ROOIJ,
lust
tumes
Officiéél Nieuws- en Advertentieblad
1
jven.
ea Kapok.
ii Tan Beta.
,SSIE"
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
Het laatste geluk.
van het
m
m
int.
I2de Jaargang.
1IDDELHARN1S.
(APOKBEDDEN,
i, DEKENS,
[N enz.
llen Ondergoederen.
9,1e Clown.
INEMEER.
rpakjes
IIS.
mmelsdijk.
Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
r
nnT£e9
iTonge,
van eene groote part$
Mig« collectie Btdtyjta.
«md« prUsaa.
irraerende prijzen:
Iranco door geheel
aan voor het
leerd in
fAP DER
ververy en Chem.
LIE" te Dordrecht
IEREN.
gericht bij (leze heeren
fouwers, dat hij zich een
ent heeft aangeschaft,
like men wenseht te
{waterpassen,
erbuizen met of zonder
levering verzekert te
k ge wenseht.
wenschte inlichtingen.
Sommelsdijlz.
55
MAAT in
N
H
r
O
m
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prqs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
"CJitg-a^re eter
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels j 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespandenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Laster.
De clericale bladen grijpen alles aan
om de kiezers de volkslagen onmacht
der coalitie om iets van aanbelang tot
stand te brengen, te verbergen. Geen
middel, hoe slecht ook, wordt ongebruikt
gelaten, om de linkerzijde te belasteren.
Zoo bevatte dezer dagen het Roomsche
blad, „Het Centrum" een artikel, dat
met Jezuietische geraffineerdheid er op
gericht is, de lezers van zoo'n blad op
te hitsen tegen de linkerzijde. „Politieke
Staking" staat er boven het aantijgend
artikel, dat aldus aanvangt:
„Met verontwaardiging, met diepe
verontwaardiging zal ongetwijfeld ieder
weldenkende in den lande hebben
kennis genomen van het opzien barende
feit, dezer dagen wereldkundig ge
maakt, dat een deel der Linkerzijde
van onze Tweede Kamer tot politieke
staking is overgegaan."
Wat is de aanleiding tot deze vunze
ophitsing
In de Commissie van voorbereiding
voor de Invaliditeits- en üuderdoms-
verzekering hebben zitting naast clericale
leden de H H. Patijn en Schaper. Deze
commissie had besloten, dat de verga
deringen, waarin de artikkelen der wets
ontwerpen zouden worden besproken,
plaats zouden hebben omstreeks half
April.
Die tijd van behandeling was gekozen
le. omdat de kamerleden, die lid van
de voorbereidingscommissie zijn,deeerste
dagen van April moesten besteden aan
de samenstelling der amendementen op
de Ziektewet, welke tot 10 April konden
worden ingediend.
2e. met het oog op de behandeling der
Bakkerswet. Men verwachtte toch niet
anders voor een paar weken, dan dat
deze in behandeling zou komen.
3e. omdat de voorzitter der commissie,
het Roomsche kamerlid dr. Nolens, niet
voor einde Maart of begin April uit 't bui
tenland terug kon zijn, ook wist men dat
mr. Patijn in 't laatst van Maart een week
naar het buitenland moest vertrekken.
FEUILLETON-.
NAAR
FELIX H0LLAENDER.
26)
Ze hoort me in stille vreugde aan en over haar
komt iets van een verheven vrouwentrots. Alles om
haar heen wordt haar klein en onverschillig.
Ik maak haar geluk uit. Zij het mijne.
37.
Toen Marianne heden veel later dan gewoonlijk
mijn kamer betrad, zag ik bij den eersten blik, dat
er iets gebeurd moest zijn. Haar gelaat was hoog
rood en ze legde haastig haar zaken af.
Ze trad naar mij toe en zeide: Ik wilde al
sedert een paar dagen er over spreken, maar altijd
dacht iir, hij zou me wei met rust laten. Nu zie ik
in, dat ik me vergist heb, om kort te gaanHij
vervolgt me aanhoudend. Hij staat geregeld voor de
deur als ik naar je toe ga, en gaat niet eerder weg,
dan wanneer ik je verlaat. Hij heeft tot nog toe
geen woord tegen me gesproken, alleen me zwijgend
en boos aangekeken, alsof h^j verwachtte,dat ik hem
aanspreken zou. Van daag evenwel ia, hij naar me
4e. omdat men bij 't vaststellen van de
vergaderingsdagen der commissie niet
wist, dat minister Talma zou weigeren,
mondeling overleg over de ontwerpen,
te plegen.
