Buitenland.
Ingezonden Stukken.
Burgerlijke Sta
Door den tram van lyn 10 in Den Haag
is een jongetje van 6 jaar op de hoogte van
de Veerkade overreden. Hy was terstond
dood.
De Ëtoile deelt mede, dat het bezoek
van Koningin Wilhelmina aan het Belgische
Hof beslist zal plaats hebben in de tweede
helft van Juli.
Nader vernemen wy, dat het bezoek van
Koningin Wilhelmina zal plaats hebbeu op
28 Juli. Op dezen datum verwacht men,
dat Koningin Elisabeth totaal hersteld zal
zijn en alle feestelijkheden zal kunnen bij
wonen.
H. M. de Koningin-Moeder woonde Zater
dagavond in „Diligentia" te 's Hage de uit
voering bij van Spoel's vocaal ensemble en
het Haagsch capella-koor.
In den nacht van 3 op 4 Mei werden F.
Romyn en zijn vrouw, Molenstraat, Hille-
gersberg, om 2 uur in hun slaap gestoord
doordat er 4 personen bezig waren om door
het raam zich toegang te verschaften. Na
het ontwaken der bewoners gingen de on-
genoode gasten op de loop.
Vermoedelijk was het hun om de kippen
te doen.
Nieuws op Scheepvaartgebied.
Het vergaan van de „Hes Nova".
De Raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft een onderzoek ingesteld inzake
de stranding van het Ned. tjalkschip „Res
Nova", schipper H. Van der Laan, van
Groningen, op 4 April j.l. bij Leba Pom-
mern.
Behalve de schipper bevonden zich op de
tjalk, die met lijnkoeken in lading van
Neuss naar Dantzig was bestemd, vrouw en
twee kinderen van den schipper en drie
man equipage. De kinderen van den schip
per waren 4 en 6 jaar oud. Er woei een
sneeuwstorm.
Door de hooge zeeën was de lading over
gegaan en werd het schip op zijde gewor
pen, zoodat het water in de kajuit drong.
Urenlang moesten de opvarenden tot het
middel in het water doorbrengen, aleer
hulp kwam opdagen. Met bet vuurpijltoe
stel mocht het eindelijk gelukken, ze allen
te redden. Schip en lading waren echter
verloren.
De schipper verklaarde, mede-eigenaar
van het schip geweest te zijn. Het was voor
f 6000 verzekerd. Hij had 3 jaar gevaren en
was in het bezit van een dienstdiplorua
groote vaart. Het schip had geen uitlatings
certificaat. Op den Waterweg gekomen,
werd daar geen aanmerking op gemaakt.
Tegen het eind van den winter kwam de
scheepvaart-inspectie aan boord.
Aan booid waren vier kompassen. Van
het roer kon de schipper behoorlijk het
kompas waarnemen. Ook waren er kaarten
en zeiiaanwijzingen aan boord, maar geen
peiltoestellen. De stuurtafel hing bij het
kompas.
Reeds van den aanvang was het weer niet
gunstig. De wind was West-; de barometer
allengs dalende. De vierstreeks-peilen wer
den genomen, terwijl Oostelijke (magneti
sche) koers werd gevolgd. De vaart was een
kleine 6-mijls. Te 9 uur namiddag nam de
wind toe; te 12 uur woei een hevige storm uit
het Westen, die ineens alles van het dek
wegsloeg, tot de boot incluis. By het aan
breken van den dag werd de noodvlag ge-
heschen. Assistentie was echter onmoge
lijk. Het schip strandde en het achterschip
zakte allengs weg. Van boord kon men zien,
dat men aan den wal bezig was met de red
ding van de opvarenden van een ander
schip, waarvan de kapitein bij die gelegen
heid het leven verloor.
Eindelijk daagde redding. Een lyn werd
van den wal over de „Res Nova" geschoten
en aan boord gegrepen. Het eerst verlieten
langs die lijn de vrouw van den schipper en
het jongste kind het schip. De stuurman
ging het laatst.
Over het feit, dat de schipper niet het
laatst ging, sprak de president zyn verwon
dering uit.
