99 Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Het laatste geluk. 12de Jaargang. No. 26 Woensdag 15 Mei J912. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofdredacteur W, DE JONG, Lid van de Tweede Kamer Staten-Generaa 's-GBAVEiUAGG. Uitgave der Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Bllddelharnts. Prijs der Advertentiën: van 1—6 regels f 0,60. Iedere regel meer 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Adyertentie-Bureaux nemen Advertentifin aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Technische herziening van het tarief van invoerrechten. Ia de laatste weken colporteeren de protectionisten ijverig met een mededee- ling, door het oudliberale weekblad, de Fakkel, gepubliceerd. Toen de heer de Meester minister van financiën was, gaf hij opdracht aan een commissie om tot een technische herziening van ons tarief van invoerrechten te komen. Laten we nu allereerst mededeelen, dat een her ziening van het tarief, vooral wat de waardebepaling der ingevoerde goederen betreft, dringend noodzakelijk is. De waardebepaling geschiedt nog altijd, zoo als dat in1846 gebeurde. Dat wil zeggen volgens totaal verouderde gege vens. Tot welke dwaze resultaten dit leidt, blijke uit het volgende. Stalen spoorwegstaven zijn nog geprijst tegen f35 per 100 K.G. terwijl de tegenwoor dige prijs niet meer bedraagt dan f 6; stalen ketelplaten f40 in plaats van f 8, kinabast f 40 in plaats van f 0,50 a f 1. staaldraad f100 per 100 K.G. in plaats van f10 enz. Is reeds hierom een herziening van ons tarief noodzakelijk, niet minder dient dit te geschieden om de technische fouten, die het tarief aan kleven. Minister de Meester zag dit zeer juist in, waarom hij een commissie op dracht gaf in deze richting werkzaam te zijn. Thans komt de Fakkel vertellen, dat deze commissie eenige millioenen meer uit het tarief wilde halen en de protectionisten, in dit geval een andere naam voor clericalen vertellen, dat het liberale kabinet dus ook protectie wilde. Mr. de Meester heeft deze bewering in het Vaderland volkomen weerlegd. Wij nemen zijn betoog in zijn geheel over. Mr. de Meester schrijft „In „De Fakkel", een onlangs voor het eerst verschenen Weekblad, waarin de beginselen der vrij-liberalen worden verdedigd, zijn in eenige achtereenvol gende nommers mededeelingen gedaan omtrent den invloed van het rapport, dat indertijd aan den toenmaligen Minis ter van Financiën is uitgebracht door de FEUILLETON. NAAR FELIX H0LLAENDER. 81) En toch moet u 2ich myn vrouw voorstellen met een harstochtelijken drang naar al wat schoon is en een zin voor wat edel is. Ze begreep ook wel, dat ondanks alles het leven voor haar zonder mij,'nog harder zijn zouwant ze had veel van mij geleerd en was in veel, dat zij anders niet zou begrepen hebben ingewijd, 't Is me tot heden nog niet duide lijk, welke beweegredenen zij met haar tegenstreven tegen mij had. Vaak wil het mij voorkomen alsof dat alleen uit gekrenkte trots voortsproot. Toen werden ons kinderen, myn zoon en dochter, geboren. De keten werd hechter, en de echt ondragelijker. Toen kwam de beslissende ure, waarin ik tot mij zelf zeide, dat ik tol ondergaan vervallen zou, als ik niet al myn krachten inspande. Want ik had alle hoop opgegeven, alle omgang werd door mij vermeden en ik was in zulk een toestand vervallen, dat er voor mij komen konden, wat maar wilde, volslagen apathie. Het oogenblik, dat my dit tot bewustheid werd, in '1906 door dien bewindsman ingestelde commissie van advies vooreen technische herziening van het