1
Binnenland.
Landbouw.
Een gevaar voor de uienteelt?
De Landbouw Onderlinge.
6
Oeauvais gebracht, waar zjj door den rechter
van instructie ondervraagd werden, Liévin,
die het eerst in verhoor werd genomen,
bekende medeplichtig te zijn aan den aanslag
te Montgéron, hoewel hij verklaarde, daar
slechts een ondergeschikte rol gespeeld te
hebben. Prémilat verklaarde, dat er geen
sprake van was geweest Mme ïremblay te
worgen, men had haar slechts een prop in
den mond willen stoppen, om haar het
schreeuwen te beletten. Hy' eindigde zyn
verklaring, door mede te deelen dat hy
anarchist en anti-militairist was.
Op het oogenblik, dat Féjard aan de
beurt zou komen, voorkwam deze elke
vraag, door te zeggenIk ga u een beken
tenis doenik beu anarchist en wat ik u
ga zeggen, is zeer interessant. Maar wy
zullen naar volgorde t6 werk gaan en eerst
over de geschiedenis te Montgéron spreken.
Vervolgens gaf hy een uitvoerige beschrij
ving van den aanslag, die hierop neerkwam
Met zijn twee vrienden had hy afgesproken
hun slag te slaan, als de echtgenoot van de
vrouw zich verwijderd hadhy zou haar
een prop in den mond duwen, een zou op
den uitkijk blyven staan, terwyl de derde
de boel zou nasnuffelen en mede nemen,
wat van hun gading was. Maar de vrouw
was sterker, dan zy' dachten, verweerde zich
dapper en sloeg met haar elleboog een ruit
kapot, waarop de dieven niets beters wisten
te doen dan het hazenpad te kiezen. Zy
werden achtervolgd en Féjard kwam er rond
voor uit, dat hy het was geweest, die den
„braven man" had gewond, die hen op de
hielen zat; „hy had beter gedaan, zich met
zyn eigen zaken te bemoeien voegde hij
er cynisch bij. „Nu ga ik overtot het tweede
gedeelte my'ner bekentenis zeide hy
dat u heel wat meer belang zal inboezemen".
„Zyt ge de medeplichtige geweest van
Bonnot en die anderen vroeg de rechter.
„Ja zeker was het antwoord en daar
ben ik trotsch op. Ik weet, dat ik my'n hoofd
in de waagschaal stel, maar dat is onver
schillig. Thans is de tijd gekomen om een
bekentenis te doen.
Sedert 18 maanden ongeveer, heb ik
slechts van diefstal geleefd en ik heb een
werkzaam aandeel gehad in de verscheidene
gerucht makende zaken. Ongeveer anderhalf
jaar geleden maakte ik te Pontoise kennis
met Garnier, hij was evenals ik grondwerker
en namen beiden deel aan de staking, die
destijds geproclameerd was. Langzaam aan
wist Garnier my er van te overtuigen, dat
wij tot daden moesten overgaan, in plaats
van lijdelijk af te wachten tot de werkge
vers hun goeden wil toonden. De bekende
derailleering te Pontde-l'Arche in Juni 1911
is door Garnier en mij veroorzaakt. Wy
waren van Pontoise vertrokken, ik had de
gereedschappen meegebracht, waarmede ik
de bouten losschroefde en Garnier trok de
dwarsliggers weg en wy werkten hard, want
het was bijna geen arbeid voor slechts twee
menschen. Wij waren nog niet heelemaal
gereed, toen wij in de verte de landtaarns
der locomotief zagen naderen, wy stelden
ons in veiligheid onder achterlating der
gereedschappen, o.a. ook den bekenden
sleutel, waarmede de bouten losgeschroefd
werden en waarvan men tevergeefs den
eigenaar trachtte te ontdekken. Kort daarop
hebben Garnier en ik twee inbraken gepleegd.
Alles ging opperbest. In Juni 1911 hebben
wij de opslagplaats van dwarsliggers in
brand gestoken en na den aanslag te Trappes
bedreven te hebben, staken wij de opslag
plaats van dwarsliggers te Rueil in brand.
Na vervolgens te Pouchault en te la Manche
aan het werk te zijn geweest, hebben wy
getracht te Pontoise, notaris Tintant te
berooven, die uit het venster op ons schoot.
