Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. Het laatste geluk. Woensdag 15 November 1911. Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij I Ide Jiwrtjiituf. No. 52 „VOORUIT Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f Q,5Q. Afzonderlijke nummers0.05. "CTItg'a-xre der Se MicLdelharnis. Prijs der Advertentiën: van 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten var. cerrespsndenteri en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Een water en melk uitspraak. De Vrijzinnig-Democratische Bond heeft verleden week een buitengewone algemeene vergadering gehouden ter bespreken van het Vraagstuk der Ouder- domsverzekering. De lezer weet, hoe zonderling in de Vrijzinnig-Democra tische partij met die belangrijke kwestie steeds is omgesprongen. Een paar kop stukken in die partij, de heer en Treub en Marchant hebben zich steeds met hand en tand tegen Staatspensioneering verzet. Dan weer werd dit stelsel uitge maakt voor armenzorg, die den arbeider zou vernederen, dan weer werden de kosten uitgespeeld. Beide soort argumenten zijn reeds herhaaldelijk weerlegd. Het argument, dat de arbeiders het als vernedering, als bedeeling zou gevoelen, als hij op z'n ouden dag pensioen krijgt, zonder dat hij er van zijn schamel loon premie voor heeft geofferd, wordt altijd aange voerd, als het de kleine luyden betreft. Als het de grooten aangaat dan hoort men nooit van bedeeling of vermindering van het gevoel van eigenwaarde reppen. Geen enkel officier van hel Nederland- sche leger betaalt in zijn heele leven een cent premie voor het hooge pensioen dat hij reeds op 55 of 60 jarigen leeftijd krijgt. Heeft men ooit gehoord, dat zoo'n gepensioneerde kapitein, kolonel of generaal zich bedeeld achtte of grievend gekrenkt in zijn gevoel van eigenwaarde? Och kom, de heeren gaan op den ver valdag met het meeste genoegen hun kwartaal pensioen, dat de staat hun jCadeau geeft, innen. Een minister geniet f 10000 per jaar. Daarvan betaalt hij in een vierjarige periode een schijntje van f600 per jaar. Treedt hij dan af, dan krijgt hij, al wordt hij zoo oud als Methusalem f4000 pensioen per jaarHeeft men ooit ge hoord, dat zoo'n oud minister zich be- ieeld achtte Heeft men ooit vernomen, lat dr. Kuyper, die altijd die bedeelings- Itooppen tapt, op den betaaldag met diep 'gebogen hoofde vanwege de kwetsing FEUILLETON. NAAR FELIX HOLLAENLER. Ik ben door haar openbaringen diep getroffen en 'n herinnering aan het zelf ondervondene, dat nog ^8 een bloedende wonde is, geef ik haar ongelyk. Zoo eenvoudig is de zaak toch niet, raeen ik. Het is een vraagstuk dat wij van avond niet meer sullen oplossen, vooral nu u maar tot tien uur Permissie hebt. Ik wil er vijf minuten bij doen, als u me licht Schaft. Ze zegt dat met een beetje ironie en kijkt mij barbij doordringend aan. Alsof dat zoo gemakkelijk ware. Ik ben van ®ïening, dat er menschen zijn, en dat zijn volstrekt slechtste niet, die geheel hun eigen neiging moe- doorzetten. Én is een vrouw verstandig en goedig heeft ze den man. die zoo aangelegd is van barte- i?f, want daarop komt ten laatste alles aan, m'n 5'nd zoo is er voor haar geen grooter geluk, dan 11 hem op te gaan. Ja, ik ga nog verder, zy vindt bevrediging, als ze zich zelve uitwischt. En dan goede wekt weder 't goede. Zoo vinden twee men- elkaar in een laatste en beste verstandhouding. van zijn gevoel van eigenwaarde en uit hoofde van het grievende dei' bedeeling, het kantoor van den betaalmeester be schroomd en ontdaan binnenging Voor zulke hooge pensioentrekkers worden die soort argumenten nooit gebruikt. Die zijn alleen goed om het staatspensioen voor arbeiders te bestrijden. Ja, maar, voegde ons eens een debater toe, eigenlijk betalen de officieren wel premie, doordat ze zoo weinig salaris ontvangen. Aangenomen, brave vrind, antwoord den we dezen bestrijder, dan moogt gij allerminst op dien grond een cent premie van de arbeiders vragen. Want die ont vangen hun gansche leven een karig loon, naar verhouding zelfs heel wat minder dan zoo'n officier. Hun loonen zijn over het algemeen zoo laag, dat zij nu ai reeds feitelijk hun heele leven premie betalen. Het kosten-argument speelt mede een gewichtige rol. Nu is het voor een leek reeds volkomen duidelijk, dat staatspen sioen goedkooper is dan premieverze kering. Immers voor de laatste is een heerleger van ambtenaren noodig terwijl de administratieve romp slomp eveneens duizenden zal verslinden. Als men optelt de bijdrage van den Staat de premieën der werkgevers, depremieënderarbeiders, komt men absoluut tot een grooter totaal dan bij Staatspensioneering zonder pre miebetaling. Bij de laatste is geen heir- leger van ambtenaren noodig, is admi nistratieve romp slomp overbodig. Zegt men, dat de Staatspensioneering den Staat meer kost dan premieverzekering, dan geven wij ons direct gewonnen. Wie moeten de premieverzekering belalen Ie De arbeiders, van wier loon het niet afkan. 