sscherij duurder. ITTEHfiZa. ijveii. „VOORUIT!" TWEEDE BLAD isdijk. ïteekent: int. d« ruime leem® 1E.LEN, LPEROORD, 31. - Middelharnis. MuL Y&ste priJzflË. MIDDELHARNIS N AAN: ONTBIEDEN Iratie kantoor. ommelsdijk No. 16 6 Maart 1912 Plaatselijk Nieuws. jbel magazijn van en Noten- Duitsche Stijl-» ade en modern beslap- Kabinetten vanaf f 48, I Kabinetten, Kasten en |ende grootten en prijzen, en Weener Biet- en alon- en Schuiftafels, leerdoek en tryp naar Vouwstoelen, Voltaire® Hendrikstoel, zeldzaam bte voorraad Spiegels,, jiiszegens. Verder alles te Meubelzaak behoord- boemen. lf van HERFST- eeren. Hooge en En, pyramiden ei. frambozen: iscjperlatief Ivarte bessen. ■en heester [ik-, stam- en fele vaste plan- bloementuin, t-ssen enz. den-, en sier- Iwat. meer tot het phoort. NBEVOLEN tot den HOUD van TUINEN linnen- en Buiten» ide Banknoten. rijen en Gebouwen- Hypotheekbanken, tschappij „de Sala- [en Roerende Goe- apieren en Bank- ren. MIDDELHAHMS- De toestaud van de vrouw van W. van Es, waarvan wij in een voor gaand nummer hebben gemeld, dat zy ten gevolge van een speldepvik in haar vinger bloed vergiftiging had gekregen, werd Zon dag van dien aard, dat zij naar het zieken huis moest worden gebracht. De toestand van de vrouw moet bevredigend zijn. Maandag sloeg een hit van den land bouwer J. C. B. by het station op hol. Het voertuig kwam tegen het ijzeren hek aan, waardoor de karos stuk sloeg en de hit tot staan werd gebracht. De op Zaterdag jl. gehouden uitvoering door de geheelonthouders-vereeniging van Dirksland in de zaal van den heer K. J. Meijer was niet druk bezocht, ruim 100 belang stellenden waren aanwezig. Wat de uitvoe ring betreft komen de leden allen lof toe. Maandagavond werd hier voor reclame door de firma Wijnmalen en Hausmanuit Rotterdam op het plein van den heerK. J. Mey'er een motor in werking gesteld met electriscb licht, dat gelijk een groot zoek licht in 't werk stelde, waardoor zoo goed als 'tgeheele dorp werd verlicht. Door den hevigen storm die Maandag avond over deze gemeente woei is de in aanbouw zijnde landbouwschuur van den landbouwer K. Buis, aan het Marietjespad, omvergewaaid. De schade daardoor ontstaan is zeer groot. Door het gemeentebestuur is bij in schrijving de levering der benoodigde grint dienst 1912 gegund aan J. Dupre voor 2 gulden per Meter, de hoogste inschrijver was f2,12 per Meter. SoMMELSDIJK- Een rund van de wed.L. de Graafl in nood geslacht is voor de con- sumtie afgekeurd. In het gezin van den heer J. D. J. Spaan is besmettelijke ziekte (diphtheritis) gecon stateerd. Een afschrift van het primitief kohier van den Hoofdely ken Omslag van het dienst jaar 1912, ligt gedurende 5 maanden, van den 4 Maart tot en met den 3 Augustus voor een ieder ter gemeente secretarie ter inzage. Tot onderwijzer aan de O. L. School alhier, is benoemd de heer Therrie van 's-öravenhage. Met 1 April a.s. zal de verordening op het schoolgeld, gebaseerd op den Hoofdely- ken, in werking treden. In de vergadering van Ingelanden van den polder he' Oudeland, is met algemeene stemmen aangenomen om den Armenweg te begrinten. Gedurende de afgeloopen maand wer den op het postkantoor alhier, behandeld 285 telegrammen en 522 telefoongesprek ken, samen 757. Afzender onbekend van brief verzonden aan J. W. de Jong, Banierstraat 83 Rotter dam. UITVOERING KINDERZANG. Dinsdag 12 Maart a.s. zal de Kinderzang een uitvoering geven in de zaal van den heer Spee te Sommelsdyk. Ter opluistering zullen drie .iongeDs van U jaar een klein tooneelstukje opvoeren getiteld Verzoening. Het stuk speelt in het kamD te Bodegraven 1672. Personen Stadhouder Willem III. Micb. Adr. de Ruyter. Corn. Tromp. De costumes hiervoor komen expres uit Utrcht. We twijfelen niet of de zaal zal evenals andere keeren stampvol zyn. Woensdag 28 Februari j.l. was voor de Vrijzinnigen van ons eiland een belangrijke dag, immers eerst hadden we 's middags bij Spée de jaarlijksche algemeene vergadering van het hoofdbestuur, waarop vele zaken van groot belang werden besproken, en waarbij wy uit alle plaatsen goede tijdingen vernamen, over de betere toestanden welke onze vrijzinnige party