L. VROEGINDEWEIJ Wz.
KASTRANDEN
Het rapport der Grondwetscommissie
over het Onderwijs.
Mr. Patijn over het Ziekte ontwerp.
Advertentiën,
KASTPAPIER,
BEHANGSELPAPIEREN RANDEN
MUURTEKSTEN
DRUKWERK
BOEKBINDERIJ - BOEKHANDEL
2
toelating, zooals de minister deze wil, er
op neerkomt, dat de bijzondere kassen
uitzondering en de overheidskas regel
zal zijn. Met andere woorden de regeling,
die de minister voorstelt, zal ertoe leiden,
dat een aantal ziekenfondsen, die sinds
jaren bestaan, zullen verdwijnen.
Wat de Minister wil, komt hierop neer,
dat de van staatswege ingestelde zieken
kas en overwegende plaats wordt toege
kend.
Wij hebben er reeds opgewezen, dat
de opname van de kleine ongevallen on
der de Ziektewet de vernietiging betee-
kend van bloeiende organisaties, door
het particulier initiatief tot stand go-
bracht. De Land- en Tuinbouw Onder
linge, die meer en meer ingang vindt
onder de landbouwende bevolking, zal
ophouden te besta in, als de minister zijn
zin krijgt. Terwijl eenamendement-Patijn
beoogt, de ongevallen geheel buiten de
Ziektewet te stellen, heeft de heer de
Wijkersloot de Weerdesteijn een heele
serie amendementen voorgesteld, welke
beoogen een zoodanige regeling te treffen,
dat de Landbouworganisaties kunnen
blijven bestaan. Oorspronkelijk had de
heer de Wijkersloot amendementen voor
gesteld, welke alleen de landbouworga
nisaties ten goede kwamen. In een nieuwe
reeks amendementen tracht hij de nadee-
len ook voor industrie, uit de opname
der kleine ongevallen onder de Ziektewet
voortvloeiende, te ondervangen.
De geneeskundige hulp blijft, zooals
men weet, in deze wet ongeregeld. Toch
is een der voorwaarden om uitkeering
van ziekengeld te verkrijgen, dat de ver
zekerde ingeschreven is bij een toegelaten
ziekenfonds (niet te verwarren met de
uitkeeringskas) of dat hij kan aantoonen
geneeskundige hulp te kunnen verkrij
gen. De doktoren en apothekers zijn over
het ministeriëele voorstel in dezen slecht
te spreken. Zij meenen, dat zij veel te
afhankelijk zullen zijn van de fondsbe
sturen. De Maatschappij tot bevordering
der geneeskunst wil zelfs voor haar leden
een bindend besluit uitvaardigen om aan
de toegelaten ziekenfondsen hun diensten
te weigeren.
Dat de verzekerden niet vrij zullen
zijn in de keuze van hun dokter, ver
wekt ook in andere kringen veel tegen
stand.
De minister draagt den Raden van
Arbeid nog een zeer grootsche taak op.
Zij mogen maatregelen nemen, welke
ziekten van verzekerden kunnen voor
komen of die aan de geneeskundige
behandeling ten goede kunnen komen.
De Raad zal b.v. bevoegd z ijn een
ziekenhuis op te richten
Als van iets in de practijk weinig te
recht zal komen, zal het wel van deze be
voegdheid zijn 1
In de Memorie van Toelichting wordt
gezegd, dat „een nadere aanduiding der
hier bedoelde maatregelen in de wet niet
op haar plaats ware".
Wij zouden meenen, dat een betere
toelichting tot die schoone bevoegdheid
zeer gewenscht ware geweest.
Als ten slotte dit onderwerp door de
Kamer wordt aangenomen, zal dit, bijna
zeker, alleen geschieden, omdat de be
langen der coalitie die noodzakelijk ma
ken. Instemming vind het voorgestelde
ontwerp bij zeer weinigen. Werkgevers
en werknemers, doktoren en apothekers
achten de voorgestelde regeling óf vol
komen onvoldoende óf voor hun belan
gen schadelijk.
Op zijn eerste sociale wet zal minister
Talma, zelfs al mocht ze het Staatsblad
bereiken, zeker niet met voldoening kun
nen neerzien.
II.
In hun uitnemende nota over de wij
ziging van artikel 192, het onderwijsar
tikel der Grondwet, betoogen de libe
rale leden der commissie o. m.
