Officiéél Nieuws- en Advertentieblad SETTERS Zn iSDIJK. voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. ïuwland 16. 1, MIODELHARNIS. IXNEN. ROOIJ, inbedden, bomen m Bedden. reien, Matrassen. Wollen Ondergoederen, lelsdijk. thee, koffie, ierk, zeemen, I Ide Jaargang. Woensdaii 5 Juli 1911. Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij Kerstmis inkoopen. 158. 150. p ONDERHOUD van i [DEN AAN VASTE PLANTEN >llen grond. !SEN in SOORTEN /IT US DAHLIA'S, lONIA's enz. enz. POTGEWASSEN, lalsmede FUCHSIA'S, IRIA's enz. enz. [NTEN in soorten, (lies wat tot het vak Ite ontbieden. KXXXXXXXX ,uuu«u»uuu7u8 KM KXilMKKitfiJlXK Mlddelhamis, urreerende pryzen: jee kussens, twee-persoons, tijk 8/4, gevuld met 54 beren, vanaf f 34, Ven, gevuld met 63 pond Mo sbedden, ee kussens, tweepersoons poger. verzending franco door gesorteerd in FSCHAP DER nververy en Chemisch* I LELIE" te Dordre Istratie kantoor. HA. Binnen- en Buiten- enade Banknoten. pderijen en Gebouwen, {de Hypotheekbanken, laatschappij „de Sala- en en Roerende Goe- Papieren en Bank ieren. i\o. 33 Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. "Critg-a/ve cLer ie Middeiliarnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels j 0,60. Iedere regel meer 0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. V Berichten van cerrespsndenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Eenige meededeeliiigen betreffende H. C. Vegtel, Directeur voor Nederland der Norwich Union Levensverzekering Maatschappij, Lid van den Gemeenteraad te 's Graven- hage en Lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Zoo luidt de titel van een ons gezon den brochure, geschreven door J. A. Mul der, Frederik Hendrikstraat 98 Amster dam. De brochure bevat zeer zware beschuldigingen tegen den heer Vegtel, lid van Provinciale Staten voor ons kies district. De redenen, zegt de schrijver, dat ik er toe ben gekomen het navol gende op schrift te brengen, en publiek te maken, zijn uitsluitend in het alge meen belang. Om juist dezelfde reden, om het algemeen, nl. maken wij melding van deze brochure. Iemand^wien een zoo gewichtige functie als het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten onzer provincie is opgedragen en nog wel het toezicht op de financiën der gemeenten in Zuid- Holland, moet in financiëele zaken, ook al zijn het particuliere, een volkomen betrouwbaar persoon zijn. Op zijn repu tatie ais zoodanig mag niets te zeggen zijn. Onverschillig tot welke partij een volksvertegenwoordiger behoort, dient zijn naam als eerlijk man ongerept te zijn. Waarheden als koeien, zal de lezer wel licht zeggen. Zij zijn het volkomen met hem eens en daar het den heer Vegtel niet anders dan aangenaam kan zijn zich te verweren tegen openlijk uitge sproken beschuldigingen, waarvoor de schrijver, (de heer Muider) zelf aanbiedt alle bewijzen te leveren, vestigen wij op deze brochure de aandacht in het alge meen belang. Natuurlijk staan voor den heer Vegtel de kolommen van ons blad tot zijn verweer steeds open. De zaak, in de brochure vermeldt, is deze. De heer Mulder las in September 1910 een adver tentie in het Nieuws van den Dag, waarbij een blijvende levenspositie werd aangeboden. Hij schreef er op en kreeg na eenise dagen bezoek van den feuilleton. NAAR A&THUE SCHNIT2LEB. PersonenANATOL en GRABRIELLE (Kerstmis avond 6 uur. Het sneeuwt op straat in Weenen) Anatol. Maar mevrouw, wel mevrouw. Grabrielle. Wat? O, u is 't Anatol. JaIk vervolg uIk kan het niet aanzien, dat u al die dingen draagt! Geef mij toch uw pakjes Grabrielle. Neen, neen, dank uIk draag ze al zelf! Anatol. Maar, beste mevrouw, ik bid u, maakt het me toch niet zoo moeielijk, als ik nu eens gelant zijn wil Grabrielle. Nu dat eene dan. Anatol. Maar dat is nu heelemaal niets.Geef toch hier. zoo. dat en dat. heer Vegtel. De heer Mulder werd aan gesteld als hoofdagent der Norwich Union Levensverzekeringmaatschappij. Hij kreeg f5U salaris per maand en moest daarvoor in hoofdzaak in Amster dam alle premiekwitantie's innen. Daarentegen moest hij vierduizend gul den als waarborgsom storten. De partijen werden het eens, nadat de heer Vegtel een kwitantie