Ook was ik by den inbraak van het post
kantoor te Chellis. Toen maakten we weer
een brandje in de opslagplaats van dwars
liggers te Liancourt-Saint-Pierre. Mijn kame
raad, die daar zit, Maurice Liévin, en die
zich niet behoeft te verontschuldigen, is ook
een goede medewerker geweest. Hy heeft de
gendarmen te Pontoise met een bom wakker
geschud, jammer, dat de bom niet goed
gereed gemaakt was, maar anders
Ik heb nog andere gescheidenissen van
minder gewicht, maar daar zullen we later
wel over spreken."
De rechter onderbrak hem en vroeg
Zyt gij niet met Bonnot en de anderen
te Montgéron en te Chantilly geweest
„Neen, antwoordde de bandiet ik
heb alleen met een automobiel gewerkt te
Charleroi en te Amsterdam. Ook wasikdezen
winter te Lyon, waar ik met Bonnot heb
ingebroken in een antomobielgarage. Ik her
haal, dat ik gedurende 18 maanden van
diefstal heb geleefd en dat ik óf alleen, óf
in medewerking met de anderen ben opge
treden. Ik ben gepakt, soit. De gendarmen
hebben „veine" gehad, want ik was besloten
my'n huid even duur te verkoopen als de
anderen hebben gedaan."
Na deze sensationeele onthullingen wer
den alle drie wederom naar de gevangenis
over gebracht. Waarschijnlijk zal Féjard ter
beschikking worden gesteld van Gilbert, die
te Parijs de algemeene instructie leidt van
de zaak der bandietenbende.
De speciale correspondent van de „Matin,"
voor dit doel naar Beauvis gezonden, weet
aan zijn blad nog de volgende interressante
bijzonderheden mede te deelen, betreffende
den bandiet Féjard, die zulke sensationeele
onthullingen deed over de auto-bandieten
bende. O.a. is hy te weten gekomen, hoe
Garnier en Féjard, toen zy nog geen anto-
mobiel te hunner beschikking hadden, zich
van de eene plaats naar de andere begaven
om hunne misdaden voor te bereiden. Zy
reisden altijd zondor biljet. Teruggekeerd
van Saintes, wisten zij ongezien in een le
klasse compartement plaatste nemen, waar
zij zich onder de zitbank verborgen, tei wyl
een passagier (een officier in unifoim) daai
rustig lag te slapen.
Te Cluiteau-du-Loir aangekomen, ontwaak
te de officier en zag plotseling een arm onder
de bank uitsteken. Onmiddelyk trok hy zyn
sabel en sommeerde den weggesoholene zich
over te geven. Maar men kan zich de vei-
bazing van den officier voorstellen, toen,
verlegen glimlachend, twee werklieden te
voorschijn kwamen, die hem zeiden, dat zy
geen slechte bedoelingen hadden. „De tyuen
zijn slecht en het reizen is duur wy reizen
zonder biljet en willen zonder gerucht te
maken aan het eerste station even sul
verdwijnen als wij gekomen zyn...
De officier stak lachend zyn sabel weer
in de scheede, weinig vermoedende, toen de
twee mannen weg waren, met wie hy ge-
reisd had. Ook wordt verondersteld, dat
Féjard deelgenomen heeft aan den aanslag
te Chantilly, ofschoon hy zegt, dat dit niet
het geval was, doch wel op de hoogte was
van de plannen der bende. Ook stelde Gar
nier hem voor in een tweede automobiel
aan den aanslag deel te nemen, die den
weg vrij moest maken voor de auto
mobiel na de berooving. Dit moet de be-
wuste automobiel zyn geweest, waarin zich
een vrouw bevond. Maar Féjaid houdt vol,
dat hy niet medeplichtig is aan de misdaad
noch te Montgéron, noch te Ohantilly. Als
bewijs hiervan voert hij aan dat hy zich
dien 's avonds om 5 uur in een wynhuis
in de nabijheid van Parijs bevond.
Het telefoongesprek in de V. S.
