Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
Het laatste geluk.
I2ie Jaargang.
No. 31
Woensdag 19 Juni 1912.
Dit blad verschijnt eiken W0ENSDA6.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaal,
's-GRAVENHAGE.
Uitgave der
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 16 regels f 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van csrrespsndenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
0e vermoorde amendementen.
Vrijdag voor acht dagen verraste de
heer Lotman de Tweede Kamer met
een stel van 25 amendementen op de
Ziektewet. Deze amendementen vormden
te zamen een geheel ander stelsel dan
minister Talma voorstelde. Daarom werd
door de Kamer besloten het advies in te
winnen van de commissie van voorberei
ding bij de Ziektewet. Dit advies, dat Don
derdag j\. inkwam, strekte om de amende
menten naar de afdeelingen te verwijzen.
Daar kwam mr. Lohman voor den dag
trok ze in. De heer Roodhuyzen
diende ze weer in. Weer werd besloten
het advies der commissie in te winnen.
Deze adviseerde Vrijdag natuurlijk
om de amendementen naar de afdeelin
gen te verzenden? Wel neen, nu stond
er immers de naam, Roodhuyzen onder
de clericale meerderheid adviseerde
nu om niet te verzenden naar de afdee-
ingen. Geen wonder, dat hierover bij
linkerzijde in de Kamer groote ver
ontwaardiging heerschte. Mr. Lohman
.verspeelde bet laatste resije, dat hem
nog van zijn politieke reputatie is over
gebleven, voor redevoeringen, die hem
volkomen onwaardig waren. Even droe
vig was de houding van den roomschen
leider, dr. Nolens, die Vrijdag, zwart
noemde, wat Donderdag wit was.
De clericale meerderheid verwierp ten
slotte het voorstel van den heer Van
Karnebeek om tot verzending naar de
afdeelingen te besluiten. Onder de tegen
stemmers was dr. Kuyper die in
ijn Standaard de verzending naar de
afdeelingen krachtig had bepJeit en ze
een eisch van wellevendheid noemde
In de Kamer stemde meneer tegen.
Dat dit spelletje den clericalen zal op
breken, zal bij de behandeling van de
ontwerpen-Talma telkens blijken. Want
bij nagenoeg elk punt van aanbelang
zullen deamendementen vanmr. Lohman,
ter sprake komen. Wat toch wilde hij
er mee
De Raden van Arbeid, waarvan velen,
ok aan de rechterzijde, niets willen
FEUILLETON.
NAAR
FELIX HQLLAENDER,
De lente maakt me mat en traag. Het liefste
2oa ik een beetje slapen.
ik open voor haar de deur die naar de andere
heeft* z*e kaar aan i k°e ze rast noodig
nog eenmaal, draait dan den sleutel in
I n_ °m en ik zit alleen,
wo l ter een oogenblik ik hoor hetruischen
li- i m ^leeren en daarop wordt het atil.
J K simt de kamer en zet me voor mijn schrijftafel.
"c«t na taken
net wordt buiten steeds donkerder en in mijn
mer ia bet |zoo rustig en stil als in den nacht,
ineen ^ena^:rÜ^8'ie^en l°8een op, alles smelt
en? voortdurend aan haar, die slechts door
- Q dunne deur van mij gescheiden is. Ik zou die
- open kunnen breken, als ik het wilde,
jk neen, ik zal haar slaap niet stoïen
'ib ï^rik opeens op Wat is dat
'lQOr oor.Li 1.1
een zacht kloppen
weten, wil hij J laten vervallen, terwijl
hij aan de bijzondere kassen dezelfde
beteekenis wil verschaffen, die zij in
Engeland verkregen door de bekende wet
van Lloyd George.
In plaats van de Raden van Arbeid
zullen Inspecteurs worden aangesteld,die
zich door anderen kunnen laten bijstaan.
Die ambtenaren vormen de verzekerings
inspectie aan haar betalen de werkgevers
de premie. Uit haar kas betaalt zij uit
gaven van algemeenen aard.