Om al deze redenen werden de ver
gaderingen bepaald op half April
Wat deed daarop de clericale meerder
heid der commissie.
Buiten mr. Patijn en den hr. Schaper
om besloot zij de vergaderingen op 1
April te laten beginnen. Een zeer mis
plaatste clericale Aprilgrap dus!
Zoodra de twee linksche leden der
commissie dit vernamen, gaven zij te
kennen, dat zij op dien datum onmoge
lijk zouden knnnen vergaderen. Toch
dreef de clericale meerderheid haar zin
door. Daarop berichtten de beide heeren,
dat zij niet aanwerig zouden kunnen
zijn, terwijl hun plaatsvervangers te
kennen gaven zonder de tegenwoordig
heid van de officieele en verantwoorde
lijke leden van links der commissie niet
aan de beraadslagingen te zullen deel
nemen.
Uit het bovenstaande blijkt ten duide
lijkste dat het Centrum zijn lezers een
leugen op den mouw spelt als het in
gehuichelde verontwaardiging rept van
een politieke staking.
Neen, men heeft hier te doen met een
clericale uitsluiting. De doordrijverij van
rechts is de schuld van het wegblijven
der linksche leden, die vooruit te kennen
hadden gegeven op 1 April niet te kun
nen vergaderen. De lezer ziet hieruit
voor de zooveelste maal, tot welke treu
rige praktijken de clericalen hun toe
vlucht moeten nemen om de machte
loosheid der coalitie te verbergen.
Onze kleine Pers.
Als er één middel is, waaraan de cle
ricalen hun macht te danken hebben,
dan is het aan hun kleine bladen, die
onophoudelijk sinds jaar en dag hebben
gewerkt aan de propaganda voor de cle
ricale partijen. Wij wenschen den arbeid
der groote bladen geenszins te onderschat
ten. Zij geven de leiding aan. Doch tot
de kleine luyden, vooral op bet platte
land, dringen zij niet door. Voor velen
is een dagblad te duur, terwijl vaak de
toegekomen en heeft me gevraagd of ik wel goed
wiet wat ik deed.
En toen jk hem verwonderd aankeek, zei hij ver
der, dat hij alles wist, daar hy mjj sedert ik bij hem
weggegaan was, gevolgd en gadegeslagen, had. Hij
had mij geheel los willen laten, want hij is de man
niet, om de liefde eener vrouw af te bedelen of zich
aan haar op te dringen. Die liefde was echter sterker
geweest dan hij zelf gedacht had. En toen hij tot de
overtuiging was gekomen wie en wat jij bent, toen
had hij het zich tot een plicht gerekend mij voor
mijn ongeluk te waarschuwen.
Na deze eenigszins uitvoerige toespraak heb ik
hem koud en beleefd bedankt en hem gevraagd, mij
nu hij zijn voornemen uitgevoerd had verder mijn
eigen weg te doen gaan.
Zij hield een oogenblik op, als wilde ze zich nog
eens herinneren hoe het zich toegedragen had.
Over haar trekken lag een uitdrukking van hard
en bitterheid.
Daarop wierp ze het hoofd achterover, strekt zich
de weerspanninge haren van het voorhoofd en ging
voort: Ik zal het je in volgorde vertellen. Ik
wilde alzoo hem laten staan en naar jou de trap
opgaan, toen hij me dringend verzocht een eind met
hem mede te gaan loopen, daar hy me nog allerlei
dringende dingen, die geen uitstel konden lijden te
zeggen had. Om mijn zelfs wille moest ik hem aan-
hooren.
Ik gaf toe en liep stil naast hem mee, daar er nu
toch geen ontkomen aan was.
Hij begon nn mij te ondervragen
IJ weet, dat die heer getrouwd is
Ja.
Dat hij kinderen heeft?