In de „Matin" publiceert Fran?ois de Tes-
sau een ïuterressant artikel over de gewei
dige vlucht, die de telefoon in de Vereenigde
Staten heeft genomen. Op een bevolking van
85 millioen zielen telt men in Amerika in
ronde cijfers 7 millioen telefoons, welke
aantal gemiddeld per jaar met 800.00C(toe
neemt. In 1910 hadden er daags 517.000
intercommunale- en 19.925.000 communale
gesprekken plaats, samen dus 20.442.000
oer da<>. Niet alleen kooplieden en industri
ëlen, maar ook landbouwers maken een
veelvuldig gebruik van de telefoon. Van de
vier Amerikaansche boeren bezit er één een
telefoon. In den staat Iowa zelfs 9 van de
10. Met de uitbreiding van het telefoonnet
heeft de ontwikkeling van de „Bell Com
pany" natuurlijk gelijken tred gehouden. In
1878 had zü een maatschappelyk kapitaal
van één millioen dollarin 1882 bereikte
het cijfer der inkomsten een millioen dollar
in 1884 keerde zy aan haar aandeelhouders
een dividend uit van een millioen dollar
in 1885 vormde zij een reserve van een
millioen dollar; in 1898 strekten haar te
lefoonlijnen zich over een afstand van
millioenen mijlen uitin 1898 had zy een
millioenen telefoontoestellen geïnstalleerd.
Het meest interressante hoofdstuk uit de
telefoongeschiedenis van Amerika, is dat
over New-York. Van 56.000 in 1900 is het
aantal telefoongesprekken tot meer dan
400 000 in 1910 gestegen. Oorspronkelyk
bestond er niet meer dan één telefooncen
trale in 30 jaar tyds heeft men er 15 moeten
bijbouwen. In eenj enkel gebouw van New-
York - Hudson Terminal - zyn meer te
lefoontoestellen jgeïnstalleerd, dan in Grie
kenland en Roemenië. De kantoren der
Standard Oil Company voeren jurfyks
239.000 telefoongesprekken. De telefoon
schellen weerklinken te New-York dag en
nacht. Tusschen drie en vier uur s morgens
berekent men, dat er tien gesprekken per
minuut gevoerd worden. Yan yyf tot zes
wisselen 2000 inwoners per telefoon van
gedachten. Het volgende half uur verdub
belt dit cijfer. Van zes tot acht uur noteert
men 25000 gesprekken. Yan acht tot half
negen, dus in een half uur worden er even
eens 25.000 gevoerd. Om negen uur is dit
cijfer verdrievoudigd. En om elf uur worden
er niet minder dan 180.000 gesprekken per
UUBygde°Bell Company zijn 110.000 emplo
ye's in dienst waarvan alleen te New-York
5000 Uit het officieel verslag blykt, dat zy
oer iaar 235 millioen contröle-biljetten ge
bruiken en 560.000 potloden. Het bestuur
presenteert hun om vyf uur thee of koffie,
waarvan 6000 pond thee 17.000 pond koffie,
48.000 flesschen melk en 140 vaten suiker
gekocht wordt.
Het qrootste magazijn der wereld.
Aan de Broadway te New-York tusschen
de Barclaystreet en Park {Row is op het
oogenblik het grootste warenhuis der wereld
in aanbouw. De „confektionair deelt over
dit reuzengebouw eenige belangwekkende
bijzonderheden mede. Het totale gewic
wordt op 250 millioen ton geschat. Het
gebouw rust op 68cementzuilen,dieopeen
steenen bodem zijn opgetrokken en ini stalen
mantels zijn geklonken, die al een elk 1500
ton we"en. Het gebouw zal 20.000 ton
structuurstaai bevatten, waaronder balken
van 30 tot 44 duim en het 750 voet hoog
opgetrokken torenlicht zal 96 myl op zee
kunnen gezien worden. Voor venster
deuren en bovenlichten is reeds voor 27.000
dollar glas besteld, doch dat is nog lang
niet voldoende. Voor muren en den bodem
wordt meer dan 30.000 vierkante voeten
tegels of terracotta gebruikt en alleen aan
cement heeft men tienduizenden zakken
noodig. De sedert twee Jaren aan den bouw
verbonden arbeiders, ontvangen dirca 5000
dollar per dag aan loon. Do &r0"d^r°P
het gebouw staat, heeft ongeveer 4.500.000
gekost en de uitgravingen voor de fondamen
ten en kelderruimten meer dan 1.000.000.
