Gouden- en
Zilverwerken
D. Hartog-s Jac,z.
Binnenland.
Adveiiten t i n.
Westdijk B 292, Middelkarnis.
der leugenachtige coalitie het land door
trokken, vooral in 1905.
Die zich niet ontzagen den kansel te
misbruiken om hun gehoor er toe te
brengen een coalitie candidaat te stem
men. Die de gemeente durfden bedrei
gen met een straf van Onzen Lieven
Heer als zij niet stemden op een clericaal.
Die in volksvergaderingen Gods naam
durfden aanroepen om de kiezers door
een misdadige speculatie op hun gods
dienstige overtuiging, door bangmakerij
zelfs met hel en verdoemenis, trachtten
te winnen voor de candidaten der cleri-
cale coalitie.
Dat waren de politieke dominee's, wier
volksbedrog de politiek vertroebelde.
En de zulken vond men alleen in het
lvuyperkamp.
Daar deinst men nu eenmaal voor niets
terug
Mr. Patijn bij de Staatsbegrooiing.
IV (Slot.)
De lezer weet, hoe minister Talma
steeds heeft gezegd, dat zijn ziektever
zekering de grondslag moet zijn, waarop
de overige verzekeringswetten worden
opgebouwd.
Voor ieder, die met den gang onzer
wetgeving bekend is, is het duidelijk,
dat er geen sprake van kan zijn, dat al
de verzekeringsontwerpen nog voor 1913
in het staatsblad kunnen komen. Van
Kuyperiaansche zijde is daarom herhaal
delijk reeds aangedrongen van de ver-
zekerings ontwerpen alleen het Invalidi-
teitsontwerp op den voorgrond te bren
gen. Mr. Patijn besprak in het laatste
deel van zijn uitsiekende redevoering
dit plannetje en toonde duidelijk aan,
dat daarvan niets kan komen. Onze
bekwame afgevaardigde zeide omtrent
dit punt het volgende
In de stukken is het denkbeeld geopperd
om de Ziektewet en de Raden wet maar zoo'n
beetje tusschen schip en kade te laten
terechtkomen en de ouderdoms- en invalidi
teitswet naar voren te schuiven.
Ik heb zelf tot voor betrekkelijk korten tijd
gemeend, dat dit ook misschien de eenige
mogeliikheid was om uit de moeilijkheden
te komen, maar de zaak overwegende, stuitte
ik te dien aanzien op zeer groote bezwaren,
welke trouwens de Minister in de Memorie
van Antwoord noemt.
Vooreerst stuiten wij bier op het bezwaar
van den ongenietbaren vorm van het ont-
werp-ouderdomswet. Dat is natuurlijk geen
argument van den Minister.
Een ander bezwaar en daarop wijst
de Minister ook is dat wij een jaar reeds
aan de Ziektewet gewerkt hebben, dat deze
allerlei stadia van voorbereiding heeft door-
loopen, terwijl de behandelingen van de
Ouderdomswet nog van voren af aan moet
beginnen.
Dit alles zijn misschien bezwaren van mi
of meer practischen aard, maar er doet zich
nog een ander bezwaar voor, waarmede ik
eigenlijk geen raad weet. Dit bezwaar is, dat
iedereen begrijpt, aat dergelijke wijziging
van werkplan met dezen Minister eenvoudig
onmogelijk is. Wij bebben allen herhaalde
lijk gehoord en de heer Roodhuyzen heeft
nog de citaten in herinnering gebracht
hoe deze Minister altijd met groote kracht
en met klem tegen alle bezwaren in heeft
vooropgesteld ik moet eerst hebben mijn
organisatie en mijn Ziektewet om aan die
organisatie leven in te blazen eneezstdan
komen aan de beurt de Ouderdoms- en
Invaliditeitswet en de herziening van de
Ongevallenwet. Het was 's Ministers Leit
motivhü kon hier niet over arbeidersver
zekering spreken, of op alle modulatiën en
toonzettingen hoorden wij het zelfde thema
ontwikkelen. En nu zou men willen, dat
de Minister dat alles overboord zou gooien,
dat hij hetgeen een grondgedachte van zijn
werkzaamheid van 4 jaar was, op stuk van
zaken, nu het er op aankomt, spijkers met
koppen te slaan, prijs zou geven, alsof
daarvan nooit serieus quaestie was geweest.
Dat is toch ondenkbaar.