Ja.
tijd ontbreekt, dagelijks een courant te
kunnen lezen. Tal van menschen uit de
arbeidende klasse stellen zich tevreden
met het lezen van een plaatselijk blad.
De clericalen hebben dit reeds sinds jaren
ingezien en tallooze weekblaadjes het
licht doen zien. De vrijzinnigen hebben
het groote belang der locale pers veel
te lang miskend. Voor dit uitstekend mid
del om de beginselen in te dragen, voelde
men veel te weinig. Vaak liet men het
veld aan een zoogenaamd neutraal blad,
dat in het opdisschen van heele kolom
men gemengde berichten, liefst moorden
en doodslagen, zijn kracht zoekt.
Gelukkig begint daarin verandering
te komen. De vrijzinnigen beginnen in
te zien, dat zij overal in het land hun
propagandabladen in het leven hebben
te roepen, willen zij hun beginselen in
het volk meer en meer kunnen indragen.
Met vreugde maken wij daarom mel
ding van de verschijning van een vrij
zinnig orgaan in het district Steenwijk,
dat onder den naam „de Noordwesthoek
van Overijsel" zal trachten elke week
de vrijzinnige beginselen te verdedigen
en uit een te zetten.
Het eerste nummer maakte een uit
stekenden indruk. In elk district moesten
we zoo'n blad bezitten.
Over de sociale pers schrijvende, heb
ben wij een verzuim goed te maken. Ons
kloek zusterorgaan, de Goudsche Courant
vierde de vorige week haar vijftigjarige
bestaan. Ter herdenking van dit jubileum
gaf de Goudsche Courant een feestnum
mer uit. Dr. J. Hugens beschrijit in een
keurig artikel de geschiedenis van dit
blad, dat reeds dateert van 26 October
•1791.
In 1806 werd de uitgave gestaakt. In
1862 herrees de Goudsche Courant en
van dat jaar af heeft het blad onafge
broken den strijd voor de vrijzinnige
beginselen gevoerd. Geen wonder, dat in
het feestnummer de liberale voorman
nen van onze dagenmr. Van Doorn,
mr. Schim, van der Loeff, mr. de Mees
ter, de H.H. Roodhuyzen en Thomson
een waardeerend woord over het blad
neerschrijven. Wij voegen bij de vele
gelukwenschen gaarne de onze.
Er is echter meer. Zullen de vrijzin-
Weet u ook, wat een slechten roep er van hem
uitgaat
Overal wordt van hem verteld, dat hij er zich
niet de minste gewetenszaak van maakt vrouwen
en meisjes te verleiden
Ik antwoordde hem, dat ik me om het verleden
en het bijzondere leven van dien heer tot nog toe
niet bekommerd had, daar dat uitsluitend zijn zaak
moet zijn. Ik wilde hem intusschen wel mededeelen
dat mijn zaak anders stond.
Dan moest ik, volgens hem jou huis vemijden,
als de pest, eer het te laat was.
Hij heeft me verkeerd verstaan, ik wilde alleen
zeggen, dat ik vrijwillig dat hnis had betreden en
dat van verleiding geen sprake zijn kon. Met welk
recht echter, ging ik voort, mengt u zich in mijn
zaken? Met welk reebt vervolgt u opmynschreden
en werpt ge u tot mijn leidsman op
Deze woorden heb ik misschien op een al te ver
bitterden toon gesprokenwant ik was opgewonden
en wist mij niet meer te redden. Ook was ik bang
voor zijn oogen, die zoo dreigend en emeekend my
aanzagen.
Op eens werd hij erg bleek en zeide met luider
stem, terwijl hij al zyn tegenwoordigheid van geest
te zamen gaarde: Als ik een mensch gereed zie
zich in een afgrond te storten zoo acht ik het mijn
plicht hem vast te grijpen. Dit is hier betfgeval. En
het erge er van is dat u het levensgevaar niet ziet,
u staat als blind voor dien afgrond.
