ff
Officiéél
Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
Woensdag 12 Juli 1911.
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
Kerstmis inkoopen.
I lde Jaargang,
No, 34
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
TTltgra/ve der
te Middeiharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels j 0,60.
Iedere regel meer0,(0
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis.
De vrijliberalen en het kiesrecht.
Aan de linkerzijde wonen tot nu toe
de eenige tegenstanders van het Alge
meen kiesrecht de oudliberalen. Ook
die partij is evenwel niet ontkomen aan
den drang, dien de steeds groeiende
kiesrecht beweging noodwendig oefent op
elke partij. De rede, die prof. van IJzen-
doorn voor eenige maanden te Gorinchem
hield, wees reeds op een kentering, welke
in die partij intrad. Prof. van IJ. sprak
de meening uit, dat zijn partij zich niet
perse behoefde te verzetten tegen de
doorvoering van het Algemeen kiesrecht,
ook al was daaraan als tegenwicht niet
de uitbreiding van de hevoegheden dei-
Eerste Kamer verbonden. De jaarver
gadering der vrij-Liberalen heeft deze
meening van den professor feitelijk be
vestigd. Wel zal men in de oudliberale
wel geen geestdriftige strijders voor het
Algemeen Kiesrecht kunnen begroeten,
doch hun houding tegen deze dringende
kwestie heeft zich merkbaar gewijzigd.
Als 1913 in het land is, is de kans zeker
groot, dat de inzet van de strijd zal zijn
Algemeen kiesrecht met evenredige ver
tegenwoordiging. Aan de rechterzijde
zullen ook voorstanders te over voor
deze leuze, die den troebelen politieken
toestand zal zuiveren te vinden zijn. De
volgelingen van de Klaroen en de Beu
kelaar met vele Roomschkatholieken
zullen zich onder die vaan zeker scha
ren. Om het gewin der zeteltjes zullen
de Kuyperianen en de christelijkhistori-
schen wel de tegenstanders van dien
eisch zijn. Bij invoering toch van het
Algemeen kiesrecht met evenredige ver
tegenwoordiging is het te wachten, dat
deze partijen, die alleen aan de coalitie
hun zetels danken, zich sterk zullen ver
zetten tegen deze billijke wenschen.
Het uitzicht op gezondere partijgroe-
peering is er intusschen niet minder op
geworden, nu in de houding der vrij
liberalen een zeer merkbare verande
ring is gekomen. Ons zal niet liever zijn,
dan dat 1913 ons verlost uit het kies
rechtmoeras
FEUILLETON.
NAAR
ARTHUR SCHNITZLER.
Grabriëlle.
Neen, neen.
Anatol.
Alzoo, engelmag ik zeggen Dat is lief
engel
Grabriëlle.
Wil u zoo goed zijn te zwijgen
Anatol.
Ik ben alweer dood stil
Grabriëlle.
Kom geef me een aanduiding. Voor wie zijn
het geschenken
Anatol.
Dat is eigenlijk heel moeilijk te zeggen.
Grabriëlle.
Voor een dame natuurlijk?!
Anatol.
Nu, ja dat u menschenkennis hebt, heb ik u
heden al één keer gezegd
Grabriëlle.
Maar wat voor eën dame werkelijk een
Mr. Patijn over het Ontwerp
Ziektewet.
Over het ongeregeld laten der genees
kundige hulp in het ontwerp-Ziektewet
van minister Talma, zeide mr. Patijn o.rn
De Minister dwingt de arbeiders om
zich bij de erkende fondsen te verzeke
ren, althans zich medische hulp te ver
schaffen. Zij behoeven het wel niet te
doen, zij blijven volkomen vrij, maar
doen zij het niet, dan krijgen zij ook geen
geld. En neemt men een dokter die bij
een niet erkend fonds is, dan geldt dit
niet voor medische behandeling. De ar
beiders worden dus als het ware gedwon
gen om een dokter te nemen van een
erkend fonds, al zouden zij aan zulk een
dokter zelfs liever hun kat niet willen toe
vertrouwen.
Bovendien moeten zij alles doen wat
die dokter zegt. Immers in het ontwerp
staat, dat het ziekengeld kan worden
ingetrokken, wanneer zij niet precies doen
wat de dokter voorschrijft.
Welke rare kuren de dokter ook voor
schrijft, de arbeider moet, wil hij de
uitkeering niet kwijt zijn, doen wat hem
gezegd wordt. Hij moet bij den apothe
ker bestellen alle drankjes, pillen, poe
ders en zalfjes die de dokter belieft voor
te schrijven. De eenige vrijheid die hij
in de practijk behoudt is, dat hij de
drankjes in de gootsteen mag laten Ioo
pen en de poeders en de pillen naar den
kachel mag doen verhuizen, maar laat
de dokter het niet merken, want dan is
hij zijn uitkeering kwijt.