Eén der raadsleden maakte de opmer
king, dat uit het ongeval de leering is te
trekken, dat de laling meer midscheeps
moet worden opgenomen.
Opgemerkt dient nog te worden dat het
schip 30 c.M. uitwatering had, terwijl 25
c.M. voldoende zou zijn geweest.
De Raad zal in deze zaak later uitspraak
doen.
Hert gevangen!
'By Haulerwijk (Friesland) heeft de ar
beider V. een hert gevangen. Het dier liep
in een veenput. V. sprong ook te water,
pakte het beest bij de horens en kwam er
mee op het droge.
Renpaarden op reis.
Met hoeveel moeilijkheden en zorgen het
vervoer van renpaarden geschiedt, blyke uit
de volgende mededeelingen:
De wanden van den waggon worden, om
mogelijk bezeeren der paarden te voorko
men, rondom met bundels stroo bekleed, den
vloer natuurlijk 'n voet hoog er mee bedekt,
't Beste af zijn paarden, welker eigenaars
eigen transportwaggons bezitten. Deze spe
ciale waggons zyn uiterst comfortabel en
practisch ingericht. Ze hebben bekleede
wanden en maken een blesseeren der paar
den, zooals niet zeldetl plaats heeft in de
gewone waggons, onmogelijk. In 'n gewonen
waggon worden twee tot vier paarden ge
laden; zelden meer, daar men den paarden,
die meestal reeds den dag na de reis, de
race moeten loopen, ook op reis zooveel
mogelijk vrijheid van beweging wil laten.
Vooral merries lijden dikwijls veel en vallen
bij lange tochten erg af, weigeren te eten
en komen dan slap en moe aan de start.
Heel wat onverwachte uitslagen worden
daardoor begrijpelijk. Voor de paarden zijn
vooral bezwaarlijk de lange reizen in den
zomer, als de dieren in de groote warmte
een dag of langer in den waggon moeten
blijven. De renvereenigingen in Duitschland
hebben weten door te zetten, datdespoor-
wegbesturen de paardentransporten bespoe
digen door extra-treinen.
't Beste zyn af de afzonderlijke renpaar
den, die per extra-trein reizen. Dat komt
echter alleen in Frankrijk en Engeland voor.
Daar, waar 'tgaat om hooge prijzen, waar
f 60.000 on f 100.000 zijn te winnen, ziet
men natuurlijk niet op de kosten vaneen
extra-trein, om een paard ras en gezond
naar 't doel te brengen. Pretty Polly arri
veerde destijds voor den Prix du Conseil
Municipal in een extra-trein te Parijs; een
trein, welke, behalve de beroemde merrie,
slechts haar vasten reisgezel, een pony be
vatte en verder alles wal'n renpaard noodig
heeft: Engelsche haver, Engelsch hooi en
Engelsch water, 't Hielp echter niets.
Tot dusver zijn extra treinen met ren
paarden bewaard gebleven voor ernstige
botsingen. Daarentegen zyn wel brandcata-
stroffen voorgekomen. Zoo is voor eenige
jaren bijv. in Frankrijk een waggon met
drie renpaarden verbrand.
De verzorgers der paarden rijden steeds
mee, om in geval van nood bij de hand te
zijn, de paarden te drenken enz. Tijdens de
reis worden er van te voren in 't reisplan
aangegeven z.g. „waterpauzes" gemaakt,
dat zijn stations waar, als de trein binnen
rijdt, reeds op 't perron water klaar staat
om de paarden te doen drinken.
Men ziet, het reizen van renpaarden be
hoort tot die werkjes, welke er voor zorgen,
dat het leven der trainers niet al te vroolijk
en zorgeloos is.
Een familiedrama. To St. Petersburg was
een oude generaal, -lid van den krijgsraad,
plotseling overleden. Hij viel van zijn paard
en bleef dood liggen. De dokter constateerde
hartsverlamming. Thans heeft evenwel een
dochter van den overledene zich tot de
justitie gewend met de bewering dat haar
vader zou vergiftigd zijn. De 74-jarige gene
raal was nl. voor de derde maal gehuwd
met een nog jonge vrouw en bij de opening
van het testament is gebleken dat hy zijn
kinderen en kleinkinderen onterfd en zijn
geheele vermogen, dat uit 5 millioen roe
bels bestaat, heeft vermaakt aan zijn vrouw.