2e de werkgevers, die op de onbillijkste manier belast worden met de zorg;voor den ouden dag hunner werkheden. 3e Het geheele Nederlandsche volk, dat gebrandschat zal worden door den schandelijken rooftocht die Tariefverhoo- ging heet. Wie moeten het Staatspensioen beta len Het heele Nederlandsche volk, omdat op ons allen den plicht rust te zorgen, dat medeburgers, die levenslang hun Ik kan met u niet goed meegaan, antwoordt ze eenvoudig, 't Komt me voor alsof u aan een bepaald geval denkt, zooals ik er van een ben uitgegaan en ten laatste ligt daar tusschenin, als bij alle dingeD, de gulden middenweg. Mijn bezwaar was daartegen gericht, dat aan eene zijde heel niets meer overblijft, dat die geheel met vreemden inhoud gevuld wordt. En als de inhoud dan maar goed ware. De Kellner brengt het eten. De messen en vorken ritselen zacht en onder de hand slurpen we onzen lichteB moezel en denken dan ons eigenaardig ge sprek na. De lucht is zacht en de ingevallen duisternis doet ons goed lk verbrak de stilte U pleit voor de zelfstandigheid en u zelf, ge loof ik, hebt de meeste aanleg u achter te stellen en geheel in een ander op te gaan. Vergis ik me niet dan verweert ge u met woorden tegen datgene, wat uw innigste natuur medebrengt. Een licht rood overtoog haar gezicht. Misschien heeft u gelyk en verweer ik me tegen datgene wat ik als een noodlot voel. Maar hij zou anders moeten zijn dan mijn vader, fijnvoelend en een werkelijk ruim mensch. Ik vraag me af, is dat dezelfde, die pas enkele dagen, geleden me sprak van haar toenmalig dwepen met wielrijden? Ze schijnt met fijne speurzin te raden wat er in mij omgaat; want met zekere beslistheid, die geen tegenspraak toelaat, komt ze me tegemoet Ik weet, waaraan u denkt. Maar dat zijn dingen, die naar ik tenminste meen, niet zoover uiteen loopen. Laat ons vrede sluiten Skaal, L. L. Skaal, meneer! krachten aan de christelijkesamenle ving gaven, op hun ouden dag niet ver vallen tot armoede 1 Die kosten kunnen zeer gemakkelijk gevonden worden uit verhooging en hervorming der succes sierechten, uit een flinke inkomstenbe lasting, die bedrijfs- en vermogensbelas ting vervangt en krachtig progressief wordt geregeld, uit belasting van goede ren in de doode hand (de kloosters al leen bezitten millioenen waarvan nooit een cent wordt betaald) en desnoods uit een pensioenbelasting. Het komt er maar op aan of men het geld durft halen uit de zakken, waar het is. Een conserva tief clericaal kabinet Heemskerk, dat den bezitters der gevulde brandkasten, zoo welgevallig is, durft dien weg niet op. Dat brandschat liever de massa door den Tariefrooftocht. Sinds Engeland en Denemarken een staatspensioen hebben ingevoerd zonder premiebetaling, is het vraagstuk overgebracht op het terrein der practische politiek. Juist omdat het liberale Engeland het schitterend voor beeld had gegeven, zag de Liberale Unie terecht in, dat het dien weg op moet. Anders de Vrijzinnigdemocraten. Onder hen is een groot aantal voorstanders van Staatspensioneering die van het drijven der heeren Treub en Mar chant niets moeten hebben, verschillende afdeelingen van den Vrijzinnigdemocra- tischen Bond spraken zich reeds voor staatspensioneering uit en het Neder lands Werkliedenverbond, wel eens den V. D. Bond genoemd, koos rondweg stellig tegen de premieverzekering. De groeiende beweging voor Staatspensionee ring is zeker niet vreemd geweest aan de buitengewone jaarvergadeiing, die deze partij aan dit vraagstuk heeft ge wijd. Wij hadden gehoopt dat daar thans klare wijn geschonken zou zijn. De vergadering sprak als haar meening uit, dat boven een zeker loonminirnum premie mag worden gevraagd. Daarmede wordt de verplichte verzekering dus losgelaten. Immers als dat minimum werd een loon genoemd van f6 tot 110 per week, wat beteekent, dat men staatspensioen wil geven aan de groote meerderheid der arbeiders De voorzitter der V. D. Hoe heet u eigenlijk? Marianne Delius. Hoe vreemd staan die namen bij elkaar, en met L. L. hebben ze in 't geheel niets gemeen Heelemaal niets, antwoordt ze. Marianne klint goed en eenvoudig, maar Delius, heeft iets vermetels vindt u niet? Ja, als men over namen zoo iets zeggen kan. - En tocb past de naam goed bij u. U is Marianne, en u is ook die juffrouw Delius met den trek naar het onbekende geheimnisvolle. lk vrees, dat ge u vergist, u ziet met de oogen van den schrijver,wat in werkelijkheid niet bestaat. 