»De verplichte gelijkstelling van de
bijzondere en de openbare school, ten
aanzien der kostenvoorziening uit de
openbare kassen, zal tengevolge heb
ben, dat de positie der openbare
school inferieur wordt aan die der
bijzondere. Vooreerst omdat in den
regel de noodzakelijke kosten der over-
heidsschool hooger dan die der bijzon
dere zullen zijn, zij het alleen reeds
daarom, omdat de eerste als aanvul-
lingsschool, ten gerieve van minder
heden, dikwijls met kleine schoolbe
volking en onvoltallige klassen zal
hebben te rekenen, maar in de tweede
en voornaamste plaats, omdat aan de
openbare school geen andere middelen
dan die, welke naar uit de openbare
kassen worden toegelegd, zullen ten
dienste staan.
De openbare school zal zich niet
boven het peil van een voor de kos
tenberekening als standaardschool aan
genomen eenvoudigste typeeener volks
school kunnen verhellen. Aan de bij
zondere school daarentegen zullen de
middelen niet ontbreken, om zich, wat
leerkrachten, leermiddelen enz. betreft,
op een ruimere leest te schoeien. Aan
gewezen voortaan om de kinderen op
te nemen van de zich nietorganiseeren-
de ouders of van hen, die, omdat zij
onbemiddeld zijn of om andere rede
nen, niet tot de beter voorziene scho
len der bijzondere organisaties worden
toegelaten, zal de overheidsschool het
karakter van armenschool aannemen.
De scheiding en splitsing der school
bevolking, niet alleen naar de gods
dienstige richtingen, maar ook naar
rangen en standen, zal voor dit stel
sel in de hand gewerkt worden".
Terecht wordt verder in de nota op
gemerkt, dat voor hen, die den grond-
wettelijken waarborg voor de ingezete
nen, dat zij een school voor hun kinderen
vinden, waar hunne godsdienstige over
tuigingen niet gekrenkt worden, onver
zwakt willen zien gehandhaafd, het door
de Staatscommissie voorgestelde artikel
nog aan bijzondere bedenkingen onder
hevig is Immers aan dezen fundamentee-
len eisch van algemeen recht een grond
recht in eiken staat, die de godsdienst
vrijheid zijner burgers wil beschermen,
moet niet slechts in woorden, maar door
de inrichting van het schoolwezen zelve,
worden voldaan. Dit is niet het geval,
indien aan de Overheid een lijdelijke
houding ten aanzien van de voorziening
in de onderwijsbehoeften wordt opgelegd,
zoodat zij heeft af te wachten of zich
zoodanige behoefte openbaart. De ingrij
pende zorg der overheid, als beginsel,
moet in de Grondwet blijven vastgelegd.
Zoo niet, en indien met de oprichting en
openstelling van scholen door de Overheid
zal worden gewacht tot zich „eene be
hoefte aan ander algemeen lager onder
wijs openbaart dan waarin door de in
gezetenen wordt voorzien, dan zullen
zeer velen jaren lang op die voorziening
van overheidswege hebben te wachten,
en inmiddels gedwongen worden niet
alleen zedelijk, maar ook wettelijk
hunne kinderen naar scholen te zenden,
waar hun godsdienstige begrippen, ge
heel in strijd met die hunner ouders,
zullen worden geleerd, wellicht opge
drongen.
Om al deze redenen achten de vrij
zinnige leden der Staatscommissie de uit
schakeling der openbare school onaan
nemelijk.
Wij onderschrijven dit oordeel geheel.
Steeds moet ons voor oogen staan, wat
deze leden zoo kernachtig en j uist in hun
nota neerschrijven
„Een grondwettelijke bepaling, wel
ke de waarborgen der ingezetenen
voor het vinden van eene voor ieder
bruikbare school verzwakt, welke zich
met groote eenzijdigheid grondt op de
wenschen van een deel der bevolking,
en welke een stelsel van schootwetge-
ving vastlegt, waarbij de zekerheid
eener deugdelijke en algemeene voor
ziening in de behoefte aan een degelijke
volksopleiding ontbreekt, is onaanne
melijk.
v.
In de Kamerzitting van 22 Mei zette
mr. Patijn zijn standpunt tegenover het
aanhangig wetsontwerp uiteen
Ik ben zelfs een enthousiast voorstander
geweest van de verplichte verzekering, maar
ik kan niet ontkennen, dat dit enthousiasme
in den loop der jaren schade heeft geleden.
