Officieel Nieuws- en Advertentieblad
EEESTE BLAD.
voor Overflakkee en Goedereede.
Het laatste geluk.
I2de Jaargang.
Woensdag 5 Juni 1912.
No. 29
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Boofdredactear W. DE JONG,
Lid van de Tweede Kamer Staten-tieneraal,
VGRAVENHAGE.
Uitgave der
Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
te Bllddelharnls.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels f 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Het verslag der Grondwetscommissie.
Ruim twee jaar geleden benoemde het
kabinet j Heemskerk een commissie, die
had na te gaan, welke wijzigingen in de
Grondwet moeten worden aangebracht.
In deze commissie werden verschillende
politieke leiders tot lid benoemd, terwijl
de mister er voor zorgde, dat de meerder
heid clericaal was. Het voornaamste deel
van haar taak was het kiesrechtvraag-
stuk onder oogentezien. Vandegeheeie
grondwetsherziening, die voor de deur
staat, is dit wel het belangrijkste deel,
de groote kwestie, die in onze heden-
daagsche politiek het meest op den voor
grond treedt. Met welk doel wordteen
staatscommissie ingesteld? Het kanwel
geen ander zijn dan de regeering voor
te lichten. In dit opzicht is het geheele
rapport één groote teleurstelling. De
commissie moet verklaren, dat zij omtrent
het kiesrecht niet tot een uitkomst is kun
nen komen. Feitelijk zegt zij tot de regee
ring: wij zien geen kans met voorstellen
voor den dag te komen, zoek het zelt maar
uit! De meerderheid der commissie
schijnt intusschen te neigen naar een
kiesrechts urrogaat, dat dr. Kuyper zwaar
wichtig als organisch kiesrecht betitelt
en er toe zou leiden, dat als stelsel in
onze Grondwet wordt geïntroduceerd
het zoogenaamde gezinshoofdenkiesrecht
met den rompslomp van onvolledige
gezinsformatie capaciteiten census
bestaande kiezerskiesrecht. Dit ver
waterde stelsel kan onmogelijk de dui
zenden, die het algemeen kiesrecht voor
mannen en vrouwen vragen ook maar
eenigszins voldoen.
Het behoeft wel geen betoog, dat bij
zoo'n stelsel het goed recht der vrouw
geheel wordt miskend. Bevredigt dit
gedeelte van het rapport, waarop wij
uitvoerig terugkomen, allerminst, veel
erger nog is de geest van reactie, die
uit het overige deel spreekt. De voor
standers van kiesrechtuitbreidingzouden
deze nimmer wenschen te koopen door
vergrooting van den invloed der Eerste
Kamer.
FEUILLETON^.
NAAR
FELIX ÏÏ0LLAENDEE.
84)
Ik echter verweer me, daar ik als een uitge-
tootene behandeld wordt. Ik heb niets gedaan en
a °P mij" recht op mijn heilig recht I
lam f ^aaTin bestaat mij in mijn arbeidskracht
te slaan en me ellendig te maken.
Zie d&r 00f=en schitteren en 't is me alsof ik niets
i' l ondoordringbare duisternis om mij heen,
behalve die fonkelende oogen.
fp phrasen roept ze met gedemp-
et8 dan pbrasen. Maak mij en je kinderen
8 rï «nlt niet ellendig zijn.
altijd gelijk H ^6n rng toe- Wat ik ook zeg, zij heeft
Wat wil je?
1" mf;ent, dat ik je Iob laat, dan dwaal je.
i nooït! En met een dweepende uitdrukking
E n„a0geD S wacht tot miin komt - en als
ppm k *eL daarbij wordt dan heb ik tocb
hoort mij en den kinderenden
Bron, die je het leven hebt gegeven.
De conservatieven, die als tegenwicht
tegen kiesrechtuitbreiding aan de Eerste
Kamer het recht van amendement willen
toekennen, hadden met dit pogen weinig
succes.
De commissie heeft er thans wat
nieuws op gevonden. De conservatieven
in haar midden willen de Eerste Kamer
het recht van regres geven. Dat wil
zeggen het recht van wetsontwerpen voor
de Tweede Kamer aangenomen, aan dit
College terug te zenden om ze nader te
overwegen.