Ik ben het dan ook ten deze maar half
eens met de heeren Drucker en Roodhuyzen
en hun crietiek van verleden week. Zij
hebben er den Minister hard over gevallen,
dat bij hem onvastheid van beleid viel te
constateeren, omdat hij, blijkens de niet zeer
pertinente verklaringen in de Memorie van
Antwoord, half en half neiging vertoonde
om in dit opzicht overstag te gaan. Indien
die beide geachte afgevaardigden juist had
den gezien, indien de Memorie van Antwoord
moest opgevat worden als zij deden, dan
zou ik hun critiek niet te scherp maar eer
nog te mild vinden.
Maar er is nog een andere uitlegging
mogelijk. Men kan ook die Memorie van
Antwoord aldus lezen. Wanneer men iemand
vraagt, of hy iets wil doen wat hem absoluut,
onmogelijk zou maken, dan gaat een ver
standig mensch daar niet tegen uitvaren en
met hevige protesten daartegen te keer,
maar dan zegt hij eenvoudigdaar kan niets
van komen. Zoo lees ik ook die Memorie van
Antwoord Ik bepryp, dat.de Minister het
niet noodig vond zoo kras uit te laten,
omdat ieder onmiddellijk moest gevoelen,
dat dit voor deze Minister een onmogelijke
eisch was.
Men kan, ook als lid der oppositie, niet
eischen van een Minister een daad, die ten
slotte zou zijn een bekentenis dat, wat de
grondgedachte van zijn arbeid sedert vier
jaren was, zou geweest zijn een zaak die
ny onmiddellijk bereid was prys te geven;
men kan van hem niet vragen een daad
die zou zijn een bekentenis, dat hij zonder
noodzaak de sociale wetgeving jarenlang
zou hebben vertraagd niet een daad, die
ten slotte zou zijn de bekentenis, dat zijn
geheele optreden als Minister van den
eersten dag af aan zou zijn geweest een
vergissing. Ook als lid van de oppositie kan
men een Minister een dergeiijk verzoek
niet doen.
Wij komen dus tot de conclusie, dat deze
uitweg uit de moeilijkheid afgezien vau
andere bezwaren alleen zou mogelijk zyn,
indien Minister Talma voor een ander
plaats maaktemaar wij weten, dat de
rechterzijde onder geen omstandigheden op
dit oogenbliek een ministerieele crissiswil,
en dat kan ik rr.y van haar standpunt
begrijpen. Anders zou de stemming bij het
eerste vraagpunt der ziekteverzekering stel
lig in omgekeerden zin zyn uitgevallen en
de geneeskundige behandeling in de Ziekte
wet zijn opgenomen.
Wanneer die oplossingen beide zyn afge
sneden, is er slechts één mogelijkheiddat
is: voortwerken op de wyze waarop de
Minister begonnen is. Maar dan moet er de
grootst mogelijke spoed gemaakt worden,
dan mag geen dag, geen uur langer worden
getalmd.
In dit verband wensch ik den Minister in
alle bescheidenheid in overweging te geven
of hij niet aanstonds reeds, zonder nog den
tijd te laten verloopen, die onvermijdelijk
verloopen moet vóór de Commissie van
Voorbereiding weder is bijeen geweest, be
reid is ter hand te nemen in de eerste plaats
een omwerking van zijn Radenwet. Ik zal
nu niet zeggen op grond waarvandat zou
my op een nieuw gebied voeren, en ik heb
reeds te lang gesproken.
De Minister weet precies hoe het met die
zaak staat. Hij kan van den voorzitter der
Commissie van Voorbereiding alle mogelijke
inlichtingen krijgen. De Minister weet ook
er is te dezen aanzien geen geheimhou
ding opgelegd en ik mag het dus meede-
deelen dat in die Commissie van Voor
bereiding, in een vergadering van leden,
leden-plaatsvervangers en bijzitters, waarin
rechts de meerderheid vormde, met alge-
meene instemming de meening is geuit, dat
een zeer sterke vereenvoudiging van de
Radenwet onvermijdelijk is. Ik zou willen
zeggen', laat de Minister dadelijk de hand
aan het werk slaan en den tijd, dien hij zoo
dubbel noodig zal hebben, gebruiken. Ik
onderstel, dat dan de Radenwet moet terug
gebracht werden ongeveer tot de helft van
haar oorspn-nkelykeu omvang en tot mis
schien Vio van haar oorspronkelijke betee-
kenis.
