ff
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
Het laatste geluk.
I lde Jaargng.
Woensdag 18 October 1911.
No. 48
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
TTitgfa/ve der
Flafcfeeesehe Boet en Handelsdrakkerij
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Ad verten tie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten va» correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Het einde der obstructie.
Voor de talrijke nieuwsgierigen, die
Dinsdag der vorige week de tribunes
der Kamer vulden om getuige te zijn
van de kabalen in de kamer, is de ka
merzitting een groote teleurstelling ge
weest. De obstructie is plotseling geëin
digd door de tactvolle tussclienskomst
van prof. Drucker. Dat zal onze lezers
wel al bekend zijn De clericalen wer
den door den vrijzinnigdemocratische
leider gered uit de grooie verlegenheid
waarin mr. Lohman hen gebracht had.
De „Standaard" erkent die redding in
de volgende passage
„Het parlementaire orgel dat
sinds 20 Sept. danig ontstemd was,
is gisteren door den heer Drucker
weer op toon gezet. Hem komt daar
voor een woord van waardeering
en dank toe."
Onomwonden wordt dus erkent, dat
een paganist den weg wees uit het moe
ras, waarin Mr. Lohman den parlemen
tairen wagen had vastgereden.
Maar om bij de „orgel" vergelijking
van de Standaard te blijven wie ont
stemde dat parlementaire orgel?
Wie deden de wanklanken hooren
Geen andere dan de clericalen.
Zij trachtten de rechten eener parle
mentaire minderheid te knotten, door
de macht van hun aantal aan hun tegen
standers het spreken te beletten. De
groote beteekenis van degevoerdeobstruc-
tie is geweest, dat op duidelijke en ge
voelige wijze aan de clericalen duidelijk
is gemaakt, dat zelfs een meerderheid
van 5941 niet in staat is, straffeloos
de rechten der Kamerleden te vertrap
pen. Zij zullen zich wel wachten voor zij
een volgende domperspoging beproeven.
Dat de coalitie deemoedig het hoofd
boog, is te danken aan Roomschen in
vloed. Men beweert, dat dr. Kuyper, die
zich als spreker had laten inschrijven,
door den Roomschen leider als 't ware
gedwongen is geworden om zijn mond
te houden ten einde de vredesonderhan-
deligen niet te verstoren.
FE XJIEEET ON.
NAAR
FELIX HOLLAENDER.
Ik Men moet zulke gewetenlooze jongelui
rammelen
Ze lacht hartelijk.
Als ze eindelijk tot rust komt, ondervraag ik haar
verder.
En daarna!
Dat is. het domste en dwaaste er. Godlof al jaar
en dag geleden. Ik was zeventien toen ik op een
matador in het wielrijden smoorlijk verliefd werd.
Ik sta verstomd.
Ben u nader met hem bekend geraakt
We hebben geen sijlabe gesproken maar
hebt u wel eens een wielwedstrijd medegemaakt
Neen
Dan weet u ook niet in wat een ontzettende
opgewondenheid men geraakt, boe ons het hart klopt
en het bloed naar het hoofd steigt. Ik was gek op
hem. Ik had, God weet, wat er om gegeven, als hij
me aangesproken had, ja, als hij me maar voorge
praat, dat hij me lief had. Alleen de waan bad
me
U lacht, en ik lach nu ook, en het komt me kin-
De stichter van al het kwaad, mr.
Lohman, zat veilig en wel opgeborgen
in de Zwitsersche bergen. Had men hem
wellicht duidelijk te kennen gegeven
„buitenaf te blijven?
Hoe 't ook zij, het gebeurde heeft zijn
nuttige zijde gehad. Waar een ezel zich
geen tweemaal stoot, zal mr. Lohman
en met hem de heele coalitie er toch
wel voor oppassen niet voor de vierde
maal zich het hoofd te stooten
Het nieuwe treurspel.
Dinsdag is op het politieke tooneel
op het Binnenhof het gordijn opgehaald.