Ik geloof, dat wij met de invoering van de
verplichte verzekering hier te lande een
tiental jaren te laat zfjn. Het psychologisch
moment daarvoor ligt m.i. een tiental jaren
achter ons.
De bewondering voor de Duitsche wetge
ving is, indien ik my niet bedrieg, in de
latere jaren gedaalddaartoe heeft bijge
dragen wat uit de practfjk der wetgeving
in Duitschland is bekend geworden. Maar
niet alleen dit, ook de ondervinding in
eigen land opgedaan met tal van wetten
die grooten administratie ven omslag met
zich hebben gebracht, en vooral de groote
vermeerdering van de ambtenarij daaruit
voorvloeiende, hebben ontwijfelbaar ten ge
volge gehad, dat de ingenomenheid met die
verplichte verzekering naar Duitsch model
wel is gedaald. Het doel de verbetering
van de maatschappelijke positie der arbei
ders, dit wil men nog; ja, zelfs geloof
ik, dat het geen tegenspraak kan lijden, dat
men hoe langer hoe meer er van doorge
drongen is, dat het een absoluut onafwijs
bare eisch des tijds is, dat het streven van
de arbeidersklasse om betere sociale voor
waarden machtig te worden, den krachtigen
steun van den Staat moet hebben. Maar de
ingenomenheid met het middel,de verplichte
verzekering, is wel verminderd. Menigeen,
en ik schaar mij onder dezen, die een tiental
jaren geleden de Duitsche verplichte verze
kering met gejuich zouden hebben ingehaald,
zijn nog bereid die te aanvaarden, maar nu
meer als een onvermijdelijk kwaad, waar
van zij zich de nadoelen en de bezwaren
volkomen bewust zijn geworden.
Intusschen, dit alles neemt niet weg, dat
ik toch nog aan de zijde van de voorstanders
van de verplichte verzekering sta, maar do
bezwaren die ik heb wegen toch betrekke
lijk zeer zwaar, dat ik een Minister niet
verketterd zou hebben, die juist op het ge
bied van de ziekteverzorging een anderen
weg had voorgesteld. Indien hier een Minister
opgetreden was die er op gewezen had, hoe
veel er in ons land op het gebied van de
ziekteverzekering reeds tot stand gebracht
is door de eigen kracht van het volk, buiten
de wetgeving om, die met een verwijzing
naar Denemarken had doen uitkomen hoe
veel er kan bereikt worden door de aanmoe
diging van het particulier initiatief op dit
gebied, waar immers daar als ik mij niet
bedrieg een grooter gedeelte van de be
volking vrijwillig verzekerd is dan hier het
geval zal zijn na de invoering van het ver
plichte stelseleen Minister, die had voor
gesteld door het stellen van voorwaarden
van ziekenfonds en ziekenkaswezen op
hooger peil te brengendie gezegd had laten
wij ruime subsidies beschikbaar stellen om
de deelneming aan die kassen te vermeer
deren, en wanneer dan dit streven vruchten
zal hebben gedragen, laten wy dan den
tweeden stap doen en door op te nemen de
verplichting tot aansluiting aan die dus op
hooger peil gebrachte en versterkte kassen,
trachten te komen tot een algemeene ver
zekering in den geest van de Engelsche wet
van Lloyd Georgewanneer, zeg ik, een
Minister op die wijze was opgetreden en
zoo in twee stadia het doel had willen be
reiken, dan zou ik een dergelyken Minister
niet hebben verketterd.
Intusschen toegegeven moet worden.dat
ook het thans voorgedragen stelsel belang
rijke voordeelen heeft boven die welke de
andere wijze van handelen zou hebben
medegebracht. In ieder geval wordt het doel
op deze wijze sneller bereikt, en ten slotte
moet men ter wille daarvan wel over eenige
bezwaren, zelfs over gewichtige bezwaren,
heenstappen.
Wanneer ik dan ook tegen het ontwerp
Ziektewet zal stemmen, zal dit niet zijn,
omdat het gebouwd is op het beginsel van
verplichte verzekering, doch omdat daarbij
is uitgeschakeld de geneeskundige behan
deling.