Deze wordt nu als giftmengster aange
klaagd. De justitie stelt een onderzoek in,
maar heeft de weduwe nog op vrije voeten
gelaten.
Net spoorwegongeluk bij Dusseldorp had
plaats met den sneltrein van Dortmund
naar Keulen. Toen deze trein Vrijdagmid
dag om 2.20 het station Rath zou binnen
rijden, ontspoorde de locomotief, zoodat deze,
de baggagewagen en de eerste personen
wagen, derde klasse, omvielen. De machinist
werd vreeselijk verminkt en dood van
onder de locomotief te voorschijn gehaald.
De stoker en een regeeringsambtenaar, die
van Essen op de machine had meegereden,
zijn zwaar gewond naar het Ziekenhuis te
Rath gebracht. Als door een wonder bleven
de passagiers in den omgevallen wagen
voor ernstig letsel bewaard. Slechts een
hunner brak een been en eenige anderen
bekwamen lichte kneuzingen en ontvellin
gen. Veel moeite kostte het de menschen
uit den omgevallen wagen te bevrijden,
waaraan de brand weer en werklieden eener
nabijzijnde machinefabriek hulp verleenden.
De weg is zwaar beschadigd en verscheidene
telegraafpalen zijn afgebroken. Uit Dussel
dorp werd een hulptrein gezonden waarmee
de passagiers na een oponthoud van 40
minuten hun reis konden voortzetten.
Een roman. In de laatste maand van het
vorige jaar overleed te Marseille een oude
dame, die jarenlang in een villa op den
Boulevard du Pare gewoond had en bekend
stond onder den naam van mrs. Rebecca
Clark Jackson. De oude dame had geen
familiezij werd in alle stilte begraven en
slechts weinigen volgden haar lijkstoet
Dezer dagen werd nu publieke verkooping
gehouden van den inboedel van de overle
dene. Verschillende voorwerpen brachten
hooge prijzen op en vele personen trachtten
een herinnering aan mrs. Clark Jackson
meester te worden. Na haar overlijden bleek
uit een aantal by de inventarisatie van den
boedel gevonden papieren, dat mrs. Rebecca
in haar jeugd de geliefde geweest was van
den zoon van Napoleon III, prins Loulou.
Prins Louis ging, zooals bekend, na den
val van zyns vaders keizerrijk met zijn moe
der, keizerin Eugenie, naar Engeland, waar
hy op de kadettenschool van Woolwich zyn
militaire opleiding genoot. Te Londen leerde
hij toen de 28-jarige miss Rebecca Clark
Jackson kennen, een zeer schoone en gees
tige jonge dame, die weldra het hart van
den prins veroverde. Zij weid zijn maitresse.
De verhouding der jongelieden bleef niet
zonder gevolgen en in dezelfde droevige
week, in Juni, toen prins Loulou tegen de
Zoeloes sneuvelde, bracht mej. Rebecca een
knaapje ter wereld.
Keizerin Eugenie, die van het avontuur
van haar zoon op de hoogte was en wellicht
met liet oog daarop de deelname aan de Zoe
loe-expeditie van Louis in de hand werkte,
nam nu de kosten voor de opvoeding van
haar onwettigen kleinzoon op zich. De moe
der van het kind moest zich echter verbin
den, geen aanspraken meer op haar kind te
laten gelden. De jongen werd op een kost
school te Parjjs gedaan en is nu 33 jaar oud.
Na een tijdlang-hier en daar gezworven te
hebben, vestigde mrs. Clark Jackson zich
te Marseille. Zy leidde een zeer eenzaam
leven, ontving nooit gasten en ging zelden
uit. In December van het vorig jaar over
leed zij.
Haar testament vermaakt, behalve legaten
aan haar bedienden, het grootste gedeelte
van haar bezittingen aan vondelinghuizen.
Een opzienbarende diefstal te Jeruzalem.