had afgegeven, vermel dende dat de f4000, die in zijn handen werden gesteld uitsluitend zouden dienen als waarbog voor de richtige verantwoording der gelden, die de heer Mulder door incasseering der premie kwitantie's onder zich zou krijgen. Eenigen tijd daarna trachtte de heer V. den hoofdagent over te halen voor f4000 aandeelen te koopen in een Utrechtschen boekhandel. Mulder wei gerde. Eenige dagen daarna noodigde de heer V. den Amsterdammer uit in de wachtkamer 1ste kl.Centraal station te komen om over werkzaamheden te spreken. „Toen ik aldus Mulder in zijn brochure op het bepaalde uur in de wachtkamer kwam trof ik daar Vegtel in zeer opgewonden toestand aan. Aan een tafeltje gezeten met de hand aan het hoofd zag ik dadelijk, dat de man zeer overspannen was, waarom ik hem vroeg; „Is u niet in orde?" „Ja", zeide hij, „maar ik heb zooveel geld verspeeld" en daar ik bij een vroeger gehouden gesprek ai eens had bemerkt, dat hij speculeerde, schrok ik niet wei nig zulks te hooren en vioeg hem „U heeft toch zeker mijn geld niet ver speeld?" Een beslist antwoord gat hij mij niet, wel zeide hij Och, het komt wel weer in orde", doch door het bin nenkomen van eenige menschen staakte hij het gesprek". Dit onderhoud bracht er Mulder toe te trachten zijn f 4000 terug te krijgen, immers omdat het bedrag der te innen premiekwitantie's slonk tot f 130 in Januari 1910. Daar het Mulder niet geluk te zijn geld terug te krijgen, beging hij de onvoorzichtigheid den heer V. van fles- schentrekkerij te beschuldigen, wat hem een veroordeeling tot f5 boete bezorgde. Nadien heeft Mulder steeds getracht zijn geld terug te krijgen, doch te ver geefs. Thans beeft hij de noodige maat- Grabriëlle. Genoeg, genoeg u is te vriendelijk Anatol. Als men 't nu eenmaal mag zijn is 't zoo aan genaam Grabriëlle. Dat toont u alleen maar op straat en als 't sneeuwt. Anatol. En als 11 laat in den avond en toevallig Kerstmis is wat Grabriëlle. 't Is waarlijk een wonder, dat men u weer eens te zien krijgt Anatol. Ja, ja u meent dat ik tot nu nog niet eens een bezoek bij u gebracht heb Grabriëlle. Ja, zoo iets meen ik Anatol. Beste mevrouw ik maak dit jaar heel geen visites heel geene. En hoe maakt het uw heer gemaal En hoe maken 't de lieve kleinen Grabriëlle. Deze vragen kunt n wel voor u honden Ik weet toch dat n dat alles weinig interesseert. Anatol. 't Is akelig als men op zooveel menschenkennis stuit Grabriëlle. U ken' ik Anatol. Niet zoo goed, als ik bet wel wenschte Grabriëlle. Houd uw opmerkingen voor u 1 Als 't u blieft Anatol. regelen genomen om den heer V. in rechten aan te spreken. Zoo is in 't kort weergegeven de toe dracht der zake. Wij stellen op den voorgrond, dat deze kwestie geheel bui ten de politiek staat. Mulder is evenals de heer I'. antirevolutionair. Het alge meen belang verbiedt zeer zeker deze brochure dood te zwijgen. Die meening bracht ons tot de publicatie van dit artikel. Mr. Patijn over de Ziekteverzekering. II. De lieer Passtoors, een katholiek ka merlid, dat in* een alleronbenulligst speechje zijn veranderde houding ten opzichte van verplichte geneeskundige hulp trachtte goed te praten, voerde on der meer het dwaze argument aan, dat de arbeiders de premie niet zouden kun nen betalen, als geneeskundige hulp en uitkeering bij ziekte beide in de Ziekte wet werden voorgeschreven. De heer Patijn weerlegde deze uitvlucht zeer af doende als volgt: De heer Passtoors heeft gezegdOch, die arme arbeiders kunnen geen twee premies betalenzij kunnen geen pre mie betalen èn voor ziekengeld èn voor geneeskundige behandeling; het is daar om maar heel goed, dat zij alleen pre mie behoeven te betalen voor zieken geld. Ik zou haast zeggen: hoe heb ik het nu? De Minister dwingt zijdelings de arbeiders daarop komt het neer, de heer Duys heeft het ook reeds gezegd zich te verzekeren, maar breidt de wettelijke verzekering niet tot de genees kundige behandeling uit. Mijnheer de Voorzitter, hij laat de arbeiders alléén zitten voor de heele premie voor de ge neeskundige behandeling. Had hij daar entegen de verzekering wel uitgebreid tot de geneeskundige behandeling, dan zou de patroon de halve premie