uitbanning uit de Roomsehe kerkge
meenschap. De pans blijft doof voorde
roepstemmen van hoog-ernstige mannen,
die op hervorming in het belang der
Roomsehe Kerk aandringen.
De modernisten worden verguisd, ge
hoond, gesmaad, vervolgd met de moderne
middelen, die de kerkelijke inquisitie
ten dienste staan.
En ziet nu het bederf bij hen, die zich
de nazaten van Calvijn durven noemen!
Die in de eerste plaats bewondering
moesten gevoelen voor de modernisten,
de Luthers van onzen tijd.
Bewondering? Smaad en hoon hebben
zij voor deze mannen over, omdat het
coalitiebelang hen dwingt Rome naar de
oogen te zien, Rome in het gevlei te
komen, Rome te gelieven door gal te
spuwen tegen de modernisten.
Een antirevolutionair spreker zeide
zelfs verleden week in het district Emmen
dat hij den paus hulde bracht voor zijn
strijd tegen het modernisme, „dat met
zijn valscli gebit knaagt aan den rots der
eeuwen nl. Gods woord."
Hoe diep moet het politiek bederf in de
Kuyper partij zijn ingestreden, waar een
antirevolutionair spreker, die zich na
zaat noemt van Calvijn, op zulk een
laaghartige wijze den strijd van ernstige
mannen, wier kamp in onzen tijd volko
men overeenkomt met dien van de
kerkhervormers der 16 de eeuw, verdacht
maakt om een plasdankje van Rome
te oogsten.
En zulk een partij, die om den Man-
mon de dienaresse der Katholieken is,
durft dan nog van beginselen reppen
Mundis vulgis en de rest weet men
De waardigheid van het Parlement.
Er gaat in de laatste maanden geen
week voorbij of in een of andere Kamer
zitting komt het tot heltige tooneelen.
Bijna zonder uitzondering zijn conflicten
tusschen de H. H. Lohman en Schaper,
de laatste gewoonlijk door kwajongens
achtige uitroepen van den heer Duys
geassisteerd en aangemoedigd, de oor
zaak van een tumult, tot niet anders dan
de kamer verlagen in de oogen van
velen. Wij hebben meermalen onomwon
den als onze meening te kennen gegeven,
dat de domperstatiek door de rechter
zijde onder de noodlottige leiding van
mr. Lohman gevoerd, verweer der soci
aaldemocraten door het paardenmiddel
der obstructie volkomen rechtvaardigde.
We hebben in krasse bewoordingen onze
verontwaardiging geuit, toen de rechter
zijde op voorstel van mr. Lohman het
verzekeringsdebat smoorde en aan mr.
Borgesius het woord werd geweigerd.
En even stellig hebben wij partij gekozen
voor het goed recht der sociaal-demo
craten, toen alweer onder aanvoering van
rnr. Lohman hun parlementaire rechten
werden aangetast. Maar wat deze week
de heer Schaper in de Kamer uithaalde,
was rondweg gezegd een gemeene streek.
Bij de Indische begrooting werd door
dezen afgevaardigde er op gewezen, dat
vaak tot rechterlijke ambtenaren in Indië
personen worden benoemd, waarop nog
al iets te zeggen valtmenschen, die zoo
als men het zegt, met goed fatsoen naar
Indië worden geloodst!Had de heer
Schaper zich tot dit zakelijk betoog be
perkt, niemand zou zich door zijn rede
gekwetst hebben gevoeld. Zelfsjal had
hij namen genoemd, dan nog zou men
zijn rondborstigheid hebben kunnen prij
zen. Doch de heer Schaper ging verder.
Hij betrok den heer Lohman in het debat.
Diens schoonzoon was dicrecteur van een
bank. De zaak ging failliet. De directeur
kwam voor de rechtbank, doch werd
vrijgesproken. Hij is daarop in Indië
benoemd. De heer Schaper vertelde deze
droeve historie in de Kamer en wel zoo,
dat het den heer Lohman ten zeerste
moest grieven. Dat deed de heer Schaper
willens en wetens.
Het belang der zaak werd hier onder
geschikt gemaakt aan zijn wraakzucht.
