99 Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Het laatste geluk. I2de Jaargang. Woensdag 29 November J911. No. 2 Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. TXltg'a/ve cler te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Protectie als opvoedingsmiddel. De protectionisten, die hun slechte zaak op alle wijzen trachten goed te praten, voeren o.a. aan, dat hooge rechten een industrie kunnen doen ontstaan ot een bestaande industrie, die met moeilijkheden te kampen heelt, over de moeilijke jaren kan heen brengen. Dat klinkt zoo oppervlakkig gezien heel mooi. De proctectionisten beroepen zich bij hun reclameering gewoonlijk op prof. Treub. Hoe weinig recht zij hebben, zich voor hun stelling te beroepen op dezen autoriteit, weet ieder, die het be kende werk van prof. Treub „vrijhandel en bescherming voor Nederland" heeft gelezen. Wij zullen dit door uitvoerige citaten nader aantoonen. Prof. Treub wijdt hoofstuk V van zijn brochure van de Industrieële opvoeding terwijl hij in hoofdstuk VII spreekt over aanmoediging van bepaalde takken van industrie. „Als, aldus prof. Treub op bladz. 59 van zijn boek, als een voor zoover de natio nale nijverheid te jong en te zwak is, om onbeschermd aan de mededinging met krachtige buitenlandsche concurrenten hoofd té kunnen bieden, als er voorzoo ver en daarbij redelijke kans bestaat haar door bescherming tot kracht en ontwik keling te brengen, dan is het de plicht van de staat om haar die bescherming niet te onthouden, ook al kost zij in het heden ofïers ter wille van den toekomst." Is het nu in ons land met de industrie zoo gesteld? Is het in ons land mogelijk protectie als opvoedingsmiddel vooreen industrie aan te wenden Want terecht zegt prof. Treub op bladz. 63 van zijn brochure. „Wij hebben hier practisch alleen te maken met de toepas sing van het beschermend stelsel voor Nederland op zichzelf." En dan vervolgd de hoogleeraar. „Maar dan ontbreken de voorwaarden waai onder bescherming ter bevordering der nationale nijverheid tot het doel kan voeren. Hiertoe toch zijn twee hoofdvoorwaarden onmisbaar: Ie een groote oppervlakte, 2e een groot afgezetgebied. FEUILiIJJSTO 1ST. NAAR FELIX HOLLAENDER. Laat in den avond het was al elf unr kwam een op het dwaze idee om door het bosch naar Friedrichshaven te gaan waar een der echtparen met vrienden samen woonde en deze te overvallen. Zooals kunstenaars „nu eenmaal zijn, geen een maakre be zwaar, en eer we het zelf wisten liepen we in den nacht door het bosch. Ik weetniet meer hoe laat het was, toen we voor het huis van den niets vermoedende vriend aankwamen, in wiens kamer de lamp nog brandde daar hij tot laat in den nacht gewoon was te werken. Wij vonden de deur open en besloten na elkaar op de teenen de studeerkamer te betreden. Ik was de eerste, die naar binnen sloop In een kamerjapon gewikkeld zat hij onder boeken begraven voor zijn schrijftafel. Hij scheen zoowat ingeslapen te zijn, want Nansens rijsverhaal naar het Noorden was aan zijn handen ontgleden en op den grond gevallen. Toen ik gevolgd door de anderen opeens qnasi ernstig voor hem stond, opende hij verschrikt de droomerige oogen en kon eerst niet gelooven wat hij la een land met een kleine oppervlakte is er in de verschillende deelen met een zoodanige verscheidenheid van ligging, klimaat, grondgesteldheid enz., in éen woord van natuurlijke productie voor waarden, als noodig is, opdat er voor een groot aantal onderling verschillende tak ken van bedrijf