19
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
EERSTE BLAD.
voor Overflakkee en Goedereede.
Het laatste geluk.
J2de Jaargang.
Woensdag 12 Juni 1912.
No. 30
FEUILLETON.
(Wordt vervolgt)
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50,
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofdredacteur W, DB JONG,
Lid van de Tweede Kanier Staten-Generaal,
's-G RA VEN II AGE.
Uitgave der
Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Het votum over de Bakkerswet.
Met 49 tegen 42 stemmen heeft de
kamer Woensdag de Bakkerswet ver
worpen. Tegen stemden alle vrijzinnig
democraten, alle unieliberalen op den
heer de Klerk na, alle oudliberalen, enke
le katholieken en antirevolntionaren en
alle Christelijk-Historischen. Zoowel de
woordvoerder der Vrijzinnig-democraten
als die der Unieliberalen legden voor de
stemming een verklaring af, dat hun
partij, hoezeer de noodzakelijkheid van
verbetering der toestanden in het bak-
kerbedrijf erkennende,in deze wet zooveel
verkeerde bepalingen vond, dat zij daar
om tegen zou stemmen. Een soortgelijke
verklaring werd door den beer de Geer
(christ. hist.) en den heer Loeff (R. K.)
afgelegd. Met volle recht kan gezegd
worden, dat minister Talma de verwer
ping der wet aan zichzelf te danken heeft.
Had hij zich niet zoo halsstarig verzet
tegen de amendementen, welke de be
zwaren voor het grootbedrijt trachtten
weg te nemen, dan zou zijn kans onge
twijfeld heel wat beter hebben gestaan.
Van de stemmen der vrijzinnig-democra
ten en uniliberalen was hij zeker geweest
als hij bij het amendement Bos en later
bij het voorstel Thomson zijn „onaanne
melijk'' niet had laten hooren. De hals
starrigheid van den minister is de eenige
oorzaak, dat de regeling van den nacht
arbeid thans voor langen tijd achter
wege zal blijven. Tenzij de minister den
weg inslaat, dien de heer Borgesius wees.
De wet zal eerst een jaar na haar afkon
diging in het Staatsblad inwerkingtre
den, de minister heeft dus tijd genoeg
om met een ontwerp, dat tegemoet komt
aan de geopperde bezwaren, te komen".
Aldus de liberale leider.
Het lijkt ons toe, dat minister Talma
ia het belang der bakkersgezellen aan
dezen wenk gehoor moet geven.
Hij weet thans welken weg de Kamer
uit wil.
Een gewijzigd ontwerp zal weinig tijd
behoeven te kosten, de behandeling in
de Kamer kan in eenige avondzittingen
NAAR
FELIX HOLLAENDER.
36)
lk doorsta geschokt haar blik, ik voel haar smart
volle zaligheid en voor zij uitgesproken heeft, trok ik
Marianne tot mij en kuste haar in deze eenzaamheid
op haar betraande oogen.
Zij weet dat ik haar begrepen heb.
En daarmee heb je alleen, heel alleen gekweld
Ik heb angst gehad, antwoordt ze bevend, het
zou Je nog meerjkunnen neerdrukken, mijn geluk. ïk
ben zoo blij, zoo onuitsprekelijk blij. En nu zal alles
goed worden, als jij maar wilt, gaat zij geheimnisvol
voort. Zie, mijn geliefde, dien zoon, wil ik, want voegt
ze er op een diepen toon bij, het zal een zoon zijn,
pp mijn handen dragen met trots en vreugde. Aan
lederen dag, aan ieder uur, dat ik met je heb door
gebracht zal hij me herinneren. Jjj gaaft mijn leven
allen glans, jij voerdet me door lachende weiden,
waar iedere halm en iedere bloem als goud was. Ik
gaf me sidderend aan je over, ik zag hoe donkef je
°°gen werden, ik zag, dat je er onder leed, omdat ik
het zondige van uw geluk voelde. Maar nu
*al alles goed worden. Wanneer jijzij hield
-on oogenblik in, en onder een hartverscheurend
afloopen. Dit zou wel de beste uitweg
zijn uit de impasse, waarin de minister
zichzelf heeft gebracht.
