Officieel Nieuws- en Advertentieblad «DEWEIJ Wz, iELEN voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Het laatste geluk. JTHEEKBANK, - Middeiharnis. 12de Jaargang. No. 13 MERK ANKER. ORDERS. KT GELD: Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij Jvati ieders aantal. Saldo uide hypotheken. Aceoun- jaarverslagen. luit in stukken van 100,— en 50,—. len koers van 98 °4> len koers van 99 len koers van 10073%. Ibü den heer A. vanSchou- sr J. vanlspelen; te Nieuwe Vilde; te Dirksland by den Ibij den heer M. llreur; te Koopman; te Middeiharnis voorts bij alle H.H. Com- VLIET, Directeur. 3, Adjunct-Directeur. APIERHANDEL 72 MIDDELHARNIS. ;uze LEERBOEKEN, ^BEHOEFTEN, ÜLENBOEKEN enz. enheid ITKAARTEN EKAARTJËS enz, staande KERKBOEKJES voor knip enz. KERKBIJBELS DOZEN POST, UT1EKAARTEN enz. f.TEN voor schilderijen. NHANDEL. - BOEKBINDERIJ, eene groote voorraad SCHOOLBOEKJES voor m verminderde prijzen. i# ruims keuze elmagazijn van jPEROORD, sn Noten- Ouitsclie Stijl- ide en modern beslag. Xabinetten vanaf f 48, Kabinetten, Kasten en pnde grootten en prijzen, en Weener Riet- en aloa- en Schuiftafels, i leerdoek en rryp naar Vouwstoelen, Voltaires iiendrikstoel, zeldzaam ie voorraad Spiegels, iszegens. Verder alles te Meubelzaak behoord. |oemen. ptaiu. Yista prijzea. Woensdag 14 Februari 1912. I die lijdt aan JICHT en RHETJMATIEK koopt pch ij-EXPEL LER dadelijk helpt, teerga bij Zenuwpijnen, pmingen, Brandwonden, Muggen en Muskieten. (ren a 55,80 en 130 cents j Drogisten. ia Duitsche verpakking! liTER Co. tlïAVI. Ir. TEEPE, te Sommels- ORNBOS, te Dirkslaiul Ooltrjensplaat bij AL. iJ.KUR VINK, Drogist. te lef- No 6- taal f 150.000). pand, nt ot' prolongatie, ■glocht enz. D GELD. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. TXItg*a,*ve der te Middeiharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels r 0,60, Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Hilversum. Het is voor den hoofdredacteur der „Vooruit," den Heer W. de Jong wel licht niet gemakkelijk, onbevangen over den uitslag der verkiezing te Hilversum te schrijven, omdat hijzelf daar de hoofd rol, die van den candidaat, heeft vervufd. Daarom neemt iemand, die den loop van zaken met aandacht heeft gevolgd, in zijn plaats de pen op. Zwart onder de zwarte districten, zoo luidde tot dusver de meening over het Gooisehe districtzoo ergens de libera len een bopeloozen strijd hadden te strijden, dan zeker te Hilversum. Zonder zich ooit eenige moeite te getroosten, brachten de antirevolutionairen er hun candidaat steeds met groote meerderheid, en de vrijzinnigen stemden er meer om voor hun beginsel le getuigen dan in de hoop op eenig succes, hoe gering ook. Zoo was het, maar zoo is het niet meer. Reeds heerschte een niet geringe vreugde in het vrijzinnige kamp, toen den 31sten Januari de liberale candidaat in herstemming kwam. Er kon dan toch op een begin van ontwakend leven ge wezen worden. Op veel meer dan een begin echter nog nietde stemmencijfers toonden slechts een geringen vooruit gang aan. De uitslag was bij eerste stem ming de volgende Mr. Rutgers (a.-r.en R.-K.)3584stemmen Mr. 's Jacob (Chr. Hist.) 1736 stemmen W. de Jong (Vrijzinnigen) 2092 stemmen Dr.Tb.v. d.Waerden (S.-D.)784stemmen Dr. Wijnkoop (S. D. P.) 103stemmen De beide coalitiecandidaten behaalden dus op 31 Januari te zamen nog een meerderheid van 3228 stemmen boven den liberaal en 2341 boven de drie linksche candidaten te zamen. Wel viel met voldoening te consta- teeren, dat de vrijzinnige stemmen van 1656 in 1909geklommen waren tot 2092, waaraan dan ook de herstemming te danken was, doch de voorsprong der rechtsen bleef ontmoedigend te groot. Niettemin toog men een week later andermaal opgewekt ter stembus. Dit maal ging het tusschen Rutgers en de Jong. Hoop op de overwinning was er niet; maar men wilde toonen, dat men