lö Officieel Nieuws- en Advertentieblad EEKSTE BLAD. MZn. ide Tonge voor Overflakkee en Goedereede. JK. DER Het laatste geluk. No. 32 tNIS Afzonderlijke nummers0,05. |2de Jaargang. Woensdag 26 Juni J9I2. ELHARN1S n HERFST- f. Hooge en FRAMIDEN AMBOZEN: DATIEF BESSEN. HEESTER TAM- EN STE PLAN- MENTÜIN, enz. en SIER- eer tot het OLEN TOT DEN VAN TUINEN BIEDEN >ied van sedert 1866 soliedste adres PEKKERS, DHINES enz. billijk. ne sorteering. I oudsbekende ER is o. m. ver- van Oosten- |ij de Wed. P. voor school- j/2,1 en 1/2 Mo ;ekerd. >rnboSj itten >n. lutten. inde. 1 Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prjjs per kwartaal, franco per post f 0,50. Hoofdredacteur W. DE JONG, Lid van de Tweede Kauier Staten-Generaa 's-GRAVENHAGE. Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 16 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Merkwaardige cijfers. De protectionisten voeren als bewijs voor den bloei, dien de protectie in Duitschland brengt, vaak aan, dat zooveel Nederlanders geregeld naar Duitschland trekken om daar werk te zoeken. Prof. Treub heeft een uitnemend werk ge daan, door in de „vragen des Tijds" in een uitvoerig betoog aan te toonen, dat op de statistiek van afgegeven nationali teitsbewijzen aan arbeiders, die naar Duitschland trekken, de protectionisten zich niet kunnen beroepen. De Tarief- vereeniging, die tracht aan te toonen, dat protectie noodig is, heeft aan deze cijfers een brochure gewijd onder den titel Treurige cijfers. Prof. Treub toont aan, dat hetinderdaad treurig is, dat de protec tionisten deze cijfers als bewijs voor hun streven durven aanvoeren. Van de na- tionaliteitsbewijzen werden er afgegeven in 1900 44617 1901 34547 1902 14494 1903 15749 1904 19254 1905 20658 in 1906 30385 1907 48018 1908 32496 1909 26826 1910 30364 1911 33606 In deze statistiek valt al dadelijk op, hoe verschillend het aantal afgegeven bewijzen in de verschillende jaren is. Uit die groote schommelingen volgt al dadelijk, dat die cijfers voor recom mandatie der protectie niet bruikbaar zijn. Zoo houdt de plotselinge stijging in 1907, welk reeds in 1906 begint, voor een deel verband met de toen heerschen- de economische crisis. Maar in hoofdzaak komt ze voort uit een oorzaak, die niets met protectie te maken heeft, 29 October 1906 toch werd in Duitschland een nieuw vestigingsverdrag uitgevaardigd, waar door de nationaliteistbewijzen hun onbe- perkten geldigheidsduur verloren en om de vijf jaar vernieuwd moeten worden. Alle blijvende of tijdelijk in Duitsch land gevestigde arbeiders moesten dus hun Dationaliteisbewijs, als het ouder was dan vijf jaar, doen vernieuwen. De stijging in 1907 is alleen hieraan te FEUILLETON-, 37) NAAR FELIX HOLLAENDER. En weet je niet meer hoe het by ons huwelijk was De professor en de dichter waren onze getnigen in de raadzaal, waar al die gekke spreuken staan, wer den we getrouwd. En het dejeuner in onze woning, waaraan de professor, met zijn goedmoedigen spot en de dichter met zijn ernst deelnamen. Wat dronken we fijne wijn, en de beide gasten Winden de jonge salade, die je zelf klaar had ge- aakt. Wat waren we vroolijk en gelukkig I Toen rin ?cn weggingen, bestegen wij de hoogte, keken in h i j °ndergaan der zon en gingen weer terug 'o net dal vol verlangen en hoop. h <lat alles nu in rook vervlogen? Kan dat z'jn Neen. Neen. inplaats van eenig antwoord vraag ik langzaam ten je vergeten, hoe vaak je me gedreigd