beleefd en dat de Tariefwet ook in Flakkee, niet behoort t< t die wetten, die wy Flakkeënaars gaarne zien komen, echter, nog grooteredingen zouden gebeuren, onze kranige afgevaardigde in de 2e Kamer S. G. de Heer Mr. R. J. H. Patyn, zou 's avonds om 7t/2 uur een rede houden. Door de goede zorgen van het hoofdbestuur was tegen li1/, uur 's avonds een extra tram in beide richtingen besproken zoodat allen die den afgevaardigde eens wilden hooren, gelegenheid hadden om naar Sommelsdyk te komen, en bf er gebruik van is gemaakt, immers lang voor het aangekondigde uur was de groote zaal van Spée stampvol, zelfs voor dat de tijd was aangebroken dat de redenaar zou beginnen, moesten al personen teiug, die geen plaats meer konden krijgen in de zaal Hoevelen terug zijn gegaan is ons niet bekend echter vernamen we, dat als de zaal 300 personeu meer had kunnen bevatten, deze nog geheel gevuld had ge weest. Toen eindelijk het uur was aangebroken, waarop de lezing zou aanvangen, lichtte de Voorzitter der Centrale de Heer W. C. van As, eenige zeer waardeerende woorden tot onzen afgevaardigde, waarna het woord werd gegeven aan den spreker Mr. R. J. H. Patyn. Mr. Patyn verklaarde, dat het hem aan genaam was, weder een avond voor de kie zers te Sommelsdyk op te treden. Hij deed dit in een stemming van vertrouwen op de toekomst. Verschillende teekenen wijzen er op, dat de coalitie haar hoogtepunt heeft bereikt en dat de openbare meening ten gunste van de Vrijzinnigen kentert. Merk waardig zijn in dit opzicht de ontstemming tegen de coalitie bij vele Christelyk-Histo- rischen, het zich vormen van een comité van verweer tegen de Tariefwet-, waarin bekende Antirevolutionaire en Katholieke voorman nen hebben zitting genomen, en vooral ook de uitslag van de onlangs te Hilversum gehouden verkiezing. In dit zoo rechtsche district werd de ciericale meerderheid terug gebracht van 2400 tot 800 stemmen. Deze overwinning werd behaald ten name van den op Flakkee goed bekenden liberalen candidaat W. de Jong. Alles duidt er op, dat de uitslag der algemeene verkiezingen in 1913 een geheel ander beeld zal vertoonen dan in 1909. De dalende populariteit der coalitie in den lande verwonderd ons vrijzinnigen niet. Veeleer verbaast ons, dat nog niet veel meerderen de oogen opengaan voor de on waarachtigheid van de coalitieleuzen, waar deze in het licht der parlementaire geschie denis van de laatste 6V2 jaren weder zoo duidelijk aan het licht is getreden. Aan het liberale ministerie de Meester werd door de rechterzijde nimmer verweten, dat het in strijd handelde met de christelijke beginselen op staatkundig gebied. Daarentegen is dit verwijt telkens en telkens weer geuit tegen het tegenwoordig kabinet-Heemskerk. Spr. somt een lange reeks van gevallen op, waarin de Regeering te dier zake door leden der rechterzijde werd hard gevallen. Naar ons oordeel handelde de Regeering in al die gevallen verstandig en juistdoch deze gang van zaken toont wel aan, hoe onwaar ons politieke leven is geworden. Schier alle groote vraagstukken van den dag gaan buiten de godsdienstige verschillen om en worden dan ook besproken met argumenten aan de zaak zelve en de belangen van land en volk ontleend. Komt een enkel maal een quaestie ter sprake van ethischen aard of die van verre de religieuze geschilpunten raakt, dan blijkt van veel meer verschil van meening tusschen de rechterzijde onderling dan tusschen deze en linksch. Niettemin geven bij de stembus telkens weer de gods dienstige leuzen den doorslag. Deze onwaar heid, die ons staatkundig leven beheersebt, moet op den duur afbreuk doen aan den waarheidszin der natie. Tegen die onwaar heid gaat de hooge, ideale strijd der vrij zinnigen, die voor alles voor de waarheid opkomen, ook op staatkundig terrein. In dien strijd moet de overwinning op den duur aan hen zijn; den dag, waarop ons volk de zaken zal zien gelijk zij zijn, is het met de overmacht der coalitie gedaan. Door al dit staren op geheel denkbeeldige gevaren, die den godsdienst zouden bedrei gen, geraken de werkelijke volksbelangen in het gedrang. Het grootste belang, dat nu op het spel staat is wel onze