Officieel Nieuws- en Advertentieblad
kaarten
makken
kalenders.
1. Middelharnis.
larsnijden
en Shampooing.
Boter.
Bank.
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
ilpail 191, Mittltarais.
Sigaar is
HOLLAND"
kering-.
Het laatste geluk.
Woensdag 10 Januari 1912.
No. 8
HANDEL
igen gratis.
VOOR
;r pondspak.
r pondspak.
Fiakkeesche Boef en Handelsdrukkerij
12de Jaargang.
ste modellen.
en
'.r in den
van
tij, Somtnelsdijk.
voorraad voorhanden
Irreerende prijzen:
Ie, halfstam.Leiboomen,
ELS, PEREN. PERZIK,
TER AM BOOS, KRUIS
TE, WITTE en ZWARTE
poomen zijn volop met
'jOEMHEESTERS
|oie soorten.
LUIK-, KLIM- en
S in mooie soorten.
OEMPLANTEN,
LANTSOEN.
rten KLIMPLANTEN.
ANTEN enz. enz.
ibevolen voor het aan-
'MGAARD-, SIER- en
NEN.
e bediening. Billijk
iten per kaart (14 nos.)
:r maand.
es voor Dames Haar-
5 of op Salon,
gaarne aan huis laten
rsnijden, kunnen dit
voorwaarden gedaan
■der met het in orde
Iwerk.
GESLOTEN.) 26-1
is de beste ver
pakte margarine
Ituurboter vervangt.
per 100 stuks f 2,40
2,-
1,60
1,25-
enflo Sigaretten.
'S CACAO
Vs - y* - Vio K.G.
i, tabletten, doosjes
;e Fabrieken.
BEL-BI.ANKZEEP
tukken 221/2 Cent.
H.OSNE en«.
ING VAN
tntenboeben.
'ostpapier ent.
SDIRKSLAND.
TE DORDRECHT.
!N f 405.419.18.
ent der Maatschappij
I zich tot deze Bank
3—2:
ecteuren
K. LOTSY.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
TTltg-a/ve cLer
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels j 0,60.
Iedere regel meer0,10
G-roote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van cerrespsndenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Onnoozele verdachtmaking.
In één onzer vorige nummers betoog
den wij, op zeer onbillijke wijze, dat onze
landbouwers dubbel worden getroffen
door de voorgenomen samenkoppeling
van Tariefwet en premieverzekering tot
oplossing van het üuderdomsvraagstuk.
De landbouwers immers krijgen alle
lasten van de Tariefwet te betalen door
de prijsverhooging van al hun benoodigd-
hedenen materialen, terwijl zij bovendien
voor eiken arbeider van 't 16de tot 't
70ste jaar een minimum-premie van'10
cent per week te betalen krijgen. Van
clericale zijde is ons betoog verdacht
gemaakt op de meest gore wijze, die zich
denken laat.
We zijn van die zijde veel gewoon,
en verbazen ons dan ook niet over de
strijdmiddelen van het minste allooi,
waarmede we uit dat kamp worden be
streden.
Het vieze artikeltje, waarop wij doelen,
komt (hierop neer. Vooruit, zoo heet
het, heeft zoo'n medelijden met die arme
werkgevers, dat zij een dubbeltje per
week moeten betalen. Ze gunt blijkbaar
de arbeiders hun pensioen niet. Wij (nl.
de clericalen) willen graag wat opofferen
door een kleine prijsverhooging door
het Tarief om de arbeiders een pensioen
te verzekeren.
Ziezoo, denkt de clericale schrijver,
het mes snijdt van twee kanten.
Vooruit heb ik verdacht gemaakt door
aan de arbeiders wijs te maken, dat het
blad voor de „kapitalisten" pleit en zelf
doe ik me voor als de mooie man, wiens
arbeidersliefde buitengewoon groot is.
De man ziet één ding over het hoofd:
De arbeiders laten zich niet langer door
schijnlooze praatjes bedotten.
Wat staan wij voor
We hebben het bij herhaling uiteen
gezetwij willen staatspensioneering, te
betalen door het heele volk, elk naar
zijn draagkracht. Een staatspensioen van
f 3 op 't 65ste jaar zal kosten ruim ach-
tien millioen gulden. Het is onbillijk, de
kosten te laten betalen door de arbei-
FEUILLETOIV.
naar
FELIX HOLLAENDEK.