De naamlooze vennootschap tot exploi
tatie der christelijke beginselen opent
het seizoen met de opvoering van een
droevig treurspel, getiteld Herziening
der militiewet. De hoofdrol wordt ver
vuld door Excellentie Colijn, bekend
door de handige wijze waarop hij Excel
lentie Gooi liet duikelen en op diens
zetel ging zitten. Het spektakelstuk is
reeds door den eersten tooneelschrijver
der clericale coalitie, den Standaard
redacteur, ingeleid bij de natie met
bakerpraatjes over 's lands veiligheid,
vaderlandsliefde enz. enz. Dit honing
zoete gewauwel moet de publieke opinie
gunstig stemmen en het geachte lezende
publiek blind maken, voor het feit,
dat onder clericaal regime steeds den
afgod van het militairisme de dierbaarste
offeranden worden geplengd.
Twee miilioen per jaar meer. Met dien
eisch komt de eerste acteur in het laatste
bedrijf van het drama voor den dag.
Dat is het dieptreurig besluit van al zul
ke militaire spectakelstukken. Wee, zoo
een oorlogsminister het waagt met be
zuiniging te komen. Onverbiddelijk jaagt
het clericalisme en het conservatisme
hem weg of doodt hem door een politie-
ken sluipmoord zooals van Rappart. Geld,
altijd maar geld.
In 1901, toen het clericalisme onder
Kuyper zijn hoogtij begon te vieren, trad
de Roomsche generaal Bergansius als
redder op. Hij speelde het klaar de oor
logsuitgaven op te drijven tot 23,7 mii
lioen in 1902, 26,3 in 1903, 29 miilioen
in 1904 en 28,8 miilioen in 1904. Kuy-
pers's val in dat jaar bracht het kabinet
derachtig en onverstandig voor. Maar wat ik toen
in mijn dagboek schreef neen, 't is eenvoudig
ongeloofelijk
U moet me uw dagboek toonen.
Voor geen geld maar om nog even op „hem"
terug te komen is dan zulk een vermetelheid,
zulk een doodsverachting altijd zijn lichaam aan
't publiek te geven, een kleinigheid ziet u, dat
was 't waarop ik zoo verliefd was.
Dan had ge u ook aan iederen circusrijder
kunnen vergapen
Stellig maar ik had geen gelegenheid. Toen
was, notabene, een jong mensch uit Hannover op
me veiliefd, hij bezong me om mijn hart te winnen,
in gloeiende strofen de door mij aangebedene.
Vind u dat niet mooi
Verbazend
U hebt een bijzondere manier om u over een
ander vroolijk te maken, meent zij.
Wij zijn aan het Kollendorfeplein 't is kwart
voor tienen.
Zij geraakt in merkbare opwinding.
Nou, dat zal me wat, geven. Adieu, ik heb geen
minuut langer tijd.
O wee o wee
Ze is heelemaal buiten zichzelf.
Maar wanneer zullen we elkaar weerzien
Schrijf me onder L. Ij. 29. Postkantoor 30
ze lacht weer vroolijk -- dat is namelijk mijn
nummer.
Ik protesteer.
Ik vaar slechts onder eigen vlag.
Goed, als u zoo eigenzinnig zijt, bepaal dan zelf
zegt ze daarop.
