1 Binnenland. Landbouw. Een gevaar voor de uienteelt? De Landbouw Onderlinge. 6 Oeauvais gebracht, waar zjj door den rechter van instructie ondervraagd werden, Liévin, die het eerst in verhoor werd genomen, bekende medeplichtig te zijn aan den aanslag te Montgéron, hoewel hij verklaarde, daar slechts een ondergeschikte rol gespeeld te hebben. Prémilat verklaarde, dat er geen sprake van was geweest Mme ïremblay te worgen, men had haar slechts een prop in den mond willen stoppen, om haar het schreeuwen te beletten. Hy' eindigde zyn verklaring, door mede te deelen dat hy anarchist en anti-militairist was. Op het oogenblik, dat Féjard aan de beurt zou komen, voorkwam deze elke vraag, door te zeggenIk ga u een beken tenis doenik beu anarchist en wat ik u ga zeggen, is zeer interessant. Maar wy zullen naar volgorde t6 werk gaan en eerst over de geschiedenis te Montgéron spreken. Vervolgens gaf hy een uitvoerige beschrij ving van den aanslag, die hierop neerkwam Met zijn twee vrienden had hy afgesproken hun slag te slaan, als de echtgenoot van de vrouw zich verwijderd hadhy zou haar een prop in den mond duwen, een zou op den uitkijk blyven staan, terwyl de derde de boel zou nasnuffelen en mede nemen, wat van hun gading was. Maar de vrouw was sterker, dan zy' dachten, verweerde zich dapper en sloeg met haar elleboog een ruit kapot, waarop de dieven niets beters wisten te doen dan het hazenpad te kiezen. Zy werden achtervolgd en Féjard kwam er rond voor uit, dat hy het was geweest, die den „braven man" had gewond, die hen op de hielen zat; „hy had beter gedaan, zich met zyn eigen zaken te bemoeien voegde hij er cynisch bij. „Nu ga ik overtot het tweede gedeelte my'ner bekentenis zeide hy dat u heel wat meer belang zal inboezemen". „Zyt ge de medeplichtige geweest van Bonnot en die anderen vroeg de rechter. „Ja zeker was het antwoord en daar ben ik trotsch op. Ik weet, dat ik my'n hoofd in de waagschaal stel, maar dat is onver schillig. Thans is de tijd gekomen om een bekentenis te doen. Sedert 18 maanden ongeveer, heb ik slechts van diefstal geleefd en ik heb een werkzaam aandeel gehad in de verscheidene gerucht makende zaken. Ongeveer anderhalf jaar geleden maakte ik te Pontoise kennis met Garnier, hij was evenals ik grondwerker en namen beiden deel aan de staking, die destijds geproclameerd was. Langzaam aan wist Garnier my er van te overtuigen, dat wij tot daden moesten overgaan, in plaats van lijdelijk af te wachten tot de werkge vers hun goeden wil toonden. De bekende derailleering te Pontde-l'Arche in Juni 1911 is door Garnier en mij veroorzaakt. Wy waren van Pontoise vertrokken, ik had de gereedschappen meegebracht, waarmede ik de bouten losschroefde en Garnier trok de dwarsliggers weg en wy werkten hard, want het was bijna geen arbeid voor slechts twee menschen. Wij waren nog niet heelemaal gereed, toen wij in de verte de landtaarns der locomotief zagen naderen, wy stelden ons in veiligheid onder achterlating der gereedschappen, o.a. ook den bekenden sleutel, waarmede de bouten losgeschroefd werden en waarvan men tevergeefs den eigenaar trachtte te ontdekken. Kort daarop hebben Garnier en ik twee inbraken gepleegd. Alles ging opperbest. In Juni 1911 hebben wij de opslagplaats van dwarsliggers in brand gestoken en na den aanslag te Trappes bedreven te hebben, staken wij de opslag plaats van dwarsliggers te Rueil in brand. Na vervolgens te Pouchault en te la Manche aan het werk te zijn geweest, hebben wy getracht te Pontoise, notaris