Dit is niet anders dan een amende
mentsrecht. Omtrent de macht des Ko-
nings wordt een nieuwe formule voor
gesteld, die als geknipt is voor een
monorchaal stelsel als het Duitsche, doch
voor ons land, dat een zoo gansch an
dere verhouding kent,' niet te aanvaar
den is.
Dat het clericalisme hoogtij viert,
blijkt uit de wijzigingen, die ten opzich
te van het Onderwijs en de kerkgenood-
schappen worden voorgesteld. Uit de
Staatskas zal geput worden voor alle
kerkgenootschappen, ook voor die, wel
ke voor een nieuwe doleantie zich in
de toekomst gaan vormen. In plaats,
dat de finantieële band tusscben kerk
en staat wordt verbroken, zullen nieuwe
millioenen door den staat worden ge
schonken.
Het ergst is, dat men trouwens van
het clericalisme kon verwachten, dat de
openbare school niet langer voorwerp
van de aanhoudende zorg der regeering
zal zijn, de secteschool regel, de open
bare uitzondering, dit wil de cleiicale
meerderheid in de Grondwet vastleggen.
Eén lichtzijde is er aan de verschij
ning van dit rapport verbonden.
We worden tijdig gewaarschuwd voor
hetgeen ons te wachten staat, als een
grondwetsherzieningonder clericaal
régime tot stand komt.
Dat eendrachtige samenwerking deze
ramp afwende.
Mr. Patijn over het Ziekteontwerp.
Na zijn critiek op de raden van arbeid,
zooals de minister ze voorstelt, ging mr.
Patijn als volgt voort:
Nu zal de minister zeggen: nu ja, maar
44.
Bij het avondbrood in Tante Sibylli's kamer met
de blanke vloer en de geele meubelen, op de tafel
een oude olielamp is het warm en goed.
We spreken over het huwelijk.
IkEr is niets barbaarscher dan het huwelijk.
TanteEr is niets dat boven het huwelijk
gaat. Alles is ijdel en oppervlakkig maar het
tezamenleven van man en vrouw, de liefde voor de
kinderen, dat is iets boven alles moois.
Marianne, met gevouwen handen tegen mij Niet
waar, dat meen je ook?
IkTante Sibylle heeft me niet goed verstaan.
Ik vind het barbaarsche daarin, dat twee menschen
volgens wet en recht zoo goed als onafscheidbaar
gekeetend zijn. Men verlangt een bewijs van echtbreuk
of dat men een schooier is, alvorens scheiding toe te
staan.
Tante weerEr moet een vaste regel zijn.
Ik Mijn bewering is, dat van honderd huwelijken
negentig een marteling zijn. Met het bewustzijn van
een overwinnaar treedt men het huwelyk in, met
louter dwaze, vrome wenschen, en na een jaar wordt
men gewaar, dat men zich bedrogen heeft en een
ongelukkig samenleven maakt slecht
TanteHet leven is een strijd, waar ieder mensch
moet door zien te komen. De sterken gaan aan per
soonlijk leed niet te gronde ze richten zich daaruit
op en dat noemt men by ^en man, manlijkheid en
zelfzucht bij een vrouw grootheid.
Marianne spreekt daaaop met J nadruk op ieder
woordwie zijn recht op liefde onvervuld
ziet en zich op zedelijke gronden onthouding oplegd
die gaat door het leven als door een woestijn.
Ik zie verbaasd op.
