Buitenland. Een woord over de Tariefwet tot de Nederlandsclie vrouwen. Uit het jongste vlugschrift van de Vereeniging Het Vrije Ruilverkeer: Men heelt uitgerekend dat het invoer recht op meel behalve het halve miJli- oen dat het in de schatkist zal brengen, ons allen nog eens een groot miliioen per jaar zal kosten „tot steun van de meelindustrie," d. w. z. dat krijgen de 17 meelfabrikanten, dat is voor ieder van die heeren ongeveer f50.000. Hoe vindt u dat? Dat lijkt niet erg rechtvaardigdat begrijp ik nu toch niet. 't Leek mij toch zoo mooi „de Nederlandsche industrie steunen 1" Wil ik u vertellen, waar het hem in zit Ten eerste steunt men nooit de heele industrie maar altijd maar enkelen. Want 'tis duidelijk, dat, als de een bevoordeeld wordt, de ander benadeeld wordt. De meelfabrikanten b. v., die pro- titeeren van het recht op meel, maar de bakkers die er brood van maken, gaan er op achteruit. En in de tweede plaatsgelooft u wel dat dat de manier is, waarop men de industrie steunen moet, met gitten Gif ten geeft men aan een stumper, aan iemand, die zichzelf niet helpen kan, maar een flink mensch, die de handen uit de mouw kan steken, die redt zich door te leeren, en te werken. Zoo moet men de ihdustrie ondersteunen, d. w. z. fabrikanten en arbeiders moeten zoo knap mogelijk worden. En de regeering moet hen daarbij helpen door vakon derwijs en dergelijke. Vindt u dat niet een heel wat sympathieker denkbeeld? U hebt gelijk. Maar wat hebben wij vrouwen daar nu eigenlijk mee te ma ken. De wetgeving, en de fabrieken en dat alles, dat is nu eenmaal mannen zaak. Maar de huishouding. Ja, dat is natuurlijk mijn zaak. En als nu alle dingen, die u iederen dag koopt voor de huishouding duurder worden, is dat dan ook niet uw zaak Er zijn in de wet 490 artikelen ge noemd Stel u gerust. Ze zijn niet alle belast, en ik zal maar enkele dingen opnoemen. En dan moet u eens niet alleen aan u zelf denken, maar nog meer aan al die duizenden vrouwen, die met een heel wat kleiner huishoudgeldje moeten toekomen dan u, aan de arbei dersvrouwen, daar is het nog heel wat erger voor. Vleesch zal niet zooveel duurder wor den, alleen schapenvleesch, dat wordt met 6 en 7 ct. per K.G. meer belast, en varkensvleesch daar scheelt het 1 a V2 ct. bij. Rundvet en kalfsvet zal ongeveer 3 ct. per K.G. duurder worden, dat is 7 8 pCt. der waarde. Boter wordt met 10 ct. belast, en margarine ook. Maar we zullen maar hopen, dat dat laatste geen gevolg zal hebben, omdat er geen margarine wordt ingevoerd. Anders zou het wel béél erg zijn, vindt u niet Toch zal de mar garine wel duurder worden, omdat en kele grondstoffen en hulpmiddelen bij de fabricage belast worden. Kaas wordt met 25 ct. per K.G. be last nu is 't maar 5 cent. Meel wordt met 4 ct. per 10 K.G. belast, dat zal allicht op een broodje van een pond V2 ct. schelen, want de bakker kan nu eenmaal niet met VsCt. opslaan, niet waar? Konijnen zullen voortaan in plaats van 40 ets. ongeveer 50 a 55 ets. kosten. Stokvsich, dat zulk een goed en goed koop eten is, omdat het zooveel eiwit bevat (kijk u maar eens naar de tabel die de directrice van de Haagsche kook school gaf) wordt belast met l'/2 ct. per Kilo. Dat scheelt voor een groot huis houden heel wat. Honig wordt belast met 8 ct. per Kilo, dat is 5'/2 ct. meer dan nu. De koeken met sucade en gember worden veel duurder omdat de ingre diënten ook al weer zwaar belast wor den. Het recht op sucade wordt van f18 op f28.50 gebracht. En datde gem ber van f 18 op f30 per 100 K.G. En nu de kleeding. Ja, daarvan wordt eigenlijk alles duurder. Op schoenen en laarzen zal 't nu tusschen de 