Tintant te berooven, die uit het venster op ons schoot. Ook was ik by den inbraak van het post kantoor te Chellis. Toen maakten we weer een brandje in de opslagplaats van dwars liggers te Liancourt-Saint-Pierre. Mijn kame raad, die daar zit, Maurice Liévin, en die zich niet behoeft te verontschuldigen, is ook een goede medewerker geweest. Hy heeft de gendarmen te Pontoise met een bom wakker geschud, jammer, dat de bom niet goed gereed gemaakt was, maar anders Ik heb nog andere gescheidenissen van minder gewicht, maar daar zullen we later wel over spreken." De rechter onderbrak hem en vroeg Zyt gij niet met Bonnot en de anderen te Montgéron en te Chantilly geweest „Neen, antwoordde de bandiet ik heb alleen met een automobiel gewerkt te Charleroi en te Amsterdam. Ook wasikdezen winter te Lyon, waar ik met Bonnot heb ingebroken in een antomobielgarage. Ik her haal, dat ik gedurende 18 maanden van diefstal heb geleefd en dat ik óf alleen, óf in medewerking met de anderen ben opge treden. Ik ben gepakt, soit. De gendarmen hebben „veine" gehad, want ik was besloten my'n huid even duur te verkoopen als de anderen hebben gedaan." Na deze sensationeele onthullingen wer den alle drie wederom naar de gevangenis over gebracht. Waarschijnlijk zal Féjard ter beschikking worden gesteld van Gilbert, die te Parijs de algemeene instructie leidt van de zaak der bandietenbende. De speciale correspondent van de „Matin," voor dit doel naar Beauvis gezonden, weet aan zijn blad nog de volgende interressante bijzonderheden mede te deelen, betreffende den bandiet Féjard, die zulke sensationeele onthullingen deed over de auto-bandieten bende. O.a. is hy te weten gekomen, hoe Garnier en Féjard, toen zy nog geen anto- mobiel te hunner beschikking hadden, zich van de eene plaats naar de andere begaven om hunne misdaden voor te bereiden. Zy reisden altijd zondor biljet. Teruggekeerd van Saintes, wisten zij ongezien in een le klasse compartement plaatste nemen, waar zij zich onder de zitbank verborgen, tei wyl een passagier (een officier in unifoim) daai rustig lag te slapen. Te Cluiteau-du-Loir aangekomen, ontwaak te de officier en zag plotseling een arm onder de bank uitsteken. Onmiddelyk trok hy zyn sabel en sommeerde den weggesoholene zich over te geven. Maar men kan zich de vei- bazing van den officier voorstellen, toen, verlegen glimlachend, twee werklieden te voorschijn kwamen, die hem zeiden, dat zy geen slechte bedoelingen hadden. „De tyuen zijn slecht en het reizen is duur wy reizen zonder biljet en willen zonder gerucht te maken aan het eerste station even sul verdwijnen als wij gekomen zyn... De officier stak lachend zyn sabel weer in de scheede, weinig vermoedende, toen de twee mannen weg waren, met wie hy ge- reisd had. Ook wordt verondersteld, dat Féjard deelgenomen heeft aan den aanslag te Chantilly, ofschoon hy zegt, dat dit niet het geval was, doch wel op de hoogte was van de plannen der bende. Ook stelde Gar nier hem voor in een tweede automobiel aan den aanslag deel te nemen, die den weg vrij moest maken voor de auto mobiel na de berooving. Dit moet de be- wuste automobiel zyn geweest, waarin zich een vrouw bevond. Maar Féjaid houdt vol, dat hy niet medeplichtig is aan de misdaad noch te Montgéron, noch te Ohantilly. Als bewijs hiervan voert hij aan dat hy zich dien 's avonds om 5 uur in een wynhuis in de nabijheid van Parijs bevond. Het telefoongesprek in de V. S. In de „Matin" publiceert Fran?ois de Tes- sau een ïuterressant artikel over