Dat staat voor ons als een paal boven
water. De heer Schaper stond op dat
moment niet hoog genoeg om te begrij
pen, hoe beneden critiek zijn handel
wijze was, toen hij ging wroeten in de
familieaangelegenheden van zijn tegen
stander. Wij geloovea niet, dat Troelstra,
Wibaut, van Kol om er maar eenige te
noemen zich verlaagd zouden hebben
tot de handelwijze van den heer Schaper.
Dat zulke tooneelen zich in de Kamer
afspelen, herinnerf aan de beruchte
parlementen, waar de afgevaardigden
elkaar geregeld scheldwoorden naar het
hoofd slingeren.
Men zal ons misschien toevoegen,dat
de heer Lohman zich aan dezelfde fout
schuldig maakt. Toegegeven, dat de toon
van mr. Lohman tegenover -de sociaal
democraten vaak niet deugde, geeft dat
nog geenszins het recht aan den tegen
stander te gaan wroeten in familie aan
gelegenheden. Stel u voor, als in de
Kamer een wetsontwerp op de echt
scheiding in behandeling kwam en de
huwelijksverhoudingen vau sociaal demo
cratische leiders in het debat werden
gebracht! Dan zouden de sociaaldemo
craten volkomen terecht in feilen toorn
ontsteken! Ze zouden het een schande
vinden, als zulke privé-zaken in de Kamer
werden besproken. Ze hebben ach on wee
geroepen over de beruchte boekjes:
„Allemaal socialist", waarin van Room
sehe zijde op schunnige wijze in het
particuliere leven van verschillende
sociaal democraten werd gewroet. f
Volkomen terecht hebben zij tegen
zulke schunnigheid geprotesteerd. Maar
dan hebben zij ook den heer Schaper
een gebiedend „halt"' toe te roepen. Want
wat hij deed en de clericalen in hun
boekjes deden, zijn ontaardingsverschijn-
selen van dezelfde soort. Voor het aanzien
onzer Tweede Kamer is het te hopen,
dat conflicten als wij hierboven noemden
achterwege blijven.
Nogmaals het kiesrecht debat.
In de redevoering, waarmede mr. Troel
stra het kiesrechtdebat in de Kamer
opende en de daarop gevolgde debatten
zijn door de sociaaldemocraten opmerke
lijke verklaringen afgelegd. Zoo zeide
mr. Tioelstra, dat het hem hetzelfde was
of het hem tot een gedeeltelijke Grond
wetsherziening zou komen ten einde het
Algemeen kiesrecht ingevoerd te krijgen.
Immers ieder, die met den gang onzer
wetgeving eenigzins op de hoogte is,
weet, dat een algemeens Grondwetsher
ziening ontzag'lijk veel tijd zal vorderen
en de zaak van het. kiesrecht juist daar
door minder spoedig zijn beslag zal
krijgen.j Bij een gedeeltelijke grondwets
herziening, waarbij alleen die artikelen
aan de orde komen, welke wijziging
behoeven om het algemeenkiesrecht
mogelijk te maken, kan door de zooveel
kortere behandeling in de kamer de
zaak spoediger haar beslag krijgen.
Dat weet mr. Troelstra natuurlijk even
goe l. In de Kamer vertelde hij, dat zijn
partij het Algemeen Kiesrecht wil als
machtsmiddel Zijn betoog geeft nog een
anderen indruk en wel deze de sociaal
democraten zien in den strijd voor liet
Algemeen kiesrecht een prachtig agita
tiemiddel. Is dat kiesrecht eenmaal in
het Staatsblad gebracht, dan zijn zij dit
argitatiemiddel kwijt. Mr. Troelstra ziet
dit zeer goed in. Zou hij daarom soms
niets voelen voor een practische optre
den, dat spoedige invoering van het
Algemeen Kiesrecht bevorderd? Zoo ja,
dan zou zijn houding tegenover de motie
Borgesius een andere zijn geweest en
zou hij deze motie even krachtig hebben
gesteund als hij er nu slapjes voor was.
Toch zal men op vergaderingen, waar
sociaaldemocraten optreden, bij herha
ling kunnen hooren, dat de eenig ware
verdedigers van 't algemeen kiesrecht de
S. D. A. P. is.
De brutale heeft de hulve wereld
Flink zoo!
l)e Tweede Kamer heeft verleden week
de milietiewet-Colijn zooals te verwach
ten was, aangenomen. Voor stemden alle
clericalen en de oudliberalen. Tegen
stemden alle sociaaldemocraten, alle vrij
zinnigdemocraten en alle unieliberalen.