We schreven hierboven, dat de wet
verworpen werd met 49 tegen 43 stem
men. Die cijfers zijn zelfs nog te gun
stig voor den minister.
Immers de presentielijst was mede
geteekend door de antirevolutionairen
Blum, van Asch van Wijch en Monté
Verloren en de Katholieken van Nispen
(Nijmegen) en Arts. Zij waren in de
Kamer tegenwoordig behalve op het
oogenblik der stemming. Na de stemming-
kwamen eenige hunner de kamer weer
binnen. Uit die houding mag gerust ge
concludeerd worden, dat het aantal aan
wezige tegenstanders der wet 54 bedroeg,
terwijl Dr. Kuyper opzettelijk „buiten
af" was gebleven. Van de rechterzijde
stemden slechts 36 leden voor en 17 tegen
de wet.
In verkiezingsdagen (en ongeveer dage
lij ks in de clericale bladen) wordt de
bewering meermalen vernomen, dat
alleen een clericaal kabinet sociale her
vormingen tot stand kan brengen. De
heeren van de overzijde en voorname
lijk zekere propagandisten zullen over
die „regeerkracht" van rechts hun hoogen
toon hebben te laten varen. Bescheiden
heid is hun na het Bakkersvotum dub
bel geboden.
Mr. Patijn over het Ziekteontwerp.
lil.
Wat zal de zelstandige taak zijn, die
de beroemde arbeidsraden van minister
Talma te vervullen krijgen
Mr. Patijn schetst ze als volgt:
Eén geval blijft over, waarin het zelfbe-
sturend orgaan zelfstandig te beslissen krijgt
zelfstandig zal medewerken aan de uitvoe
ring van de wet. De Raad van arbeid zal
nl. mogen bepalen den termijn, waarbinnen
de werkgevers, die in geld zullen moeten
betalen, deze gelden zullen moeten afdragen;
dus een regeling van betalingstermijnen.
Dit en dit alleen als ik goed gezien heb
is de functie, die aan het zelfbesturend
orgaan, waarop heel deze zaak heeft moeten
wachten, worden opgedragen ter zelfstan
dige regeling.
Dit komt dus feitelijk hierop neer, dat de
Minister tot de ouden van dagen in den
snikken, herhaalde ze nog eensnu zal alles goed
worden, wanneer je me liet afscheid niet te zwaar
maakt. Ik begryp haar niet. Maar het is me alsof
de grond onder me wegzinkt.
Je moet me niet zoo aanzien je moet me
begrijpen! gaat ze op klagen den toon voort. Ik wil
het beste wat het leven me beschoren heeft, zuiver
bewaren; ik wil het beschutten, als iets waarop geen
stofje vallen raag. En voor mijn zoon wil ik werken
totdat het bloed mij uit de nagels druipt van het
oogenbük af waarop dit alles mij duidelijk is geworden
ben ik eerst kalm en is bet in mij stil geworden. Je
weet dat ik een persoon ben, die het hoofd hoog moet
dragen. Vrij zal ik voor de wereld, mijn kind, als
jouw zoon erkennen maar, voegt ze er bij ik
mag je niet meer zien, ik mag niet tusschen jou en
je zoon staan. Voor mij en mijn zoon heb ik volle
klaarheid noodig.
Zij slaat haar armen om mij heen en op smeekenden
toon zegt ze: Zeg, datje nooit, nooit, je daartegen
verzetten zult, zeg, dat we de tijd die ons nog blijft
uitloopen zullen.
En nu ze me zoo aanziet met oogen, waaruit na-
melooze angst spreekt, nu ze haar noodlot zoo dee
moedig in mijn banden legt, van mijn woord alles
verwacht, daar word ik machteloos.
Zooals je het wilt, Marianne, zal het zijn. Maar
je kunt het niet willen, heden niet, morgen niet,
nooit. nooit,
45
De maanden gaan voorbij.
Marianne's alarmkreet is verstomd.
Ze heeft mij geen woord meer aan Jdien winter
nacht herrinnerd en ik zelf denk niet meer met
lande heeft gezegdmijn goede lieden, ik
ben diep begaan met uw lot, maar ik kan
vier jaar lang niets voor u doen, want eerst
moet ik een orgaan maken, dat bepalen zal,
binnen welken termijn eén deel van de
werkgevers hun premie zullen moeten be
talen.