De bouwstof zelf kost 9.000.000, zoodat
het gebouw als het gereed is een waarde
van ruim 13.000.000 zal vertegenwoordi
gen. Op de étages is ruimte voor 2000 kan
toren, die, ais zijn alle verhuurd zyn, een
bevolking van ongeveer 10.000 personen kan
bevatten. Het bedrag aan huur, jaarlijks
opgebracht zal worden, wordt op 2.5000.000
dollar berekend. Behalve de ijzeren toren,
die 985 voet is, zal het gebouw het hoogste
bouwwerk der wereld zijn en de Metropool
toren met 50 voet overtreffen.
Cheques met vingerafdruk.
In vele New-Yorksche banken worden
thans al degenen, die van hun eigen depo
sito's geld opnemen of een chèque op eigen
order willen incasseeren, met een verbluf
fende uitnoodig'ng verrast:
„Uw vingerafdruk alsjeblief zegt de be
ambte achter het loket met zakelijke voor
komendheid, en laat tegelijkertijd den klant
een soort vochtig kussentje en een blad
vloeipapier overhandigen. Aan de nog on
wetenden onder de bezoekers onderricht
een der beambten, welke drie vingertoppen
en welke duim voor deze criminalistische
identificatie afgedrukt moeten worden. Ter
wijl men zich van het kleine fleschje ter
pentijn en den door een bankbediende klaar
gehouden handdoek bedient, geeft de loket
beambte het blad papier aan den kassier,
die den afdruk vergelijkt met den by hem
berustenden origineelen afdruk. Slechts als
alles tot op het minste lijntje klopt, wordt
het geld uitbetaald.
Dit Bertillon-stelsel vindt by de grootte
banken steeds meer aanhangers, want dezen
zyn door de voortdurende chèque-verval-
schingen zoo benadeeld, dat zij geen beteren
uitweg meenden te vinden, dan door hun
klanten als misdadigers te behandelen, alleen
natuurlijk in puncto vingers. O verigins zor
gen zy er met roerende takt voor, dat deze
manipulatie aan hare bezoekers en vooral
aan de dames zoo aangenaam mogely'k wordt
gemaakt.
Zoo zijn er elegante jongelui alléén met
het doel aangesteld, de dames te overreden
om toch haar handschoenen uit te trekken....
De onderwerping van de Hoearas.
Uit Merarda wordt gemeld, dat generaal
Mix, na zyn terugkeer van een verkennings
tocht te Guerelf, de twaalf gedelegeerden
van de Hoearas heeft ontvangen, die geko
men waren om te onderhandelen over de
voorwaarden van onderwerping. De generaal
deed hun de volgende voorstellen
lo. Teruggave binnen acht dagen, van
al hunne bezittingen.
2o. Een schadevergoeding voor alle aan
slagen, bedreven op de Fransche soldaten,
Fransche bewoners en beschermden.
3o. Betaling v.an een oorlogsschatting,
aflosbaar in gedeelten.
4o. Aanneming van een door Koran
voorgeschreven belasting, te beginnen met
het aanstaande jaar.
5o. Verplichting trouw te blijven aan
Frankrijk.
6o. De terugkeer der Hoearas naar hun
tentdorpen.
De afgevaardigden hebben geen enkel
bezwaar gemaakt tegen deze voorwaarden
doch ze genomen. Des middags begaven zij
zich weder naar hun stam. Guercif blijft
voordurend bezet door een groote millitaire
macht, teneinde de Fransche posietie te
handhaven.
Een belastingkwestie.
Tegen een 60-tal ingezetenen van Doorn
spijk is een vervolging ingesteld wegens
wanbetaling van den Hoofdelijken Omslag
over 1911. Zij ontzeggen echter den fiscus
het recht, de invordering te doen, op grond,
dat de gemeenteraad de gemeentebegrootiflg
voor 1911 niet heeft vastgesteld, zooals art.
20 van de gemeentewet voorschrijft.
N. R. Gt.
Vermist.