Hel verheugt ons ten zeerste dat zoo
eenstemmig alle linksche groepen, die
tot de vooruitstrevende richting behoo-
ren, zich tegen deze schandelijke wet,
het brouwsel van reactie en conserva
tisme, hebben verzet. Millioenen zullen
nu voortaan per jaar meer geolferd
moeten worden aan het reeds zooveel
schatten verslindende militairisme. De
persoonlijke druk wordt voor velen
wederom verzwaard. Aan dit ongehoorde
stelsel gaven hun stem alle katholieken,
op de heer de Stuers, na. De katholie
ken, notabene, die eenmaal in hun pro
gram neer schreven, dat niet meer dan
20 millioen per jaar voor het militai
risme mag worden uitgegeven. Voor
stemde de Katholieke heer Arts,die...
lach niet optreedt in zijn redevoe
ringen, als hartstochtelijk bezuiniger op
de militaire uitgaven! Hij en wat nog
meer democratisch voelt in den Room-
schen hoek moesten buigen onder het
coalitiejuk. i
Voor stemden natuurlijk de Kuype-
rianen, die men de stemmachines der
coalitie, de steunpilaren van het inkan
kerend militairisme kan noemen!
De oudliberalen hebben in veertien
dagen tijds getoond, dat zij niet dan in
naam tot de linkerzijde behooren. Alle
pogingen om met de richting-Tydeman
samen te gaan, zullen nu wel, zoo ze
ooit werden gedaan, voor goed worden
opgegeven. Het best is in 1913 deze
Kamerfractie geheel van hetStaatstooneel
te doen verdwijnen.
Het Vaderland is intusschen gered.
Het conservatisme heeft gezegevierd,
de redactionaire hooge oomes in het
leger, die elke democratische hervorming
moedwillig hebben verhinderd, hebben
hun zin gekregen. Als het symbool van
reactie en conservatisme zal deze wet-
Colijn in het Staatsblad prijken!
Schoolgeld te Sommelsdijk.
'tKan verkeeren zei Breêro en waarlijk,
als men ziet, hoe of te Sotnmelsdijk de
schoolgeldheifing geregeld is, dan beaamd
men dit ten volle.
Kerst moest de maand Augustus, die an
ders maar half betaald werd, omdat er het
grootste deel van de drie weken vacantie
inviel, volbetaald worden.
Dat was bepaald, omdat de schrale ge
meente kas dat druppeltje niet missen kon.
Toen kregen zij, die hun schoolgeld niet
optyd betaald hadden, dwangbevelen thuis.
Ze zouden betalen, 'tging zoo het ging,
scheen de leus te zullen worden.
Maar zoo'n tachtig man vervolgen, dat
was zoo mis nog niet.
Daarvan werd dan ook afgezien, want
men hoorde later slechts van enkelen, dat
ze een tweede aanmaning hadden gehad.
Daarna hoorde men totaal niets meer.
In dien tusschentyd was echter de school-
geldregeiing aangenomen.
We schreven daarover reeds vroeger.
Maar 't gekste kwam toch nog achterna,
want plotseling regende het vrijstellingen.
Ja lezer, te recht zijt ge verbaasd. Wij
waren het ook.
Vanwaar die plotselinge ommekeer?
Want niet alleen zij, die vroeger vervolgd
waren geworden, werden nu vrijgesteld,
maar nog een groot aantal anderen met hen.
In 't geheel wel een 250 a 300 kinderen.
Zij werden gedurende de maanden Novem
ber en December vrijgesteld.
Wij kunnen niet gissen, waarom dat het
geval is.
In Augustus kon het nog geen 5 cent per
kind lijden en nu zoo roekeloos met het
geld.
Waar moet dat heen
Maar nu in 't vervolg, hoe zal het dan
gaan
Waarschijnlijk treedt op 1 Januari de
nieuwe scboolgeldregelingin werking, waar
bij een groot getal nu vrijgestelden, opnieuw
zullen moeten gaan betalen.