die ambtenaar kan toch veel beter de
tuncties vervullen die hem opgedragen
zijn, want hij zal tevens kunnen beschik
ken over de kennis die bij het bestuur
van de ziekenkas allengs omtrent de toe
standen en de menschen in zijn gebied
wordt verzamelden er komt bovendien
vermindering van de werkzaamheden
van het bankbestuur door den overgang
van ongevallen naar de ziekenkassenWat
dit laatste betreft, Mijnheer de Voorzitter,
ontken ik pertinent, en ik sluit mij hier
bij geheel aan bij den geachten afgevaar
digde uit Assen, dat nu de medische
behandeling uitgeschakeld is, er eenige
vermindering in de werkzaamheden der
Rijksverzekeringsbank komt. Integen
deel, zooals dit in de ontwerpen geregeld
is en bovendien voor de uitkeering van
de ziekenkassen en nog een toeslag van
20 pCt. zal noodig zijn van de bank voor
de uitkeeringen ter zake van een bedrijfs
ongeval en dus een voortdurende verre
kening tusschen de ziekenkassen en het
bankbestuur onvermijdelijk wordt, nu
voorzie ik uit dien hoofde integendeel ver
meerdering van administratieven omslag.
Maar dit punt wensch ik niet in de zaak
te betrekken, want dat moet zeer concreet
in onderdeelen bekeken worden bij de ar
tikelen men komt daaromtrent met alge
meenheden niet verder. De hoofdzaak is
voor mij, dat de twee punten die ik noem
de, de beschikking over meerdere kennis
en de overbrenging van de ongevallen,
feitelijk staan geheel los en zelfstandig
naast de quaestie van de decentralisatie.
De Minister zelf gevoeld dat zeer goed,
dat hij in zijn Memorie van Toelichting ze
ook geheel afgescheiden daarvan behan
delt. Dat is trouwens zoo waar, dat indien
èn het ontwerp-radenwet èn het ontwerp-
ziektewet eens verworpen werden, dan
nog de herziening van de Ongevallenwet
in hoofdzaak ongewijzigd door zou kunnen
gaan. Alleen de titulatuur van de ambte
naren zou moeten worden veranderd
verder zou de decentralisatie kunnen ge
schieden, gelijk de Minister deze voorstelt.
Indien dan later een ziektewet werd in
gevoerd, welke ook, hetzij een ziektewet
in den geest van het stelsel van Lloyd
George, hetzij een ziektewet met kleine
kassen, zooals de heer Treub heeft ge
schetst, hetzij eindelijk een regeling zoo-
Het. is de eerste keer, dat zij duidelijk en beslist
voor haar handelen opkomt en zich zelve vryspreekt.
Ik ben vast overtuigd, ga ik voort, dat de men
schen minder door materieele zorgen voor hun tijd
oud worden dan door strijd in'het echtelijke leven en ik
kom in verzet tegen die moraal, die vrouwen welke
zonder naar het stadhuis te gaan door hare liefde
uitkomen uit de maatschappij die fatsoenlijke lieden
stoot en haar kinderen als geschandvlekt beschouwt.
Tante Sibylle: Beste Vriend, u leeft reeds in
het jaar 2000. Met plechtige verontwaardiging trekt
men de maatschappij niet uit haar voegen.
IkOnlangs was ik in een kring van schilders
en beeldhouwers. Een, die een vrouw en volwassen
dochters heeft, maakte van zijn hart geen moordkuil.
Hij zeide ik lach met den staat, die zijn niet
door het huwelijk beschermde,dochteren troosteloos
verkwijnen en verderven laat. In plaats van het
huwelijksgescharrel moet ieder meisje zich vrij en
eerlijk tot den man mogen neigen, die zij lief heeft.
En het kind, dat ze het leven geeft, moet haar trots en
niet haar schande zijn.
Tante Sibylle met, goedmoedigen spot; En hoe
denkt uw apostel zich de loop van zaken verder?
Ik Dat met de vooroordeelen der maatschappij
gebroken moet wordenvan staatswege. Dat
die tegen gevallene meisje moeten uitgeroeid worden
en de bekrompen stelling, dat alleen een getrouwde
vrouw, zich mag uitleven, losgelaten moet worden.