Met de verzekering zelf bemoeit zij
zich niet.
In het gebied van iedere verzekerings
inspectie worden openbare kassen opge
richt, die hun gelden ontvangen van de
inspectie. Zij worden beheerd door de
verzekerden bij die kassen, die zelf een
bestuur kiezen. De werkgevers hebben
met die kassen verder niets te maken.
Naast de openbare kassen staan de bij
zondere met haar eigen besturen. Zij
hebben te voldoen aan de eischen die de
wet stelt. Al degene, die zich niet bij
een bijzondere kas laten inschrijven, zijn
verzekerd bij de openbare. De bijzondere
kassen dragen ook bij in hetgeen de ver
zekeringsinspectie uitgaf ten behoeve van
de volksgezondheid bijv.: ziekenhuizen.
De werkgevers hebben in de bijzondere
kassen niets te zeggen.
Minister Talma wil de premiën voor
alle verzekerden in een zelfde district
gelijk maken. Mr. Lohman stelt voor:
de premies in alle districten gelijk maken,
maar laat voor alle kassen het verbod
vervallen, dat geen deel van de premie
mag worden teruggegeven. Wat teveel
blijkt betaald te zijn, komt dus terug,
maar alleen ten bate der arbeiders.
De minimum uitkeering blijft voor
allen gelijk. Beheert het bestuur de kas
zoo slecht, dat de volle uitkeering niet
kan plaats hebben, dan kan öf een om
slag over de verzekerden geheven worden
5f de uitkeering verminderd worden.
Krijgen dus de arbeiders het bestuur
geheel in handen, zij dragen tevens de
verantwoordelijkheid ten volle.
Voor de hoofdgedachten van dit stel
sel is zeker zeer veel te zeggeD en bet
liet zich aanzien, dat er een meerderheid
voor gevonden zou worden in de Kamer.
De heer Lohman is intusschen opnieuw
Neen, ik heb me vergist.
En weer verzink ik in mijn gemijmer. Maar weer
klopt men, wat harder en krachtiger.
Ik sta gemelyk op.
Wie het ook zij, die mijn ruste kome storen, hij
make zich uit de voeten en late me met vrede I Ik
wil niemand zien, niemand, ik wil alleen zijn.
Er wordt weer geklopt. Ik doe langzaam open.
Dorothea staat op den drempel. Zij aan wie ik niet
gedacht had, die ik niet verwachte.
Ik ben het, zegt ze bedeesd, ja, ik ben het.
Haar stem doet mij pijn, en door de duisternis heen
herken ik haar.
Ik laat myn armen slap vallen.
Het lentegeluk is weg.
Ik sluit de deur achter haar. Steek licht aan.
Weg zijn mijn geluk en vrede.
Marianne slaapt zeker nog.
Ik plaats me voor Doiothea. Zij en ik, wy bebeer-
schen ons met moeite.
Ik weet watje vragen zult, begint ze, terwijl ze
me het woord ontneemt, ik weet bet precies. Ik heb
je woning teruggevonden, ben, ondanks je verbod
tot je gekomen, kom je eenzaamheid en rust storen
ik weet alles, alles, gaat ze in zenuwachtigen haast
voort.
Daar iik geen sylabe antwoord, in een angstige
spanning, die zij niet doorgronden kan, kijkt ze
langzaam) rond in de kamer en voegt er wat verlegen
bij de kinderen zeggen je goeden dag.
Ik dank je, geef ik koud ten antwoord. En nu
mag ik eindelijk wel weten wat je eigenlijk van me
wilt?
Ze slaat de armen over elkaar en uit haaroogen
spreekt onbuigbare trots.
Niets en alles, antwoordt ze. Ik wil je bezoeken
onder het Caudijnsche juk doorgegaan.
Na de kamer een week opgehouden te
hebben, heeft hij doodleuk de amende
menten ingetrokken. Dit kwajongens-
werk is natuurlijk klaargespeeld achter
de clericale schermen.
