Buitenland.
Ingezonden Stukken,
Burgerlijke Stand.
Marktberichten.
7
liefst slootwater. Tegen de landbouwers
in Avenhorn en Obdam woonachtig werd
door den subst. Officier van justitie, mr.
Hanegraaflt, 1 maand gevangenisstraf ge-
eiacht. Tegen den veehouder in Spanbroek
woonachtig die bovendien, nadat door een
controleur der melkfabriek een bus met melk
van zyn koeien verzegeld was, het zegel
verbrak en de melk weg Het vloeien, 6 maan
den gevangenisstraf.
Gasontploffing.
Toen gisternamiddag twee fitters der gas
fabriek in het hotel „Du Passage" te Enk-
huizen bezig waren een lek in de gasleiding
te zoeken, en daarbfj metlicht in een achter
een trap aanwezige kast kwamen ontstond
plotseling een gasontploffing. Beidepersonen
waarvan een zelfs zijn kteeren in brand
geraakten, bekwamen aan hoofd en handen
zoodanige brandwonden, dat zij voorloopig
hun werk niet konden voortzetten. Overi
gens werd geen noemenswaardige schade
aangericht.
Branden.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
is de tweede openbare schooi in wijk B. te
Wondrichem afgebrand. Oorzaak onbekend.
In de kleedermakerij van het Rijksopvoe
dingsgesticht te Alkmaar brak een brandje
uit, doordat een vonk uit den kachel op een
daaromheen staand schut sprong. Gelukkig
wist men het spoedig te blusschen.
In het gehucht „De Raam" (N.-Brabant)
is Maandagmiddag de boerenwoning van
fl. Voet afgebrand. Twee varkens kwamen
in den brand om. Assurantie dekt de schade.
Ook in Chineesch Turkestan is thans de
revolutie uitgebroken. De revolutionnairen
hebben een proclamatie tot het volk gericht,
waarin geëischt wordt, dat men de vreemde
lingen met rust zal laten, 30u a400mand-
sjoe's zyn omgebracht.
In Lautchau is de toestand zeer ernstig.
De keizerlijken treden met ongehoorde
brutaliteit en beestachtigheid op. AlleGhinee-
zen, die hun staarten hebben afgeschoren,
worden neergeschoten.Een Cbineescbofficier
werd levend gevild Alle discipline onder de
keizerlijken is verdwenen.
Een soortgelijke massavergiftiging als te
Berlijn in het tehuis voor dakloozen is te
Leavenworth, in Kansas, in een tehuis voor
oud-krijgers voorgekomen. Via Chicago
wordt uaaromtrent gemeld, dat plotseling
150 bewoners ziek werden en dat men
vergiftigingsverschijnselen kon waarnemen.
Vyf hunner zijn overleden. Vele anderen
verkeeren in levensgevaar. Toen de oudjes
eergisteren na het middagmaal opstonden,
klaagden, enkelen over pijnen. Enkele uren
later lagen 150 hunner ziek te bed. Het eten
was op dezelfde wijze bereid als andere
dagen. Ook eenige beambten werden ziek.
Thans worden 't eten en de paDnen schei
kundig onderzocht.
Een gevaarlijk passagier bevond zich aan
boord van een Duitsch stoomschip, dat
eergister, van Calcutta komend, te New-
Vork binnen liep. In een groote kooi werden,
met bestemming voor een exporteur, eenige
Cobraslangen vervoerd. Vier dagen na het
verlaten van de haven van Calcutta bemerk
ten de matrozen tot hun ontsteltenis, dat
een slang uit de kooi was ontsnapt. Den
volgenden morgen vond men een matroos
dood in zijn kooi liggen. Hy was door de
vergiftige slang gebeten. Een andere matroos
die eveneens door de Cobra was aangevallen,
stierf onder ontzettende pijnen. De slang
was daarop in een donker hoekje van het
schip gekropen en niemand waagde het,
'töier te naderen. Eerst in de haven heeft
men het gevaarlijke beest weer gevangen
en in de kooi opgesloten.
Drievoudige moord.