In d6 tweede plaats zou ik den Minister
willen vragen, er geen dag over te laten
heengaan om te komen tot een omwerking
van zijn wet op de ouderdomsverzekering
en een omwerking, niet ten einde materieele
verandering er in te brengen, maar in de
eerste plaats om die wet leesbaar te maken,
en in de tweede plaats om er in te brengen
die eenheid, die uniformiteit met de andere
verzekeringswetten, die nu ten eenenmale
ontbreekt, en zonder welke die wet niet met
de andere verzekeringen zal zijn in te voeren.
Indien de Minister dat alsnog zou willen
doen, kan, als de Kamer hard werkt, wel
licht in deze wetgevende periode op het
gebied der sociale wetgeving iets tot stand
komen. Doet de Minister een en ander niet,
dan zie ik in dit opzicht de toekomst duister in.
WESTSClloUWEN, 6 Jan. 1912. Langs het
strand gaande, vond de lichtwachter J.
Bakker een dichte fiesch met twee briefjes
er in. Het eene was in een gesloten enveloppe
gestoken, waarop een adres, het andere was
een bijgaand briefje voor den vinder.
De jonge Carr blijkbaar de schrijver
van deze epistels vertelt in-het bijgaande
briefje dat hij aan zijn voornemen om de
kerstdagen bij zijne moeder door te brengen,
niet kan voldoen. Geen postzegel hebbende,
besloot, hy den brief in een fiesch te doen
en verzocht aan vinder den brief te posten
in de hoop hij dan nog bijtijds zijne moeder
zou bereiken.
Aan dit verzoek is dan ook voldaan en
de brief door den heer strandvonder gepost
aan het adres van Mrs. Carr Church Avenue
Londen SW.
Waar slapende vogelsWaar slapen onze
vogels toch? schrijft de heer G. Wolda te
Wageningen in de „LevendeNatuur*.Som
migen schijnen geabonneerd op een bepaald
plaatsje, anderen nemen een willekeurige
slaapstee voor lief.
Vau de boomkruipertjes te Hoog-Keppel
kan ik in dit opzicht iets eigenaardigs vertel
len. Tegen een muur ongeveer 3 M. boven
den grond, heel weinig beschut door een
dakgoot, kiuipen ze avond aan avond dicht
bij eikaar. Al jaren lang. Vijftien jaar gele
den hingen ze er net als nu. Ook's winters.
Tegen donker komen ze al piepeDd aangevlo
gen. Tien, twaalf, ook wel minder. Even later
zitten ze, in groepen doorgaans als 't ware
tegen den muur geplakt. Piepen nog wat en
dan wordt het stil. Als jongens hebben we
vroeger die stilte vel eens op ruwe manier
verstoord. We hebben de vogeltjes verjaagd.
En toch hingen ze er dit jaar in de zomer-
vacantie weer op de oude, beproefde manier.
De voorliefde voor dit plekje gaat dus stellig
van ouder op kind over.
Een handige oplichster.
Te Stratum, bij Eindhoven, heeft een
wagenbewoonster op ongewoon sluwe wjjze
een slager opgelicht.
Zjj ging naar zijn winkel en verzocht hem
een flink stuk vleesch af te wegen, wat
geschiedde. De slager legde daarna dit stuk
vleesch in den korf, dien onze wagenbe
woonster in haar voorschoot had geplaatst.
Nu nog betalen en de zaak was gezond
Maar o weel Onze wagen bewoonster had haar
beurs vergeten. Even halen? Ja, maar dan
je kortf hier iaten staan.
Goed! Onze wagenbewoonster plaatste
haar korf in een hoek van den winkel en
ging even haar beurs halen.
Toen zij na enkele uren nog niet was
teruggekeerd, vond de slager het raadzaam
het vleesch weer zoolang in de ijskast op te
bergen,
Hij neemt het korfje Maar wat duivel,
wat is dat ding licht! Hij opent het en
bemerkt tot zyn groote verbazing dat de
bodem ontbreekt.
Onze wagenbewoonster had het stuk
vleesch natuurlijk in haar schoot meegedra
gen en zal er wellicht kostelijk van hebben
gesmuld.
Een ballonreis.
Den 3en Jannari steeg te Zeist de ballon
Rotterdam van de Ned. Ver. voor Luchtvaart
op tot het doen van metereologische waar
nemingen. De tocht duurde 3 uur 10 min.