redelijk kans besta bin. nenslands de daarvoor bijzonderlijk pas sende natuurlijke exportatievoorwaarden te vinden. Toch is dit eene onmisbare voorwaarde voor het slagen der protec tie als opvoedingsmaatregel. Kweekt zij kunstmatig een binnenlandscheindustrie onder weinig gunstige natuurlijke pro- ductievoorwaarden, dan zal deze zonder den steun der overheid aan de buiten landsche concurrentie nimmer het hoofd kunnen bieden en zal derhalve op den duur het voordeel uitblijven, dat het tijdelijk nadeel van elke bescherming moet vergoeden. Erger nog is het voor de kansen der protectie in een klein land gesteld, we gens het ontbreken van een ruim afzet gebied. Onder de tegenwoordige bedrijfs- en verkeerstoestanden is het behalve in uitzonderingsgevallen, niet meer denk baar zonder haar een ruim afzetgebied ter beschikking te stellen, een binnen landsche industrie op te kweeken, die, als ze eenmaal tot ontwikkeling zal zijn gekomen, zich met de buitenlandsche nijverheid moet kunnen meten Om dit te kunnen doen, heeft de in dustrie het buitenlandsche afzetgebied noodig. En in een klein land klemt dit te meer, omdat het afzetgebied lang niet groot genoeg is. Maar, zoo gaat professor Treub voort, „hoe kan een klein land redelijkerwijs verwachten aan de door bescherming groot te brengen nijverheid, haar on misbare uitzettingsmogelijkheid te ver zekeren Na uitvoerig te hebben stilgestaan bij de ongunstige resultaten, die de bescher mende politiek in het verleden voor ons land heeft opgeleverd, komt prof. Treub tot de conclusie, dat protectie voor ons land als opvoedend element voor indu strieën verwerpelijk is en de overgang tot bescherming slecht leiden kan tot verhooging der moeilijkheden voor de bestaande Nederlandsche nijverheid. zag toen ons hartelijk lachen hem tot werkelijkheid terugriep. Dat was alles heel aardig, maar nu zou het leelijke eind volgen. Er was geen trein meer naar Berlijn, en men moest ons rustverstoorders, zoogoed het ging, herbergen. De een moest zich met de sofa, de andere met twee stoelen behelpen, de twee vrouwen bekwa men samen een bed. De in zijn rust gestoorde vriend, die een zielsgoede kerel is hield zich goed en spoedig was alles in buis in diepen rust; wij vermoeid van onzen nachtelijken wandeling. Zij en ik waren eenigzinsbezorgd,dat wede kinde ren alleen gelaten hadden, maar in onze vroolijkbeid stapten we daaroverheen want wat kon hen over komen, daar we den anderen dag met den eersten trein naar de i-tad terugkeeren zouden. De morgen kwam en deze bracht een verrassing. Het kleine gefcelscbap verklaarde eenstemmig naar den beeldhouwers familie in Johannisthal te willen terugkeeren om daar, bet middagmaal te gebruiken. Ik wilde niet mee: maar nu verklaarde mijn vrouw plotseling, dat ze bepaald mee wilde gaan. Ik weet niet, welke duivel haar in het hoofd wai gevaren maar ze bleef er bij. De vrienden, die zich voorbereidden op een kleine echtelijke scène wachtten nieuwsgierig op den afloop. Ik overwoog een oogenblik, wat haar eigelijk be zielde, wilde ze het op een wedstrijd tusschen haar en mij aanleggen? Wilde ze aan de anderen toonen, dat ik onder haar handen krachteloos geworden was? wilde ze een hartstochtelijke verklaring uitlokken? Want ze was den avond te voren al onstemd en stil geweest. Ik wist de scène te voorkomen. Amuseer je goed, zei ik op ijskouden toon; 't is ver van me je tegen te streven. De lezer ziet, dat de hoogleeraar op welken de protectionisten zich zoo gaarne beroepen, protectie