De T'urksche bladen en de regeering te
Constantinopel houden zich in de laatste
dagen druk bezig met een opzienbarenden
diefstal in de moskee van Omar te Jeru
zalem, die gebouwd is op de plaats, waar
eenmaal de tempel van Salomon stond.
Vreemdelingen, naar men zegt een Ame-
rikaansch millionair en een Engelsch inge-
neur van de expeditie, welke d..ar onder
zoekingen doet, zouden n.l. een geheime
crypte van de moskee zyn binnengedrongen
en daaruit verscheidene voorwerpen van
hooge waarde hebben ontvreemd, zoo b.v.
een oud bybelmanuscript, de kroon, den
ring en 't zwaard van Salomo, een koperen
schotel, enz.
Toen de Mahomedaanscbe bevolking van
dezen diefstal hoorde trok men in grooten
getale naar de moskee. Groote verbolgen
heid maakte zich van het volk meester, ja,
zoo hoog steeg de woede dat er gedurende
enkele oogenblikken een ernstig oproer
dreigde uit te breken. De woeste menigte wil
de den gouverneur dooden, omdat men hem
voor den verantwoordelijken persoon hield.
De daders zijn echter nog niet gevonden.
Een bergloon van f12000.
Het admiraliteitshof te Londen heeft een
eiscb voor bergloon behandeld, ingesteld
door de reeders, den kapitein en de beman
ning van het stoomschip „Georgian" we
gens diensten aan het Engelsche stoom
schip „British Sun" bewezen.
Het bleek, dat de „British Sun", die met
een lading creosoot-olie op reis was van
Emden, de Tyne en Londen naarPhiladel
phia en Galveston in den nacht van 16 Jan.
in den Atlantischen Oceaan de schroef ver
loor.
Twee dagen later kwam de „Georgian",
een Wilsons- en Furness-Lovland-lyner, van
Boston naar Londen bestemd met stukgoed
en 643 stuks vee, ter plaatse. Het weer
was slecht, maar de „Gorgian" nam de
Britsche „Sun" op sleeptouw en bracht haar,
na een stormachtige reis, waarin de sleep
trossen viermaal braken, behouden naar
Fayrl, op de Azorische eilanden waar de
schepen 27 Jan. arriveerden. De gesleepte
afstand was 825 mijlen.
Het admiraliteitshof kende een bergloon
toe van f72000. waarvan f57600 aan de
reederij, f4800 aan den kapitein en f9600
aan de bemanning van de „Georgian".
Het geborgene had een waarde van
f806340.
Onweders en wolkbreuken hebben in Sibe
rië gewoed. De dorpen Riemertsheide en
Jeutritz zijn geheel overstroomd. Het vee
kon slechts met groote moeite gered wor
den. Bij Ziegenhals is de spoorbaan onder-
geloopen, zoodat het verkeer gestremd is.
Te Grottkan sloeg de bliksen in den kerk
toren. Ook het telegraaf en telefoonverkeer
ondervindt ernstige belemmeringen. Te
Friedland heeft hagelslag groote verwoes
tingen aan de roggevelden toegebracht.
Ook te Patsch en Kölend, in Hongarije
heeft de hagel veel schade aangericht en
een wolkbreuk de lager gelegen gedeelten
dier dorpen doen onderloopen: Eenige huizen
zijn ingestort, maar er zyn geen menschen-
levens te betreuren.
fBuiten verantwoordelijkheid der Redactie).
M. d. Rï
Ja, N. Tongenaar heeft gelijkik zal R.
wel van antwoord dienen verdedigen is het
juiste woord niet, daar R. totaal niets weer
legt. Nader toelichten zou beter zyn. Ik zal
de stukken van R. maar in volgorde onder
handen nemen.
Eerst dus over dat van 1 April 1911.
Vriend R. gij schrijft, dat gy wilt weder
sproken wat ik geschreven hebt. Welnu wilt
u mij nu 's even zeggen, wat u eingelyk
tegengesproken hebt U schynt uw kracht,
te zoeken in woorden als blameer en, oneer
lijk e. d. maar daarover straks nog even.