Ij. L. 99, Postkantoor 30. Maar schrijft u eerst,
en bepaal dag, plaats en uur, waar we elkaar zullen
de Meester aan het roer. Staal, die
krachtig wilde bezuinigen, viel. Van
Rappard, die, ietwat aarzelend den-
zeliden weg opwilde, werd ten val ge
bracht door het clericale complot. W eer
kwam het clericalisme aan het roer. En
dadelijk stegen weer de improductieve
militaire uilgaven. Onder Staal en Van
Rappard teruggebracht tot 26,9 en 25,4
miilioen, wisten Sabron, Gooi en Colijn
ze op te voeren tot 27,9 miilioen in 1908,
26,2 miilioen in 190928,6 miilioen in
1910, 29,2 miilioen in 4911 en thans is
voor 1912 geraamd 30,2 miilioen
En dat voor een leger, waarvan de
hoogste autoriteiten ons om strijd ver
klaren, dat het in staat van ontbinding
verkeert. Een leger, dat staat buiten de
samenleving. De wet-Colijn zal niets
doen tot democratische hervorming van
de militaire organisatie. Wat er nog aan
democratie in de bestaande regeling zat,
wordt vernietigd. Verlenging van dienst
tijd, verhooging van het contingent aan
die eischen van de felste militairisten
wordt grof toegegeven. 2 miilioen per
jaar meer voor het militairismeklinkt
het niet als een satergebrul, waar de
nood nijpt voor zoovelen, waarde voeding
moet worden beperkt, tal van behoeften
door hun ongekenden prijs een luxe ge
worden zijn voor duizenden?
Het mililairisme lacht met dien nood.
Hier de millioenen, dat is het abc van
zijn dwingen en streven. Een kabinet, dat
zich heet te gronden op christelijke be
ginselen, dient dezen afgod het eerst en
het meest. Kon ooit het: „De kiezer wil
bedrogen zijn naakter aan den dag
komen? De vertooning van het treurspel
is Dinsdag begonnen. Wij hopen vurig,
dat ai, wat links in de Kamer zetelt,
zich eenstemmig tegen dit ontwerp zal
verklarenVoor de Vrij zinnig-Democraten
en de Unieliberalen geldt hel de kwestie
hunner eer. Zij stelden in 1905 een con
centratie-program op, dat heen wees naar
bezuiniging. Hun Hervormingsprograms
gaan in gansch andere richting dan dit
ontwerp. Hoe wij het ook bezien, elke
stem uit die partij voor dit ontwerp uit
gebracht, is een verraad van het eigen
program, een verzaking van beleden be
ginselen.
Op het clericalisme en conservatisme
ontmoeten, en richt het dan zoo in, dat menu thuis
niet op de minuut wacht!
Ik moet alzoo liegen!
Een noodleugen gewis
U antwoordt mij op een prentkaart
Beslist!
Adieu, u moogt me niet verder vergezellen
Adieu, L. L.
Zij knikte nog eens tegen me en is dan verdwenen.
Ik steek een sigaar op, ga naar huis en maak
aanteekening daar ik niets te doen heb en niet sla
pen kan van het voorgevallene op dezen onnoozelen
avond.
Ze zal niet schrijven en morgen zal ik baar weer
vergeten zijn want ik ben absoluut onbevangen
en zonder wenschen.
2.
Enkele degen gaan voorbij. Ik ben L. L. al verge
ten. Ik wandel door de helverlichte straten, laat de
menschen met hun zorgen en lijden van iederen
dag langs mij voorbijgaan, werp nu en dan een blik
op hun gemelijke en bedrukte aangezichten en loop
langzaam gedachtenloos en ver verwijderd van hen
de straat af; geleidelijk ga ik zoo op in mijn eigen
bestaan, dat ik alles om mijn heen vergeet en mij
ga verbeelden, dat ik heelemaal voor mij zelf alleen
leef. Dan ontwaak ik als 't ware weer en schrik er
van in vol bewustzijn, in deze drukke stad als een
flaneur het gedrang en dp beweging nog te vermeer
deren. Ik neig naar een lui leven en ben een ver
achter van den ai beid. Ik neem met een stille humor
deze brave menschen waar, wier wijsheid zegt, dat
men door arbeid gezond wordt. Als het me slecht
gaat, als ik inwendig lijd, dan bestaat er voor mij
slechts een redmiddel: absoluut werkeloosheid.
In dezen toestand verkeer ik nu; ik sta aan een
kome ten volle de verantwoordelijkheid
voor de verspilling van nieuwe millioenen
voor het meer en meer invretend militai
risme.
Slikken.