Dat blijft voor my het onoverkomelijke
bezwaar. Een ziektewet, die aan den zieken
arbeider niet datgene geeft waaraan hy in
de allereerste en voornaamste plaats behoefte
heeft, nl.de geneeskundige behandeling,maar
alleen het bijkomstige, het secundaire, de
uitkeering van ziekengeld, is in mijn oog
geen deugdelijke ziekteverzekering. Niet
alleen verkrijgen de arbeiders daardoor min
der dan zij recht hadden te verwachten, toen
de ziekteverzekering in uitzicht werd gesteld,
omdat overal waar de ziekteverzekering is
ingevoerd, de geneeskundige behandeling
hun er bij was gegevendoch bovendien
heeft daardoor de techniek van de wet zeer
belangrijk schade geleden. Dat zal meer dan
eens bij de artikelen uitkomen. Ik verklaar
zelfs niet te begrijpen, boe deze wet moet
werken, nu men er den dokter heeft buiten
gelaten. Dit alles komt echter nog nader bij
de artikelen en by de amendementen ter
sprake. Ik heb gemeend, dit wilde ik nu
even gaarne zeggen, een amendement te
moeten voorstellen om de geneeskundige
behandeling als nog in de wet op te nemen.
Ik heb te dien aanzien geaarzeld, omdat de
Kamer te dier zake in beginsel reeds een
beslissing heeft genomen. Doch juist omdat
dit voor my is het alles overheerschende
punt, dat ten slotte mijn stem zal bepalen,
scheen hei my toe, dat ik wel verplicht was
toch nog een votum van de Kamer, en nu
over een concreetamendement,uittelokken,
te meer omdat ten slotte in zake de genees
kundige behandeling het wetsontwerp vry
ingrijpende wijzigingen heeft ondergaan en
de Kamer eerst nu in staat is, nu zij de
geheele regeling in dezen vorm voor zich
heeft en het geheel kan overzien, te beslissen,
of naar haar meening deze wet, met uit
schakeling van de geneeskundige behande
ling, kan worden aanv..ard.
Mynheer de Voorzitter 1 Ik hecht er echter
aan, nu reeds te zeggen, dat het allerminst
mijn bedoeling is, door dit amendement een
terugtreden in de vroegere discussie in den
breede uit te lokken en wat ik er mijnerzijds
toe kan bijdragen om dit te voorkomen zal
ik zeker doen.
Mijn tweede groote grief tegen dit wets
ontwerp betreft de inperking van den kring
van de verzekerden tot slechts een deel der
arbeiders. Ik zal op de détails daarvan niet
ingaan; ik verklaar alleen, dat dit voor my
de tweede groote grief tegen dit wetsontwerp
is. Zooals men weet worden buiten de ver
zekering gesteld alle arbeiders, niet ineen
onderneming werkzaamGroote categorieën
van arbeiders worden daardoor buiten de
wet gebracht, met name ook die der dienst
boden. Daarmede kan ik my niet vereenigen
en ik heb mij zelfs verbaasd, dat ook in dit
opzicht de wet zoo ver blijft beneden hetgeen
in het buitenland reeds bestaat. Als naen de
vraag stelt: wat brengt nu deze ziektever
zekering aan de arbeiders, dan luidt hei
antwoord geheel onbevredigend. In het alge.
meen houd ik er niet van om by een wetsont
werp te vragenwat brengt het nu in hei
byzonder voor arbeiders? Dit is in het alge
meen een eenzijdig standpuntwij zitten
hier niet om de belangen van een bepaalde
categorie van ingezetenen te behartigenwj
zitten hier ter behartiging van de belangen
der bevolking in haar geheel. Maar hier beeft
deze vraag recht en reden. Hier hebben wj
te doen met een stuk Arbeiter-Schutz, mei
een wet, ingediend met de bepaalde bedoe
ling om de belangen der arbeiders te behar
tigen en hier mag men dus vragen: wal
geeft deze wet aan de arbeiders Stelt men
deze vraag, dan kan het antwoord niet
anders luiden dan in twee opzichten veel
minder dan wat overal in het buitenland
gegeven wordthet object der verzekering
wordt gehalveerd, de geneeskundige behan
deling wordt ten laste van de arbeiden
gelaten en de kring der verzekerden word!
veel enger getrokkenjdan in het buitenland
geschied is.