15)
XI meent, antwoordt zij, dat iemand die eenmaal
met een wielrijder gedweept heeft moet, een tamelijk
bekrompen raensch zijn.
Ik meen, dat u van nu af aan alleen goede
boeken lezen moet omdat u een nadenkend persoontje
zijt, voor wie het beste nauwelijks goed genoeg is.
En toch ben ik niet nadenkend, zooals u dat
zoo vriendelijk uitdrukt. Als ik bet was, voegde,ze
er op gedempten toon bij, dan zat ik niet bij u.
Maar, bij al wat me lief is, ik maak er ook geen
aanspraak op, tenminste nu nieten in de eerste vier
weken niet. En na dit op haar eigen kalme manier
gezegd te hebben staat ze op, reikt me de band, die
een beetje beeft, ten afscheid, werpt baar hoofddoek
en mantel om en voegt er nog bijIk verzoek u
vriendelijk me alleen te laten gaan: ik heb behoefte
thans alleen te zijn, maar als u 'tgoed vindt ben
ik spoedig weer bij u. Als ik oprecbt zijn mag, vind
ik het met u alleen veel aangenamer en prettiger
dan onder veel vreemde menschen.
En eer ik nog iets geantwoord heb, is zij al de
deur uit en me ontvloden.
ders van wier (loon geen premie afkan.
Terecht noemt mr. Van der Laar het
nemen van premie van loonen beneden
f 8 f 9 per week het eichen van bloed
geld.
Het is onbillijk voor de kosten twee
klassen onzer samenleving, de arbeiders
en de werkgevers aan te spreken. Er is
geen enkele rechtsgrond om eenzijdig de
werkgevers te laten zorgen voor den
ouden dag der werklieden, terwijl deze
zorg op de geheele samenleving rust.
Het is schandelijk door een Tariefwet
het heeie volk te brandschatten en de
noodzakelijke levensbehoeften van de
armsten te belasten en aldus op de zwak
ste schouders de zwaarste lasten te leg
gen. Het is billijk en rechtvaardig de kos
ten otn te slaan over het geheele volk
naar draagkracht. Het is zeer goed moge
lijk de kosten te vinden uit.
Ie. een krachtige verhooging der suc
cessie rechten, vooral in de zijlinie's.
2e. de samensmelting van bedrijfs en
vermogensbelasting tot een flink proges-
sieve inkomstenbelasting.
3e. een belasting op de goederen in de
doode hand.
4e. voor het ontbrekende een pensi
oenbelasting in te stellen, geregeld naar
ieders draagkracht.
Wie dat stelsel voorstaat, mag gerust
zeggen, dat hij de arbeiders een goed
hart toedraagt.
En zien we nu eens, naar die van
arbeidersliefde blakende clericalen.
Wat willen zij
Zij willen een dwangverzekering, waar
voor alle arbeiders moeten betalen van
't 16de tot het 70ste jaar.
De armsten der armen, die minder dan
f 200 per jaar verdienen, zullen van dat
hongerloon eiken week nog een dubbeltje
moeten betalen.
De arbeiders der 2de klasse dat
zijn zij die van f200 tot 1400 verdienen
en dat zijn o.a. al onze landarbeiders
zullen elke week van 't 16de tot't 70ste
jaar 12 cent moeten betalen.
Dat mogen ook alle werkgevers voor
eiken arbeider wekelijks doen. Boven
dien zal het heele Nederlandsche volk
gebrandschat worden door den rooftocht
der Tariefwet, die in de schraalste beur
zen zich het ergst zal doen gevoelen.
Ik ga naar bet venster en schrijf in de vochtige
aanslag met groote lettersMarianne Delius. En
vindt dat ze niet anders zou kunnen heeten als
Marianne Delius.
11.
Nauwelijks drie dagen nadat ik met Marianne
Delius samen ben geweest is mijn koffer al gepakt.
Ikjwil naar mijn broeder in Londen. De brief aan
mijn vrouw ligt verzegelt voor me. Hij is op een
koelen toon geschreven, die iedere gevoelensuiting
vermijdt. Zij zal de heele schuld op mij laden, en ze
zal niet weten, wat deze brief mij gekost heeft. Ik
deel haar zakelijk mede dat het huis verhuurd is
en ik zelf op weg naar Londen ben. Ik schrijf haar
verder, dat ik de vraag wie schuldig is, geheel rus
ten laat, dat ik niet aan het leed wil raken dat het
verleden ons gebracht heeft, «lat ik mijn totale onge
schiktheid tot den arbeid van jde laatste vier jaren
me herinner, het alleen leven noodig heb niet alleen
voor mijn rust, maar ook om voor ons allen te
werken.