Naar het belang van goede wetten
wordt daar blijkbaar met gevraagd, slechts
het coalitiebelang geeft den doorslag.
Het ontwerp-Ziektewet.
IV
Tot welke dwaasheden de uitschakeling
van dejeneeskundige hulp uit de Ziekte
wet aanleiding geelt, blijkt al dadelijk,
als men de artikelen, die op de uitkee
ring van ziekengeld betrekking hebben,
naleest. Artikel 38 bepaalt, dat den ver
zekerde geen ziekengeld toekomt, indien
hij niet is ingeschreven bij een zieken
fonds of indien hij niet aantoont, dat hij
geneeskundige hulp kan krijgen. Het
daaropvolgend artikel (39) zegt, dat de
Raad van Arbeid het ziekengeld geheel
of gedeeltelijk kan weigeren, indien de
verzekerde geen geneeskundige hulp in
roept of de voorschriften van den genees
heer, die hem behandelt, niet opvolgt.
Nu behoeft men heelemaaL geen jurist
te zijn om te begrijpen, dat in deze
bepalingen geen enkel bewijs voorkomt,
dat een arbeider werkelijk ziek is, terwijl
er evenmin door word bevorderd, dat
werkelijk geneeskundige hulp wordt ver
kregen.
Al dadelijk rijst de vraag, wie zal nu
hebben uit te maken, of een arbeider
werkelijk ziek is? Wie zal uitmaken of
een arbeidster werkelijk] ongeschikt is,
ten gevolgen van zwangerschap? In
hoofdzaak zal dit de taak worden van
den Raad van Arbeid. Deze kan een
doktersverklaring vragen, doch behoeft
dit niet te doen. De minister vertelt met
een allerbeminnelijkste naïveteit, dat de
Raad nog andere middelen heeft. Zulke
middelen zijn mededeelingen van be
trouwbare personen of zoo luidt het
slot der ministerieele explicatie „wat
dan ook."
Zulke bakerargumenten moeten dienen
om uitschakeling der geneeskundige hulp
goed te praten. Een kamerlid, dat dezer
dagen met bestuurders van Duitsche
ziekenkassen confereerde, verhaalt, hoe
de Duitschers, hoorende, dat de heer
Talma een ziektewet maakt zonder ge
neeskundige hulp daarin op te nemen,
uitriepen: Aber, das ist ungehört! Dat
is het inderdaad. En wat had de minister
voor wettelijke voorschriften niet een
schoone gelegenheid gehad te bevorderen
dat in zoovele plaatsen, waar de genees
kundige hulp ontbreekt of zeer gebrekkig
geregeld is, in dien misstand verbetering
werd gebracht.
Zien we nu eens naar de premiën.
De helft daarvan komt ten laste van den
werkgever en de andere helft ten laste
van den werknemer. De werkgever be
taalt de heele premie en mag de helft van
het loon van den werknemer afhouden.
Iedere Raad van Arbeid stelt in het
gebied, waarvoor hij heeft te arbeiden,
het bedrag der premie vast. De premie
wordt voorgesteld naar de grootte van
het loon. Echter wordt van alle loonen
hetzefde procent betaald. De laagste
loonklasse omvat de loonen van gemid
deld 50 c. per dag, de tweede klasse de
loonen van 80 c., terwijl de hoogste
klasse de loonen van f 4 per dag omvat.
Acht de Verzekeringsraad de premiën
voor de kosten onvoldoende, dan zal hij
deze evenredig kunnen verhoogen ot wel
de uitkeeringen kunnen verlagen, als ze
hooger vastgesteld [zijn dan 70 pCt. van
bet loon.
Op het artikel, dat de premiën vast
stelt, zijn verschillende amendementen
voorgesteld. De sociaaldemocraten willen
de premiën regelen naargevarenklassen,
zooals dit bij de ongevallenwet geschiedt.
Volgens het voorstel des ministers wordt
den Raad van Arbeid de bevoegdheid
gegeven de premie te verhoogen voor
beroepen, waar het ziektegevaar te groot
is, alsook voor bedrijven, die groote ge
varen voor de gezondheid opleveren.