Men ziet dus, dat dooi' dit ontwerp
de arbeider aan handen en voeten ge
bonden, aan den dokter wordt overge
leverd.
Dit geldt voor den goeden, voor den
middenslag, maar ook voor den slecht-
sten dokter. Het komt mij voor, dat een
dergelijk wetsontwerp niet mag worden
aangenomen.
Wanneer de Minister een dergelijken
dwang op de arbeiders wil uitoefenen,
dan moet hij ook de vorantwoordelijk
heid voor de geneeskundige behandeling
aandurven, dan moet hij de geneeskun
dige behandeling in de Verzekering op
nemen en trachten die zoo goed mogelijk
te maken.
dame
Anatol.
Wat dat aan gaat moeten wij het eerst over
het begrip eens worden Als u meent een dame uit
de groote wereld, dan stemt dat niet volkomen.
Grabriëlle.
Dus uit de kleine wereld
Anatol.
Goed laat ons zeggen de kleine wereld.
Grabriëlle.
Dat kon ik eigenlijk wel denken
Anatol.
Wordt niet sarkastisch, mevrouw
Grabriëlle.
Ik ken zoowat u smaak 't zal wel weer zoo
eene van de vlakte zijn slank en blond
Anatol.
Blond moet ik toegeven
Grabriëlle.
Ja, ja blond 't is merkwaardig dat
u altijd met zulke dames uit een voorstad te doen
hebt immers altijd
Anatol.
't Is niet mijn schuld mevrouw.
Grabriëlle.
Zegt dat niet, meneerO, het is heel goed dat
u bij u soort blijft het zou een groot onrecht
zijn, als u de plaats uwer triomfen liet varen.
Anatol.
Maar wat moet ik dan doen daar ginds houdt
men van mij.
Grabriëlle.
Begrijpt men u daar daar ginds?—
Anatol.
Geen idee van!— Maar ziet u in de kleine I
wereld word ik geliefd in de groote slechts begre-
De Minister zal nu wellicht zeggen
hij deed dit in een ander verband
nu ja, maar wanneer de arbeiders niet
tevreden zijn over een fonds, kunnen
zij een ander oprichten. Is dit den Mi
nister ernst? Te recht alweder drijft de
Minister in dit ontwerp de eischen voor
de fondsen hoog op. Er zal heel wat
noodig zijn om te beantwoorden aan de
eischen, die de Minister stelt, en ik juich
dit toe: maar denkt hij,'dat een platte-
landsarbeider, die gevoelt, dat hij slecht
behandeld of afgezet wordt, in concur
rentie met een reeds bestaand fonds zoo
maar even met een paar vrienden een
ziekenfonds opricht, dat beantwoordt aan
de eischen, door den Minister gesteld
Denkt de Minister, dat dit even vlot zal
gaan als de oprichting van een kegelclub
Het zal heel wat voeten in de aarde
hebben. Een enkele maal zal dat wel
eens gebeuren. Waar iets is voorgevallen,
dat groot éclat maakt, waar een groote
gisting een geheele streek in beroering
brengt, zal de stichting misschien moge
lijk zijn, maar als regel heeft de arbeider
aan die vrijheid niet veel.
Welnu, waar de wet is, zooals zij is,
waar zij aan den eenen kant de arbeiders
als het ware geheel weerloos overgeeft
aan de doctoren der tondsen, ook der
slechteren, daar komt deze wet mij voor
te zijn uit arbeidersoogpunt een harde,
om niet te zeggen, een wreede wet
En nu zou ik den Minister willen
vragenis het hem zelf niet opgevallen,
hoe anders zijn wet ontvangen is in de
kringen der geneesheeren? Toen deze
arbeidersziektewet bekend werd, is zij
ontvangen van de zijde van de meest
met den Minister bevriende arbeiders
op zijn best met onverschilligheid, groo-
tendeels met een mokkend stilzwijgen
en daarentegen door de arbeiders die tot
de niet aan den Minister verwante krin
gen behooren, met kreten van veront
waardiging: terwijl de doctoren,al wilden
zij de wet nog hier en daar wat veran
derd zien naar hun inzichten, in het al
gemeen hulde brachten aan Minister
Talma, den eersten man die een ziekte
wet wist in te richten zooals een dokter
haar gaarne ziet. Ik twijfel geen oogen-
blik aan de goede bedoeling van dezen
Minister, maar ik vraag hem toch: moet
pen u weet immers.
Grabriëlle.
Ik weet heelemaal niets en wil verder niets
wetenKom hier bier is stellig de rechte
winkel daar kunnen we voor uw vriendinnetje
wat koopen
Anatol.
Maar Mevrouw
Grabriëlle.