De eerste twee uren gaven een goede
gelegenheid tot het doen van waarnemingen.
De grootste hoogte die bereikt werdt was
3050 M., de temperatuur bedroeg op die
hoogte min 5 gr. C. De gemiddelde snelheid
was 20 KM. Van dezen tocht vertelt een
der deelnemers in het „Vaderland". Wij
laten hier volgen, wat hij van de daling
mededeelt.
De daling ving a^n om 2 uur in den
namiddag en ging tot op een hoogte van
1400 M. langzaam en regelmatig. Voor dien
tijd werden by na voortdurend geluiden
geboord die van de aarde naar boven
doordringen, zooals het luiden van een klok,
het blaffen van honden en het geraas van
spoortreinen en rangeertreinen. Een enkele
maal werd ook een geluid gehoord als van
een stoomhamer, doch daar niets van de
aarde te zien was, kon niet worden vast
gesteld, van waar dit geluid afkomstig was.
Na 2 uur werd echter geen enkel geluid
vernomen dan een dof geruisch als van
de branding der zee. Op 2000 M. hoogte
werd dit geluid het eerst opgemerkt en
het nam in sterkte toe naarmate de ballon
lager kwam. Mocht echtër voor een oogenblik
de gedachte aan de zee bij schrijver dezes
opkomen, de veronderstelling dat de ballon
boven of naby de zee zou zijn, moest on-
middelijk worden verworpen, omdat de aard
van de luchtverdeeling en de ricitingder
luchtstroomen tot op hoogten van minstens
eenige kilometers die hoofdzakelijk West
moest zijn, den ballon niet in de nabijheid
van Zuider- of Noordzee hadden kunnen
brengen. Er lag trouwens een veel betere
verklaring voor dit geruisch voor de hand,
dat er beneden nl. een zware wind door
bosschen woei, hetgeen zulk een geluid naar
boven zendt. Hiermede konden wy ons
tevreden stellen tot op het oogenblik, dat
de ballon onder de wolken uitkwam.
Dit gebeurde op een hoogte van 800 M
De daling was op het oogenblik zeer sterk en
de mand van den ballon was, vermoedelijk
door rukwinden, in schommelende beweging
geraaktPlotseling werd door een wolken
opening recht beneden den ballon een stuk
van een rivier met stroomversnellingen en
een licht woud van dennen gezien. Het
eigenaardige geluid van de ruischende boo
men, vermengd met dat van de watervallen,
overstemde nu de geluiden van het fel bewo
gen omhulsel van den ballon. Daarna zagen
wij, nl. dr. Hartman, die als waarnemer de
vaart meemaakte, en schrijver dezes, ineens
hooge bergtoppen om ons heen, die telkens
door wolkenbroKken aan het gezicht werden
onttrokken. De ballon scheen met groote
snelheid voortgedreven te worden, waarbij
sterke veranderingen uit de hoogte werden
opgemerkt. Even later bleek, dat de ballon
zeer snel in de richting van een berg werd
gedreven en langs de steile helling, die met
een mooi beukenbosch bezet was, naar boven
steeg, takelings langs een reusachtigen
pijnboom die hoog boven het beukenbosch
uitstak. Even later was de top van den berg
overschreden en daalde de ballon met groote
snelheid in een smal dal, waar een weide tot
landen uitlokte. Door eenige kunstgrepen
werd de ballon hier, hoewel met eenige
ruwheid, tot landen gebracht, juist onder de
beschutting van een kleine groep dennenboo-
men. Wij waren geland op een schilderachtig
gelegen weiland, tegen een vry steile berg
helling gelegen, in de nabijheid van deLatrop
bache, niet ver van Latrop. Eenige vriende
lijke en hulpvaardige lieden uit de omgeving,
die, zooals steeds by ballonlandingen spoedig
ter plaatse zijn, hielpen ons den ballon
inpakken en vervoeren naar het naastbyzijn-
de spoorwegstation Flerkenberg, waar voor
ditmaal onze luchtavonturen een einde na
men.
De „Graai".
Geruimen tijd zit reeds in het Huis van
Bewaring te Haarlem opgesloten, een per
soon, die aan de justitie ongaf genaamd te
zyn graaf C. W. v. P.
Daai hy echter beweerde, dat geen geboor
teakte was opgemaakt, was het voor de
justitie zeer moeilijk, te weten te komen
met wien zy te doen had.