als opvoedingsmiddel der industrie voor ons land geheel ver werpt. Dat zij zich ip hem beroepen, is even misleidend als leugenachtig. Alleen door een uit zijn verband gerukt citaat kunnen zij het den schijn geven, alsof prof. Treub aan hun zijde staat. Niets is minder waar dan dit. Evenmin kunnen zij zich op mr. Treub beroepen wat hun bewering betreft, dat protectie in ons land dienst kan doen tot beveiliging der industrie. Deze aanmoediging of beveiliging van de industrie bespreekt de professor in het zevende hoofdstuk van zijn brochure. En het beroep op dit hoofdstuk kan den protectionisten niet baten. Ook hier kan slechts een onvolledig citeeren den in druk wekken, alsof zij in prof. Treub een medestander vinden. Want op bladz. 89 zijner brochure komt prof. Treub tot deze, voorde protectionisten vernietigen de conclusie „En dun is mijn conclusie, dat het be wijs, dat dit geval (n.l. hulp om een kwijnende industrie tot bloei te brengen) aanwezig is, vooralsnog voor geen enkele der Nederlandsche industrieën kan wor den geleverd." Men leze, ook in verband met deze conclucie, eens het slot van genoemd hoofdstuk op bladz. 95: „Ons land behoort in het algemeen vast te houden aan zijn vrijhandelspoli tiek en alleen in speciale gevallen, na nauwgezet onderzoek, daarop desnoods uitzonderingen te maken. Wij hebben in het bovenstaande uitvoerig aangetoond, hoe de protectionisten zelfs geen schijn van recht hebben zich voor hun stelsel(?) te beroepen op den vrijzinnig-democra- tischen leider. En nog veel minder kun nen zij eeüig argument aan het betoog van den hoogleeraar ontleenen, ter ver dediging der verderfelijke tariefontwer- pen van minister Kolkman. Van zoodanig ontwerp is prof. Treub één der grootste tegenstanders. Het laatste hoofdstuk van zijn betoog heeft hij gewijd aan het tariefontwerp Harte, waarvan het ontwerp Kolkman een verslechterde copie is. Prof. Treub zegt er van (bladz. 108) En zonder een antwoord af te wachten, verwijderde ik me snel. Maar op weg naar 1 den trein werd ik door een zinnelooze woedde overmeesterd. Ik kwam verbitterd en geprikkeld thuis. Mijn dochtertje schreidde vreeselijk en hield aanhoudend de hand tegen het oor. Het dienstmeisje vertelde, dat het kind al sinds een uur over pijn klaagde. Ik ging met haar naar den docter en in een half uur was het ongeval hersteld. Het kleine ding had iets in het oor gekregen dat verwijderd moest worden. Ik regelde het eten in de zekere onderstelling, dat mijn vrouw tegen het middageten thuis zou komen. Ik vergiste mij. Het werd avond en ze kwam niet, De kinderen waren allang naar bed, ik beproefde te lezen, een gevoel van eindelooze verbittering kwam over me: ik wist dat als thans mij iets in den weg kwam, ik al mijn zelfteheersching verliezen zou. Daarbij hadden we voor den avond een uitnoodiging aangenomen Ik wilde juist het huis uitgaan, toen er gescheld werd, zij trad binnen, in deze zelfde kamer, waarin ik nu zit en deed met een lachend gezicht, dat mij beleedigend voorkwam haar hoed af Ik ontving haar de armen over elkaar gekruischt. Het kan zijn, dat er op mijn gezicht een uitdrukking van haat lag, die haar prikkelde want eer ik een woord gezegd had, zei zij plotseling met eenigszir.s trillende stem Ze vonden je gedrag eenvoudig onuitstaanbaar. Men beeft my overreed om je een lesje te geven met de beelhouwersfamilie nog naar het Apollotheater te gaan, alleen om de kinderen ben ik Ik liet haar niet uitspreken. Ik greep haar by den arm zoodat