de gewei dige vlucht, die de telefoon in de Vereenigde Staten heeft genomen. Op een bevolking van 85 millioen zielen telt men in Amerika in ronde cijfers 7 millioen telefoons, welke aantal gemiddeld per jaar met 800.00C(toe neemt. In 1910 hadden er daags 517.000 intercommunale- en 19.925.000 communale gesprekken plaats, samen dus 20.442.000 oer da<>. Niet alleen kooplieden en industri ëlen, maar ook landbouwers maken een veelvuldig gebruik van de telefoon. Van de vier Amerikaansche boeren bezit er één een telefoon. In den staat Iowa zelfs 9 van de 10. Met de uitbreiding van het telefoonnet heeft de ontwikkeling van de „Bell Com pany" natuurlijk gelijken tred gehouden. In 1878 had zü een maatschappelyk kapitaal van één millioen dollarin 1882 bereikte het cijfer der inkomsten een millioen dollar in 1884 keerde zy aan haar aandeelhouders een dividend uit van een millioen dollar in 1885 vormde zij een reserve van een millioen dollar; in 1898 strekten haar te lefoonlijnen zich over een afstand van millioenen mijlen uitin 1898 had zy een millioenen telefoontoestellen geïnstalleerd. Het meest interressante hoofdstuk uit de telefoongeschiedenis van Amerika, is dat over New-York. Van 56.000 in 1900 is het aantal telefoongesprekken tot meer dan 400 000 in 1910 gestegen. Oorspronkelyk bestond er niet meer dan één telefooncen trale in 30 jaar tyds heeft men er 15 moeten bijbouwen. In eenj enkel gebouw van New- York - Hudson Terminal - zyn meer te lefoontoestellen jgeïnstalleerd, dan in Grie kenland en Roemenië. De kantoren der Standard Oil Company voeren jurfyks 239.000 telefoongesprekken. De telefoon schellen weerklinken te New-York dag en nacht. Tusschen drie en vier uur s morgens berekent men, dat er tien gesprekken per minuut gevoerd worden. Yan yyf tot zes wisselen 2000 inwoners per telefoon van gedachten. Het volgende half uur verdub belt dit cijfer. Van zes tot acht uur noteert men 25000 gesprekken. Yan acht tot half negen, dus in een half uur worden er even eens 25.000 gevoerd. Om negen uur is dit cijfer verdrievoudigd. En om elf uur worden er niet minder dan 180.000 gesprekken per UUBygde°Bell Company zijn 110.000 emplo ye's in dienst waarvan alleen te New-York 5000 Uit het officieel verslag blykt, dat zy oer iaar 235 millioen contröle-biljetten ge bruiken en 560.000 potloden. Het bestuur presenteert hun om vyf uur thee of koffie, waarvan 6000 pond thee 17.000 pond koffie, 48.000 flesschen melk en 140 vaten suiker gekocht wordt. Het qrootste magazijn der wereld. Aan de Broadway te New-York tusschen de Barclaystreet en Park {Row is op het oogenblik het grootste warenhuis der wereld in aanbouw. De „confektionair deelt over dit reuzengebouw eenige belangwekkende bijzonderheden mede. Het totale gewic wordt op 250 millioen ton geschat. Het gebouw rust op 68cementzuilen,dieopeen steenen bodem zijn opgetrokken en ini stalen mantels zijn geklonken, die al een elk 1500 ton we"en. Het gebouw zal 20.000 ton structuurstaai bevatten, waaronder balken van 30 tot 44 duim en het 750 voet hoog opgetrokken torenlicht zal 96 myl op zee kunnen gezien worden. Voor venster deuren en bovenlichten is reeds voor 27.000 dollar glas besteld, doch dat is nog lang niet voldoende. Voor muren en den bodem wordt meer dan 30.000 vierkante voeten tegels of terracotta gebruikt en alleen aan cement heeft men tienduizenden zakken noodig. De sedert twee Jaren aan den bouw verbonden arbeiders, ontvangen dirca 5000 dollar per dag aan loon. Do &r0"d^r°P het gebouw staat, heeft