De ontelbare vrouwen, die niet huwen, mogen niet
de onterfden zjjn, de uitgestootenen aan den disch
des levens. Het begrip oude vrjjster is in zich zelf
gemeen en onnatuurlijk. Daarin wortelt de vrouwen-
quaestie, dat men haar recht op liefde erkent, dat
men degene niet acht, die den moed hebben, zich
uit te leven.
als wij voor ons hebben, dan zou men nog
altijd het voordeel van de beschikking
over meerdere locale kennis kunnen be
reiken door aan de ambtenaren die gege
vens ter inzage te geven, en zou men even
eens desverkiezend de ongevallen nog bij
de kassen kunnen overbrengen. De Raden
van arbeid, de nieuwe zelfbesturende or
ganen, zullen dus geheel buiten de uitvoe
ring van de herziene Ongevallenwet
staan. Daarop is echter één uitzondering,
nl. het bepaalde in art. 80 van de ongeval
len wet. Daarop zou de Minister zich kun
nen beroepen als hij zeideik geef den
Raden van arbeid wel een functie bij de
uitvoering van de Ongevallenwet. Daar
staat
„Indien de Raad van arbeid van oordeel
is, dat de aanspraken van een verzekerde
of van een zijner betrekkingen op eenige
schadeloosstelling niet of slechts ten deele
zijn erkend, dat aan een der personen
een te hooge schadeloosstelling is toege
kend of dat een toegekende geldelijke
schadeloosstelling ten onrechte niet wordt
ingehouden, heeft hij het recht binnen
een maand na de dagteekening van de
meededeeling der beslissing in beroep te
komen." enz.
Het beroep dat daar wordt toegekend
is geen novum in onze wet. Wij kennen
dat reeds. Het is nu gegeven aan de com-
missiën van art. 86 van de Ongevallen
wet 1901. Die commissiën zijn nagenoeg
samengesteld zooals de Raden van arbeid
zullen zijn samengesteldook daar een
door de Overheid benoemd voorzitter en
overigens een gelijk aantal arbeiders en
werkgeversalleen is de benoeming daar
bij den gemeenteraad, of, als de commis
sie over verschillende gemeenten werkt,
bij Gedeputeerde Staten. Nu wordt dus
de taak van die commissiën overgedra
gen aan de raden van arbeid.
Maar het merkwaardige is, dat de taak
van die commissiën naar het blijkbaar
eenstemmige oordeel van allen die met
de Ongevallenwet in aanraking zijn ge
komen, in de praktijk absoluut niets
beteekent, dat die commissiën zijngeweest
doodgeboren kinderen, dat sommige
eigenlijk nooit iets van zich hebben laten
hooren, dat andere wel te hooi en te
gras beroepen hebben ingesteld, maar
in den regel op een wijze die door al
Tante Sibylle zegt met een zuchtDe jeugd
stelt nieuwe eischen, zegt ze langzaam. Niemand
kan het haar beletten.
En ik spreek er alleen maar tegen omdat het mij
met mijn witte haren angstig maakt.
Ze staat langzaam op, knikt goedig tegen ons en
verlaat bet vertrek.
Wij blijven een poos stil, tot Marianne de oogen
naar mij opslaatKom, zegt ze, 't is zulk een worn
dermooie sterrenhemel ik kan niet van je schei*
den laten we nog een eindje wandelen.
Haar stem trilt en haar hand beeft in de mijne.
Ze slaat haar mantel om, doet een witten doek
om het hoofd en op de teenen verlaten wij het buis
om tante Sibylle niet te storen.
Het vriest buiten en wij gaan arm in arm tegen
elkaar gedrukt door den donkeren nacht.
Het is doodstil om ons heen in ons stroomt
het leven.
Wij gaan door de sneeuw, die onder onze voeten
knarst. Wij voelen de koude niet en gaan de stom
me boomenreien die wel spooken lijken voorbij.
De hemel fonkelt. Nu zijn we midden in den Tier*
garten, die een eenzaam, uitgestorven winterland
schap gelijkt.
Op eens lijkt het ons, of op de witte takken bier
en daar glinsterende sterren gevallen waren, die nu
op den grond schitteren. De stille tuin, die zich ver
uitstrekt om ons heen, de 8terrenhemel.de heldere,
koele lucht, de pracht van den winternacht vervullen
ons met stillen weemoed.
Op eens blijft Marianne staan, terwijl zij mijn
beide handen vat, ziet mij met f.erheid aan en zegt
Ik wil dat je het weet. En bjj deze woorden
straalt haar gezicht heerlijk rein.
(Wordt vervolgt)