heb W(% te gaan? Ze antwoordIk deed het om je te behouden Een vrouw, die liefheeftstrijdt met alle wapenen. Je me tot dat het spel bitteren ernst werd. •n kwam Je en lag deemoedig aan mijn voeten, en me datje anders worden zou, je zou ophouden voet op myn nek te zetten. En weer bracht je rae wijten en zegt dus absoluut niets voor de protectie. De statistiek over 1912 zal waarschijnlijk ook weer een hoog cijfer vertoonen, omdat dit jaar weder een groot aantal afgegeven bewijzen vernieuwd zullen moeten worden. Dat hooge cijter zal dan eerder een gunstig dan een ongunstig verschijnsel blijken. De protectionisten verliezen bij deze cijfers een voornaam ding uit het oog nl. dat de nationaliteitsbewijzen niet alleen worden afgegeven aan hen die tijdelijk, doch ook aan degenen, die blijvend in Duitschland vertoeven. Bovendien worden deze bewijzen, die voor velen kosteloos verkrijgbaar zijn, niet altijd bewaard, ze worden meerma len vernieuwd. Ook dit maakt, dat uit de cijfers weinig is af te leiden ten gunste der protectie. Wat doel nu de Tariefver- eeniging Ze houdt met haar cijfers op bij het jaar 1907, omdat dit jaar een hoog cijfer vertoonde. De cijfers der latere jaren laat ze eenvoudig weg, omdat die in het protectionistisch betoog niet passen. Heeft men nu in het feit, dat er jaarlijks tusschen 20 en 30 duizend Nederlanders in Duitschland gaan wer ken, inderdaad te zien eenig teeken van gebrek aan welvaart? Dat men op die vraag een toestemmend antwoord zou moeten geven, wordt al aanstonds onwaarschijnlijk, omdat deze nationaliteitsbewijzen voor een groot deel worden afgegeven aan plattelands arbeiders, terwijl toch wel niemand zal durven beweren, dat onze landbouw in kwijnenden toestand verkeert. Bij de cijfers heeft men bovendien het volgende in het oog te houden. Onder de in Duitschland vertoevende Neder landers zijn ook begrepen de vrouwen en kinderen, die door hun man en vader de Nederlandsche nationaliteit hebben verkregen. Voorts moet opgemerkt worden, dat bijna een vierde der in 1900 in Duitsch land getelde Nederlanders in Duitschland waren geboren De heer Treub wijst nog op twee zeer belangrijke feiten, die niet uit het oog mogen worden verloren. Van 1880 tot 1910, dus in de dertig jaren van het protectionistisch tijdperk aan het wankelen en maakte me week. En acht dagen later was het weer het oude hondenleven I Je zag hoe ik alle vroolykheid verloor, hoe ik in den Tredmolen van onzen echt vermorseld werd en kwam niet tot my en sprak niet: Omdat ik je liefheb, geef ik de vrijheid je zaagt me vervallen en had geen medelijden. Alleen de dood meende je, kon mij van je nemen. Ze houdt de handen gevou wen, het hoofd een beetje voorover gebogen en knikt tegen me, terwijl haar oogen, mij met een verwarde uitdrukking aanstaren. Opeens komt er weer leven in haar. Wat zie je me verschrikkelijk weergaloos aan, roept ze uit. Haar gelaat wordt rood: je bemint, zegt ze met een onvaste stem, je bemint een andere, en met die heb je me vergeleken Ze houdt het oog op me gevestigd In mij wordt een vreemd verlangen wakker. Wat zou zij zeggen als ik haar alles, meedeelde. En als ik, begin ik langzaam en aarzelend, in waarheid een andere liefhad, wat zou dat? Ik zou je, antwoordt ze op plechtigen toon, ik zou je neerschieten. Ze wierpt op eens het hoofd terug. Neen, ik zou dat niet doen. Ik zou je, gaat ze niet een onheilspellende kalmte voort de oogen uit steken, waarmede