't Kan zijn En als u gelijk hebt, dan is het geen gering verwijt aan den Kunstenaar, die toch de dingen moet zien zooals ze zijn eenvoudig en waar. Het lijkt me, als of ze bij deze woorden een beetje zichtbaar verschrikt en alsof haar oogen fijn oplichten. Met een vaste diepe stem antwoordt zeIk ben van een andere mening. Ik denk, dat er iets zijn moet, dat boven het leven gaat, boven de werkelijkheid uitblinkt. Daarop zwijg ik. U vindt dat zeker heel dom, niet waar In tegendeel! U voelt dat stellig juist, maar drukt u, naar mijn meening niet juist uit, omdat van een valscbe onderstelling uitgaat want dat wat een voudig en waar is. u kunt me gelooven, juffrouw Marianne, draagt reeds alles in z.'cb, waarnaar u ver- verlangt. Wij zien de menschen om ons heen opstaan en daardoor nemen wij pas waar,! dat het begint te rege nen. Wij blijven nog zitten. Ik voel, dat van haar vrede uitgaat, ze is klaar en nuchter. Ze wil en kan geen hartstocht opwekken ze wil praten als een goed kameraad. partij verklaaarde zelfs, dat f6 tot f 10 hem niet hoog genoeg was! Van een besliste uitspr aak dus weder om geeu sprake. Dat dit geschiedde, was voor een groot deel de schuld van prof. Treub, die van te voren verklaar de, dat hij en zijn medestanders uit de partij zouden treden, als de Bond zich uitsprak voor Staatspensionee ring. Hoe hoog nu prof. Treub ook mag staan, het is onbehoorlijk op die wijze invloed uit te oefenen op een stemming. Vrijzinnig democraten zijn toch geen deputaatjes, die ja en amen knikken op alles, wat dr. Kuyper geliefd te vertellen Zoo weinig houvast geeft de uitspraak van den V. D. Bond, dat men het volgend jaar de zaak nog eens in de jaarvergadering zal bespreken. Al verhengt het ons, dat zelfs bij prof. Treub en andere onverzoenlijke tegen standers van Staatspensioneering, de noodzakelijk ervan reeds wordt erkend voor de laagste loonen, wij hadden mo gen verwachten, dat niet wederom een uitspraak zou worden gedaan, waarin men niet anders doet dan de kool en de geit sparen. Intusschen zal het gebeurde voor de voorstanders der Staatspensioneering het gebeurde zeker een prikkel zijn om de reeds half bekeerde Vrijzinnig democra ten tot geheel overtuigden te maken. Parijs, zeide eenmaal een Fransch koning, is wel een mis waard. Zoo zeggen wij de Staatspensioneering is waard, dat we haar propagandeeren, omdat zij in het belang is van het geheele volk. Hoe krachtiger de actie, hoe eer de Vrijzinnig democraten hun water- en melk- uitspraak zullen hebben te her- Het tarief en de landbouw. De protectionisten beweren sfpeds, dat de werkgevers, die voor de sociale ver zekeringen lasten worden opgelegd, daar voor vergoeding zullen vinden in de prijsverhooging, die de tariefherziening hun zal brengen. Die bewering kan men o.a. terug vin den in het voorloopig verslag der Staats- begrooting van het vorige jaar. Er wordt ons toegegeven dat de tariefsverhooging Zij merkt een ring op die, terwijl ik mijn rechter hand op de tafel lag, aan mijn vinger, de vorm van een smalle band heeft. Zij bekijkt hem heimelijk en zegt kalm dat is een trouwring, Een oogenblik kijkt ze me verrast aan, en zegt weer U is getrouwd Ja Een kleine pauze. Zonder eenige aandoening heb ik het haar gezegd want ik voel, ze is me zoo ver als een goede, lieve bekende, met wie men over alles praten kan. En zij neemt het ook gelaten op, nadat de eerste verrassing bedaard is. Ze doet me geen vragen, ze heeft een fijnen takt, die alleen bepaalde personen eigen is. Nu evenwel begint het, te stortregenen. Lachend staan we op. Spottend kijkende neemt de Kellner zijn geld op en wij zoeken den uitgang. Zij steek haar regenscherm op en neemt zonder bezwaar mijn arm. Ik voel die nauwelijks, zoo licht is hij. Al voort in den regen gaan we de donkere lanen van den Dierentuin af en aan de Brandenburger poort vangen we een paardentram op, die naar haar woning leidt. Zij verzocht me, dat we van elkaar zullen gaan, en ik maak geen bedenking. Zien we elkaar terug? vraag ik. JaEn mij vertrouwend aanziende, vroeg ze er bijna verontschuldigend bij. Wordt *>«rvol{td)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1911 | | pagina 1