Dezer dagen heeft in KampongOedjoeng
Tanah te Makassar een afschuwelijke moord
partij plaats gehad.
Twee jonge meisjes werden overhoop
gestoken, terwijl de dader door den vader
der kleinen op de plaats zelf neergeveld
werd.
De „Mak. Crt. deelt hierover het volgende
mede
De Djaksa van Takaller kwam hier met
zijn vrouw «q <jrie kinderen aan en nam
zijn intrek by een oom op Oedjoeng Tanah.
Deze had sedert kort als bediende in
huis een gaorees, die voor dien als koeli
reeds sedert een jaar ongeveer te Makassar
vertoefde.
Wat dezen man bezield moge hebben, is
vooralsnog niet duidelijk, maar hij kreeg
het plotseling te kwaad en vergreep zich
in koelen bloede aan twee kinderen van
den djaksa, meisjes van ongeveer 11 en 9
jaar, die, niets kwaads vermoedende, zich
met hem in het achterste gedeelie van het
op palen staande huis ophielden. Alles ging
zeer snel in zijn werk.
Een groot mes te voorschijn halende,
greep hij eerst het oudste meisje beet en
bracht dit daarmede een vervaarlijke wonde
in hst onderlijf t.oe. Gillende vluchtte de
kleine naar beneden, alwaar zü weldra den
geest gaf. Intusschen was het monster, dat
deze beestachtige daad bad bedreven, reeds
het kleinere meisje, dat naar het voorhuis,
waar de andere bewoners zich ophielden, wil
de vluchten, achterna gesneld. Voor men te
hulp kon vliegen, had hi) met dit kind reeds
op dezelfde wijze gehandeld.
Op dit oogenblik verscheen de vader der
beide kinderen, de djaksa, die zich mede in
het voorhuis bevond, opmerkzaam gewor
den, op het tooneel. Van den aanslag
op het jongste kind moet hij nog juist ge
tuige zijn geweest. Zonder bedenken stortte
hij zich, onder het te voorschijn brengen
van zijn mes, daarop op den onmenscho-
lyken schavuit en een hevige worsteling
op leven en dood Ontstond. Het feit was
weldra beslist. Na een korte spanne tyds
zakte de kindermoordenaar levenloos ineen
niet een steek in de maagstreek, een In de
lever en eon in het hart.
De ander was er evenmin ongedeerd af
gekomen. Hij liep een gevaarlijke steek
onder het hart op en wordt nu in het
hospitaal verpleegd. Het jongste meisje, dat
nog leefde, hoewel haar de ingewanden uit
het lichaampje hingen, werd eveneens der
waarts vervoerd, maar gaf spoedig daarna
den geest.
Bovendien liep de oom nog een niet ge
vaarlijke wonde aan het hoofd op.
Zooals gezegd, had het drama zich in
enkele oogenblikken afgespeeld. Schout
Brugman was toevallig in de buurt, maar
kon niet snel genoeg ter plaatse zfjn, om
zijn revolver nog een woordje te laten
meespreken. Toen hij op het geroep „amok"
ijlings naderbij kwam, was alles reede ge
beurd en wentelde de moordenaar zich reeds
in zijn bloed.
Op een vraag van den schout tot de
honderden toegesnelde inlandsche nieuws
gierigen, of aan een hunner de man ook be
kend was, hielden allen zich van den domme.
Zonderlinge menschen toch. Blijkbaar waren
ze bevreesd voor de gevolgen, indien bleek,
dat zij wisten met wien men hier te doen
had. Later bleek den schout-, dat hij reeds
meer dan een jaar in hun midden had
geleefd, zoodat zich allicht een sobat onder
de menigte ophield.
Als eenige verklaring over de beestachtige
daad wordt nog aangenomen, dat de moor
denaar nog een oude schuld met politie en
justitie te vereffenen had en dat hij nu in
meening verkeerde, dat de djaksa was ge
komen, om die te innen, waarop hij zich
by voorbaat wilde wreken.
Maar dat is slechts een veronderstelling
zonder meer.
Slachtoffers van den Smeroe.