vrijhandel. De Regeering wil het tarief van invoerrechten verhoogen met f 10.000.000 tegelijk. Ook overal in het buitenland wordt de strijd vóór of tegen hooge tarieven de quaestie waarom de ge- heele politiek gaat draaien. Nederland is altyd de voorvechter geweest van den vrijhandel. Soms zijn wij tot onze schade aan dit beginsel ontrouw geworden, bijv. na 1815 tijdens onze vereeniging met Belgis. De resultaten waren jammerlijk; op ieder gebied was het achteruitgang en verarming. Men begreep, dat alleen door ver laging der tarieven weer leven in handel, nijverheid e'n landbouw te brengen zou zijn. Het scheen in die dagen gewaagd, onze verzwakte nationale nijverheid aan de con currentie van het buitenland bloot te stellen en het heeft toenmaals niet aan bezorgde waarschuwingen van protectionistische zijde ontbroken. Maar men heeft het gelukkig aangedurfd en weieven nu sedert een halve eeuw onder een tarief, dat in de heele wereld als een vrijhandelstarief bekend staat. De uitkomst is schitterend geweest. Spr. toonde nu met cijfers en feiten aan, in welken bloei bi) ons handel, landbouw en scheepvaart verkeeren. Ten aanzien van de nijverheid, waarvoor de Regeering tot be scherming wil overgaan, bewees Spr. met uitspraken van de Regeering zelve, dat ook deze zioh in de laatste 10 a 15jarenineen tijdperk van grooten vooruitgang en ont wikkeling bevindt. De sombere voorspel lingen der protectionisten zyn dus niet uit gekomen. Trouwens met voorspellingen zyn de pro tectionisten ook later niet gelukkig geweest. Kort na 1880 hebben wij hier een protec tionistische beweging gehad. Deze ging uit van de Katholieke provinciën Brabant en Limburg en had haar hoofdkwartier in Tilburg. Men wees op de concurrentie van Duitschland en voorspelde, dat weldra onze fabrieken gesloten zouden moeten worden en dat de fabrieksbevolking als bedelaars het land zou doortrekken. Deze beweging liep op niets uit, omdat toentertijd Dr. Kuy- per nog geen verbond had gesloten met de katholieken en de éëne wortel des geloofa nog niet was ontdekt. Maar onze fabrieks steden werden allerminst ontvolkthetzelfde Tilburg, waarvan toen de aandrang naar bescherming uitging, telde in die dagen 28.000 inwoners en thans, dertig jaren later, 52.000. Tilburg breidt zich nog steeds uit en is op weg om een der grootste steden van ons land te worden. Niet anders ging het in 1895, toen het kamerlid Dobbelman een motie voorstelde om tot bescherming over te gaan. Men schoof toen vooral de bescherming van den land bouw voorop, hopende zoo het paard van Troje binnen te halen. De voorsteller dei motie zeide 0. a. dat de algeheele ondergang van den Nederlandschen landbouw nog slechts de quaestie was van een korte spanne tyds. Wij weten allen, dat, niettegenstaande er geen bescherming aan den landbouw is verleend, deze zich in ongekende mate heeft ontwikkeld, zoo zelfs, dat wij voor honder den millioenen aan landbouwproducten uit voeren en dat de vreemdeling hierheen bomt om na te gaan, hoe de Nederlandsche land bouwer het zoover heeft weten te brengen. In verband met landbouwprotectie deelde de spr. een feit mede, dat niet lang geleden in Groningen aan het licht is gekomen. Voordat Duitschland tot bescherming over ging stond de landbouw in Duitschland op even hoogen trap van ontwikkeling als in het aangrenzende Groningen. Thans zyn de Groningsche boeren hun buren op Duitsch gebied verre voorbijgestreefd. Toen de prij zen der landbouwproducten daalden, hebben de Groningsche landbouwers, tot inspanning gedroDgen om het hoofd boven water te houden, de kunst geleerd om veel meer uit den bodem te halen dan vroeger. De be schermde Duitsche landbouwers bleven in de oude sleur en geraakten zoo ten achter. De vrijhandel is op dit gebied de leermeester geweest van den vooruitgang, terwijl de bescherming het hoofdkussen is geworden, waarop men zich te slapen heeft gelegd. Het gaat hier te lande op het oogenblik met alle groote takken van volksbestaan goed. Juist daarom schijnt het onverant woordelijk den sprong in het duister te doen, dien overgang tot bescherming beteekent. Voor de leeiijke zaak, die men verdedigt, heeft