ze het uitschreeuwde. Ik weet dat ik mijzelf niet meer meester was. Tk De voorgestelde tariefverhooging is, indien zij steunt op christelijken grond slag, weinig geschikt den eerbied voor dien grondslag te verhoogen. Als protecti onistische maatregel ontkent zij de eigen aardige en onoverkomelijke bezwaren, welke een toepassing van de bescher ming als stelsel, in een land als het on ze met zich brengt en loopt zij derhalve in tegen 's lands belangals fiscale maat regel legt zij nieuwe lasten op de zwak ste schouders, is zij onrechtvaardig, uit den tijd, reactionair en onverdedigbaar. En op iemand, die dit krasse, doch volkomen juiste oordeel uitspreekt over tariefontwerpen als de clericale coalitie wil, durven de protectionisten zich be roepen met uit hun verband gerukte citaten wel zwak moet een zaak staan, die op zoo'n wijze verdedigt moet wor den. Hoe ze hun beginsel verzaken. Elk lezer weet wel, hoe de Hervorming haar ontstaan dankt aan den strijd tegen de misbruiken, die Luther, Calvijn en Zwingli in de Roomsche Kerk van die dagen zagen. Toen de Paus doof bleef Lutber's aandrang en deze, na de be roemde aanplakking der 95 stellingen aan de slotkapel te Wittenberg, door den kerkelijken banvloek werd getroffen en van de kerkelijke samenleving werd uitgesloten, kwam hij, wat oorspronke lijk gansch niet zijn plan was, tot stich ting van de protestantsche gemeenten. Calvijn en Zwingli drukten zijn voet sporen. Deze drie kerkhervormers waren het, die, als dwaalleeraren en afvalligen door de Roomsche priesters gescholden, het Protestantisme grondvestten. Rome, zegt de volksmond, verandert nooit. Weer zijn sinds eenige jaren mannen opgestaan, die krachtig strijd voeren tegen de misbruiken, die zij in de Roomsche Kerk meenen te zien en wier hoogste ideaal het is de kerk van Rome tot bloei te brengen. Deze mannen, de modernisten, worden door Rome's priesters op precies dezelfde wijze be handeld als Luther. Pauselijke decreten verbieden hun werken, ontzetten hen van hun ambt, dwingen hen tot herroe ping hunner denkbeelden op straffe van had den geheelen dag niets gegeten en was door het voorgevallen als dronken. Om mij een lesje te geven naar het Apollothea ter 1 Ik vergat my "zelf geheel. Jou kanaille, riep ik uit en sleepte haar door het vertrek. Hoor je, hond, door deze kamer. Wat al scheldwoorden wij toen elkaar toege schreeuwd hebben weet ik niet meer en wil ik niet meer weten, maar ze gilde op eens zoo, dat onze kleine engelsclie bleek en ondaan binnen kwam. Ze dacht, dat ik haar mevrouw wilde vermoorden en wilde de medebewoners alarmeereD. Mijn vrouw gaf, bijna in onmacht, haaf last den heer, die een trap boven ons woonde, te roepen. Het meisje was daartoe bereid. Ik liet evenwel mijn vrouw los en keek het kind met zulk een blik aan, dat ze het niet waagde de denr uit te gaan. In dit oogenblik had mijn vrouw van de gedekte tafel een mes genomen, dat ik met een vlugge be weging afnam. Ze brak in een vreeselijk schreien los en terwijl haar gezicht een woedende uitdrukking aannam, die mij door de ziel sneed, mikte ze aanhoudend: Ik moet van hier weg. Ik kan hier niet langer bly ven. Op eens stond ze op, opende driftig de ramen en boog zich ver over den rand naar buiten. Ik trok ze bij den kraag terug Het dienstmeisje bogon nu ook te schreien. Op dit oogenblik werd er buiten gescheld. Mijn vrouw wilde naar de deur loopen, maar ik hield haar terug. Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1911 | | pagina 1