En dan blameer ik nog wel op bedekte wijze.
Ik blameer niet', ik heb niets anders dan
de waarheid gezegd. U weerlegt niets, totaal
niets, u praat er maar wat om heen, u zoekt
bedoelingen achter mijn schrijven, die er
niet liggen. U tracht de feiten te verdraaien.
Nou dat kan 'k u niet kwaljjk nemen, want
de Standaard schijnt 'n goede leermeester
te zijn.
Ik zal u zeggen, vriend R, wat ik van
de zaak, van Ds. Snel weet. Als ik verkeerd
ingelicht ben zult u ongetwijfeld, wel zoo
goed zyn om het mij beter te vertellen.
Drie kerkeraadsleden, haddon zóó over
legd, dat de Diaconie, óók in de kosten die
ongeveer f 20.— geweest zijn, zou helpen
bijdragen Onze predikant verzette zich daar
tegen, en toen Ds. Snel, die aan een kant
doof is, opheldering vroeg en kreeg, wilde
ook hy het niet hebben, maar per slot van
rekening werden toch de f 20.— uitgetrok
ken, niettegenstaande onze dominee een
rijksdaalder uit den zak haalde, en zei, dat
ook de anderen zouden bijdragen, dan zou
den zy gezamelijk de kosten betalen.
En dan schrijft u, dat het te wenschen
ware, dat er wat meer predikanten van
de richting van ds. Snel hier kwamen.
Voor zoover ik weet is ds. Snel een ex-
modern, maar nu een otherdox-predikant.
Is onze dominee dan ook geen otherdoxe
Of is het alleen maar omdat hij alle steun
aan U en Uw party genooten weigert. Ja
U gaat zelfs zoover, den volgenden zin neer
te schrijven
Het eert hem geenzins, dat hy tegen
een Chr. school is, en de zondagschool
niet wil helpen bevorderen.
Wilt U mij eens precies zeggen waarom
niet, vriend R.Maar wilt U dan ook een
beetje rekening houdeD met de heeren, en
met hun redeneeren om nooit ter kerke
te komen
Over de schoolkwestie wil ik erg kort
zijn. Ik ben 'n arme drommel, vriend R.
ik moet een dubbeltje twaalfmaal omkeeren
vóór ik het uitgeef, maar wilt U beweren
dat er maar één of twee personen in Uw
kamp zijn die, geldelijk hun beginsel kun
nen steunen, dan geloof ik toch dat U dat
mis hebt, en dat ik er wel meer zou
kunnen opnoemen.
Zeg nu weer niet, dat ik lekker kan
praten over den geldbuidel van anderen,
want ik weet niet waar dat „lekkere" in
bestaat, maar ga recht op het doel af.
Om artikel 59 van de Wet op 't L. O.
geheei af te schrijven, is het hier niet de
plaats, evenmin om de voorgestelde ver
hooging te bespreken. Maar wilt U daarop
ingaan, met plezier, zal 'k er een apart
artikeltje over schrijven.
Nu kom ik aan het eind van m'n antwoord
op Uw eerste schrijven. En dan oegin ik
met
Hulde aan R.
Wees nou niet verwonderd vriend R.
want ik meen het. Uw beginselen verschil
len met de mijne, maar uit het laatste deel
van Uw schrijven meen ik te mogen opma
ken, dat u een „kerel uit één stuk" en geen
Hans. Voor zulke menschen heb ik respect,
ook al zijn ze van een andere richting.
Schrijft U niet, dat U geen lidmaat is, om
dat U niet zeker weet, of U Uw belofte
wel zou kunnen nakomen Ja vriend R.
ik ben 't met U eens, daar er zooveel die
belofte afleggen, zonder er bij na te denken,
of als ze denken, dan is het misschien
„Hoe moet ik mij voor de menschen hou
den en die er nooit weer aan schijnen
te denken, wat ze geloofden
'k Heb nu niet het oog op 'n bepaalde
richting. Maar dan moet mij toch nog even
de opmerking uit de pen, dat men van
menschen, die met hun godsdienst in 't vest
zakje loopen, wel allereerst zou verwachten,
dat ze naar die belofte en wat daarbij hoort,
zullen trachten te leven. En zoo verwacht
ik ook van U, vriend R. dat Uw leven zoo
zal ingericht zyn, dat U eerstdaags zal kun
nen zeggenNu ben 'k bereid die belofte te
doen, nu voel 'k de kracht in my, om te
trachten daarnaar te leven."