men een mooien naam uitgedacht; Protectie wordt het genoemd een arbeiders belang. Waarom, zoo vragen de protectio nisten, zouden wij niet door hooge invoer rechten de buitenlandsche artikelen weren? Dan wordt er meer in het land gekocht; de arbeidsgelegenheid zal grooter worden en de loonen zullen stijgen. Deze redeneering klinkt wel mooi; maar zij faalt. Want men kan met bescherming wel sommige takken van nijverheid bevorderen, maar niet dan ten koste van andere takken van nijverheid; men kan dus wel de arbeidsgelegenheid ver plaatsen, niet vermeerderen. Nemen wij als voorbeeld het Ieder. Hier wordt veel Ameri- kaansch leder gekocht. Gaat men dit nu belasten, dan zal het den Nederlandschen leerlooierijen goed gaan. Maardeindustriëen, die leer bewerken, zou mendaardoorschaden met name de schoenenfabricatie. Hier te lande is een uitgebreide schoenenindustrie, die zeer groot geworden is door eigen krachtsinspanning en omdat het leder hier onbelast binnenkwam. De schoenenindustrie veroverde op die wyze eerst de nationale markt en voert groote hoeveelheden schoe nen uit. Zal men nu door een invoerrecht op buitenlandsch leer te leggen deze industrie in haar ontwikkeling gaan belemmeren om de leerlooierijen, die zich niet op de hoogte van haar tyd hebben weten te houden, te beschermen Het ware de grootste onbillijk heid. Bovendien werken in de schoenen- industrien 10 maal meer arbeiders dan in de leerlooieryen. Om een tak van nijverheid, waarin 2500 arbeiders hun brood verdienen, te beschermen gaat men een anderen tak van nijverheid, waarin meer dan 35000 arbeiders werkzaam zyn, schaden. Komt er al meer arbeidsgelegenheid in de leerlooiery, er zal minder arbeidsgelegenheid in de schoenenfabrieken komen. Zoo gaat bet steeds; met bescherming kan men den arbeid verplaatsen, niet in het algemeen bevorderen. Meer dan een dergelijk voorbeeld bewijst echter het volgende. Overal in de wereld zyn de arbeiderspartijen tegen hooge tarie ven, de conservatieven echter vóór protectie. Wli hebben dit bij de verkiezingen in Enge land en in Duitschland kunnen zieD. Enge land is een vrijhandelsland, doch er is een sterke conservatieve party, de unionisten. Deze hebben ook de leuze aangeheven: protectie in het belang van den arbeider. Maar de arbeiders hebben zich, juist vooral in de industrieels districten, by de verkiezin gen van het vorige jaar met overweldigende meerderheid tegen protectie verklaard. Zij bedankten de conservatieve heeren hartelijk voor hun goede zorgen voor den arbeider, maar begrepen zeer goed, dat het dezen alleen te doen was om de schatkist te vullen uit de invoerrechten, die de arbeiders zouden hebben op te brengen, opdat de ryke bezit ters zeiven hun evenredig aandeel in de lasten van het Ryk niet zouden hebben te betalen. Niet anders is het gegaan in Duitschland. In Duitschland had een verbond van conser vatieven en cleriealen de macht in handen. Men heeft daar zeer hooge invoerrechten. De Duitsche arbeider is een geduldig wezen, maar toch werd het hem te machtig, dat hy zich maar steeds het vel over deooren moest laten trekken in het belang van de groote grondeigenaars en van de groot- industrieelen. Bij de enkele weken geleden gehouden verkiezingen was de leus: tegen de hooge tarieven, die alles voor den arbeider en den kleinen burger duur maken. De party, die deze leuze met de meeste kracht op den voorgrond stelde was die der sociaal democraten. En de uitslag was, dat de sociaal-democraten meer dan 50 zetels won nen en met één slag de sterkste party in Duitschland werden. Ieder in Duitschland is het er over eens, dat deze uitslag alléén het gevolg is geweest van het feit, dat het Duitsche volk zich tegen de hooge tarieven heeft- uitgesproken. Dit heeft aan de sociaal democraten millioenen stemmen toege voerd. Zoo is het overal in de wereldde arbeiders en de kleine burgery zijn tegen hooge tarieven; de conservatieven zijn ervoor. Is er nu iemand, die de arbeiders voorzoo dom houdt, dat deze alleen hun eigen belang in die mate verkeerd zouden inzien? Zouden de rijke conservatieve couponknippers het belang der arbeiders zooveel beter inzien dan zij