De heer Steffan, een Zwitser, voorheen
ingenieur bij de B. O. W,, thans ex-koffi-
planter te Alas Ngampo, aan den voet van
den Smeroe gelegen, kwam Woensdagmid
dag te Soerabaja, om den volgenden mor
gen de reis naar Modjokerto te kunnen
vervolgen.
Hij verlaat zijn onderneming, waarop hij
18 jaar, zonder succes, gewerkt heelt en
waarvan hij een schade van f 160.000 heeft,
nu dat perceel onder de onlangs plaats
gehad hebbende catastrofe ten onder gegaan,
en geen centime meer waard is.
Daarover en over zijn wedervaren by de
catastrofe vertelde bij aan den Loemadjang-
schen correspondent vanhet„Soer.Nieuwbl."
het volgende:
Toen de aschregen begon te vallen, was
ik om een uur of twee 's middags in mijn
cacaotuin bezig. Ik gaf er aanvankelijk niets
om, daar dat meer gebeurde en bleef door
werken. Maar toen ik kort daarop, behalve
asch en zand, ook harde steentjes, ter dikte
van een vinger, op mijn rug voelde vallen,
werd ik ongerust en ging huiswaarts.
Daar hoorde ik de steentjes, zand en asch
regen ratelend op de zinken daken van myn
woning en bijgebouwen vallen. Later vielen
ook keisteenen, ter grootte van een vuist
neer en werd de lucht door die massa stof
geheel verduisterd. Ik begreep toen, dat het
tjjd werd om op mijn persoonlijke veiligheid
bedacht te zijn en om mijn huis te verlaten.
Ik haalde met behulp van mijn huishoud
ster en een mannelijken bediende uit de
goedang 4 groote zinken bladen en maakte
daarvan onder een boom een afdak, dat
ruim genoeg was om ons zessen, mijn huis-
houds'.er, de drie pleegkinderen en den be
diende, tot schuilplaats te dienen.
Wij namen het hoogst noodige mes, zoo-
ats een staande- en een hanglamp, die we
lustig lieten branden, en gingen vervolgens
onder het afdakje zitten schuilen, rustig
afwachtende, de dingen, die komen zouden.
Iets over zes uur werd de steenen-en zand-
regen heviger, terwijl de Smeroe begon te
loeien en te brullen, wat telkens overstemd
werd door vreeselijke donderslagen. Nu en
dan doorkliefde een electrische straal de dik
hangende asch en steenenmassa in de lucht
en verlichtte het donker zwerk.
In dien nacht stortten mijn huis en bijge
bouwen in, al het zich daarin bevindende
meubilair vernielende.
's Morgens vroeg kon ik eerst den omvang
van de catastrofe overzien.
De bladeren der boomen waren overdekt
met vaalkleurige stof; evenzoo de grond
die 3 c.M. diep onder grint en lava bedolven
lag en daardoor voor altijd ongeschikt is
voor de cultures.
Op het dak van mijn ingestort huis bleek
l'/j c.M. asch en zand te zijn gevallen, met-
zeker 29 pCt. groote keisteenen vermengd,
een totaal gewicht vormend van ongeveer
50 000 K.G.
Myn eerste werk was om de ruien op te
ruimen. Afbraak van mijn huisarchitraaf,
balken en zinken bladen heb ik later voor
een appel en een ei aan inlanders op Sindoro
en eldets verkocht,
Voor de houding van de Javanen en Ma-
doereezen heb ik niets dan lof. Zij kwamen
mij spoedig na den ramp bij honderden de
behulpzame hand bieden.
Daarom heeft het mij des te meer gefrap
peerd, dat daarentegen geen enkel inlandsch
ambtenaar, laat staan Europeesch, zich
mijn lot en dat van mijn buur wan Blauw-
boer, administrateur van Pan Kandangan
en familie, zoomede van den opziener Lange,
heeft aangetrokken.
De heer Blauwboer kreeg op zijn schrijven
aan het betrokken onderdistrictshoofd tot
antwoord, dat hij (Bi.) met behulp van de
kontjos (medegezellen) beter naar de 6 ver
miste inlanders zou kunnen zoeken.