Nu over je lange, maar nietszeggende en
bui'en de kwesties waar het omgaat, zynde
artikel in de M. en S. van 22 April j. 1. U
permiteert my wel, dat 'k dan maar met
het laatste deel begin
Ja, de uitdrukking „spijkerende en plan-
kenzagende R.° heb ik natuurlijk van N.
Tongenaar. 't Kan mij heuscb niet zooveel
schelen wie R. is, maar 'k schreef het, om
dat N. Tongenaar die uitdrukking bezigde.
En dan zijn we in één ding gelyk.
Ik zou ook wel graag willen weten, wie
N. Tongenaar is.
Myn raad, om waar meer op de hoogte
te gaan luisteren hebt U niet noodig zegt U.
't Kan best, dat anderen dat zaakje voor
U opknappen, maar 'k wil toch even zeggen,
dat U daar veel, heel veel hoort, en datU,
als U in 't hoekje gaat staan, niet bang hoeft
te zijn voor kouvatten, zoo U dat toch mocht
zijne, dan is m'n ouwe, maar dikke duffel
tot Uw beschikking. En'n bontmuts zal 'k
ook wel voor U zien op te scharrelen.
En dan, pas op met Uw levenmakery,
want U zou door Uw rumoer niet alleen
slapende a. r. maar ook dito liberalen kun
nen wakker maken, en datzou U misschien
minder prettig vinden, dan Uw vriend L.
Niet dat ik hulp verlang, nee, heelemaal
niet, 'k kan 't heusch wei alleen vriend R I
U hebt me nog niet bang gemaakt maar
toch vraag ik u vriendelijk, gebruikt nooit
zulke nare woorden als blameeren, want u
begrijpt, die akelige droom, he 'k Heb nog
'n blauwe plek aan m'n hoofd, zoo heb ik
het gestooten tegen de beddeplank.
Lezers nu zal ik eens een klein stukje
uit R's artikel afschrijven, dan kunt u zelfs
eens beoordeelen welken toon hy aanslaat,
als iemand, die wel wat terug wil zeggen,
maar niet recht weet hoe hjj het aan zal
leggen. Ziehier:
Gü lezer ik hoop, dat u aan het
schrijven van L. weinig waarde zult hech
ten, want hij beschrijft Nieuwe Tong-
sche toestanden, doch niet de ware.
De a. r. in onze gemeente mogen ge
breken hebben, heusch de Liberale niet
minder. Die verzwijgt hij
daarom houd ik het er
een oneerlijke critiek voei
de menschen te blinddoeken
naar ik hoop niet zal moge
Is dat nou niet 's erg mooi
zegd van R, lezers? Ja, R. scl|
opzichten een voortreffelijke
dat zult u uit het vervolg van
ook wel zien. Maar nu overhel
gehaalde.
L noodigt dan zijn vriend R|
doch dringend uit om:
lo. De ware Nieuwetongsche
te beschrijvenvoor één gedeej
al geholpen, maar gaat u nou
de goede zijde van onze a. r.
En uw wensch dat de lezers we
aan zijn schrijven zullen hech
mij best begrijpen.
2o. Eens duidelijk te zeggen,
een oneerlijke kritiek voer. Ik
mijn standpunt, en 't is geen
maar geschiedenis, wat ik schre
Maar misschien schrijf ik w
roman of zoo iets van dien a:
zal ik U ten zeerste dankbaar
mijn materiaal geeft, om de goi
a. r. ten opzichte van 't arbeó"
laten uitkomen.
3o Ik tracht de menschen te
zegt UZegt U dan meteen ee:
vriend R, waarmee. Ik wilde j
ders, de oogen openen, en her
zien wat voor menschen we b|
wat ze voor de arbeiders zijn. E
ik U vriendelijk voor Uw w
ving enz. Vooruit of Onze Eila
bruiken dan kry'gen de lezers di
U wat op den mouw gespeld h
ook eens onder de oogen.