Zoo staat het zoowat in den brief, die haar leven
vernietigen zal.
Ik zie duidelijk voor me, hoe ze die ademloos
openen, hoe haar gezicht verbleeken zal, hoe ze zich
met moeite aan de tafel zal vastklampen. De kinde
ren zullen schreiend en angstig om haar heen staan,
ze zal in een.verschrikkelijk lachen uitbarsten tot
zinnelooze woede en smart haar overmeesteren zul
len.
Ik zie dat alles en beschouwd den brief die in
koude nuchtere taal ons verder leven regelt. Ben ik
het die hem geschreven heeft en die over ons bestaan
beslist als de zeis voor een bloeiend veld
Ik ben het en onder dit peinzen komt er twijfel
En als dan 54 jaar die premie is be
taald en de rooftocht 54 jaar is gehou
den, zal voor het rneerendeel der arbei
ders, omdat het gros in de tweede loon-
klasse valt, het pensioen bedragen 273
heele centen per week.
En nu zeggen wij, dit pensioen wordt
schandelijk duur betaald. Een clericaal
scribent, die dat arbeiders liefde durft
noemen, is niet anders dan een volks
bedrieger. En zoo'n man, die spijt al zijn
zoogenaamd democratisch geschetter, de
gewillige dienaar is vaneen conservatieve
coalitie, die de groote (brandkasten niet
aandurft, durft ons beschuldigeu te plei
ten voor de kapitalisten 1
Wat moet dat mannetje een geringen
dunk hebben van de menschen, die zijn
artikeltjes zien afgedrukt!
De dwangverzekering der
clericale coalitie.
De dwangverzekering voor loontrek-
kenden is, in den slechtsten vorm, name
lijk als zelfs de armste moet meebetalen,
niets anders dan eene poging om den
arme in zijn jeugd en in zijn krachtige'
jaren, te laten bijeenbrengen het bedrag,
dat hij in zijn mogelijken ouderdom
anders als bedeeling zou ontvangen.
En in den besten vorm, met vrijstel
ling dus van premiebetaling voor de laag
ste loonen, beschermt zij slechts één
klasse en in hoofdzaak één sekse.
De staatspensioneering alleen heft voor
allen zonder onderscheid de vrees op voor
armoede bij ouderdom.
Juist
Het is niet de wanhoop of de vrees
die de menschen doet sparen, maar juist
de hoop En staatspensioneering zou een
nieuwen (factor van hoop in het leven
roepenzij zou de menschen bevrijden
van de vrees, ja de zekerheid, dat zij op
hun ouden dag naar de Armvoogden
kunnen gaan. (Charlet Booth)
Bij een dwangverzekering.
Dan komt het geld er, al komt het
dan ook van den verkeerden kant, n,it de
verkeerde zakken.
op of het werkelijk uitgemaakt is dat ik het ben.
Niet wij spelen onze partij in het leven, het leven
speelt met ons willekeurig en meedogenloos.
In een, witten onslag liggen twee boeken van
Tourgenieff voor mij het eene heet „Helena" het
andere is een kleine novelle„Klare Militsch".
Zonder een woord er bij zend ik ze aan Marianne.
Het is beter, dat wjj zwijgend afscheid nemen.
Ik heb nog drie uur tijd eer de trein naar Ham
burg vertrekt.
Wat vang ik met die drie uur aan
Ik luister, bedriegt zich mijn oor, ik hoor lichte
vlugge voetstappen, die mij bekend zijn. Ik bedrieg
me niet, want juist gaat de deur open, ze staat
voor me.
Ze ziet er ellendig uit.
Ze balt de handen tegen mij, stom en vol ver
wijt.
Ik beb het dus begrepen, dat u, zegt ze eindelijk
met bevende stem, weg wilt gaan zonder me vaar
wel te zeggen I
En zonder mij antwoord af te wachten plaatst ze
zich in de donkersten hoek van het vertrek en be
gint bitter te schreien.
Ween, Marianne ween maarNiemand zal u
storen.
Op eens begint de hond buiten tegen de deur te
krabbelen ik had hem in de woning mijner hospita
doen opsluiten om van zijn gejank af te zijn.