En dan weer naar het „systeem" dat in
die schoolgeldregeling zit en dat ze wel in
de beurs zullen voelen.
Wie nu uit zulke manieren iets kan ont
dekken, dat „systeem" verraadt, willen we
graag in ons blad gelegenheid geven, om
dat nader uiteentezetten.
Wy moeten verklaren, dat we 't niet
weten.
Staatspensioen.
In sommige kerkelijke krantjes kan men
de loflezen van het ministerie, nu de nieuwe
militiewet aangenomen is.
Van nadere toelichting lees je geen woord,
dat behoeft ook niet, dat zullen onze kinde
ren later wel ondervinden en is niet de
ondervinding de beste leermeesteres?
Daarna stellen ze in 't vooruitzicht pen
sioen voor den arbeider.
Dat zal ook wel gaan, zooais de heeren
het willen, gelyk het met de militiewet ge
gaan is.
Zonder er iets nader van te hooren, zullen
de arbeiders misschien plotseling de zegenin
gen van hun pensioenwet deantirevoiu
tionnaire dwangwet genieten.
Maar zou het niet dienstig zyn, dat men
de arbeiders eens nauwkeurige inlichtingen
gaf, omtrent de werking van het antirevolu
tionnaire dwangsysteem en het door vele
vryzinnige groepen voorgestane vrije of
staatspensioen.
Wil men van antirerolutionnaire kant
speculeeren op arbeidersstemmen,doortegen
1913 soms met zoo'n ontwerp te komen
aandragen?
Maar dan is het goed, dat de arbeiders te
voren weten, wat hen te wachter staat, want
anders krygen de liberalen en vrijzinnigen
er de schuld weer van, dat zede zegeningen
van minister Talma's sociale wetgevingen
aan den arbeider onthouden.
Als ze het toch eens wisten I
Maar aan wie is dat te wyten.
Dat is onze schuld, de schuld der vrijzin
nigen, omdat wy niet zorgen, dat de arbeiders
ingelicht worden dan, als het nog tyd is.
Is er geen Bond van Staatspensioneering
en wekt die allen in den lande niet op, om
ei lid van te worden en inlichtingen te
geven aan hen, die dat verlangen.
Maar op ons eiland, ons groot eiland, met
zyn vele vrijzinnigen en vooruitstrevenden
is geen enkele afdeeling of lid. Dat is een
treurig verschijnsel, dat voorkomen had
kunnen worden, indien er slechts eenige
actie gevoerd was.
Wel heeft een afdeeling, kort bestaan,
maar we zeiden het reeds, slechts kort.
Wy willen trachten hierin verandering te
brengen. Van tyd tot tijd zullen we artikeltjes
opnemen over Staatspensioen, in de hoop,
dat vernieuwde belangstelling onder onze
Vrijzinnigen er het gevolg van zal zyn.
Als men sommigb kerkelijke krantjes leest,
dan zou men zoo zeggen, dat alles botertje
tot den böom is.
Wie niet door dik en dun met de kerkelijke
drijvers meedraaft wordt dadejyk uitge
scholden voor „liberaal" of „socialist"
't Schijnt dat men door die termen eens
wil laten zien, de kracht van overtuiging
die men heeft, want meer degelijke gronden
kunnen onze tegenstanders meestal niet
aanvoeren.
Dat ook onder de kerkelyken echter, be
grijpen van de sociale belangen komt, dat
men ook daar gaat zien, dat er verschil
is van woorden en daden, toont de brief
schrijver van „Patrimonium".
„En als het dan gaat over sociale aan
gelegenheden en onze mannen spreken dan
en stemmen dan vlak tegen ons begeeren
in, moeten wy dan zwjjgen
Dacht men vroeger dikwijls: och, die
arbeiders stemmen ons toch we), wij zijn de
kandidaten der christelijke partijen en de
christelijke arbeiders dry ven toch in het
zog der christelijke kiesvereenigingen, dan
kan men zich toch wel eens vergissen. Het
doet me veel -meer leed dan ik zeggen kan,
dat wy soms op moeten treden tegen
mannen die een reeks van jaren zoo trouw
gepleit hebben voor de christelijke beginselen
onder ons volk, maar die ons, nu ook het
sociale leven roept, om die christelijke be
ginselen, tegen staan.