Welnu zie eens zoo'n klein kistje met
drie verschillende reukwerken of dit met zes
stukjes zeep. platchouli. cyprus. .jockeijclub
dat zal wel goed zijn niet?!
Anatol.
Mevrouw dat is niet mooi van u
Grabriëlle
Of wacht eens hier. Zie eens. .Datkleine
speldje met zes valsche brillanten denk eens
zes! Zie hoe 't schittert of deze prachtige kleine
armband met diehemelsche vodden van steenen.
een lijkt waarlijk een echte moorenkop! dat zal
verbazend werken. in de voorstad
Anatol.
Mevrouw u vergist u,! II' kent die vrouwtjes
niet ze zijn anders, als u ze zich voorstelt.
Grabriëlle.
En daar. O, hoe verschrikkelijkKom toch
eens nader nou wat zegt u van die hoed
De vorm -was twee jaar geleden heel nieuw En de
veeren hoe ze wuiven niet waar Dat zou
fameus indruk maken in Herwals
Anatol.
Mevrouw van Herwals is geen sprake. en
ook onderschat u waarschijnlijk ook de smaak van
daar.
Grabriëile.
de wijze, waarop die wet ontvangen is,
hem zelt niet duidelijk hebben gemaakt,
dat hij onwillekeurig terecht is gekomen
in het kamp der medici, en dat hij in
den feitelijk bestaanden strijd tusschen
arbeiders en medici de arbeiders in den
steek heeft gelaten?
Alvorens van dit punt af te stappen
nog één opmerking. Ik zou in de moei
lijkheden, die in Duitschland bestaan
tusschen kasbesturen en dokters, zeker
niet een aanleiding vinden om deze moei
lijkheden geheel uit den weg te gaan;
maar ik zou met de opgedane onder
vinding wel mijn voordeel willen doen.
Te dien aanzien zijn wij in een zeer
gunstige conditie, omdat in de nieuwe
Duitsche wet een lange reeks bepalingen
art. 377 en volgende is opgeno
men, die gewijd zijn aan een regeling,
beoogende de moeilijkheden tusschen
kasbestuur en dokters te ontvangen en
te temperen. Wanneer wij van meet af
aan een dergelijke groep van bepalingen
als in Duitschland op grond van lang
durige ervaring in de wet is neergeschre
ven, in onze wet opnemen, waar ij ik
dan zeer in het bijzonder 's Ministers
aandacht vestig op de soort van arbitrale
uitspraak, die men vindt in den Vertrags-
ausschuss, zooals de wet die schept, dan
zal men hier vermoedelijk niet zoo groote
bezwaren te vreezen hebben als onder
de werking van het vroegere Duitsche
stelsel bestonden. Het beginsel der arbi
trale uitspraak zal, dunkt mij, veel kun
nen verzachten van de tegenstelling, die
men in Duitschland heeft kunnen con-
slateeren.
In Wurtemberg heeft men reeds onder
de oude wet die arbitrale regeling tot
stand gebracht, en niettegenstaande 'de
bijzonderheden van de inrichting van de
rechtspraak te wenschen overlieten,
schijnt het toch, dat ten gevolge van de
werkzaamheid van dat instituut de moei
lijkheden zeer zijn getemperd in verhou
ding lot het overige deel van Duitsch
land. Neem bij voorbaat die regeling in
de wet op, en dan is er m'. i. geen grond,
in de moeilijkheid, in Duitschland onder
vonden, reden te vinden, de verzekering
niet uit te breiden tot de geneeskundige
behandeling.
Ik kom thans tot het tweede groote
t Is heuBch moeielijk met u zoo zoudt u mij
nog te hulp komen geef me een aanwijzing.
Anatol.
Hoe zal ik dat. U zult er hartelijk om lachen
stellig.
Grabriëlle
O neen, o, neenOnderricht u me maar
Is ze ijdel of bescheiden Is z® groot of klein
Dweept ze met bonte kleuren
Anatol.
Ik had uwe voorkomendheid niet moeten aanne
men U spot maar wat
Grabriëlle.
O neen, ik luisterVertel me wat van haar
Anatol.
Ik waag het niet
Grabriëlle.
Waag 't er maar op. Sinds wanneer. -?
Anatol.
Spaar me dat 1
Grabriëlle.
Daar sta ik opSinds wanneer kent u ze
Anatol.
Al sinds lang
Grabriëlle.
Laat u nu niet op deze wijze ondervragenVer
tel me Ineens de heele geschiedenis
Anatol.
't Is in 't geheel geen geschiedenis
Grabriëlle
Toch, waar u ze heeft leeren kennen, en hoe en
wanneer, en wat ze zoo wat voor een persoontje is
dat wil ik weten
Wordt vervolgd)