Een derde punt, dat voor my van groot
belang is, in deze materie geldt de over
brenging van de ongevallen voor de eerste
drie maanden naar de Ziektewet. Dit punt
zou ik gerechtigd zijn hier te behandelen,
Het houdt onmiddellijk verband met de On
gevallenwet. Intusschen, ik geloof beter te
doen dit punt hier niette bespreken. H6tij
een zeer ingewikkelde zaak, waarbij men in
het bijzonder de detailregeling op den voet
moet volgen en die men goed onder de oogen
moet zien, in verband met de concrete be-iï
palingen der wetsontwerpen. Dan kan een i
dergelijk punt bij deze uit denaard der zaak
breed opgezette beraadslaging toch niet tot 1
zijn recht komen. De zaak is echter zeer
belangrijk, aangezien zij ook een grooten
invloed zal hebben op de practijk der On-
gevallenwet en in het bijzonder op de risico- I
overdracht in hare werking. Tevens zal zjj 1
van groot belang zijn voor het al of niet
voortbestaan van de onderlinge vereenigin-
gen in zake de ongevallenverzekering, die
zich op het gebied van land- en tuinbouw
hebben ontwikkeld. Dit punt moet dus nader
aan de orde komen.
Het was mijn bedoeling geweest om hierbij
ook te behandelen de quaestie van de bij
zondere kassen en van de plaatselijke kas
sen; maar gevolg gevende aan uw wenscli,
Mijnheer de Voorzitter, zal ik, ter voorko
ming van dubbele discussie, al hetgeen ik
dienaangaande had willen opmerken reser
veeren tot aan de artikelen en amendemen
ten.
Ik moet echter nog een woord zeggen
over het zelfbestuur, in den geest zooals dit
gisteren door den geachten afgevaardigde
uit Assen is gedaan en, zooals ik met groote
ingenomenheid heb gezien, door u, Mijnheer
de Voorzitter, is toegelaten, over de vraag
of de Raden van arbeid zullen zijn de meest
geschikte en de meest gewenschte zieken-
kasbesturen. Ofschoon ik mij zooveel moge
lijk van het gaan in bijzonderheden zal
onthouden, zal ik toch, om niet te veel in
het vage te spreken, in enkele détails heb
ben af te dalen.
Myn algemeene indruk omtrentde Raden-
wet is, dat de opzet -van de Radenwet
buitenmate grootscheepsch is. Die groot-
scheepsche opzet, die fix und fertig uit de
Gemeentewet in de Radenwet is overgeno
men, had wellicht zin, toen die Raden nog
door den Minister bedoeld werden als heb
bende een gewichtige taak by de organisatie
van de verzekering in haar drieledige ver
takking en toen den Minister zelfs voor den
geest zweefde, dien Raden op te dragen
allerlei werkzaamheden ter zake van wet
gevingen op den arbeid, die in de toekomst
aan deze Raden wellicht nog eens zouden
kunnen worden opgedragen.
Intusschen, nu wy de plannen des Minis
ters vóór ons hebben, nu de eigenlijke be-
teekenis van die Raden blykt te liggen in,
wat zij zullen zijn als ziekenkasbesturen,
en de verdere beteekenis daarvan uiterst
luttel is, maakt die breede opzet een zon
derlingen indruk. Die ziekenkas zal zyn een
kind met een waterhoofd.
Zooals de regeling is uitgewerkt, voorzie
ik ook, dat wy zullen krijgen verbazend
veel nieuwe ambtenaren. Geheel te ontgaan
zou dit natuurlijk niet geweest zyn ;elke Ziek
tewet, welke ook, zou vermeerdering van
ambtenaren brengen; maar dat dit in die
mate het geval behoefde te zijn als uit deze
wet zal volgen, geloof ik niet. Intusschen,
ik kan my hierover bekorten na hetgeen
gisteren door den geachten afgevaardigde
uit Assen omtrent dit punt is gezegd. Wij
zullen er vermoedelijk meer van hooren
want een geheele serie van amendementen,
door den geachten afgevaardigde uit Assen
voorgedragen, schijnt mij zeer in het bijzon
der tegen dit zwakke punt van de regeling
gericht.
Ik kom dan tol de beteekenis van de
Raden van arbeid als ziekenkasbesturen en
tot de vraag, in hoever het beginsel van
zelfbestuur daarbij tot zyn recht komt.
in welke zij, wel tot eigen oordeel in staat
worden geacht.
Zelfs in Rusland hebben sommige vrouwen
eenig kiesrecht. In Zweden, Denemarken,
IJsland, Engeland, Schotland en Ierland
hebben zy het kiesrecht voor de gemeente
raden in Noorwegen, Finland, Bohemen
den Australischen Statenbond en in zes
N.-Amerikaansche Staten ook voor het par
lement, en de regeeringen van al die landen
zijn eenstemmig in hun lof over de goede
uitwerking daarvan op de politieke zoowel
als op de maatschappelijke toestanden.