De Standaard geeft aan zijn broeders
een raad, dien zij eingelijk allang bezig
zijn op te volgen. Het brave blad is
doodsbang, dat er van de Socialerige
plannen van dit kabinet in 1913 bitter
weinig terecht zal gekomen zijn. Daarom
geeft het de coalitiebroeders den raad
zoo min mogelijk maar te praten inde
kamer. Jawel, maar gedwee aannemen,
wat er wordt voorgesteld. Het is inder
tijd aan Rutgers van Rozenburg zeer
kwalijk genomen dat hij van stemvee
durfde spreken, welnu de taktiek, die
de Standaard wil voorschrijven, komt
er op neer, dat de clericale kamerleden
uitsluitend zullen dienen als stemvee.
Als je blieft geen amendementen op
slechte wetsartikelen, geen ingrijpende
verandering. Heelemaal er niets tegen
zeggen, dat bv. minister Talma voorstelt,
dat een huisvader met vijf kinderen en
f 12 weekloon precies dezelfde pensioen
premie te betalen krijgt als een vrijge
zel, die f 12 per week verdient. Niets
daartegen zeggen, slikken maar-!
Als de Tariefwet aan de orde komt,
geen protest laten hooren tegen dezen
rooftocht op de zakken der kleine luyden.
Slikken maar
Als de ziektewet roet zijn antisociale
strekking aan de orde komt, niet pro-
beeren ze te verbeteren, slikken maar
De antirevolutionaire kiezers weten nu,
wat van hun Kamerleden wordt ver
wacht 1
De tariefconclusiën van baron de
Wijkersiooth.
In ons vorig nummer hebben wij ver
meld, hoe baron de Wijkersiooth de
Nederlandsche Boerenbonders heeft
trachten wijs te maken, dat die tarielwet,
Kolkman in hun belang is. De adellijke
redenaar erkende wel, dat de boeren
„tijdelijk" hooge prijzen voor hun benoo-
digdheden te betalen zullen krijgen,
terwijl hij hooger loon zal hebben te
keerpunt mijns levens, mijn noodlot heeft krijgertje
met me gespeeld. Zorgen van allerlei aard verteren
me en knagen met spitse, Scherpe tanden aan mijn
levenskracht in den bloei der jaren, zooals 't zoo
mooi genoemd wordt. Op dien avond, dat ik L. L.
ontmoette vatte ik de ontmoeting als een soort van
afleiding op. Ik wilde in dien zomernacht vergeten.
Een overmoedig pogen, wanrop de napijn precies is
gevolgd Den dag te voren hadden vrouw en kinde
ren mij verlaten om familie, die aan den Rijn
woont, op te zoeken. Als een bevrijdde was ik her
ademd. Ik durf haast niet terugdenken aan al de
kwade uren tusschen haar en mij. Als twee tot
de tanden gewapende strijders hadden we tegenover
elkander gestaan en onze krachten gemeten. We
hadden beiden deze scheiding als een noodzakelijk
heid aanvaard, wilden we niet door die eeuwige bot
singen ondergaan. Ik heb de overtuiging, dat ze op
haar manier van me gehouden beeft en zonder bet
zich bewust te zijn, mij stelselmatig heeft te gronde
gericht. Zij denkt goed burgerlijk, terwijl ik zigeu
nerachtig ben. Van haar standpunt beeft ze stellig
gelijk! Ik deug voor den echt als een vuist opeen
oog. Ik sta op tegen alles, wat regel is in 'thuwe
lijk. Ik maak haar stellig hetjeven zuur, als ik den
nacht tot dag en den dag tot nacht maak. Ik ben
vol humeur, want ik lijd, onder mijn treurige uiter
lijke gesteldheid, die mij de inwendige rust, en
arbeidslust ontneemt. Ik lijd, omdat, ik ongestadig,
gejaagd en onder den pijnlijken druk dezer verhou
ding niet volvoeren kan wat mij bezighoud. Ik ben
opbniischend en heftig, omdat een woord van haar,
een vermaning, dat ik mij moet schikken en verstan
dig zijn tegenover hen die orer ons gesteld zijn, mij
kwetst en verbittert.
(TFerd* vervolgd)