Het komt mij voor, dat dit detail ook nog
wel op een andere wijze had kunnen worden
Nu heeft de Minister mij in de Commissie
van Voorbereiding toegevoegd: gij ziet dte
zaak geheel verkeerd in; die termijnen van
betaling zijn hoogst gewichtige zaken als
men dat niet goed regelt, kan men de werk
gevers onder omstandigheden in groote
ongelegenheid brengen.
Mijnheer de Voorzitter Ik wil aannemen,
dat het verstandig zal zijn om met de be
paling dezer termijnen zorgvuldig te werk
te gaan, maar hoe men dat nu ook tracht
op te blazen, ik kan in die termijnsbepaling
onmogelijk zaken van groote beteekenis
zien, om de eenvoudige reden, dat in onze
geheele administratie, Rijks,- provinciale
en gemeente-administratie, de administra
tieve autoriteiten met de naleving van de
betalingstermijnen altijd uiterst faciei ple
gen te zijn. Als het geld maar binnenkomt
maakt men zich niet druk er over, of dat
een paar dagen of een paar weken vroeger
of later komt.
In het verslag staat ook de geachte
afgevaardigde uit Assen heeft er reeds op
gewezen dat niet vergeten moet worden
de bepaling van art. 21, 3de lid, dat de
Raad van arbeid de afdoeniDg van bepaalde
zaken aan den voorzitter zal kunnen ont
nemen en bij het bestuur van den Raad
zal kunnen brengen en dat dit toch een ver
reikende bevoegheid is.
Mijnheer de voorzitter Ik ben overtuigd,
dat daar alléén in zeer groote uitzonde
ringsgevallen gebruik van zal worden ge
maakt, en dat gevoeld iedereen, dunkt mij.
Welk college zal nu aan zijn voorzitter func-
tiën, die bij de wet hem zijn opgedragen,
gaan ontnemen, tenzij er openlijke ruzie is
Stel, Mijnheer de voorzitter, de wet gaf u
zekere functtën en bepaalde, dat die dooi
de Kamer aan een commissie uit haar mid
den konden worden opgedragen. Wanneer
zou men dat doen Tegenover een ander
alleen, wanneer wü zeer weinig met hem
waren ingenomen.
Maar dit nu nog daargelaten, ook indien
de Raad van arbeid zoo iets doet, zal
de Raad van arbeid zelf geen enkele be
voegdheid krijgen, maar draagt hij enkele
bevoegdheden van den voorzitter over aan
het bestuur.
ernst aan mijn belofte van toen.
Ik weet, dat vronwen zulke tijden zonderlinge ge
dachten hebben, en vreemde wenschen koesteren.
Later begrijpen ze zich',,zelf niet Jmeer en lachen
slechts om haar vreemde opwellingen.
46
In haar vrije uren is Marianne bij mij. Geen woord
dat mij pijnt, geen blik die me beangstigt. Ze is in
een gezegenden kalmten die zij zoo graag op mij zon
overdragen.
Eens zegt ze, terwijl ze naderhand het hoofd een
beetje opheftTante Sibylle en ik zijn in ons
denken en doen van den rand der Deldusten afge
weken. Van tante wil ik echteriniet spreken, meer
van mij zelve, die naar vader en moeders meening
alle slagboomen verbroken heb. Hoe kom ik bij
hen
Ik antwoord vol zachtheid: Dat is de wijsheid
der natuur, 'die schijnbaar gierig is en terughoudt
om dén mensch te geven, die dan een geheel geslacht
siert. Zie Goethe en zie ook Marianne Delius,
een genie in goedheid en reinheid.
Ze lachtte met een hemelsch lachje.
En als je gelijk hebt, dan zal het je zoon ten
goede komen, zei ze op het toppnnt van geluk. Ze
neemt mijn rechterhand.
Och, je weet niet wat dat voor een knaapje zijn
zal.
Haar oogen zijn vreugdedronken.
Kom kus me kns me 1 Neen, niet mijn hand
niet mijn hand.
Wat heb je toch zegt ze, wat heb je toch?.
Vrees, dat mijn geluk voor bij zal gaan, en ik
alleen, heel alleen acbterblijve.