ongeveer 4.500.000 gekost en de uitgravingen voor de fondamen ten en kelderruimten meer dan 1.000.000. De bouwstof zelf kost 9.000.000, zoodat het gebouw als het gereed is een waarde van ruim 13.000.000 zal vertegenwoordi gen. Op de étages is ruimte voor 2000 kan toren, die, ais zijn alle verhuurd zyn, een bevolking van ongeveer 10.000 personen kan bevatten. Het bedrag aan huur, jaarlijks opgebracht zal worden, wordt op 2.5000.000 dollar berekend. Behalve de ijzeren toren, die 985 voet is, zal het gebouw het hoogste bouwwerk der wereld zijn en de Metropool toren met 50 voet overtreffen. Cheques met vingerafdruk. In vele New-Yorksche banken worden thans al degenen, die van hun eigen depo sito's geld opnemen of een chèque op eigen order willen incasseeren, met een verbluf fende uitnoodig'ng verrast: „Uw vingerafdruk alsjeblief zegt de be ambte achter het loket met zakelijke voor komendheid, en laat tegelijkertijd den klant een soort vochtig kussentje en een blad vloeipapier overhandigen. Aan de nog on wetenden onder de bezoekers onderricht een der beambten, welke drie vingertoppen en welke duim voor deze criminalistische identificatie afgedrukt moeten worden. Ter wijl men zich van het kleine fleschje ter pentijn en den door een bankbediende klaar gehouden handdoek bedient, geeft de loket beambte het blad papier aan den kassier, die den afdruk vergelijkt met den by hem berustenden origineelen afdruk. Slechts als alles tot op het minste lijntje klopt, wordt het geld uitbetaald. Dit Bertillon-stelsel vindt by de grootte banken steeds meer aanhangers, want dezen zyn door de voortdurende chèque-verval- schingen zoo benadeeld, dat zij geen beteren uitweg meenden te vinden, dan door hun klanten als misdadigers te behandelen, alleen natuurlijk in puncto vingers. O verigins zor gen zy er met roerende takt voor, dat deze manipulatie aan hare bezoekers en vooral aan de dames zoo aangenaam mogely'k wordt gemaakt. Zoo zijn er elegante jongelui alléén met het doel aangesteld, de dames te overreden om toch haar handschoenen uit te trekken.... De onderwerping van de Hoearas. Uit Merarda wordt gemeld, dat generaal Mix, na zyn terugkeer van een verkennings tocht te Guerelf, de twaalf gedelegeerden van de Hoearas heeft ontvangen, die geko men waren om te onderhandelen over de voorwaarden van onderwerping. De generaal deed hun de volgende voorstellen lo. Teruggave binnen acht dagen, van al hunne bezittingen. 2o. Een schadevergoeding voor alle aan slagen, bedreven op de Fransche soldaten, Fransche bewoners en beschermden. 3o. Betaling v.an een oorlogsschatting, aflosbaar in gedeelten. 4o. Aanneming van een door Koran voorgeschreven belasting, te beginnen met het aanstaande jaar. 5o. Verplichting trouw te blijven aan Frankrijk. 6o. De terugkeer der Hoearas naar hun tentdorpen. De afgevaardigden hebben geen enkel bezwaar gemaakt tegen deze voorwaarden doch ze genomen. Des middags begaven zij zich weder naar hun stam. Guercif blijft voordurend bezet door een groote millitaire macht, teneinde de Fransche posietie te handhaven. Een belastingkwestie. Tegen een 60-tal ingezetenen van Doorn spijk is een vervolging ingesteld wegens wanbetaling van den Hoofdelijken Omslag over 1911. Zij ontzeggen echter den fiscus het recht, de invordering te doen, op grond, dat de gemeenteraad de gemeentebegrootiflg voor 1911 niet heeft vastgesteld, zooals art. 20 van de gemeentewet voorschrijft. N. R. Gt. Vermist. Te Hengelo (O.) wordt gedurende eenigen tijd vermist de