Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EEESTE BLAD. Het laatste geluk. 12de Jaargang. Woensdag 13 Maart J 912. No. 17 Fiakkeesche Boet en Handelsdrukkerij Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. "CTItg-a-ve cler te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1—6 regels j 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Het struikrooversamendement. Wat deze week in de Kamei is afge speeld, is in de parlementaire geschie denis iets ongehoords. Om te voldoen aan de subsidiejagers der sectescholen was door minister Heemskerk voorgesteld het bedrag dat de Staat aan de clericaie schoolbesturen uitkeer tvoorscholenbouw te verboogen. Al spoedig bleek in de clericaie pers, dat men over de toege zegde bijdrage lang niet tevreden was. Men eischte meer. De subsidiejagers bij uitnemendheid, de kuyperiaansche heer van der Molen en de Roomsche baron van Wijnbergen kwamen al spoe dig met een amendement voor den dag, waardoor de nieuwe bijdrage uit de schatkist tot meer dan het dubbele van wat minister Heemskerk in zijn wetsont werp voorstelden werd opgevoerd. Het struikrooversamendement zoo noemde volkomen juist de heer Ten Laan het amendement der clericaie subsidiejagers. Wanneer een minister een ontwerp voorstelt en een amendement zou de kosten ervan verre boven de raming opvoeren, stelt de minister zich daarte gen krachtig teweer. Niet alzoo minister Heemskerk bij den nieuwen aanslag, dien het clericalisme voor de sectescholen op de staatskas deed. Zijn laffe weifelende houding kwam hierop neer, dat hij tot de broeders zeideMij goed, neem de duiten, 't is beter dat gij er uit u zeiven toe overgaat ze te nemeD, dan dat ik ze u aanbied, zoo zal dan de bijdrage voor den bouw van sectescholen weldra tot een millioen stijgen en die som zal spoe dig genoeg oversóhreden worden. Thans zal in de groote steden de pomp op de openbare schoot worden gezeten Dominee en Pastoor met bedeelingsdwang en de andere bekende middelen de ouders er toe gaan brengen „gemoedsbezwaren" te bezitten tegen het openbaar onderwijs, van meerdere waarborgen voor goed onderwijs was natuurlijk geen sprake. Het treurige in deze subsidiejacht is wel de houding door minister Heems- FEXJIEEETON. NAAR FELIX HOLLANDER. 23) Ik vond u, Marianne, op een oogenblik, toen al mijn hoop begraven was. Gy wildet, wat me gekee- tond hield losmaken, maar nooit deed je een poging ^gen mijn natuur in te gaan. Daarvoor zal ik je dankbaar zijn,zoolang ik zal ademhalen. Dï heb je noodig Marianne, zooals ik het zonlicht noodig heb om te leven, van u gaat warmte, licht, beldeïheid uit; ik zie u met verrukking aan. 31 Op de koude dagen zijn weder warme gevolgd. Wij Jaten papier en pen rusten en gaan naar buiten, t Is een mooie morgen. Geen mensch stoort ons, inde kolonie Grünewald meenen wij ons rijk te betreden. We ontmoeten geen sterveling. We gaan zonder plan of doel en genieten van de herfsttinten, van bruin, geel en groen. De stervende natuur brengt ons in verrukking. De moederaarde sohijnt te willen zeggen Wat nu nog leeft en bloeit, alles, alles komt mij toe, alles neem ikopin mÜn donkere ondoorgrondelijke schoot, Maar als de kerk aangenomen. Hij komt om zijn ont werp te verdedigen met cijfers en bere keningen ten einde aan te toonen, dat zijn wet het billijke vraagt. Als de debat ten hebben plaats gehad, komt hij plot seling voor den dag met de verklaring dat de broeders van der Molen en Wijn bergen veel juister gegevens hebben en zijn eigen berekeningen niet deugen Aan alles was te merken, dat het heele amendement een doorgestoken kaart was en de komedie van te voren, achter de ministerieële schermen in elkaar was ge zet. Weet men, zoo vraagt de N. R. C. hoe thans de toestand is en hoe hij eerlang zal worden? Nu ontvangt de gemeente een vierde deel der bouwkosten in kapi taal en ontvangen de bijzondere scholen evenveel, d.w.z. aan haar worden (naar den maatstaf' van 4,6 °/0 rente en aflos sing over een kwart van de bouwkos ten toegekend. Met andere woorden, tot dusver ontving het bijzonder onderwijs 1,15 °/0 der bouwkosten. Hiervan nu had de minister 2 °/0 willen maken. Daaren tegen had hij voor kleinere gemeenten de bouwsom wat lager gesteld. „Het tegenwoordige subsidievoor- schrift" zoo leest men namelijk in de memorie van toelichting „gaat uit van de gedachte, dat die kosten f 100 per leerliDg bedragen, een fictie welke de werkelijkheid niet veel ontloopt in groote steden, maar voor kleinere gemeen ten eene te ruime berekening insluit". In verband daarmede stelde de minister een groepeering der