Kunnen wij ons den smaad, die alzoo
den Nederlandschen Vrouwen wordt aange
daan, laten wegvallen? Welke ondeugden
of gebreken kleven haar dan toch aan, die
haar onbekwaam maken om WERKELIJK
burgeressen te zijn? Waarom moeten zy
steeds onmondig blijven en in zake kies
recht, gelijkgesteld met idioten en misdadi
gers?
Mannen van Nederland zijt rechtvaardig
Ongeveer 160.000 Vrouwen vragen uw
steun en stem in haren strijd voor recht!
Mogen wij haar zonder hulp laten
Mannen van Nederland, werkt met ons
mede tot de vrijmaking en ontvoogding van
de grootste helft onzer natie!
Sluit U aan bij den MANNENBOND YOOR
VROUWENKIESRECHT, die dat doel na
streeft, en de eer der Nederlandsche vrouw
aldus wil verdedigenl
Statuten en propaganda-lectuur worden
U, op aanvrage, door onze Secretaris gaarne
toegezonden.
Het bestuur van den Mannenbond voor
Vrouwenkiesrecht,
PresidentW. A. E. Mansveldt,
(Dillenburgstraat 19, Utrecht.
Vice-PrevidentMr. JOH. Belieante.
SecretarisF. F. W. Kehrer, (Ni-
colaïstraat 71, den Haag,
2e SecretarisH. van der Mandere.
PenningmeesterA. Scheltema de Hee-
(re.
2e Penningm.A. Broese vanöroenod.
P. J. Odd.
B. Thoënes.
De Nederlandsche Onderwijzers Propaganda
Club.
(voor drankbestrijding.)
Uit het pas verschenen jaarverslag dezer
vereeniging blijkt, dat zij ln bloei toeneemt.
Het aantal leden klom tot 1039, het aantal
voorstanders tot354.Tweenieuweafdeelingen
worden opgericht, nl. Hoogezand en de Zaan
streek. Het aantal alcoholcursussen dezer
club, waaraan jongens en meisjes, die de
school verlaten hebben onderricht wordt
gegeven over de werking van de alcohol
op het menschelyk organisme en de gevaren
van de drinkgewoonten, bedroeg 65, met
1232 leerlingen. De totale oplage van het
maandblad der Vereeniging „Gluborgaan",
bedroeg 28300, na afloop der onderwijzers
examen werd onder de pasgeslaagde onder
wijzers een propagandanummer verspreid.
Het leesboekje door deze club uitgegeven,
Vriend of Vyand beleefde een vierde druk,
welke in zyn geheel (6000 ex.) door den
Minister van Justitie werd aangekocht, voor
de Rjjksgevangenissen. Verschillende afdee
lingen hielden naast hun alcoholcursussen
tal van kinder- en ouderavonden, op welke
laatste de ouders steeds weer gewaarschuwd
werden hun kinderen vooral geen alcohol
te geven, hetgeen ook geschiedde "in de in
vele duizenden exemplaren verspreide
oudersbladen.
Ter gelegenheid van het Internationaal
Congres werd verspreid de brochureNie-
derliindischer Verein enthaltsamer Lehrer,
en het vlugblaadjeLa Nederlanda Instrui
sta Propaganda Klubo por Alkohol Kontraü
batalado".
Alleen de financieele toestand der N.O.P.
C. is verre van rooskleurig, waarom de
vereeniging steeds poogt het aantal harer
voorstanders uit te breiden. Penningmeester
is de heer H. P. A. J. Buys, te Papendrecht..
Als Algemeene Secretaris is herbenoemd
de heer J. H. Varenkamp Jz. Ingogostraat.
2, Amsterdam, die gaarne bereid is alle
inlichtingen over N. O. P. C. te verstrek
ken.
Mannen van Nederland!
De grondwetscommissie heeft geen meer
derheid kunnen vinden, die zich wenscht
uit te spreken voor de invoering van VROU
WENKIESRECHT, in welken vorm dit dan j
ook zou kunnen gegeven worden.
Onze vrouwen, onze moeders, onze zus
ters, worden dus achter gesteld bü hare se-
xegenooten in andere beschaafde Staten,
wit en gekleurd in ruim 40 patronen,
prachtige punten.
in voorraad en op staal, uilsluitend
nieuwe collectie, tegen lage prijzen.
hangend en staand, in bol glas enz.
v'ugge en nette levering tegen de laagste
Prijzen.
Vestdijk b 272 middelharnis.