je een andere hebt aangezien. Geloof je, gaat ze op snijdenden toon voort, ik wist niet, waaraan je denkt? Ik weet het nu. Maar wan neer ik ellendig en verkwijnd vóór myn tyd ben, dan heb jij me zoover gebracht. Kijk me niet zoo aan i Ik voel dat het haar bitteren ernst met hare be dreiging isik voel onder haar woorden een huive ring door de leden. En niettemin pijnigt ze me. Ik antwoord nam de bevolking van het Duitsche rijk toe met 43,5 pCt, en van Nederland met 45 pCt. Dit beteekent voor Duitschland een nadeelig saldo van 1 millioen inwoners of 300,000 mannen in den leeftijd, waarin gearbeid wordt. Toch waarlijk een belang rijk verschil in aanbod op de arbeids markt. Ziedaar reeds één factor, dien de pro tectionisten wel eens mochten overden ken. Een tweede factor is het militairisme. Als de sterkte van het Duitsche leger, in verhouding stond tot die van het Nederlandsche, zou het aan de arbeids markt omstreeks 300000 mannen minder onttrekken van het volk. Deze beide factoren beteekenen voor Nederland deze verhouding op de ar beidsmarkt 60000 personen. De jaarlijk- sche trek van 30000 man naar Duitsch land bewijst dus allerminst, dat Neder land minder goed in staat is om zijn bevolking te onderhouden. De bevolkingsdichtheid nam in het dertigjarig tijdperk van het protectionis me in Duitschland en den Vrijhandel in Nederland, daar toe met 43,4, hier met 45,6 piocent. Niettegenstaande de veel grootere arbeidsgelegenheid, die het pro tectionisme in Duitschland, volgens de protectionisten zou hebben geopend, is de gemiddelde bevolkingsdichtheid hier 47 V2 pCt. hooger dan in Duitschland. Treurige cijters? vraagt mr. Treub en hij antwoordt: ja voor protectionistische beweringen, maar bemoedigend als ken merken van de welvaart en de veerkracht van ons volk en van de arbeidersgele genheid welke het in ons land vindt. De cijfers staven op afdoende wijze de juistheid van de uitspraak door dr. Kuy- per, 48 October 4911 gedaan in de Tweede Kamer, bij de behandeling der militie- wet. ür. Kuyper, bij die gelegenheid een vergelijking makende tusschen den eco- nomischen toestand van ons volk in het midden der 19e eeuw en thans, zeide dat „gelijk ieder weet (Handel, blz. 408) ons volk in dien tijd verkeerde in een toestand van zeer groote malaise, en dat van welvaart destijds het eerste sprankje niet bekend was." Ik zou je graag met goede oogen aanzien. Ik verwijt jou wat ons scheidt, maar ik wil ook niet vergeten dat je de moeder van mijn lieve kinderen zijt.Lk smeek je nog een6, laat ons goede vrienden zyn. Ze slaat me uit de hoogte gade. Je zult by me terugkomen, zegt ze, ik ben er zeker van. Ik strijd niet voor mij zelf, ik strijd voor de kinderen. Ze reikt me daarop tot afscheid de hand, kykt me met een strelend gezicht aan en gaat langzaam naar de deur. Ik verroer me niet. Ik heb mijn keten hooren rammelen. Onder mijn innigst geluk rammelt en ratelt mijn keten. Daar dringt een smartelijk geschrei tot me door. Een schreien dat ik ken. Marianne lieve, lieve Marianne I Haar gelaat is doorschy'nend. Ze heeft de armen vast tegen het lichaam aan gedrukt en staat vol angst en verdriet voor me. En dan zegt ze op eens, voor zich op droevigen toon: Lieve mevrouw, ik kan daar niets aandoen 1 God heeft deze liefde in mij gelegd .ikkan niets daartegen doen Als ik kom tot sterven, zal ik de uitdrukking van haar wezen zien en de stem hooren, waarmede ze dit gezegd heeft. En dan zal het een zacht sterven zijn, omdat ik mij in dat uur dit herinneren zal, dat het Marianne was, die mij met geheel haar ziel, haar hart, haar gemoed heeft liefgehad. 