gemeenten voor met gefingeerde kostencijfers van resp. f80, 'f 90 en f 100. Het door den minister, na eenig schijn- vertoon van aarzeling, overgenomen amendement maakt van deze drie cijfers f 80, f '120 en f 160, d.w.z. zij gaat voor verschillende groote gemeenten f60 bo ven de fictie, welke volgens den minister de werkelijkheid niet veel ontloopt. Maar daarbij blijft het niet. Van de op deze wijze verkregen bouw sommen wordt niet minder dan 2V2pct. voor jaarlijksche rente en aflossing ver goed. En dat heet dan op te wegen tegen de vergoeding van rijkswege van V* der bouwkosten, door de gemeenten voor hare scholen gemaakt? Doch de heer Van lente weerkoinfe, dan vieren wij het feest der opatan- ding en wat in stof is verkeerd, herbloeit opnieuw en schooner dan ooit. Terwijl we voortgaan, dringt Marianne zich dichter tegen mij aan en zegt droevigWij zijn bij een bruiloftsfeest, In het eerst begrijp ik haar niet en zie haar ver wonderd aan. Zie je dan niet, zegt ze op zenuwachtigen toon. hoe het gevallen groen zich met den grond huwt? En 't schijnt mij toe dat er haar een rilling door de leden gaat, terwijl ik zwijgen blyf. Wij|gaan verder destraten door langs de meerbescbei- den en voornamer landhuizen. Een zeldzame melan cholie koratover ons Marianne's gelaat is eigenaardig rood geworden, haar oogen glanzen doorschijnend en ook ik word door een stemming bevangen los van de gewone wereldsche dingen. Wij gaan naast elkaar voort en zijn één van gedach ten en het komt ons zoo kinderachtig voor nog iets voor elkaar te verbergen. Ons uur is geslagen. De blauwe hemel lacht zoo mooi boven ons en onze liefde, die in vervulling wil gaan. Zwijgend keeren wij naar huis terugik breng Marianne in mijn kamer, waar de schemeiing juist aan onze stemming beantwoord. Waarom schrei je? vraag ik zacht. Ze trekt mij met de armen tot zich en om helst me. Ik schrei van vreugde antwoordt ze en haar stem trilt terwijl ze voortgaat: Ik heb je met geheel mijn ziel lief, met geheel mijn hart, met geheel mijn verstand. Ze behoort mij thans onverdeeld. der Molen zelf versprak zich, toen hij verklaarde, dat de vooigestelde 2^ pet. te beschouwen viel als de helft van de annuïteit van een leening van 4 pet. Dat maakt, welgerekend, het dubbele van de rijkssubsidie, welke' den gemeente toe vloeit. Terwijl bovendien demogelijkheid geenszins uitgesloten is, dat de gefingeer de bouwkosten, waarover de 2*/2 pet. ver goed wordt, te hoog genomen zijn. De heer Van der Molen beweerde wel het tegendeel en de minister koos in dezen ondanks de door ons gespatieerde woorden der memorie van toelichting zijne zijde, maar te ontkennen valt toch niet, dat de in memorie van antwoord verschillende nieuwe gemeentescholen genoemd worden, welker kosten, perleer ling berekend, aanmerkelijk beneden de f '160 gebleven zijn. Twee voorbeelden mogen hier volstaan, een Rotterdamsch en een Haagsch. Wat dan de eerste ge meente betreft, voor de school in de v. d. Hoonaard-straat beloopt bedoeld bedrag f 131.85. En in de residentie komt men voor de school in de Rotterdamschestraat slechts tot f 111.84. om van de f70 der hulpschool in de Van Ostade-straat te zwijgen. Bij al deze berekeningen is de waarde van den grond ingesloten. Nu moge het waar zijn, dat het niet geheel hetzelfde is, of men een kwart van het bouwkapitaal in eens of jaar in jaar uit de rente en aflossing over één vierde deel der bouwkosten ontvangt en dat in zooverre de gemeenten in een eenigszins bevoorrechte positie verkeerden, de wijzigingen thans ten gunste van de bij zondere scholen in den bestaanden toe stand gebracht, zijn van zoo ingrijpenden aard, dat het bittere ironie schijnt, ook thans nog het deel der gemeenten benij denswaardig te noemen. Toch deed men zoo. Maar de gelegendheid, door den heer Troelstra geboden, om in deafdeelingnog eens gezet te onderzoeken, hoe in de toe komst de verhoudingen zullen zijn en in hoeverre thans weder de gemeente bij het bijzonder onderwijs zullen worden ten achter gesteld, werd geenszins met vol doening aangegrepen. Integendeel, men verwierp het voorstel om in het wets ontwerp, dat door de overneming van het amendement geheel van karakter veran derd was, nogmaals in de secties te onder- 32. Ik ben een vorst en draag een kroon, en jij Marianne hebt me gekroond. In het ongeluk wordt men vroom, men kan bet ook in het geluk worden. Ik sluit vrede met God; ik keer tot hem terug. Ik wil gloovenals ik mijn geluk behouden zal. Dan zal mij geen twijffel bevangen. Ik keer tot het religieus denken terug, niet als iemand, die schipbreak