met het oog op de toekomst den strijd niet opgat. En hoe werd die moed be loond De heer de Jong kreeg niet min- ker dan 4068 stemmen, waartegenover de antirevolutionaire candidaat, schoon ditmaal door de C. H. gesteund, slechts tot 4952 steeg. De vrijzinnigen in vergelijking met 1909, 2400 stemmen meer, de overmacht der rechtsen teruggebracht van 2432 tot 884. Deze uitkomst gaat alles te boven, wat men hier of in het land mogelijk achtte. Hilversum heeft niet alleen op gehouden te zijn de onwankelbare coa- iitieburcht, waartegen iedere stormloop bij voorbaat hopeloos is te achten, maar als niet alle kenteekenen bedriegen zul len de rechtsen reeds in 1913 moeite genoeg hebben, het district te behouden, en gaat dit op den duur zeker om. Tot den uitstekenden uitslag heeft niet weinig bijgedragen, dat de vrijzinnige candidaat de Jong - voor Flakkee een goe de bekende - de campagne op zoo uitne mende wijze heeft gevoerd. Zijn welbe spraaktheid en vaardigheid in het debat dwongen de bewondering af, en vooral sloeg in de wijze, waarop hij den klei nen luyden duidelijlc wist te maken, dat de Tariefwet hun het geld uit den zak zal kloppen en dat Talma's Ouderdoms- verzekering een grove onbillijkheid is jegens tal van oeconomisch zwakken. Velen zijn de oogen opengegaan door 's heeren de Jong's heldeie uiteenzettin gen- Maar toch de beste candidaat zou het zoo ver niet gebracht hebben, als niet te Hilversum een stiooming was aan dag gekomen, die naar het schijnt in het geheele land duidelijk merkbaar wordt. Men begint te beseffen, dat het niet lan ger aangaat, bet volk met godsdienstig klinkende leuzen te paaien en onder de hand een politiek te voeren, die aan de conservatiefste elementen der coalitie als uit het hart is gegrepen. Er is een beweging in wording als in 1905, toen de ontstemming in den lande toen maals tegen het Kuyperregime zich uitte in groote geestdrift linksen lauw- FEUILIJJETOIV. naar FELIX HOLLA.ENDER. 20) Ik heb, terwijl ik schreef, geloofd dat mijn armen weer voor je geopend konden zijn. In deze stemming was mij mijn waarde als vrouw, mijn trots, alles, wat ik vroeger bezeten heb, en wat nu weer in mij ontwaakt is, niets. Ik heb op dat oogenblik slechts uhjn volle, vroegere liefde gevoeld. Thans ben ik rustiger en daarom wil ik trachten de dingen bloot te leggen, die voor mij en de kinderen in de toekomst noodzakelijk zijn. Ik sprak van liet materieels want met datgeene, wat je voor mij en de kinderen doen wilt en met mijn rente zuilen we er wel komen. IR wil gaarne de eenzaamheid in de eerste jaren dragen, tot, zooals je in je afscheidsbrief schrijft °oze bitterheid bedaard is en ik wil die eenzaam- Ueid dragen, als je je zonder ons gelukkiger voelt su werken, goed werken kunt. Je moet ons evenwel niet geheel verlaten, ons niet verstooten, ik voel zoo hulpeloos tegenover de wereld. Onze ver houding moet toch zoo geregeld worden, dat wij ?lkaar vriendschappelijk kunnen schrijven, en dat llc D. wat de kinderen aangaat, altijd om raad vra gen kan, en jij als vader hun niet vreemd wordt. Jij moet beslissen of wij in Berlijn of elders wonen zullen. In Berlijn zou je, als je het wensclite, de kinderen dikwijls kunnen zien want ik weet, dat je het niet lang in Londen uithouden zult. Ik zal me niet aan je opdringen, maar je moet de schande niet op me laten zonder in eenige verstandhouding met je te blijven. Van je eergevoel als man verlang ik dit, ook als moeder van je kinderen! Wat goed gemaakt kan worden, moet geschieden, ik kan zoo niet leven. Je arme kinderen: Fritsje, die onlangs, door een onvoorzichtige berisping zoo buiten zich zelf was en snikkend riep: Vader is dood! En Lotte, je lieveling, die aanhoudend stukjes papier zocht om je te schrijven Lieve vader wees toch zoo goed en kom terug, u krijgt wat moois van me en veel hartelijke zoentjes, lieve, goede