kdarmenzouter M. Winter, geboren te Arnhem den 6 Mei 1876. De Officier van Justitie te Almelo verzoektthans aanhouding en voorgeleiding van bedoelden persoon, verdacht van bedrog. Verdachte moet voornemens zyn een huwelijk aan te gaan met zijn schoonzuster mej. G. van Dam, woonachtig te Arnhem. Ds. Ewoldt. Ds. Ewoldt te .Oosterzee heeft kennis geving ontvangen van het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland, dat hy als predikant bij de Ned. Herv. Kerk is ont slagen. Een ziekenfonds-conflict. Naar aanleiding van het conflict, ontstaan tusschen het bestuur van het ziekenfonds, verbonden aan de Koninklijke Weefgoe- derenfabriek voorheen C. T. Stork en Co., te Hengelo (O.) en de daaraan verbonden geneesheeren, vergaderen vele leden van dat fonds in het café „Jonge Roerink" te Hengelo (O.), waarbij mede de heeren doktoren aan wezig waren. De vergadering keurde de handelingen van het bestuur af en nam de volgende motie aan „De leden van het ziekenfonds, verbonden aan de Kon. Weefgoederenfabriek v.h. C. T. Stork en Co., in vergadering bijeen kennis genomen hebbende van het besluit, genomen door het bestuur van bovenge noemd fonds, waarbij de artsen zijn ont slagen, gezien de correspondentie, die hierop betrekking heeft, betreuren dit besluit, ver zoeken het bestuur zoo spoedig mogelijk een bestuursvergadering uit te schrijuen, waartoe de betrokken artsen worden uitge- noodigd, in de hoop, dat als nog een minnelijke schikking kan worden gevonden." Hierna werd een commissie van 5 perso nen benoemd, die, in geval aan bovenstaande motie geen gevolg wordt gegeven, eene algemeene vergadering der leden bijeen zal roepen, ingevolge het regelement. Nachtelijk avontuur te Amsterdam. Zaterdagnacht, omstreeks 2 uur, op 't moment dat alle café's gesloten werden, meende een juffrouw even haar rijkunst te moeten toonen. Zij klom op den bok van een victoria, liet haar vrienden instappen, terwyl de koetsier werd achtergelaten. In volle vaart wilde zij er van door naar men zegt om haar man een kleermaker, te ont vluchtten. Doch ziet, hetzij dat de brave bles niet meer de goede richting wist te houden, hetzij dat de „dame" haar roerrecht kwijt was, hoe dan ook, paard en rytuig reden te water. Een der dames sprong er tijdig uit, de ander werd in 't water ontnuchterd. Het natte bad had echter haar zenuwen dermate geschokt, dat zij naar het Binnengasthuis moest worden vervoerd. De brave viervoeter werd ten slotte bevrijd, het karretje bleef alleen achter. 1 Diefstallen. In den nacht van Zaterdag op Zondag 1.1, is in een perceel aan de Gelderschekade te Amsterdam aan een man, die aldaar by een vrouw op bezoek was geweest een bankbiljet van f 25 ontstolen. Zaterdagavond is aangifte gedaan, dat op het Damrak aan iemand een zilveren horloge met ketting is ontrold en dat door verbre king van een afsluiting uit een bergplaats in de St. Willebrordusstraat een motorrij wiel is ontvreemd. Ontvoering. Men schrijft uit Den Haag aan „Het volk", dat Zaterdagavond, toen de gewezen eon- cierge der H. T. M., Roerdinkholder en diens echtgenoote in de Boekhorststraat liepen te colporteeren met afdrukken van een aan de Kamer gericht adres, plotseling een auto verscheen en de vrouw door vier politie agenten, die in d.at voertuig zaten, daarin werd gesleept. Het publiek was, volgens het bericht, zeer verontwaardigd 0V6r deze plotselinge ontvoe ring en moest met geweld worden terugge drongen. Naar de schrijver verneemt, zal een klacht bij de justitie worden ingediend. Des