geleden beeft en zich in geestelijk en licbaamlijk bankroet aan bet priester kleed vast klarat die zijn smartelijke herinneringen in wierookdamp en orgelgezang zacht en moede wil vergeten ik keer tot de 'vroomheid terug in het besef van mijn geluk want iederen dag is me een feest en een wedergeboorte. Onze liefde klimt van uur tot uur. Ze heeft niets van een dollen roes, ze slaat baar wortels van den een wederkeering naar den ander over. Ze verdiept ons denken en gevoelen. Zebrengt iwee menBchen steeds nader tot elkaar zonder ze af te stooten. Geen schaduw kan ons rein gevoel verduisteren. Wij weten, dat wij menschen zijn, zoo goed als andere, waarin het dier sluimert. Maar we bedekken de duistere hartstochten zoo veel we kunnen en in onuitsprekelijke dankbaarheid trachten we meester van ons zelf te worden. 33. Ze luistert bedrukt en slechtfi ten halve opmerk zaam naar mij. Haar melancholieke blik verraadt wat haar peint. En geheel opgewekt neemt ze mijn hand, en fluistert me in het oorIk kan de ge dachte aan haar niet loslaten ik voel mijn schuld. zoeken met 53 tegen 35 stemmen. Zui ver rechts tegen links. En even daarna ging het gewijzigde artikel 1 erbij zuivere partijstemming (52 tegen 33 stemmen) door. De beroepssubsidiejagers hadden hun doel bereik!. Alle bijzondere scholen krijgen rente en aflossing over ruim 60 pet. der vermoedelijke bouwkosten van rijkswege vergoed. Voor tal van bestaande scholen is dit een volkomen ongemotiveer de fooi". Den dag, nadat de clericalen op deze manier de secleschool tonnen gouds had den toegestopt, kwam een amendement van Ketelaar Smeenge e.a. in behande ling, waarin werd voorgesteld nu ook de rijksbijdrage aan de gemeenten naar evenredigheid te verhoogen. Niet meer dan billijk, niet waar lezer Ja wel, doch dan konden de clericaie haters der openbare school hun doel niet bereiken, althans niet zoo gemakkelijk. Dan kon de pomp niet aangezet worden. Dezelfde meneer Lohman, van wiens poli tieke eerlijkheid men zoo'n ophef maakt, wiens rechtvaardigheid zoo geroemd wordtdie eenmaal zeide, dat nimmer rijksgelden mogen worden toegestaan om door een kunstmatige oprichting van sectescholen de Openbare school te ont volken, stemde met de clericaie subsidie jagers tegen het amendement Ketelaar. Het clericalisme heeft een nieuwen triomf te boeken. Het heeft tonnen gouds uitgedeeld aan Kuiperscholen, monniken en nonnenscholen enz. Of het rijksgeld middelijk wordt besteed voor den bouw van Roomsche kerken en kapellen, laat de broeders koud. In één ding zijn ze het roerend eens: in hun haat tegen de openbare school. Dat is de eenige band, die Rome en Bordt bindt, de jacht op de rijksdubbeltjes en de beschikking over de baantjes het eenige, waarover ze het roerend eens zijn. Zullen de vrijzinnigen eindelijk gaan inzien dat een onafgebroken eendrachtigen strijd tegen dit uitbuitend clericalisme gebiedend noodzakelijk is? De rooftocht. Toen Harte van Teckelenburg zijn ta- riefontwerp had ingediend, trokken waar heidlievende kuyperianen als de Altijd en overal zie ik haar beeltenis en steeds vraag ik mij af, wat doet ze thans, en hoe is ze in staat haar leed te dragen. En dan zijn het de oogen uwer kinderen die ik vreesdie onschuldige kinder oogen herhaalt ze op gedempten toon. Ik weet, wat ik hen heb afgenomen, en in myn grootste vreugde kon ik het niet vergeten. Dat zijn de schaduwen, die over mijn geluk zweven. Ze was by deze woorden nog bleek geworden en op haar gelaat lag een uitdrukking van angst, die zich aan mij meedeelde. Ze ziet, antwoord ik ook bedrukt, spoken. Je moogt aan mijn woord niet twyfeleD, dat haar weg en de mijne reeds uiteenliepen, toen ik je ontmoet heb, Marianne. Ze schudt het hoofd en maakt een afwerende be weging. Uwe wegen zijn uiteengeloopen, dat is waar, maar omdat zij je liefheeft, zal ze den weg tot je weer vinden. En weet je, wat me nog meer schokt, en mij mijn rust beneemt zoo duidelijk het mij is, dat ik niet anders kon, dat slechts één ding voor mij mogelijk wasVrijwillig voor altijd weggaan of mij aan je geven. Zoo zeker weet ik ook, dat al die benauwde uren ze zweeg en haar houding drukte vertwijfeling uit je begrijpt me niet, zei ze klagend, je begrijpt me niet, wat in me omgaat. Al die benauwde uren komen van God. Versta je wel, God straft me omdatik hem heb veronachtzaam. En alles is in me gebroken, ik houd--ging ze snikkend voort de scherven in mijn handen en ben niet in staat ze weer aaneen te maken. Ze hield op en herkreeg haar tegenwoordigheid van geest. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1