Den vorigen dag n.l. waren 12 personen
als naar gewoonte in de bosschen aan den
voet van den smeroe, rotting gaan zoeken.
Toen zy door den zandregen in het bosch
werden overvallen, vluchtten zij met achter
lating van hun vracht; doch misleid door
de duisternis en verbijsterd door het ge-
druisch van den zand- en steenregen, ge
raakten ze van elkaar en konden de paden
die huiswaarts voerden, niet of zeer moeilijk
vinden.
Den volgenden morgen kwam een man
overdekt met brandwonden en totaal afge
mat by den heer BI. terug en vertelde hem
het gebeurde, en dat hij niet wist waar zijn
kontjos gebleven waren. Kort daarna kwa
men nog 5 personen in denzelfden gehaven-
den toestand terug. Twee daarvan overleden
spoedig aan de bekomen wonden. Geen van
hen kon inlichtingen geven omtrent het lot
van de zes overige personen.
Toen ze tegen den namiddag nog niet
terug waren, heeft de heer Bi. een schrijven
gezonden aan het onderdistrictshoofd en
daarop het bovenbedoelde antwoord ont
vangen.
Volgens den heer St-effaD is de toestand
van den Smeroe nu zoo, dat, wanneer daarop
een wolkbreuk mocht voorkomen, Pasirian
geheel en Laemadiang Tempeh grootendeels
onder zand en slijk zullen worden begraven
De bergkloven en ravijnen, zoomede de
beddingen van de Bezoeks-rivieren zjjn door
de uitbarsting zoodanig met aluviale species
(lahars) opgevuld, dat de rivierbeddingen nu
tientallen meters boveD Pasirian en Loemad
jang liggen. Een rampspoedige afvoer van
die species naar die plaatsen zal plaats
hebben, zoodra een voldoende stuwkracht
van hoogere regionen komt.
Ben alleraangenaamst vooruitzicht!
De „Temps" zegt, inzake den roofaanval
in de Rue Ordener, dat de rechter van instruc
tie Gilbert, en de chef der recherche Xavier
Guichard thans op het goede spoor meenen
te zijn. Om echter de hand te kunnen leg
gen op de geheele bende, die den brutalen
aanslag heeft gepleegd, moeten zij naar
't schijnt, in 't allerdiepste geheim werken.
„Laten we niet ongeduldig worden en maar
afwachten", zegt de „Temps" hier lakoniek
achter.
Nadere berichten melden, dat er min
stens 10 bandieten bij den aanslag betrokkeD
zjjn, waarvan 5 actief, terwijl de anderen
zich onder de toeschouwers hadden ge
raengd, en de auto zoogenaamd achtervolg
den, maar alleen met het doel, iedereen te
beletten, den wagen te naderen.
'Buiten verantwoordelijkheid der Kedactie)
Mijnheer de Redacteur!
verleen mij s. v. p. 'n plaatsje in uw blad
om een schrijven te richten tot de Flak-
keesche paardrijders.