60 ets. en fl.20 op de f10 schelen; alle gemaakte kleedingstukken worden belast met fl.20 per f 10, tegen vroeger 0.50 ets. U zegt: dan maak ik ze zelf? Maar alle stoffen worden belast met 10 pCt., dat is op iedere f 10 f 1. Op klosjes garen komt 6 ets. op den gulden, dat zal u op een klosje van 12Vj ct. allicht 1 ct. schelen. Lint. band, veters, garneersel, knoopen, haken, gespen, spelden, alles wordt duurder. Ook hoeden en hand schoenen. En dan al de dingen, die u in de huis houding noodig hebt: borstelwerk, zee- meulappen, sponzen, emmers. Lucifers zullen bepaald onbetaalbaar worden! 't Recht komt neer op 7'/213l/2 pCt. van de waarde. Zoo ook de gewone stukjes zeep, die u iederen dag gebruikt. Daar komt het recht somtijds zelf op 120 pGt. van de waarde. Van schoensmeer en dergelijke poets middelen zullen wij maar niet spreken. Tafellakens, servetten, tapijtgoed, lino leum, gordijnen, meubels, dekens, bedden, aardewerk, lampen, uurwerken, messen en scharen, parapluies, alles wordt metlO h 12 pCt. belast, terwijl er nu hoogstens 5 pCt. op rust. En dan zullen alle ingevoerde genees middelen nog héél duur wordenen alle buitenlandsche tijdschriften endergelijke. Hier schijnt de regeering echter weer een heel ander doel voor oogen gezweefd te hebben, nl. bescherming van ons lichamelijk en ons zieleheil tegen „vreemde smetten", Ik zal u nu maar niet verdrietiger maken dan u al is, door u te vertellen, hoeveel uw bontjes duurder worden dat u een beetje zuinig moet worden met brieven schrij ven aan uw vriendin nen, omdat 't papier zoo duur wordt; en dat de huishuur ook wel op zal slaan, doordat alle bouwmaterialen zoo duur worden dat kan wel een 5 pCt. der huurwaarde schelen Denkt er om. De tijd is daar om voor de kiezerslijst te zorgen. Ieder die als loon-, huur-, of examen- of spaarbankkiezer in aanmer king komt, geve zich daarvoor op uiterlijk vóór 15 Februari. Aan de besturen onzer kiesvereeni- gingen wordt opnieuw de omvangrijke en uiterst gewichtige taak opgelegd, te zorgen dat alle onze mannen op de lijst komen, voor zooveel ze daarvoor in de termen vallen voorlichting te geven aan hen, die dezulke behoeven, lauwen en onverschilligen op hun plicht te wijzen. De goed bijgehouden kiezerslijst is no 1 van onze actie. Men late het niet aanko men op 1913Hilversum leert onsalweer, hoe wij elk oogenblik voor eene ver kiezing kunnen komen te staan. Een treinroóver gevat. Men zal zich nog wel herinneren, dat in November 11. een buitengewon brutale postroof werd gepleegd in verscheidene postwagens van een mail- trein tusschen Parijs en Lyon. Bij die ge legenheid werden verscheidene postzakken van hun kostbaren inhoud beroofd. In 't geheel waren er niet minder dan 78 nage zocht. Op de daken der waggons vond men voetsporen, maar tot dusverre bleven alle nasporingen naar de daders vruchteloos Totdat de politie te Brussel er Vrijdag in slaagde, dan dader van den ongemeen driesten treinroof die plaats had terwijl de trein in volle vaart was en letterlijk voor den neus van den waker in een der uitkijk posten te arresteeren. Eenige dagen geleden vervoegde zich bij een wisselagent in de Rue Royale een jong- mensch, dat Russische en Franschen effec ten wilde verkoopen Bij het verificeeren der effecten bemerkte de agent, dat zij voorkwamen op de lijst van gestolen papieren van waarde, en af komstig waren van den treinroof, in Novem ber op de lijn van Parijs naar Lyon gepleegd. Dadelijk werd de politie gewaarschuwd en een val opgesteld. Des avonds vervoegde de jonge man zich op nieuw bij den wis selagent en liep regelrecht in de armen van de agenten. Men