Ik kom dus tot deze conclusie ten aan
zien van dit punt, dat, nu wij voor ons
hebben de uitgewerkte plannen des Minis
ters, nu wij zien welke functien hü aan de
zeifbesturende organen, de Raden van ar
beid, wil opdragen, mijns inziens'niet ge
rechtvaardigd wordt de gedachte, waardoor
hjj zich bij zijn geheele werkplan heeft laten
leiden, dit nl., dat de arbeidersverzekering
niet verder kan gebracht worden vóór dat
deze zeifbesturende organen waren in het
leven geroepen.
Ik achtte het van eenig belang dit in
het licht te stellen, omdat wy nu goed
kunnen vasthouden bij het bespreken van
de Raden van arbeid, dat die Raden van
arbeid feitelijk geen andere practische be
teekenis kunnen hebben dan als ziekenkas-
bestuien; dit, en dit alléén, is eigenlijk wat
zjj zullen te doen krijgen, en wy behoeven
ons dus bij de regeling van de Raden van
arbeid met de functiën, die hen in zake van
andere takken van verzekering zullen wor
den opgedragen, den geest niet te vermoeien.
Ik stap van dit punt af en wensch met
een zeer kort woord aan te geven, hoe ik
in het algemeen sta tegenover de plannen
betreffende de arbeidersverzekering, door
dezen minister ingediend.
Ik betreur de samenkoppeling van de
Ouderdomsvoorziening met de Invaliditeits
verzekering. Ik geloof, dat die wet noodig
geweest ware. Wij hadden de Invaliditeits
verzekering zelfstandig kunnen regelen naar
ik meen. Wij hadden de Invaliditeitever-
zekering ook kunnen vastkoppelen aan de
Ziektewet, zooals in Engeland. Daaraan zyn
practische voordeelen verbonden. Op het
oogenblik dat iemand invalide wordt staat
by in den regel reeds gedurende enkele
weken in relatie tot het ziekenkasbestuur,
omdat ziekte in den regel voorafgaat aan
invaliditeit. Die toestanden vloeien dus in
het leven ineen en er is uit dien hoofde iets
voor te zeggen deze verzekeringen in één
wet te regelen. Ik zie niet voorbij, dat men
voor de invaliditeit groote kassen noodig
heeft, liefst één kas voor het geheeleland,
terwijl een ziektekas in kleinen kring moet
werkenmaar dit bezwaar is te ondervan
gen door het stelsel van herverzekering
zooals herhaaldelijk door den geachten afge
vaardigde uit Assen is uiteengezet. Intus-
schen, ik zal daar niet in den breede over
spreken, vooreerst omdat het mij in beginsel
niet heel erg interresseert waarbij men de
Invaliditeitsverzekering indeelt, en voorts
omdat wij hier op een gebied zijn, waarop
men in het vage kan heen en weder praten
zonder een stap verder te komen. Men kan
vragen of invalieiteit te beschouwen is als
Met een gebaar van angst keert ze zich stom af
Ze wil me niet aan mijn belofte herinneren.
47
't Is avond. De schemering daalt.
Wij staan voor de geopende vensters, ademen er
de eerstej lentelucht in en kijken naar de eerste
knoppen.
Marianne neuriet zacht, in helderentoon.
Die lauven Lufte sind erwacht,
Sie süuseln und weben Tag und Nacht,
Sie schaffen an allen Enden.
O, frischer Duft o neuer klang
Nun, armes Herze, sei nicht bang,
Nun musz sich alles alles wenden, i)
Haar stem is maar klein,doch ze heefteen wonder
lijke voordracht.
Klinkt het niet bijna als een doodenlied, vraagt
ze en blikt me droevig aan.
Neen antwoord ik, er ligt juistjin tegendeel een
smartvolle, zoete hoop, een drang naar leven in deze
verzen. Ze sluit de oogen. Vermoeidheid ligt over
haar gelaat.
1) vertaald ongeveer dit:
De lente ie teruggebracht,
Ze suist en werkt dag en nacht,
Ze kweekt nu zonder t'enden.
O frissche geuren; nieuwe lust
Mijn arm hartje wees gerust.
Nu zal zich alles, alles wenden.