vader! Zal ik je kinderen geen woord mogen zeggen Zullen ze niet eens mogen weten waar hun vader is? Voel je geen behoefte om te hooren, hoe het de kinderen gaat? Ik ben radeloos wat ik doen moet,. De familie begint al, ons met scheele oogen aan te zien. Onge lukkige zijn niet bemind, ze staan anderen in den weg. Vrees niet, dat ik je nog eens met smeekingen en liefdesbetuigingen aan zal komen. Het gevaar is geheel voorbij maar ik-raoeten wil met je in corres pondentie blijvenik moet, als ik niet geheel onder wil gaan, minstens weten, wat in je omgaat, en zoo wil ik, dat je je om ons wel en wee bekommeien zult. Je moogt niet terwijl je leeft voor ons dood zijn. Je zorgen komen ons toe ons alleen. Ik wil me naar je voorschriften gedragen en je nog danken als je mij en mijn kinderen niet geheel vergeten zult. Ik ben zoo vreeselijk moe, ik kan niet meer. Goeden nacht. Dorothea. Toen ik dezen brief gelezen had, zag ik slechts heid bij allen, die niet rechtsche partij gangers waren door dik en dun. Tusschentijdsche verkiezingen zijn als de vaantjes, die wijzen uit welkenhoekde wind waait. Welnu Hilversum, zelfs het zwarte Hilversum laat dienaangaande geen twijfel; de wind is links. Moge hij aanwakkeren en vóór 1913 aangroeien tot een krachtige en gezonde bries die de coalitie uiteendrijft en het Schip van Staat wederom met volle zeilen doet stevenen in den koers van den vooruit gang. Een Hilversümsche Liberaal. Hilversum, 9 Februari 1912. Precies onze meening. Wij hebben bij herhaling de meening uitgesproken ,dat het in hooge mate on billijk is, de premie voor de dwangverze kering teeischen van twee klassen in onze samenleving: van de arbeiders, van wier loon het meestentijds niet atkan en van de werkgevers, die men dwingt zonder eenige rechtsgrond te zorgen voor den ouden dag der arbeiders. Wij vinden dezelfde bezwaren thans terug in een artikel in de Nederlander, het blad van mr. Lobman. De leider der christelijk- historischen schrijft over de premie's der dwangverzekering het volgende „De premiebetaling isin werkelijk heid eene belasting, opgelegd aan de Industrie te baten van den staat en zulks in den vorm eener verze keringspremie. Wil men dat systeem, dan kome men er rond en open voor uit, zonder het te bemantelen met schoonklinkende benamingen als: zorg voor den werkman, verzekering, premiebetalingen enz. Maar is dit stelsel rechtvaardig? Mag, indien de maatschappij, bepaal delijk de staat, zich verplicht acht den behoeftige in het leven te houden een deel dier behoeftigen ten laste worden gebracht van een deel der burgerij, en wel van dat deel, het welk vroeger de menschen in staat heeft gesteld zelve in hun onderhoud te voorzien. Moet de onderhoudsplicht, die, in dien zij bestaat, ten bate behoort te komen van allen, welke in gelijke haar verbitterd, bleek gelaat en baar half gebroken gestalte. Aan baar rechter zijde klampt zich mijn zoon vast wiens blonde haren haar over de schou ders vallen, aan haar linker mijn dochter Charlotte, met haar donkere lokken. En deze brief vol deemoed en smart doofde alle hardheid in mijn uit. Het was zooals in dat nachtelijk tooneelDoor haar liefde werd zij van alle schuld bevrijd, terwijl de mijne oneindig aanwakkerde. Ik stond als bij een graf, dat iets omsloot, wat me eens dierbaar geweest was en ik zag haar op eens, neêrliggend opbaar doodbed, mijn kinderen hielden haar koude handen vast en riepen met bevende stemmetjes: Sta op, moedertje, sta op! En mijn kinderen zagen mijn aan met angstvolle blikken, die mij veroordeelden Ik herleidde haar laatste woorden Ik wil me naar je voorscnriften gedragen en je nog danken als je mij en mijn kinderen niet geheel vergeten zult. Ik ben zoo vreeselijk moe, ik kan niet meer./Goeden nacht Als ik geloovig was zou ik voor haar arme ziel bidden. Doch het geloof ontbreekt me Haar noch mij kan God helpen Ik ben uit de*n wagen van mijn noodlot gestort, de wagen ijlt voort en is reeds uit mijn oog verdwenen. 