nachts te 1 uur werd vrouw Roerdink holder weder in vrijheid gesteld, nadat haar man zich te middernacht naar het politie commissariaat had begeven om die invrij heidstelling te verzoeken. Onweer. Men schrijft ons uit Middelburg Alhier is Zondagmiddag, tijdens oen kort, maar vry hevig onweer, de bliksem geslagen in het dak van een woonhuis in de Gutstraat. Eenige pannen werden weggeslagen, doch brand werd niet veroorzaakt. Naar de „Schager Ct." meldt, werd Zater dag te Lutjewinkel de heer J. Nobel, toen hy iD de kelder was afgedaald, die hij met zyn zoon, zou schoonmaken, door de vergiftige gassen, die zich daarin bevonden, bedwelmd, zoodat hy in den 2 meterdiepen kelder neerstortte. De zoon ging den naasten buurman, den smid F. A. Boekesteyn, te hulp roepen. Maar toen zy in den kelder afdaalden, vielen ook zy bedwelmd naar beneden. Een zelfde lot trof den heer Hans die even later een poging tot redden had gewaagd. Eindelijk gelukte het den heer G. Nobel, die met een touw om het middel naar beneden ging, de vier slachtoffers naar boven te brengen. Gelukkig waren ze allen nog in leven. Zaterdagavond is tusschen Amerongen en Maarsbergen een vierjarig dochtertje van den wegwerker W. de Man door een trein overreden en gedood. De studenten van de theologische faculteit aan de Leidsche hoogescbool hebben Maan dagavond vergaderd en met groote meer derheid besloten een adres te zenden aan de hoogleeraren in de theologie en de minister, om uiting te geven aan hun verontwaardiging over het feit, dat voor Hervormde studenten een hoogleeraar is benoemd, dr. Noordtzij, die lid is van een kerk van beslist vijandige gezindheid tegen de Hervormde kerk. Minister Talma en de Radenwet. Wy lezen in het „Vaderland": Uit zeer betrouwbare bron vernemen wy, dat de Minister Talma niet bereid ia de Radenwet iD te trekken. Een besluit der Kamer dat hem daartoe zou nopen, of even tueel de verwerping der Radenwet, zoude zijn aftreden ten gevolge hebben, terwyl er kans bestaat, dat het geheele Kabinet in dat geval zou aftreden. De geheele linkerzijde van den heer van Karnebeek tot den heerDuys,isintusschen van plan voor de ingrijpende amendementen van den heer Lohman, waardoor de Raden wet vervallen moet, te stemmen, mede de Christelijk-histonscben en eenige Katholie ken zullen den heer Lohman steunen ter wijl zelfs dr. Kuyper op dit oogenblik ge neigd is de aanneming van de amendemen ten van een Goeschen afgevaardigde t bevordereD. In parlementaire kringen verwacht mei nog deze week een beslissing. In de laatste weken werd door verschil, lende landbouwers mijn aandacht gevestigtj op een ziekte in de uien. De aangetaste planten zien er aldus uit: Één van de pijpjes vertoont ongeveer in 't midden een zwarte plek. Naar boven en ook naar onderen zei deze zich voort en by opening blijkt hel blad van binnen een zwart poeder te bevat ten, zooals dat is bij brand in tarwe. Hei jonge uitje wordt ook aangetast en gaat te gronde. Wat is nu het merkwaardige? De één beweert, dat deze ziekte hier nog nooit is waargenomenzelfs oude landbou wers hadden deze brandverschynselen nog nimmer kunnen constateeren. Een ander zegt, die ziekte wel eens meer waargenomen te hebben, doch altijd bleef het verschijnsel tot enkele planten beperkt. Het wil my voorkomen, dat de uien dit jaar meer zijn aangetast dan vroeger wel het geval was, juist doordat verschillende land bouwers mjj zieke planten bezorgden. Tot heden komt deze uien-brand in ons land nog niet zoo erg veel voor. In