fouilleerde hem en vond een geladen revolver en een bedrag van 40,000 francs in effecten en bankpapier op hem. De arrestant verklaarde Raoul Vincent te heeten, 27 jaar te zijn, en vroeger post beambte te zfjn geweest. Voor den commis saris van politie geleid, bekende hij, den treindiefstal te hebben gepleegd, geheel alleen. Hij was onder het rijden op den trein gesprongen, toen deze vaart minderde bij het beklimmen eener helling, had vlug den postwaggon opengebroken, eenige zak ken doorgezocht en de andere op den weg geworpen, en was even voor de laatste halte weer van den trein gesprongen, om de postzakken langs den spoordijk te gaan ophalen. De Fransche politie is van dit alles onder richt en zal zich den treinroover doen uit leveren. Een later bericht, aan de „Matin" ontleend, meldt, dat de treinroover niet Raoul Vin cent heet, daar dit slechts zijn voornamen z(jn, die hij meestal opgaf in de hotels, waar hfj zijn intrek nam, maar Basancourt. Een brutale boevenstreek. Aan de Londen- sche pers werd nu eerst de volgende ver metele daad bericht, die verleden Woensdag te Bristol werd uitgevoerd. Tusschen vijf en zes uurdesavondskwam een tot dusver onbekend persoon, die er fatsoenlijk maar woest uitzag, in het kan toor van een bekenden geldschieter, Morse, die met twee klerken aan het werk was. De vreemdeling zeide een leening van 25 pond sterling te verlangen. De geldschieter merkte op, dat dat zoo maar niet ging en hem zekere waarborgen gegeven moesten worden. Waarop de vreemdeling een revolvor uit zijn zak haalde, het wapen op alle drie mannen richtte, hen beval hunne handen in de hoogte te steken en dreigde hen dood te zullen schieten, als hem niet terstond dat geld werd gegeven. De geldschieter maakte een uitvlucht, door te zeggen, h6t geld uit een naburige kamer te moeten halen. De vreemdeling liet hem gaan, maar zeide terstond daarna tot de beide klerken: ,Hij gaat zeker de politie halen, maar als h(j in twee minuten niet terug is, schiet ik u allebei doodt. Houdt uwe handen in de hoogte." De beide mannen, die hun laatste uur geslagen waanden, voldeden aan dat bevel. Doch tot hun geluk kwam de geldschieter tijdig terug met het geld, doch gaf den vreemdeling slechts 15 pond. Hy streek dat geld ongeteld op, liet den geldschieter een schuldbekentenis voor 25 pond schrijven, met bepaling, dat'de leening met 5 pond per maand terugbetaald moest worden. De kerel onderteekende het document met den naam „John Brouwn", beval de drie ver schrikte mannen hem niet te volgen en ging daarop snel heen, eerst buiten zijn wapen weer in den zak stekende. Niemand blijkt hem op straat te hebben opgemerkt en tot nog toe is de politie hem nog zoekende. Om te kunnen trouwen. Ten einde zich de middelen te verschaffen om met elkaar in het huwelijk te kunnen treden, hebben twee tot dusverre ongestrafte jongelieden te Berlijn, de boekhandelaar Georg Wilhelm en diens aanstaande Gertrud Eode een zware inbraak gepleegd. Wilhelm was vroeger in betrekking ge weest b(j een kunsthandelaar in de Leipziger Strasse en wist in diens winkel en magazij nen nauwkeurig den weg. Hij misbruikte deze wetenschap eenige dagen geleden, door 's nachts bij zijn vroegeren principaal in te klimmen en zyn meisje, dat op de binnen plaats op hem wachtte, ongeveer 25 schilderijen en eenige bronzen beelden tot een gezamelijke waarde waarde van meer dan 3000 Mark aan te reiken. De nog niet in lijst gezette doeken, voor een deel van bekendekunstenaarsafkomstig, rolden zij in een doek en trokken toen ongehinderd met hun buit weg. De verkoop van het geroofde bleek echter veel moeilij ker dan het stelen, en