tarief van invoer rechten. Die mededeeling is m. i. beslist indis creet. Zoodra de commissie zich van de haar opgedragen taak had gekweten door indiening van haar rapport, behoorde dit tot het archief van het Departement van Financiën, waarover alleen het Hoofd van dat Departement heeft te beschikken. Zelfs zou ik, die in 1906 de commissie benoemde en enkele dagen nadat zij haar rapport had ingediend, als Minister van Financiën aftrad, mij niet bevoegd heb ben geoordeeld van dat stuk een afschrift te doen vervaardigen en dit bij mijn vertrek mede te nemen. Vandaar dan ook dat ik nu zelfs niet kan zeggen, of de in „De Fakkel gedane mededeelingen, onthullingen, als men wil in allen deele juist zijn. Maar wat hiervan ook zij, dit staat in elk geval vast, dat ik, die het rapport den 30 Januari 1908 ontving en den 11 Februari d.a.v. de portefeuille overdroeg aan mijn opvolger, den heer Kolkman, nauwelijks tijd heb gehad dat stuk met aandacht te lezen, veel minder het te bestudeeren en uit den aard der zaak als demissionair minister niet de minste aanleiding had, zelfs ook maar te overwegen, hoe ik ten aanzien van de voorstellen der commissie zou handelen. Het schijnt mij wensebelijk hierop in „Het Vaderland" de aandacht te vestigen, omdat mij gebleken is, dat nadepubli- catiën van „De Fakkel" in den lande het gerucht gaat en door voorstanders van de thans aanhangige tariefsherziening gretig wordt gecolporteerd, dat de minis ter De Meester ook het voornemen zou hebben gehad, een belangrijke bate voor de schatkist te verkrijgen van de door hem aangekondigde technische herzie ning van het tarief. De belangrijkheid van die bate zou dan blijken uit de mededeeling in „De Fakkel", dat de com missie de meerdere opbrengst van een volgens haar voorstellen herzien tarief op 3 a 4 millioen gulden 'sjaars zou hebben geschat, 'tis best mogelijk, dat de bedoelde commissie indertijd tot zulk een schatting is gekomen, maar door mij werd de hoogere bate, van de mijnerzijds voor te stellen technische herziening van maakte mij hard, en om weer tot mij zelf te komen speelde ik een wreed spel. Ik stap daarover heen, ik mag aannemen dat Marianne u daarover mededeeling heeft gedaan. Toen ik weer mijn leven alleen begonnen was had ik naar een doelMijn krachten te verzamelen, om de geestelijke en stoffelijke scheiding ten uit voer te leggen. De gedachte aan de mogelijkheid van geluk heb ik ook in mijn stille droomen niet meer gekoesterd wel scheemerde mij de hoop dat de vrijheid mij nieuwen moed geven zou en dat het mij gelukken zon, voor haar en de kinderen anders en beter te zorgen, dan in de verloren vijfjaren. Ik was bijna gestikt en nu kwam de frische lucht om mij langzaam weer in het leven terug te voeren. Zoo stonden de zaken, toen ik Marianne leerde, kennen ik een getrouwd man, verkwijnd en voor mijn tijd oud, op een leeftijd, waar op anderen eerst beginnen en zij vol onvoldaan verlangen en onschul dige levensdrang. We hebben ons over en weer met al wat in ons is verweerdwij hebben elkaar ge kweld, leed gedaan, mijn lieve mevrouw, tot we ons bewust werden dat we op elkaar een recht hadden verkregen. En daarom zeg ik nn, op het verleden ziende, dat ik het om niets ter wereld ongedaan zou willen maken. Als ik over mij zelf spreken mag, dan heeft zij mij opgericht, mij mijn trots en mijn zelfgevoel teruggegeven. Ze gaf me nog iets beters een geluk, dat my deemoedig maakte, een geluk, waarover ik niet uit wijden kan. Ik sta op eens op en ga naar het vester. Ik had de bedoeling een, reine, sterke