerheid te zeggen. De geachte afgevaardigde uit Assen heeft zich dienaangaande bezorgd gemaakt, en gezegd, dat het ten slotte hierop zou neer komen, dat de voorzitter alles doet. Dat dit gevaar bestaat, nu daar die zwaar geharnaste ambtenaar aan het hoofd van het bestuur geplaatst is, zal ik zeer zeker niet ontken nen maar ten slotte zullen wy te dezen aanzien de praktijk der dingen moeten afwachten; want het zal hier zeer veel van de menschen afhangen en met name van de persoonlijkheden die in het bestuur zitten, of Ik wil by haar zijn. Maar tante Sibylle houdt me met zackten drang tegen. Wacht nog een oogenblik, de docter komt dade lijk nit de kamer. Beste tante Sibylle, ik kan niet wachten, laat me binnen gaan. Ze gaat op zijde. En met kloppend hart ga ik binnen. Ze ligt met gesloten oogen in haar wilte kleeding. De docter spreekt zacht met een forsche vrouw. By myn binnenkomen knikt hy ter nauwernood tegen me. Zijn houding is diep ernstig. Ik treed voor haar bed en zie wat pijn ze lijdt uit haar bleekheid. Ik zie hoe ze van tijd tot tyd, stuiptrekt en hoe ze lijdt. Ik zie hoe ze tegen de pijn worstelt. Nu slaat ze de oogen op lacht'ze, zejlacht zoo rein, zoo mild, zoo hartverscheurend, dat ik het niet uithouden kaD. Ze vat mijn hand met hare koude handen. Ik keer me af. Het is de lach des doods, die ik al die dagen gezien heb. De tanden op elkaar gedrnkt, met de oogen starende op een punt, breken de tranen bij mij uit. Kom hier, zegt ze vol innigheid, buig Je over me heen, jij, jij. Ze elaat de armen om me heen en kust me. En nog eenmaal zegt zeJij, jij De dokter komt tusschen beiden. U moet nu heel stil liggen. Hij ia bi) u, nu moet n kalm zijn 7 Ze kijkt me verlangend aan en laat me los. De docter voert me de kamer Uit Als we er buiten zijn, dring ik tnet den meesten ernst, die geen uitvluchten duldt, bij hem aan. (Slot vcli/t

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1