Aan de paardrijders
W. M. Op het oogenblik is er een beweging
onder de paardrijders om hun toestand te
verbeteren, zij willen trachten één gulden
per week ioonsverhooging te krijgen, wat
met het oog op de dure levensmiddelen een
dringende noodzakelijkheid is, en bovendien
bedraagt het loon van een paardrijder thans
nog geen tien cent per uur. Om hier toe te ge
raken heeft Oude- en Nieuwe Tonge en
Sommelsdijb reeds eeD vereeniging van
paardrijders opgericht. Doch willen zij hun
doel bereiken dan moest er op ieder dorp
van ons Eiland een vereenigiDg van
paardrijders gesticht worden, Ik laat hier
enkele artikellen van het regelement volgen
waaruit de paar rijders kunnen zien dat
het nuttig en noodig is dat zij zich organi-
seeren. Art 1 De bond van paardrijders
stelt zich ten doel alle paardrijders op Flak-
kee te vereenigen tot een lichaam en zulks
met eerbiediging van ieders Godsdienstige
en politieke overtuiging. Art. 2 De vereeni
ging van paardrijders zal trachten hun stoffe-
Ijjken en zedelijken toestand te verbeteren,
ten eerste door Ioonsverhooging en ten twee
de door verkorting van arbeidstijd, daarbij
uitgaande van het denkbeeld dat de verbete
ring van de paardrijders het werk van de
paardrijders zelf moet zyn. Art. 4 De bond
houdt hiertoe openbare en huishoudelijke
vergaderingen overal waar ditdienstig wordt
geacht hetzij rechtstreeks uitgaande van den
bond of van de afdeeling van den bond. De
sprekers in deze vergaderingen zullen zich
hoofdzakelijk moeten bepalen tot het uiteen
zetten van het doel van den bond en de aan
hangige kwesties betreffende het vak. De
Contrubutie is geen bezwaar deze is zoo laag
mogelijk slecht 10 cent per maand. Zijner
paardrijders op één van de dorpen van ons
Eiland die gaarne een vereeniging van paard
rijders oprichten en daartoe hulp noodig heb-
beD, die wende zich maar tot ondergete
kende, die bereidt is u ten allen tijde te
helpen. U mijnheer de Redacteur dankzeg
ging voor de opname.
JAC. DE BERG.
Oude Tonge. 15 Januari 1912.
MIDDELHARNIS.
Ondertrouwd: Jacob Verolrne 26 j. en Willemtje
Faasse 19 j. Wilhelmus Houtbuizen 27 j. te Den
Bommel en Cornelia Mulder 26 j.
OOLTGENSPLAAT.
Geboren: Catharina Johanna, d. v. Jacobus Johan-
nis van de Swaluw en Johanna Adriana BogaaTta.
Hendrika d. v. Cornells Kievit en Hubertje Konings.
Jannetje d. v. Adrianu6 Leijdens en Arentje van
Dam.
DEN BOMMÉL.
GeborenWillem Cornelis z. v. A. van Delft en
Ca. van Maastricht.
OndertrouwdAdrianus Jansen jm. 46 jr. en Lena
Stam jd. 40 jr.
STAD AAN 'T HARINGVLIET.
GeborenLaurina d, van Cornelis Arensman e*
van Dina van Rossum.
OverledenCornelia Romein, oud 84 j. weduwe
van Herbert van der Velde, eerder gehuwd met
Jacob Hobbel, overleden.
Beursnoteering van Sommelsdyk.
SOMMELSDIJK, 17 Januari 1912.
Wilhelmina f9,tot f 9,25.
Essex Tarwe f 10.— tot f 10,25.
Haver f 9,tot f 9,10.
Schokkers Erwten 15,50 tot f 16,50.
Kroon Erwten f tot f
Kleine Erwten f 13,tot f 15,
Aardappelen f 2,tot f 0,
Eigenheimer poters f 1,05 tot f 1,25.
Bravo poters f 0,tot f 0,
Ajuin bruine f 4,25 tot f 0per 60 Kilo.
Ajuin witte f 4,per 60 Kilo.
Ajuin kleine f 4,80 per 60 Kilo.
Koepeen f 1,25 tot f 1,40 per 60 Kilo.
Ajuinzaad bruin f 1,50 per pond.
Rijnsburger f 2,50 per pond.
Koepeenzaad f 2,50 per pond.
Jaapjeszaad f 1,per pond.
Vlas te contracteeren tegen f 0,06 per kilo.
Door de invallende strenge vorst werden op de
beurs weinig zaken gedaan, daar men bevreest is
voor het goed vorstvrij te kunnen leveren.
ROTTERDAM, 15 Januari 1912. Tarwe zeer ruim
ter markt tot iets lagere prijs geheel opgeruimd.
Haver, kleine Erwten en Bruine boonen eveneens
ruim aangeboden. Overige artikelen met klein aan
bod. Waarde was heden
Essex Tarwe p. 100 Ko. f 10,tot f 10,75
Overige soorten 9,25 9,60
Rogge 8.50 9,
Chevalierger6t 11,11,30
Haver 9,9,25
Kleine Erwten 12,50 14,—
afwijkende kwaliteit moeielijk te plaatsen.