Ik trachtte al mijn geestkracht te verzamelen,
dankte hem voor zijn waarschuwing, waarover ik
wilde nadenken, en verzocht hem mij nu alleen te
laten, 't Kan zijn dat mijn schijnbare kalmte hem
nog meer in het harnas joeg genoeg, hij pakte
me plotseling by de pols en trad zoo dicht op me
nigen nu toch eindelijk eens gaan inzien,
dat zij de bladen van hun eigen richting
in de allereerste plaats te steunen heb
ben? Wij zouden niet gaarne willen, dat
onze geestverwanten zich bepaalden tot
het lezen van één orgaan, zooals aan den
clericalen kant veelal geschiedt. Maar wij
hebben het volle recht te vragen dat de
vrijzinnigen veel meer dan tot dusverre
hun steun in den vorm van abonnemen
ten en advertentiën geven aan het blad
hunner richting. Dit wordt nog veel te
vaak nagelaten. Aan de overzijde handelt
men anders. Aan onzen kant is men
soms zoo vrijzinnig, dat men het eigen
orgaan achterstelt bij het blad van den
tegenstander.
Het is te hopen, dat de vrijzinnigen
meer en meer zullen gaan inzien, dat
het hun eerste plicht is, de bladen, die
zonder ophouden voor het vrijzinnig be
ginsel strijden, te steunen.
Terecht schreef één onzer wakkerste
medestrijders, de heer Polak Daniels
„De vrijzinnigen betoonen zich vaak
onverschillig wat het politieke leven
aangaat en verzuimen dan vaak dat
gene te doen, wat hun beginsel, hun
plicht gebiedt. Die plicht brengt mede
steun te verleenen aan het orgaan, dat
in eigen kring voor aller beginsel
strijdt."
Dat de vrijzinnigen metterdaad toonen,
dat zij dit beseffen.
Ook op Flakkee
Een nuttige uitgave.
Verleden jaar is in onze provincie een
bond van Waterschappen tot stand geko
men. Een dergelijke organisatie kan onge
twijfeld zeer nuttig werken. Men komt er
gereeder toe de belangen der waterschap
pen, noodzakelijke verbeteringen, doel
treffende maatregelen te bespreken, als
er een organisatie bestaat. Terecht heeft
de Zuid-Hollandsche Bond begrepen, dat
de bond tusschen de leden het hechtst
wordt gevlochten, als een eigen orgaan
het middel wordt om voeling tusschen
de leden te houden. Onder den titel „Het
Waterschap" is de vorige maand als uit
gave der Fiakkeesche Drukkerij, een blad
verschenen, dat het Officieele orgaan van
den Zuid-Hollandsche Waterschapsbond
toe, dat de angst my beving. En nu. Hy weet zeer
goed, dat toen hy my bij bet bedrog geholpen beeft,
tegenover mijn ouders hij een zware schuld op |zich
geladen heeft. Wat het hem gekost heeft, daarvan
wil hij zelfs niet spreken. Hij is de man niet om
veel woorden te verspillen.
Ook had hy toen den vasten wil gehad van mij
afstand te doen, omdat hij meende dat het ging om
een fatsoenlijk man met eerlyke oogmerken. Nu
evenwel, nu het tegendeel bleek, was hy besloten,
dit leugenweefsel te verbreken.
Ik maak me bij deze woorden met alle kracht
los en wil wegloopen.
Hij boud me met geweld tegen.
Ik behoefde geen zorg te hebben. Hij had me nog
maar drie woorden te zeggen, waarvoor ik hem later
wellicht dankbaar zou zijn. Hij wilde met geen woord
naspeuren, of er aan roeren, wat tusschen u en mij
zou zijn voorgevallen hij wilde zich daar niet
in verdiepen, dat ik vrijwillig mijn goeden naam op
het spel gezet had, hij was geen philister en dacht
over die dingen anders dan meenigeen, hij bood mij
voor de tweede maal de hand, die ik niet durfde
afwijzen. Hij zou alles vergeten omdat hij me lief-
bad.
Daarby keek bij me vol verwachting aan en scheen
van zyn zaak nog niet geheel zeker te zyn. Ik wil
je iets zeggen ik bad eerst diep medelyden met
hem, ik moest op eens aan dien avond terug denken,
toen ik vol angst by je gekomen en je koffer gepakt
zag. Toen ik voor je beb gestaan met een gevoel, hy
gaat weg en laat me als een ellendigen hond achter
Wordt vervolgd)
t