Te Hengelo (O.) wordt gedurende eenigen
tijd vermist de kdarmenzouter M. Winter,
geboren te Arnhem den 6 Mei 1876. De
Officier van Justitie te Almelo verzoektthans
aanhouding en voorgeleiding van bedoelden
persoon, verdacht van bedrog. Verdachte
moet voornemens zyn een huwelijk aan te
gaan met zijn schoonzuster mej. G. van Dam,
woonachtig te Arnhem.
Ds. Ewoldt.
Ds. Ewoldt te .Oosterzee heeft kennis
geving ontvangen van het Provinciaal
Kerkbestuur van Friesland, dat hy als
predikant bij de Ned. Herv. Kerk is ont
slagen.
Een ziekenfonds-conflict.
Naar aanleiding van het conflict, ontstaan
tusschen het bestuur van het ziekenfonds,
verbonden aan de Koninklijke Weefgoe-
derenfabriek voorheen C. T. Stork en Co.,
te Hengelo (O.) en de daaraan verbonden
geneesheeren, vergaderen vele leden van dat
fonds in het café „Jonge Roerink" te Hengelo
(O.), waarbij mede de heeren doktoren aan
wezig waren. De vergadering keurde de
handelingen van het bestuur af en nam de
volgende motie aan
„De leden van het ziekenfonds, verbonden
aan de Kon. Weefgoederenfabriek v.h. C. T.
Stork en Co., in vergadering bijeen
kennis genomen hebbende van het besluit,
genomen door het bestuur van bovenge
noemd fonds, waarbij de artsen zijn ont
slagen, gezien de correspondentie, die hierop
betrekking heeft, betreuren dit besluit, ver
zoeken het bestuur zoo spoedig mogelijk
een bestuursvergadering uit te schrijuen,
waartoe de betrokken artsen worden uitge-
noodigd, in de hoop, dat als nog een
minnelijke schikking kan worden gevonden."
Hierna werd een commissie van 5 perso
nen benoemd, die, in geval aan bovenstaande
motie geen gevolg wordt gegeven, eene
algemeene vergadering der leden bijeen zal
roepen, ingevolge het regelement.
Nachtelijk avontuur te Amsterdam.
Zaterdagnacht, omstreeks 2 uur, op
't moment dat alle café's gesloten werden,
meende een juffrouw even haar rijkunst
te moeten toonen. Zij klom op den bok van
een victoria, liet haar vrienden instappen,
terwyl de koetsier werd achtergelaten. In
volle vaart wilde zij er van door naar men
zegt om haar man een kleermaker, te ont
vluchtten. Doch ziet, hetzij dat de brave bles
niet meer de goede richting wist te houden,
hetzij dat de „dame" haar roerrecht kwijt
was, hoe dan ook, paard en rytuig reden te
water. Een der dames sprong er tijdig uit,
de ander werd in 't water ontnuchterd. Het
natte bad had echter haar zenuwen dermate
geschokt, dat zij naar het Binnengasthuis
moest worden vervoerd. De brave viervoeter
werd ten slotte bevrijd, het karretje bleef
alleen achter.
1
Diefstallen.
In den nacht van Zaterdag op Zondag 1.1,
is in een perceel aan de Gelderschekade
te Amsterdam aan een man, die aldaar by
een vrouw op bezoek was geweest een
bankbiljet van f 25 ontstolen.
Zaterdagavond is aangifte gedaan, dat op
het Damrak aan iemand een zilveren horloge
met ketting is ontrold en dat door verbre
king van een afsluiting uit een bergplaats
in de St. Willebrordusstraat een motorrij
wiel is ontvreemd.
Ontvoering.
Men schrijft uit Den Haag aan „Het volk",
dat Zaterdagavond, toen de gewezen eon-
cierge der H. T. M., Roerdinkholder en diens
echtgenoote in de Boekhorststraat liepen te
colporteeren met afdrukken van een aan de
Kamer gericht adres, plotseling een auto
verscheen en de vrouw door vier politie
agenten, die in d.at voertuig zaten, daarin
werd gesleept.
Het publiek was, volgens het bericht, zeer
verontwaardigd 0V6r deze plotselinge ontvoe
ring en moest met geweld worden terugge
drongen.