Dat dit stelsel tot veel willekeur aan
leiding kan geven ligt voor de hand. Deze
willekeur wordt zeer zeker door het soc.
dem. amendement beperkt.
We vermelden hierboven, dat werkge
ver en werknemer elk de helft der premie
moeten betalen. Op dit voorstel zijn drie
amendementen voorgesteld.
De heeren Treub en Teenstra, willen
ik wil myn man bezoeken, herhaalt ze, ik wil bij je
zijn, wil je spreken over alles spreken
Welnu dan
Ze ziet ine verschrikt aan.
We moeten niet overhaasten.
Ik trommelde nerveus met de vingers op de tafel.
Notabene, roept ze uit, je verlangen naar de
kinderen moet wel heel groot zyn, sinds acht dagen
ben je niet bij ons geweest. Lotje heeft verklaard,
als je een volgend maal weer komt, sluit ze je inde
kinderkamer op, en laat ze je niet meer gaan. Hoor je
Ik hoor, antwoord ik, volkomen op myn gemak.
Ik wil tot eiken prijs de scene vermijden, die zij
voorbereidt. Ik jwil het en voel reeds, dat mijn
kracht gebroken wordt.
Ze geeft zich een houding en komt vlak voor me
staan.
Weet je wat een verlaten vrouw is? Stoot ze
onmiddellijk uit.
Weet je wat van haar wordt waarheen men
baar drijft En weetje, wat het beteekend, gemeden,
uitgestooten, van de wereld verlaten te zijn
Ik druk de lippen op elkaar en zwijg.
In haar gezicht komt een verandering. Zij wordt
bleek. Haar oogen flikkeren.
Als ik tenminste, zegt ze met een gedempte stem,
als ik tenminste voor me zelve een stille genoegdoe
ning hadde. Maar om niets om niets kryt ze
als of ze gemartelt wordt, tot zulk een leven.
Ze houdt op en bedekt het gelaat met de handen,
terwijl ze begint te steunen.
Dan weer laat ze de armen zinken en kijkt me
met woede aan.
Ik vraag je nog eens. Hoe was het vroeger, voor
je me kendet
Daarop lachte ze weer schel klinkend.
Je heb me aan een ander leven gewend mij
nul terugstooten is zooveel als me licht en lucht
benemen.
Ik antwoord en heb je niet de kinderen, boeken
en een aangenamen warme woning?
Ze wringt de handen en in een gevoel van machte-
looze vertwijfeling en opstand stampt ze op den
grond.
Ik dank je, zegt ze, ik dank je, dat je me met
den wannen haard troost, dien men zelf een hond
niet misgunt.
En daarop verandert zij op eens van toon en
snikkend roept ze. De kinderen de warme woning
de boeken wat maken ze me?
Ik wil jou ik wil alleen jou
En dan ziet ze me weer met smeekende oogen aan,
en gaat voort
Weet je dan heelemaal niet meer, dat er een tijd
was, toen je me gezegd hebt, dat je je vrede slechts
bij mij kondet vinden, alleen bij mij En herinner
je je niet meer, hoe je met mij bij avond over de
groote blauwe brug gingt, hoe Je me toen zonder op
de menschen te letten, kustet en tegen je aan drukiet
En hoe we toen in het water blikten, waarin zich
de vele lichten van dep wal spiegelden waarin
de grootere en kleinere schepen voortgleden. Hoe we
daar stonden op de brug, en Je me kustet En
gaat ze voort: heïinneT je je, hoe wij op den
eersten Kerstavond van ons huwelyk om zes uur de
kleine dorpskerk voorbijkwamen, van waaruit de
booge denneboomen hun fonkelend schijnsel op de
straat wierpen en jy hand in hand met my binnen
ging, jij die in geen jarenjgodshuis meer betreden had
En wij stonden onder de verlichte boomen, het orgel
begon te spelen en de menschen zongen lnide.
(Wordt vervolgd.)