Het blijkt dus, dat men ook van kerkelijke
zyde tegenwerkt aan de „belangrijke sociale
wetten die dit ministerie onderhanden zal
nemen en men dit niet alleen aan de
linksche groep behoeft te wijten.
Maar dat weten sommige scheldkrantjes
der tegenstanders ook wel, maar ze laten
het zoo voorkomen, omdat ze daarmede
speculeeren op de stem vau den arbeider.
Dat is alleen hun doel, macht, baas zijn
en voor 't restje, nu, de mindereman is
gauw stil te houden, dat is geen kunst,
vooral, als het antirevolutionnairen geldt.
't Doet ons goed, dat uit eigen kring
stemmen opgaan, die helder en duidelijk
meer waarheid toonen, dan de leugen-
krantjes.
Voor Flakkeesche arbeiders is het een
red<m, om ook eens uit de oogen te zien
als men hen" van kerkelijke kant wat al te
veel wijs maakt.
Ons dorp.
Losse schetsen uit het dorpsleven.
III
Weer ga ik vertellen van het leven op
Ons Dorp, lezer
Ik zal U trachten te schilderen het leven
van allen als één. Misschien laat ik U ook
kennis maken met enkele personenmaar
nü niet, later 1
En, om U dan te vertellen, van het leven
van allen één, wat zou ik dan beter kunnen
doen dan U terug te voeren, tot op die
Vrijdag, nu ruim twee jaren geleden, de
dag waai op door heel Nederland juichkreten
klonken. De geboortedag van Prinses Juli
ana? Ook onze menschjes hebben meege-
juicht, meegejubeld, op hün manier.
,s Morgens hei telegrapbisch bericht der
geboorte. Onmiddellijk daarop het gelui van
de kiok, met korte oim-bam slagen, vroolyk
klinkend over het dorp, zoó vroolyk als de
groote barst maar toeliet. Vroolyk 1 't Kon
met anders, want het ging lustig toe in den
ouden pas gerestaureerden toren. De klok
luider bijgestaan door een paar opgewonden
jongelui, deed dapper zyii best. En toen by
„een half flesehje" gal, klonk het Wilhel
mus nög hartstochtelijker uit hun kelen,
vloeide het zweet nóg sneller van hun
verhitte gezichten, en klonken de klokketo-
nen zoo kortvroolyk als maar mogelyk was.
Deuren werden geopend aardappelen
vleesch groente, door de zorgzame huismoe
dertjes in den steek gelaten om elkaar het
groote nieuws toe te lachen, of een enkele
niet begrypende met drie, vier tegelyk in
te lichten. En daar boven in den toren had
men pleizier in den „grauwen" een dorps
type, die zulke gekke bewegingen maakte,
dubbel dwaas lijkend van uit de hoogte.
Men had schik in „Ouwe Kees", die iedereen
de hand drukte en voor de zooveelste maal
uitschaterde dat het een prinsesje was.
't Klokgelui zweeg, en de moedertjes
keerden met overgroote haast naar hun
keuken terug, om tot hUQ schrik te ontdek
ken, dat het vleesch aangebrand, en de
groente niet te eteD was. Maar manlief
moest vandaag maar wat door de vingers
zien, nu. de groote zenuwachtig makende
dag.
Nog een paar slagen waren zacht nage-
bimd stil was bet in den ouden toren, nu
ook het opgewekte gezelschap z'n weg naar
beneden gevonden had. Maar de klok had
haar plicht gedaan, ze had den dorpelingen
het blyde nieuws verkondigd. Ook aan de
ardeid' rs op het veld. Reeds toen de eerste
tonen tot hen doordrongen hadden ze het
begrepen, met een - ineens - begrijpen, nu
een nieuwsgierig gissen wat het zijn zou
'n prinsje of 'n prinsesje.
's Avonds als gewoonlijk stil. Ieder wist
het!
Stil was het, en nog stiller werd het.
Ettelijke jongelui gleden voort op hun fiet
sen naar een naburig dorp, waar de muziek
zou rondgaan, of naar het hoofdstation van
den nieuwen tramweg, die dien dag officieel
geopent werd, en waar de feestelijkheden
met vuurwerk besloten zouden worden.