zeiven? Niemand die het gelooft. Wacht u vooi den reactionair, maar vooral als deze zich aandient als arbeidersvriend. De waarheid is, dat protectie is een stukje conservatieve belastingpolitiek. Vindt men het geld uit de invoerrechten, die de volks klasse grootendeels betaalt, dan behoeven de gegoeden het geld niet op te brengen in den vorm van belastingen op het bezit. Dat is het punt, waarom het gaat. Als het tarief-ontwerp van de Regeering doorgaat zal in dezen duren tijd alles nog kunstmatig duurder worden gemaakt: ver schillende levensmiddelen, alle kleeren, alle huisraad, dat de arbeider in zijn huis heeft, zijn gereedschap, tal van artikeleD, die men in zijn bedrijf noodig heeft, enz. Het is een voudig een rooftocht op den zak der kleine luyden. Voor dit eiland zal protectie alléén schade brengen; niet één lichtzijde staat daartegen over. De landbouwers zullen niet alken alles wat zjj in hun bedrijf en in hun gezin noodig hebben zien belasten, maar nog het gevaar loopen, dat als een andere mogend heid ons de verhooging van rechten op de uit haar land afkomstige artikelen wil betaald zetten, onze landbouwproducten daar te lande worden belast, zoodat onze uitvoer van landbouwproducten, die nu de hooge pryzen maakt, een slag zou krijgen. De visschers deelden evenmin in de voor- deelen der bescherming, maar zullen wel meer moeten gaan betalen voor hun zeilen, hun netten, hun ankers, hun touwen, hun vaten enz. De schippers dit behoeft geen betoog lijden uit den aard der zaak het meeste schaden van de belemmering van het verkeer, die hooge invoerrechten zullen teweegbrengen. De schipperij is altyd tegen hooge tollen gekant. Zoo zal op het geheele eiland niet één mensch voordeel genieten van het boogere tarief, terwijl allen de schadelijke gevolgen zullen ondervinden. Spr. heeft nog een flauwe hoop, dat het tarief er niet zal doorgaan. Vooreerst omdat vele bekende antirevolutionaire en katholie ke personen zich openlijk daartegen ver klaren en voorts omdat in het geheele land een krachtige beweging er tegen gaande is onder de Nederlandsche vrouwen, die bij tienduizenden protestadressen Teekenen. Ten slotte wil spr. een enkel woord zeggen omtrent Minister Talma's ouder domswet. Deze is geheel geschoeid op den leest van de Duitsche dwangverzekering. Vroeger was spr. daarvan een voorstander maar allengs is hij meer gaan gevoelen voor het stelsel van Staatspensionneeringgelijk dit in Denemarken en in Engeland is inge voerd. Tegen het ontwerp-Talma heeft spr. vele bezwaren; hij zal er slechts twee noemen. In de eerste plaats acht hij het onrecht vaardig, dat daardoor alleen geholpen wor den de loontrekkendeD, niet ook de talloozen die niet in loondienst zijn doch evenmin in staat zijn op hun ouden dag in eigen behoefte te voorzien. Men denke aan kleine winkeliers, kooplieden,schippers, visschers, kleine landbouwers, vrachtrijders, venters en dergelijke personen, die als zij met wat tegenspoed te kampen hebben nog heel wat minder goed kunnen rondkomen dan tal van gezeten arbeiders in de steden, die vaak tot f 20 vast in de week verdienen. Waarom als de staat millioenen beschikbaar stelt om te voorzien in den nood der ouden van dagen al deze personen aan hun lot over gelaten? Alle burgers zyn den staat even na. De staatspensionneering maakt geen onderscheid; ieder, die het noodig heeft en een eerlijk en arbeidzaam leven achter zich heeft., wordt gelijkelijk gesteund. Dit is veel rechtvaardiger. In de tweede plaats doet het ontwerp- Talma niets voor de weduwen. De man zal uit het geld van het gezin, hoe weinig lrij ook verdient, iedere week de premie in contant geld moeten betalen. Maar sterft hij voordat hij 70 jaren oud geworden is en zonder voor dien tijd invalide te zyn geworden, dan zal al het geld, dat hij het gezin heeft moeten onthouden, verloren zijn. De weduwe, die hem overleeft, heeft daaraan niets en zy zal armlastig achterbly ven. Dit is een onrecht jegens de vrouwen uit de volksklasse. In het ontwerp van den libera len minister Veegens kwam wat de man betaald had althans aan zijn weduwe ten

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 4