Hij komt binnen met de staart tusschen de beenen,
zeer deemoedig.
Ik en de hond, de hond en ik, zegt ze bitter en
komt voor me staan. Ik wil hem behouden tot u
terugkomt, dat me ten minste een levende herinne
ring blijft.
Haar voorkomen verschrikt me.
Wat een land kan opbrengen, schreef
indertijd het weekblad de „Amsterdam
mer" .door het uit de zakken te halen
(en nog wel door een dure, uitgebreide
administratie) van arbeiders en patroons,
kan het dat ook niet direct doen uit de alge-
meene kassen Wie zou,werd een nieuwe
brug over de Amstel gelegd, nog op de
gedachte komen, wie zou zoo reactionair
zich durven voordoen, de kosten van die
brug te bestrijden uit een te heffen tol,
op grond van den droeven welstand der
gemeente financiën Toch staan de ge
vallen voor wie wel „uit beginsel" den
arbeider voor zijn verzekering wil laten
afdragen, precies gelijk.
De tolgaarder, die den brugganger op
houdt, en hem last bezorgt, heet, bij ver
plichte verzekering bureaucratie en is de
man, die de ingekomen stuivers noteert
en alles gelijk bij tolheffing duur
maakt en omslachtig en op de „kleinen"
het zwaarst drukt.
Zoo is het. Uit de algemeene kas dienen
de gelden gevonden te worden. Naar
draagkracht. Maar dat drurft de clericale
coalitie niet. Uit vrees voor degrooten.
Wel durft ze uit „arbeidersliefde" het
schrale loon door de uitbuiting langs
den weg van het tarief nog minder toe
reikend te maken.
De arbeiders laten zich gelukkig steeds
minder bedotten door zulke scribenten
zij bedanken voor zoo'n apenliefde
Het verschil.
Een predikant beeft als elk Staatsbur
ger niet alleen het recht, doch ook den
plicht zijn aandacht te wijden aan de
politieke zaken. Doet hij dit openbaar
dan mag hij dit nimmer doen in zijn
kwaliteit als Evangeliedienaar. Op 'n
politieke vergadering is hij Staatsburger
als elk ander.
Zeker mag hij den kansel niet mis
bruiken voor politieke propaganda en
zijn gehoor een ot anderen candidaat
aanbevelen.
Dat heoben predikanten, die op poli
tiek gebied de vrijzinnige beginselen
voorstaan, dan ook nimmer gedaan.
Maar er zijn andere. Er zijn poli
tieke dominee's, die als woordvoerders
Hoe wist u, dat ik op reis zou gaan, juffrouw
Delius? vraag ik zacht.
Ze ziet me bedroefd aan.
Ik was den heelen dag zoo onrustig, antwoordt
ze terwijl haar stem trilt, tot mij de gedachten in
viel, dat u weg wildet gaan, heimelijk gaan zonder
mij een woord gezegd te hebben. Een paar keer ben
ik hier geweest, maar ik beb het niet gewaagd boven
te komen.
Ze wendt zich af en tracht haar gelaat voor mij te
verbergen dat rood van schaamte is.
Een soort groet had ik voor u achtergelaten en
ik reik haar het pakje in witten omslag over.
Haar oogen verlevendigen, en in een impulsieve
opwelling slaat ze plotseling haar armen om mij
heen en kust me hartstochtelijk.
Ik kan je kussen, zegt ze, en haar woorden
klinken me als muziek in de ooren ik kan je kus
sen, omdat ik je liefheb en oipdat ik je voor de
laatste maal zie.
Ik ben als bedwelmd van vreugde. Het is me
alsof een heerlijke wijn mij door de leden stroomt
en mij opeens weer een levensmoed geeft, die ik
in jaren niet gekend heb. Ik voel me als ontwaakt
uit een zwaren slaap.
Nu ligt het leven weer voor me, nieuw en vol be
loften. Ik wil het omarmen met al mijn zinnen, ik
heb recht op geluk als ieder ander mensch.
Ik trek haar naar me toé, kus haar en wil haar
in de trouwe, bruine oogen blikken. Maar haar oogen
zijn gesloten en op haar gelaat ligt een onzalige
uitdrukking. Als ze zich eindelijk van mij losmaakt,
is haar lichaam als door koorts aangegrepen, want
wat ze zoo lang had teruggehouden heeft, haar kracht
gebroken,
{Wordt vervolgd)