Kroon Erwten
Bruine Boonen 16,17,
en daartoe niet alles te verkoopen.
ROTTERDAM, 16 Januari. Op de veemarkt waren
aangevoerd: 1 paarden, veulen, ezel, 107$
magere en 594 vette runderen, 263 vette, 309 nuch
tere en graskalveren, 2 schapen of lammeren,
2 varkens, 179 biggen, 4 bokken of geiten.
Koeien en ossen 36 tot 42 k 43 c., stieren 30 tot 34 a
c. vette kalveren 50 tot 60 70 c, exportkalveren
tot c,, schapen tot c, varkens tot
c. en lichte varkens voor export a c. per
7z kilo.
Melkkoeien f 140 f 285, kalfkoeien f 145 kf 290,
stieren f 120 A f 340, pinken f k f 0graskal
veren f if vaarzen f 110 f 140, alles mager
vee; biggen f 7,A f 13,—, slachtpaarden f 60,
A ff 170, werkpaarden f 65 Af 230, hitten f
A f
Nuchtere kalveren: fok f 16,f 20,slacht-
f 7,èi f 12,—.
Biggen f 1,20 k f 1,50 per week.
De aanvoer van vette runderen was heden ruim
alle qualiteiten waren flink vertegenwoordigd. Er
was veel beweging, doch de omzet ging langzaam.
Er was, ofschoon gering, geleidelijke daling in de
prijzen, heigeen op den handel belemmerend werkte.
Stieren iets ruimer aangevoerd met eenigszins minder
nandel. Vette kalveren flink aangevoerder was
daling in de prijzen, ofschoon de kalveren toch nog
duur verkocht worden. Een enkel zeer best kalf liep
2 c. boven noteering. Omzet minder vlottend.
Ter magere markt was de aanvoer redelijk. Handel
in melk- en kalfkoeien zeer matig. Naar jong vee
was weinig vraag. Magere ossen redelijk vlug,ver
handeld. De enkele graskalveren, bestemd voor de
slachtbank, gingen langzaam weg. Nuchtere fok en
slachtkalveren met grooten aan voer, handel eenigszins
sleepend.
In paarden was over 'talgemeen goede handel;in
biggen niet veel om.
Op de botermarkt werden beden aangevoerd 59/8.
en 23/16 vn. en 184 stukken van tys kilo. Prijzen:
le kwal. f 69, 2e kwal. f 65, 3e kwal. f 62 per 40 kg.
stukken van '/s kg. 85 k 90 c.
OUDE TONGE, 12 Januari 1912.
Tarwe f 9,-- k f 9,15 per 100 kilo.
Haver 7,50 7 60
Erwten 13,25 14,per mud.
Bruine boonen 16,16,50
Eig. aard. 1,85 1,90
Bonte aard. 2,25 2,40
Bravo's 0,
Poters 1, 1,20
Kriel 0,75 0,80
Koepeeën 1.20 1.25 per 60 kilo.
Ajuin 4,4,15 r
Boter cent. Eieren cent.
Amsterdam, 16 Jauuari 1912.
Ingezonden door Jac. Knoop, Commissio
nair in aardappelen, Amsterdam.
Zeeuwsche Bonten f 2.90 a f 3,10
Zeeuwsche Blauwen 2,90 3.—
Spuische Eigenheimers 2,— 2,10
Flakkeesche Eigenh. 1,90 2,
Drenrsche Eigenh. 1,80 2,
Brielsehe Eigenh. 0,— 0,—
Geldersche Blauwen 2,90 3,—
Friesche Borgers 1.80 2,
Friesche Blauwen 2,90 3,—
Friesche Bonten 0,— O,—
Eigenheimer Pooters 1,50 1,80
Blauwe Pooters 1,60 1,70
Bonte Pooters 1,50 1,60
Andfiker Blauwen 2.90 3,—
Beverwijker zand 3,75 4,—
Duitsche rooden 0, 0,—
Bravo's 0,- „0,-'