48. Ik steek je de oogen uit, waarmede je eene andere hebt aangezien, „Nu zoo ging Dr. Kuyper voort is daarentegen, volgens de gelukkige re sultaten, die de minister van financiën deze maand weder binnen kreeg de wel vaart, zoowel op het gebied van den landbouw als van den handel en nijver heid zoo gestegen, dat zij een naburig rijk tot jaloerscheid zou kunnen verwek ken." De welvaart van thans is naarmr. Treub aan het slot van zijn betoog zegt niet uitsluitend aan de gevolgde han delspolitiek te danken. Ook hier gelijk steeds op maatschappelijk gebied, heeft een veelheid van oorzaken de tegenwoor dige welvaart tot resultante gehad. Maar tot die oorzaken behoort toch stellig ook de door Nederland sedert een halve eeuw gevolgde handelspolitiek; een politiek, die haar wortels heeft tot diep in onze geschiedenis, een politiek, die in de 47de eeuw, toen de republiek der Vereenigde Nederlanden in haar toepas sing nog meer alleen stond dan ons ko ninkrijk thans, wonderen heeft gewrocht een politiek, welker prijsgeven in de eerste helft der 49de eeuw het land al lengs heeft doen verkwijnen en welker herstel thans opnieuw welvaart en op bloei heeft gebracht. (Wordt vervolgd.) Het ontwerp-Ziektewet. Elke Raad van Arbeid krijgt in zijn gebied één ziekenkas, van Staatswege ingesteld. Naast deze overheidskas, die uitkeering van ziekengeld geeft aan de bij haar verzekerden, kunnen „bijzondere" kassen bestaan, welke door de regeering zijn erkend. Toen in Maart 1914 de be kende vraagpunten over de Ziekteverze kering in de Kamer werden behandeld, sprak dit College als zijn meening uit, dat particuliere iondsen moeten worden toegelaten, als ze voldeden aan de eischen der wet. In het oorspronkelijk ziekte-ont werp was voor de particuliere fondsen geen plaats. In het gewijzigd ontwerp kwam de minister aan de wenschen der Kamermeerderheid te gemoet. Zoo meen de hij althans. Velen zijn van meening en wij onderschrijven dit dat de Daarin zit een goede kans om dood te gaan. Ik moet er luid om lachen. Al myn gedachten zijn verward. Ik ben niet in staat over iets door te denken. Dwangvoorstellingen werken op me in. Marianne help me, sta rae by! Ze lacht de lach des doods. Ik stryd tegen dit vizioen, ik wil het verjagen, maar weer zie ik dien lach des doods, die me ver schrikt en niet loslaat. Ik gryp naar het ernstige zwarte boek het moet mij in angst en nood bijstaan ik blader onzeker, zonder aandacht in de vergeelde bladen mijn oog blijft op een plaats rusten. Dan zal het Koningryk der hemelen gelijk zyn aan tien maagden, die hare lampen namen en uit gingen den bruidegom tegemoet. Maar vyf onder haar waren dwaas en vyf waren wijs. De dwazen namen de lampen, maar namen geen olie mede. De wyzen namen olie in hare kruiken, met hare lampen. Toen nu de bruidegom verwy 1de, werden zij allen slaperig en sliepen in. Om middernacht ontstond er een geroep: Zie, de bruidegom komtga hem tegemoet I Toen stonden alle maagden op en vatten hare lampen. De dwazen zeiden echter tot de wijze: Geef ons van uw olie, want onze lampen zyn uitgedoofd. Daarop antwoordden de wyze: alzoo niet, op dat niet wij en gij gebrek hebben. Ga heen naar den winkel en koopt voor u zelfl k {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1