ziel rustig en nuchter opheldering te geven omtrent mijn doen enjlafcen, en het werd mij onder het vertellen wee en warm om het hart. het tarief voor de schatkist te verwach ten, in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag nopens het wetsont werp tot heffingeener inkomstenbelasting, veel lager geschat, en wel op niet meer dan f800.000. Was het ministerie, waar van ik de eer had deel uit te maken, niet gevallen op de in September 1907 ingediende oorlogsbegrooting voor 1908, en was mij tijd gelaten om, overeenkom stig mijne toezegging aan de Staten- Generaal, een wetsontwerp tot technische herziening van het geheel verouderde tariet van invoerrechten aanhangig te maken, dan zou ik daarbij ongetwijfeld een dankbaar gebruik hebben gemaakt va.n den zeer te waardeeren arbeid der meergenoemde commissie, maar mij natuurlijk een eigen oordeel hebben ge vormd over hare voorstellen, terwijl bij de mijne zeer zeker de volledige hand having van de tot dusver gevolgde vrij zinnige handelspolitiek zou hebben op den voorgrond gestaan. Aanleiding tot het doen van een wets voorstel zou voor mij niet geweest zijn de begeerte om de invoerrechten meer te doen opbrengen, maar de gebleken noodzakelijkheid om het bestaande tarief zooveel mogelijk te zuiveren van fouten, en in overeenstemming te brengen met de tegenwoordige, geheel veranderde toe standen op het gebied van handel en nijverheid. Wat daarbij aan meerdere bate waren te verkrijgen geweest, zou ik hebben beschouwd als „mede genomen geld", waarom het bij de technische herziening niet te doen was. Er bestaat derhalve niet de minste grond, voor de bewering, dat het zou hebben gelegen in het voornemen van den vrijzinnigen minister De Meester er naar te streven, door tariefsherziening eene belangrijke bate voor 's Rijks schat kist te verkrijgen. De voorstellen, welke een commissie aan de Regeering doet, blijven geheel voor hare rekening, zoo lang zij niet door den betrokken minis ter zijn overgenomen. 's-Grdvenhage, 6 Mei 4912. DE MEESTER. De Bakkerswet in de Kamer. De vorige week zijn in de Kamer twee Buiten valt er [uit den spookachtig grijze lucht, sneeuw in zware, witte vlokken, die een doodskleed op de straten uitbreiden en mij is het alsof ik, zwak klokgelui hoor, dat van sterven spreekt. Voort voort gij onzalige schaduw die zich tusschen haar en mij plaatst. Ik keer me om en de goede vrouw houdt haar fijn batisten zakdoek voor de oogen en snikt bijna on hoorbaar. Tante Sibylle f Zij laat den zakdoek vallen en ziet me eindeloos zachtmoedig aan. Tante Sibylle, ik heb ook, ofschoon ik een sterke man zijn moet, een vreeselijke angst voor de toekomst. Aan een kalm geluk valt niet te denken zij zal nooit nooit een scheiding toestaan maar zelfs als zij zich daartoe verbond zou Marianne zich daartegen verzetten, niet op verstandelijke gronden, maar als uitvloeiel van de reinheid van haar wezen. We zijn nu heiden wel vrije menschen, en alzoo geef ik de hoop nog niet op, den uitweg te vinden de wereld is groot en ik ben aan geen plaats gebonden. Tante Sibylle ziet me droevig lachend aan. Ik wil uw richster |niet zijn, zegt ze ik begrijp u, begryp u zoo goed. En nu blijft het stil totdat opeens de deur open gaat, Marianne op den drempel verschynt en de stilte verbreekt. Zij kust tante en slaat de armen om mij heen ik kus haar terug ik was haar bruidegom en zij myn bruid. Tante, Sibylle is uit de kamer verdwenen, en ook Ik kies spoedig daarop den weg naar huis. Onderweg gonst het my voortdurend in de ooren, Kunstenaars zyn