betalen en de Staat nog een bijdrage geven voor de administratiekosten. Nu vraag ik het is een eenvoudig rekensommetje of de heele premie volgens het stelsel van den Minister voor de arbeiders minder bezwarend is dan de halve, waarbii bovendien nog dead- Dat kan ik niet, mevrouw! Grabriëlle. Geef me m'n pakjes terug l Anatol. Niet boos worden, niet boos wordenIk ben alweer gehoorzaam. (Ze gaan zwijgend naast, elkaar voort) Grabriëlle. Over iets moogt u wel praten Anatol. Over iets ja maar uwe kritiek is zoo streng. Grabriëlle. Vertel me toch eens wat. We hebben elkaar in lang niet gezien Wat voert u toch eingenlijk uit? Anatol. Ik voer niets uit zoo als altijd Grabriëlle. Niets Anatol. Heelemaal niets Grabriëlle. Het is heusch jammer van u Anatol. Nou dat zal 11 toch wel 't zelfde zijn I Grabriëlle. Hoe kunt u dat beweren Anatol. Waarom verbeuzel ik mijn leven Wie heeft schuld er aan Wie Grabriëlle. Geeft u me de pakjes? Anatol. Ik heb niemand de schuld gegevenik vroeg dat in 't wilde. ministratiekosten ten deele door den Staat worden betaald. Ik geloof inderdaad dat als de heer Passtoors zich m deze zaak nog een beetje gebeft in te denken, men geen grooter voorstander voor het door mij ingenomen standputit zal vinden dan de heer Pas stoors, want de heer Passtoors, die ge zegd heeft: de arbeiders kunnen de pre mie niet betalen, moet inzien, dat door de splitsing de arbeiders veel zwaarderen last te dezen opzichte zullen te dragen krijgen, doordat zij zelf de geneeskundige behandeling geheel en al zullen hebben te bekostigen. Ik kom nu tot wat ik zou willen noe men het hart van de quaestie. De groote moeilijkheid, die zich in deze materie voordoet, is ongetwijfeld, wat ik zou wil len noemen de doktersquaestie. Te recht wijst de Minister er op, dat de Staat de doctoren niet in de hand heeft, en dat daaruit groote moeilijkheden zijn voort gevloeid tusschen de kasbesturen en de doctoren in Duitschland. Ik zal den strijd, die daar gevoerd is, hier niet ophalen. Belangrijke bijzonderheden daaromtrent zijn te vinden in de verslagen van het congres over sociale verzekeringen, dat hier het vorige jaar is gehouden onder voorzitterschap van ons geacht medelid, den heer dr. Nolens. Maar ik vrees geen tegenspraak, wanneer ik den algemeenen strijd zoo kenschets, dat het daarbij gold de vraag, wie de baas zouden zijn, de kasbesturen of de doctoren, en dat aan dien strijd om de macht weer ten grond slag lag een gewone loonstrijd, doordat de kasbesturen wenschten, dat de docto ren voor zoo weinig mogelijk geld zou den arbeiden en de doctoren omgekeerd vonden, dat ze slecht betaald werden. Er zijn natuurlijk wel speciale conflic ten aan te wijzen, die niet op dien grondslag zijn terug te voeren, maar dit is toch in het algemeen het karakter van den strijd. Nu wil ik er, om niet misverstaan te worden in wat ik verder ga zeggen, dit bijvoegen, dat het mij in het algemeen voorkomt, dat het gelijk in dien strijd was aan de zijde der doctoren. Die kas besturen in Duitschland staan zeer sterk onder invloed van de arbeidersorgani- satiën en in die organisation geven de Grabriëlle. V blijft maar zoo voort flaneeren. Anatol. FlaneerenDaarin legt u zoo'n toon van minach ting alsof er iets mooiers te doen was Er ligt iets zoo huislijk doelloos in dat woordVan daag past bet evenwel niet op mij van daag ben ik geoccupeerd, mevrouw juist zooals u Grabriëlle. Hoe zoo Anatol. Ik heb ook Kerstmisinkoopen te doen Grabriëlle. U? Anatol. Ik vind echter niets goedsDaarbij sta ik sedert weken iederen avond voor alle uitstalkasten in alle straten Maar de verkoopers hebben geen smaak en geen vinding. Grabriëlle. Dat moet juist de kooper hebben. Als men zoo weinig te doen heeft als u, dan denkt men na, vindt zelf en bestelt zijn geschenken al in de herfst. Anatol. Och, daar hen ik de man niet naar! "Weet men dan al in den herfst, wier. men met Kerstmis iets geven zal En nu heb ik nog twee uur voor de Kerstboom en ik heb nog geen idee, geen idee wat Grabriëlle. Wil ik u helpen Anatol. IT is een engel, mevrouw maar neem me de pakjes niet af. Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1911 | | pagina 1