Bn in het eerste deel van Uv
het vooral uit, dat U een slim
want U leest iets in mijn stuk
niet in staat. Maar ziet U, U z
„staat er niet zoo plat in," wi
het „lezen en herlezen."
Och, vriend R, maak U niej
voor het zoover is. Het gaat
raadsverkiezingen, als ik daarv
len schrijven, dan kwamen mi
nog wat te vroeg en zou ik and
ven hebben. Nee, ik wilde een:
wat Uw partygenooten, voor d
doen in ons dorpje, zooals de 1.
zien, wat de, a. r. in de Kame
ae arbeiders nu maar denken <J
lazen en hoorden. U gebruik
schry' ven eenge liefkoosde uitdrul
kamp: „het zoet gefluit van dei
U beschouwt toch myn schrij
een zoet gefluit vriend R
Denk eensblameeren, niet c|
eerlijk.
Nog eens, schrijft U eens o\l
toestanden. Heb ik de gebrekf
laten zien (als U er nog meer
U ze wel schrijven, dan behoef
schien niet meer te doen) maar
nóch de gebreken, nog de goed
Liberalen, als U daarover schr;
Maak U 't nu eens beter da)
als U dan absoluut neutraal w
geet dan voor'n paaruurjesUw
als U gaat schrijven.
Hiermede heb ik voorloopig
ik zeggen wilde. L. zal U een
schien verblijdende boodschap
Dit is het laatste wat L. schrijl
nog over mijn droom, öf over dj
iets zei, dat niet het ware is.
U weder antwoord geven.
Gebruik U dan niet weer s
woorden als 't u blieft. "Wilt U
wen wat sparen Dan moet
weer zeggenwederspreken,,
weerlegt, en zoek dan niet iq
stukken, dat er niet inzit.
M. d. R 1 De groete aan U, aaD|
aan Nieuwe Tongenaar en aan R
ook nog een „tot weerziens" va
Uw.
MIDDELHARNIS.
Geboreu Trijntje Arendje, d. v. Jo
en Jacoba TaaieKlaasje, d. v. Cornel
Maria van der Valk Hugo, z. v. AcJ
van Rumpt en Johanna Arensman.
OndertrouwdKarei Thomas le Co
Sotnmelsdijk) en Digna Meijer, 22 j. K
29 j, en Lena Klein, 24 j. Adam van c
en Geertje Neeltje van den Hoek, 25 j
Getrouwd: Cornelis Sparling, 25 j. t
en-Sijtje Goudswaart, 26 j.
DIRKSLAND.
GeborenGerrit, z. v. Johannes 1
Adriana Kooman Arie, z. v. Adrian
Adriana van der MastElsje, Wilh<
I Jacob Cornelis de Bonte en Wilhelm'
Bastiaan, z. v. Gerrit Bakker en Mj
Ary, z. v. Hermanus Polder en Jol
j- Ticbem Pieter, z. v. Johannes Doorn
Noordijk.
Ondertrouwd Pieter Kievit, jm. 22
van Poortvliet id. 21 j.
Gehuwd Willem Dingeman van L
en Giesje Marie van Dongen, jd. 24 j; E
dijk, jm. 24 j. en Marie Nienwland, jd.
Overleden Witte Bal, oud 76 j. eebt
den BraberHuibrecht Guldenmeester
v. Aagtje Trommel Hendrik de jong
v. Maartje Wittekoek Johannes van Ee
DEN BOMMEL.
Jobannis en Maartje, z. I
en S. N. C. van Putten.
Johannis Janse, jm. 32 I
j. B. Geleynse jm. 21J. en 1
OOLTGENSPLAAT.
Jacomina Maria, d. v, Cod
Johanna Pieternella Marin
Jacob Raap, jm. 20 j. en Kj
Geboren
Hardendood
Getrouwd
Mast, jd. 30
jd. 23 *j.
Geboren
Capelle en
Gehuwd