Naar de schrijver verneemt, zal een klacht
bij de justitie worden ingediend.
Des nachts te 1 uur werd vrouw Roerdink
holder weder in vrijheid gesteld, nadat haar
man zich te middernacht naar het politie
commissariaat had begeven om die invrij
heidstelling te verzoeken.
Onweer.
Men schrijft ons uit Middelburg
Alhier is Zondagmiddag, tijdens oen kort,
maar vry hevig onweer, de bliksem geslagen
in het dak van een woonhuis in de Gutstraat.
Eenige pannen werden weggeslagen, doch
brand werd niet veroorzaakt.
Naar de „Schager Ct." meldt, werd Zater
dag te Lutjewinkel de heer J. Nobel, toen
hy iD de kelder was afgedaald, die hij
met zyn zoon, zou schoonmaken, door de
vergiftige gassen, die zich daarin bevonden,
bedwelmd, zoodat hy in den 2 meterdiepen
kelder neerstortte. De zoon ging den naasten
buurman, den smid F. A. Boekesteyn, te
hulp roepen. Maar toen zy in den kelder
afdaalden, vielen ook zy bedwelmd naar
beneden. Een zelfde lot trof den heer Hans
die even later een poging tot redden had
gewaagd. Eindelijk gelukte het den heer
G. Nobel, die met een touw om het middel
naar beneden ging, de vier slachtoffers naar
boven te brengen. Gelukkig waren ze allen
nog in leven.
Zaterdagavond is tusschen Amerongen
en Maarsbergen een vierjarig dochtertje van
den wegwerker W. de Man door een trein
overreden en gedood.
De studenten van de theologische faculteit
aan de Leidsche hoogescbool hebben Maan
dagavond vergaderd en met groote meer
derheid besloten een adres te zenden aan
de hoogleeraren in de theologie en de
minister, om uiting te geven aan hun
verontwaardiging over het feit, dat voor
Hervormde studenten een hoogleeraar is
benoemd, dr. Noordtzij, die lid is van een
kerk van beslist vijandige gezindheid tegen
de Hervormde kerk.
Minister Talma en de Radenwet.
Wy lezen in het „Vaderland":
Uit zeer betrouwbare bron vernemen wy,
dat de Minister Talma niet bereid ia de
Radenwet iD te trekken. Een besluit der
Kamer dat hem daartoe zou nopen, of even
tueel de verwerping der Radenwet, zoude
zijn aftreden ten gevolge hebben, terwyl er
kans bestaat, dat het geheele Kabinet in
dat geval zou aftreden.
De geheele linkerzijde van den heer van
Karnebeek tot den heerDuys,isintusschen
van plan voor de ingrijpende amendementen
van den heer Lohman, waardoor de Raden
wet vervallen moet, te stemmen, mede de
Christelijk-histonscben en eenige Katholie
ken zullen den heer Lohman steunen ter
wijl zelfs dr. Kuyper op dit oogenblik ge
neigd is de aanneming van de amendemen
ten van een Goeschen afgevaardigde t
bevordereD.
In parlementaire kringen verwacht mei
nog deze week een beslissing.
In de laatste weken werd door verschil,
lende landbouwers mijn aandacht gevestigtj
op een ziekte in de uien. De aangetaste
planten zien er aldus uit: Één van de pijpjes
vertoont ongeveer in 't midden een zwarte
plek. Naar boven en ook naar onderen zei
deze zich voort en by opening blijkt hel
blad van binnen een zwart poeder te bevat
ten, zooals dat is bij brand in tarwe. Hei
jonge uitje wordt ook aangetast en gaat te
gronde. Wat is nu het merkwaardige?
De één beweert, dat deze ziekte hier nog
nooit is waargenomenzelfs oude landbou
wers hadden deze brandverschynselen nog
nimmer kunnen constateeren. Een ander
zegt, die ziekte wel eens meer waargenomen
te hebben, doch altijd bleef het verschijnsel
tot enkele planten beperkt.