slechte lui slechte lui zeer belangrijke beslissingen omtrent het ontwerp-Bakkerswet gevallen. De lezer kent de strekking van de wet: den nachtarbeid in het Bakkersbedrijf te doen verdwijnen, althans zoodanig aan banden te leggen, dat nachtarbeid tot de uitzon deringen zal behooren. Velen waren van meening, dat dit doel alleen bereikt kon worden als ook den alleenwerkenden patroon verboden wordt 's nachts te ar beiden. Anderen vonden dat een onge oorloofde inbreuk op de persoonlijke vrijheid. Tegen het Patroons verbod was door dr. de Visser een amendement op artikel II van het wetsontwerp ingediend. De Kamer vereenigde zich echter met het voorstel van minister Talma, zoodat alle bakkerspatroons onder de bepalingen der wet vallen. Het lijdt geen twijfel, of ,het grootbe drijf zal door deze wet ernstig worden geschaad. En wat is nu het opmerkelijke? Algemeen wordt erkend, dat juist in het grootbedrijf de arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders het best zijn. De Bakkers wet is dan ook hoofdzakelijk gemaakt met het oog op de kleine bedrijven. Geheel tegen de moderne ontwikkeling van klein- tot grootbedrijf in, worden thans aan het grootbedrijf zeer belemmerende bepalingen opgelegd. Het drieploegenstel- sel beperkte in de groote fabrieken den nachtarbeid reeds tot een minimum. Thans komt de wetgever op ruwe ma nier ingrijpen en decreteert de sluiting der fabriek gedurende een zeker aantal uren. Maar juist alleen doordat de machi ne voortdurend kan produceeren, doordat het grootbedrijf is, wat men noemt, con- tinu-bedrijf, is het mogelijk, de zaak winstgevend te maken. Nu de bakkerswet dit zal beletten, zullen juist groote en goed-ingerichte fabrieken zooals bv. Verkade te Zaandam er toe komen hun broodbakkerij te sluiten. Een Roomsch propagandist als de heer Hermans moge dit niet erg vinden, wij meenen, dat de arbeiders, die in dit bedrijf hun brood ruim verdienen, aller minst dankbaar zullen zijn voor een wet telijke regeling, die hen aanwijst op het kleinbedrijf met zijn slechter arbeids voorwaarden, en slechter hygiënische toe standen. Bij de stemming over de amen dementen Snoeck-Henkemans en Bos, Heeft tante Sibylle gelyk 41 Heel onverwacht heeft mijn vrouw geschreven, dat zij met de kinderen binnen een paar dagen hier zal zijn. In eer. woeste haast heb voor haar de woning in Grünewald doen inrichten met veel last en haast. Uit een kleinen erker rust het oog op pijn en denne- boomen. Ze moet niet in Berlijn komen wonen ze heeft een afkeer van de straten, die we samen doorwan deld hebben. Maar in mijn nabijheid wenscht ze te zijn, om over haar noodlot te waken. In enkele nren is zij er ik heb de handen vol ik moet fn de kleine ruimte warmte en gezellig heid brengen. Witte chrysanten, waar zij van hondt, staan in een vaas, in een andere donkere groene bladeren. In den haard vlamt een vuur. De portiersvrouw die bij de vermoeide bezigheid van het inrichten, vermoeiend voor een man, die van niets verstand heeft, mij te hulp kwam, druk ik op het hart houtblokjes op het vuur te werpen, op dat de kamers warm zullen zijn, als vrouw en kinderen, bevroren van de nachtreis, aankomen. Mijn beste jongen en mijn allerliefst meisje, hoe klopt myn vaderhart voor u I Hoe snak ik er naar u in mijn armen te drukken, uw helder lachen en uw teêre kinderstemmen te hooren, uw kleine han den te betasten en uw zijdenen zachte haren te streelen 1 Hoe diep voel ik uw bekoorlijke onschuld 1 En uw kindertranen, hoe roeren ze me. Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1