ten slotte deden zy eenige schilderijen voor spotpt ijzen van de hand. De koopers trachtten nu de doeken weer te verkoopen en zoodoende een goed zaakje te maken. Zoo kwam een hunner ook, door een noodlottig toeval, by den bestolen kunst handelaar en bood hem de schilderijen aan. Natuurlijk stelte de man zich onmiddelijk in verbinding met de recherche, die een onderzoek instelde en de schuldigen al zeer spoedig arresteerde. Beiden verklaarden, den diefstal alleen gepleegd te hebben, om zich zoodoende g(=ild te verschaffen om te kunnen trouwen. Waarvan nu voorloopig niet veel zal komen. Tegen de zeeschuimers. Uit Gris3ee schrij ft men aan het „N. v. d.D. voor Ned-Indié:" Eindelijk is van de twee politiecommis sarissen, noodig voorden tegengang van zee roof in Straat Madoera en voor den smokkel handel in opium en andere artikelen alhier, één benoemdhfj krfjgt Grissee tot stand plaats, de andere zal nu wel spoedig aan gesteld worden, want men wil bedoelden dienst mogelijk nog in Januari of Februari a. s. invoeren. Alsdan "zullen dan zeker reeds zfjn af geleverd de twee motorbooten, die in Straat Madoere jacht moeten maken op de zee schuimers en sluikers, en die nu in aanbouw zy'n bij een der particuliere machinefabrieken te Soerabaja. Afgescheiden van die motorbooten worden eenige prauwen in dienst gesteld voor het patrouilleeren langs het zeestrand; die vaartuigen zyn reeds gereed, bemand en bewapend. De Amerikaansche financier Pierpont Mor gan, die te Parijs vertoefde, op weg naar Egypte, is in de Fransche hoofdstad aan den dood ontsnapt. Hy reed in een auto van den Amenkaanschen gezant langs de avenue Kleber en kwam in botsing met een snel rijdende auto van den Russischen grootvorst Boris. Beide auto's werden ernstig bescha digd. Pierpont Morgan, die zeer ontstelt was, vervolgde, na van de schrik te zijn bekomen z(jn weg te voet. De schuld ligt aan den chauffeur van grootvorst Boris, die echter niet in de auto zat. De Oostenryksche metselaarsgezel Mayr, die dertig jaar geleden naar de Zuid-Afri kaansche diamantvelden emigreerde, en dezer dagen overleed, heeft zyn verwanten te Gmunden een erfenis van 30 miliioen mark nagelaten. In een school in de buurt van Huddensfuld in Engeland is een staking uitgebroken onder de leerlingen naar aanleiding van het feit, dat een der jongens door den onderwij zer op stokslagen werd onthaald. Zaterdag middag hielden de stakers een demonstratie voor het gebouw, waarin zich eenige „onder kruipers bevonden". Ernstige onlusten kwa men niet voor. President Taft, heeft in zyn kwaliteit als voorzitter van het Amerikaansche Roode Kruis een oproep tot het volk gericht, tenein de geld te verkrijgen, bestemd tot leniging van den bitteren nood der hongerende Ohineezen. De president hing een treffend tafreel op van de overstroomingen van den Jang-tse, de verwoesting van den oogst, en de vreeselyke ellende die hieruit voortvloeit, en drong er, uit naam der menschelijkheid, op aan, dat het Amerikaansche volk de rampen eener bevriende natie zou helpen verlichten. De berichten, die thans over de aarbeving op het eiland Zante, die Donderdag plaats had, te Athene ontvangen zyn, luiden zeer treurig. Het staat thans vast, dat vele per sonen gedood en gewond zijn. De overleven den verkeeren in groote opgewondenheid, daar zij gedeeltelijk al hun have en goed verloren hebben. Ook op Cephalonië moet door aardschokken zware schade zijn aan gericht. Berichten zyn te Newport in Engeland ontvangen, dat gistermorgen tusschen een 6D twee uur te Llanbilieth in het steenkolen mijnen-district drie aardschokken zyn ge voeld. De mijnwerkers, die