Het wil my voorkomen, dat de uien dit jaar
meer zijn aangetast dan vroeger wel het
geval was, juist doordat verschillende land
bouwers mjj zieke planten bezorgden. Tot
heden komt deze uien-brand in ons land
nog niet zoo erg veel voor. In Amerika
veroorzaakt deze ziekte echter ernstige na
doelen aan de uien-cultuur. De eenmaal be
smette grond is daar voor uienteelt niet
meer geschikt. Wel kan men daarop uien
verbouwen, wanneer men ze op brandvrije
kiembedden uitzaait en dan later op 't be
smette land uitspoot.
Hieruit volgt, dat eenigszins groote plan
ten niet meer worden aangetast. Over eeni
gen tyd zullen we dus zeer zeker van den
uienbrand niet veel meer bespeuren. Toch
is het raadzaam de zieke planten, die men
ontdekt, voorzichtig met de omgevende
aarde te verwijderen, er zorg voor dragende,
dat het zwarte poeder niet op den grond
valt.
Een bestrijding met kopervitriool of for
maline op heet water op het zaad toegepast,
baat niet tegen uienbrand omdat de ziekte
kiem, de zwam Urocystiscepulae, niet op of
in het zaad, doch in den bodem zetelt.
't Leek mij van nnt, op een en ander de
aandacht te veBtigen in 't belang van onze
niet onbelangrijke uienteelt.
Wie de uienbrand nog niet kent, kan by
mij steeds eenige geprepareerde plantjes
ter bezichtiging krijgen.
Sommelsdijk L. Pen.
Landbouwonderwijzer.
P. 0. C. „Overflakkee."
Wrakke zolders of tilten.
In Friesland, in den Zuid Oosthoek, is bij
een van onze aangesloten landbouwers een
treurig ongeval gebeurd. De meid was aan
het schoonmaken op den Zolder boven den
koestal. Klaar zijnde met haar werk loopt
zij den zolder overzij valt er door en komt
terecht in de gang achter de groep. Daar
wordt zij gevonden, bewusteloos. De dokter
constateerd herssenschudding; drie dagen
later is de getroffene gestorven, zonder het
bewustzijn te hebben herkregen. Het meisje
was 24 jaar en stond op trouwen. Voorzoo
ver ons bekend, liet zij geen betrekkingen
na die werden onderhouden om haar loon.
Mocht dat wel 't geval zijn, dan hebben dezeD
natuurlijk aanspraak op schadevergoeding.
Wij kunnen dat punt hier laten rusten
wat wy onder de aandacht willen brengen
aan onze lezers is 't volgende: Had de
zolder zich bevonden in goeden staat van
onderhoud, dan was 't ongeval waarschijn
lijk niet gebeurd. Een jong leven in zyn
besten tijd was gespaard gebleven, voor haar
zelf, voor haar ouders, voor haar aanstaan
den man bovenal. Laat dit ongeval ons nu
een les zijn. Laten wy bedenkeD, dat met
wat zorg, wat toezicht, zulke ongevallen
gemakkelijk kunnen worden voorkomen.
Laat ieder lid der L. O. zyn hand in eigen
boezem steken en vragen, zyn mijn zolders
en tilten in zoo deugdelyken staat dat een
ongeval als hier geschiedde bij mij niet zou
kunnen plaats hebben Kan ik met een
gerust hart my'n vrouw, my'n kinderen, mijn
ondergeschikten overal laten gaan waar
hun plicht hun voorschrijft te komen zonder
dat hun lijf of leven gevaar loopt?En kan
die vraag niet met volle overtuiging toestem
mend worden beantwoord, laat een ieder dan
voor zich verrichten wat er gebeuren moet,
verhelpen wat er ontbreekt. Met een gave
bint hier een nieuwe plaat daar, of ook een
rollende of wippende tilbalk naar den brand
stapel te verbuizen kaD veel onheil worden
voorkomen. En is 't thans daarvoor niet
öen besten tyd? De beesten zijn van stal, het
hooi ig nog niet binnen. De zolders kunnen
thans dus terdege worden nagekeken. Laat
ieder lij zyn plicht doen, en zoowel de
verzekerde werklieden als de organisatie
zullen er wel bij varen. En laten vooral de
P 0. C. leden als de voormannen der
organisatie in hun ressort, de kwestie van
6e wrakke zolders ter harte nemeD.
Melissant 11 Juni 1912 A. W. Keijzer,
Secretaris.
1