22. Marianne betreedt mijn kamer. Ze kijkt me aan en ziet dat er iets buitengewoons is voorgevallen. Haar vrouwelijk instinct vat de waarheid. Ze lijdt, omdat ze niet durft te vragen. Ik weet, dat ze in dit oogenblik al de ellende van onze liefde begrijpt. omstanigheden verkeerennietgedra- gen worden door allen." Wij zijn het met die woorden volkomen eens. Omdat de onderhoudsplicht bestaat, zal onze maatschappij in waarheid een chris telijke zijn, mag niet eenzijdig het spook beeld van het „oud en arm" worden weggenomen voor ééne klasse der samen leving n.l. die der loontrekkenden. Voor allen dient die zonnestraal van geluk op den ouden dag te kunnen schitteren. De kosten van die zorg voor de ouden van dagen moeten gedragen worden door allen. Dan is er, in dit juiste licht beschouwd, slechts één oplossing van het ouderdoms- vraagstuk: Staatspensioneering, waar voor Engeland en Denemarken hetschoo- ne voorbeeld reeds gaven! Onvermoeid worde door de onzen de propaganda voor de staatspensioneering zonder premiebetaling voortgezet. De school aan de ouders? Goed onderwijs op de clericale scholen is alleen te verwachten, wanneer zij, die over dat onderwijs de macht uitoefenen, werkelijk van de groote waarde van goed onderwijs overtuigd zijn en den ernstigen wil hebben het zoo hoog mogelijk op te voeren. De overheid kan daarop geen beteekenenden invloed uitoetenen, zij mist daartoe ten eenen male alle macht. En dit zegt nu, voor een goed ver staander reeds voldoende. Wie zijn bet, die over het clericale onderwijs de macht uitoefenen De ouders wordt er beweerd Laat men zich echter door zoo'd praatje niet om den tuin leiden. Over den gang van zaken bij hetclericaal onderwijs heb ben de ouders nog minder te zeggen, dan dit bij het openbaaronderwijshetgevalis. Kunnen de ouders, door van hun kies recht voor Gemeenteraad en Tweede Ka mer een nuttig gebruik te maken, er al thans voor zorgen, dat de macht over het openbaar onderwijs in handen komt van menschen, van wie zij weten, dat ze van die macht zullen gebruik maken, om de openbare school tot hooger peil op te voe ren, op den gang en de ontwikkeling van Ik zie, hoe de spiereD van baar blanken bals ver trekken, ik zie, hoe op haar gelaat innerlijke pijn zich afspiegelt. Ze strekt de hand uit over haar anders zoo glad, rein voorhoofd, als wilde ze de plooien gladstrijken, en weder meesteres over zich zelf zijn. Ik waag het niet haar aan te zien. In mijn kamer is het zoo stil, zoo akelig stil. De eene hoort de ademhaling van den andere voelt de adem des doods langs de wanden strijken. Ze leunt tegen de deur met den arm en legt haar hoofd bezorgd daartegen. Na een poos steekt ze licht aan, komt naar mij toe terwijl op haar gezicht vrede en een goede, be moedigende uitdrukking ligt. Wel duizend vragen had ze mij willen doen, aller lei twijfel had haar bestormd, de vragen en den twijfel had ze echter teruggehouden. En nu staat ze voor my vol geloof en vertrouwen in haar onge schokte liefde. Ze ziet er vroolyk en gelukkig uit, ze heeft die opwekkende aanvalligheid, waarnaar een man zoo eindeloos kan verlangen. Maar ook heeft haar ziel diepten en afgronden. Maar als ik haar nu zoo vroolijk zie lachen en bedenk uit welk lijden dit lachen voortkwam dan overvalt me een ijzige schrik. Jn dit leven grijp ik in en dit leven breng ik bitterheid en leed. Zij evenwel omhelst roe en haar zilveren stem klinkt warm en diep: Laat alle zorgen, mijn ge liefde, laat alle bitterheid varen, neem me en kus me. Dit uur behoort ons. In dit oogenblik heb ik haar naar mij toe getrokken, niet zooals men ïijn vrouw, zyn geliefde in de armen drukt, neen, in dit oogenblik voelde ik eerbied. Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 1