Zaterdag jl. is evenwel het systeem Ber-
tillon op hem toegepast en gebleken, dat de
justitie niet te doen had met een graaf, doch
met een recidivist, die door de Haagsche
rechtbank tot zes jaar gevangenisstraf was
veroordeeld.
Als verdacht van diefstal van een roei
boot, zal hij voor deze rechtbank terecht
moeten staan. (Haarl. Dagbl.)
De moord te Geverikbeek.
In de omstreken van Roermond by de
Duitsche greDs is aangehouden en onder
sterk geleide der marechaussees,gisteravond
te Maastricht met den trein aangekomen,
eene bende van 26 personen, vrouwen en
kinderen inbegrepen, allen straatmuzikan
ten, kermisreizigers, ketellappers, enz. Zij
moeten heden voor den rechter van instruc
tie verschijnen in verband met den moord
te Geverikbeek.
De Haarlemsche kermis.
Door het Haarlemsche raadslid Brugonje
is afschaffing van de kermis aldaar voor
gesteld.
Eigen nijverheid.
Laatst toonde men ons een lucifersdoosje,
waarop aan den achterkant de vraag werd
gesteld, waarom men geen Nederlandsche
fabrikanten gebruikt, en de opwekking
gedaanvraagt uwen leverancier omme-
staand merk.
Het ommestaand merk toonde de afbeel
ding van een verscheurend beest, met daar
boven zijn naam in het Engelsch, en daar
onder „Special Safety Matches Made in
Holland".
Dat deze vaderlandsche fabrikant voor
den uitvoer van zijn waar naar Engeland en
deszelfs koloniën een Engelsch opschrift
gebruikt, is begrijpelijk, maar dat hij voor
den verkoop in zijn eigen land, waarop hy
gesteld blijkt, niet een merk met Neder-
landsch bijschrift kiest toont ten minste
weinig achting voor zijn landgenooten.
Even weinig als de winkelier in een onzer
groote steden, dien wij dezer dagen met
groote letters op zijn winkelraam het pu
bliek zagen uitnoodigen zijn „Weihnachts-
geschenken te koopen.
Wij voor ons koopen onze Kerstgeschen
ken daar liever niet, en steken ons licht
voorloopig niet op bij dien fabrikant van
lucifers. (Neerlandia.)
Een doorbraak.
Eenige bewoners van den Coehoornsingel
en Berkelsingel hoorden in de nacht van
Vrijdag en Zaterdag om half één, boven den
stormwind uit, een geweldig ruischen. Dat
werd aldra zachter, en na eenige tyd was 't
over.
De politie merkte het eerst wat er gaande
was: de dam in de Berkel, gelegd tot keering
van '1 water, om de Buitengracht te kunnen
uitdiepen langs deD Graaff Ottosingel, was
wat men noemt „achterloopsch*geworden.
Eerst was er een klein gat in geslagen, maar
het aldoor opstuwende water maakte 't
steeds breeder en dieper, zoodat nu 't talud
eu de berm van den Berkelsingel ter plaaatse
zyn weggeslagen over een lengte van 10 en
een breedte van 4 M. Twee boomen zakten
mede in de put. De dam zelf hield 't uit.
Naruutlijk duurde 't niet lang eer de
Buitengracht en de Vischpoortgracht waren
volgeloopen. Evenwel, nü kon het water
doorstroomen, waardoor het gevaar voor
verdere afbrokkeling van den weg was
voorkomen.
Van gemeentewege werden onmiddellijk
maatregelen genomen.
De oorzaak moet hierin worden gezocht:
Vanwege het waterschap van den Berkel had
men gisteren, wegens den val opdenIJsel,
opeens tweeschuten nabij Lochemgetrokken
waardoor een massa water kwam opzetteD.
De sluiswachter aan den Houtwal, die in
dienst is van 't waterschap, had daarvan
tijdig bericht ontvangen, maar niet het
gemeentebestuur van Zutphen, dat in zoo'n
geval de sluis van den Berkelmond aan de
IJselkade had moeten openen.
Nu dit uiet geschiedde, kon van gemeente
wege niet tijdig de dam worden verlaagd, om
zoodoende het water af te leiden.
Het beste adres voor alle
is van ouds bekend bij
«RTEiTien SEDERT 18IO.
N.B. Ondanks de lage prijzen worden
tramkosten vergoed vanaf ƒ5,aankoop
naar verhouding, bij 10,geheel.