in de mijn werk ten, dachien dat er een gedeelte der mijn was ingestort en vluchten naar boven. De bewoners van het plaatsje waren zoo ver schrikt. dat zij het verdere gedeelte van den nacht op straat doorbrachten. Er schijnt geen schade te zijn aangericht. Uit Glasgow komt een telegram, waarin wordt medegedeeld, dat in het district een aardbeving wordt waargenomen, gepaard gaande met onderaardsch gerommel. De vensters der huizen rammelden. Vele per sonen werden uit hun eersten slaap opge schrikt. Aardschokken worden vaker in die streek gevoeld, doch in jaren had men niet zulke hevige schokken waargenomen. In Ambras werd de vroegere postbeambte Florian Hofmacber, gearresteerd onder sterke verdenking den postroof in Innsbrük gepleegd te hebben. Hofmacher ontkent welliswaar nog, maar alle teekenen wijzen er op, dat hij de dader is, en de getuigen, met wie hy geconfronteerd werd herkennen in hem met beslistheid den dief. Onder Kannibalen. Een missionaris zendt aan de „Java Post" de volgende letterlijke verklaring, zooals zy door een menscheneter op Nieuw-Guinea voor den rechter is afgelegd. Avai, een inwoner van het dorp Baimuru, werd beschuldigd een vrouw van Baroi te hebben vermoord. Ziehier wat hy zelf hierover verklaarde: Bay zeide ons, dat wy drie personen uit Baroi moesten dooden, hij gaf ons een prauw om naar Baroi te varen en daar trachtten wy drie personen te vangen;het gelukte ons en wij pakten Aimari met zijn beide vrouwen Lora en Aipuru in Era-baai. Kairi doodde Aimari, ik doodde Lora, en Jomu doodde Aipuru. Ik doodde Lora met een dolk, gemaakt uit casuarisbeen. Wy brachten de lichamen in onze prauw en roeiden toen terug naar Baimuru. Het is niet waar, dat ik Lora's neus afbeet, want het is niet ons gebruik den neus af te bijten van de personen, die men gedood heeft. Aua beet Lora's neus afKwai Aimari's neus en Omeara Aipuru's neus. Wy moeten den neus afbijten, maar niet afsnijden. Alvorens wy iemand gaan dooden, raad plegen wij den geest van de Kopiravi (dit zijn kleine uitgesneden figuren, ongeveer 4 voet hoog, die verborgen zijn achter een scherm in het openbare huis, Marea, der jongelui). De geest verschijnt en komt naar de prauw, en als onze tocht gelukt, dan schudt hy de prauw. De geest is onzichtbaar, en de Kopiravi zelve komt niet. Wy kwamen dien avond te Baimuru, doch lieten de lichamen in de prauw tot den volgenden dagdaarna brachten wij ze naar de Marea en daar werden zij op de veranda neergelegd, waar zij in kleine stukken wer den gesneden. De vrouwen mengden deze stukken met sago, kookten ze, rolden ze in de bladeren der pinapalmen, en daarna werden ze verdeeld. Vrouwen en kiDderen mogen ook menschenvleesch eten. Ik at een hand van Aupuru. Ik at niet van Lora, omdat ik haar gedood had. Het is niet ons gebruik een persoon te eten, die men gedood heeft. Wanneer gij iemand hebt gedood, en daarna op een cocosnoot gaat zitten en tevens met een cocosnoot onder iederen hiel, en dan tegen uw dochter zegt, het-hart van dien man te koken, dan moogt gij het water waarin het hart is gekookt, en ook een klein stukje eten van het hart zelve, maar den ganschen tyd moet gij op de cocosnoten blijven zitten, anders moogt gij geen stuk eten van de persoon, dien gy zelve hebt gedood. Wij hebben de personen uit Baroi gedood, omdat wy een groote nieuwe prauw hebben gemaakt, en als wy een nieuwe prauw hebben, moeten wy een casuaris, een varken en een mensch doodenden casuaris en het varken eerst, en daarna een mensch. Het bloed der gedooden hebben wy in het water gestort.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1912 | | pagina 2