Amerika veroorzaakt deze ziekte echter ernstige na doelen aan de uien-cultuur. De eenmaal be smette grond is daar voor uienteelt niet meer geschikt. Wel kan men daarop uien verbouwen, wanneer men ze op brandvrije kiembedden uitzaait en dan later op 't be smette land uitspoot. Hieruit volgt, dat eenigszins groote plan ten niet meer worden aangetast. Over eeni gen tyd zullen we dus zeer zeker van den uienbrand niet veel meer bespeuren. Toch is het raadzaam de zieke planten, die men ontdekt, voorzichtig met de omgevende aarde te verwijderen, er zorg voor dragende, dat het zwarte poeder niet op den grond valt. Een bestrijding met kopervitriool of for maline op heet water op het zaad toegepast, baat niet tegen uienbrand omdat de ziekte kiem, de zwam Urocystiscepulae, niet op of in het zaad, doch in den bodem zetelt. 't Leek mij van nnt, op een en ander de aandacht te veBtigen in 't belang van onze niet onbelangrijke uienteelt. Wie de uienbrand nog niet kent, kan by mij steeds eenige geprepareerde plantjes ter bezichtiging krijgen. Sommelsdijk L. Pen. Landbouwonderwijzer. P. 0. C. „Overflakkee." Wrakke zolders of tilten. In Friesland, in den Zuid Oosthoek, is bij een van onze aangesloten landbouwers een treurig ongeval gebeurd. De meid was aan het schoonmaken op den Zolder boven den koestal. Klaar zijnde met haar werk loopt zij den zolder overzij valt er door en komt terecht in de gang achter de groep. Daar wordt zij gevonden, bewusteloos. De dokter constateerd herssenschudding; drie dagen later is de getroffene gestorven, zonder het bewustzijn te hebben herkregen. Het meisje was 24 jaar en stond op trouwen. Voorzoo ver ons bekend, liet zij geen betrekkingen na die werden onderhouden om haar loon. Mocht dat wel 't geval zijn, dan hebben dezeD natuurlijk aanspraak op schadevergoeding. Wij kunnen dat punt hier laten rusten wat wy onder de aandacht willen brengen aan onze lezers is 't volgende: Had de zolder zich bevonden in goeden staat van onderhoud, dan was 't ongeval waarschijn lijk niet gebeurd. Een jong leven in zyn besten tijd was gespaard gebleven, voor haar zelf, voor haar ouders, voor haar aanstaan den man bovenal. Laat dit ongeval ons nu een les zijn. Laten wy bedenkeD, dat met wat zorg, wat toezicht, zulke ongevallen gemakkelijk kunnen worden voorkomen. Laat ieder lid der L. O. zyn hand in eigen boezem steken en vragen, zyn mijn zolders en tilten in zoo deugdelyken staat dat een ongeval als hier geschiedde bij mij niet zou kunnen plaats hebben Kan ik met een gerust hart my'n vrouw, my'n kinderen, mijn ondergeschikten overal laten gaan waar hun plicht hun voorschrijft te komen zonder dat hun lijf of leven gevaar loopt?En kan die vraag niet met volle overtuiging toestem mend worden beantwoord, laat een ieder dan voor zich verrichten wat er gebeuren moet, verhelpen wat er ontbreekt. Met een gave bint hier een nieuwe plaat daar, of ook een rollende of wippende tilbalk naar den brand stapel te verbuizen kaD veel onheil worden voorkomen. En is 't thans daarvoor niet öen besten tyd? De beesten zijn van stal, het hooi ig nog niet binnen. De zolders kunnen thans dus terdege worden nagekeken. Laat ieder lij zyn plicht doen, en zoowel de verzekerde werklieden als de organisatie zullen er wel bij varen. En laten vooral de P 0. C. leden als de voormannen der organisatie in hun ressort, de kwestie van 6e wrakke zolders ter harte nemeD. Melissant 11 Juni 1912 A. W. Keijzer, Secretaris. 1

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 6