if Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD, Woensdag 26 April 1911. No. 23 Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij eetjiz.ee ton. Zelfopoffering*. I lde Jaargang. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. TTItg'a.-ve cler te Ml0.cLelha.pnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Onnoozele uitvlucht. De Standaard, is er natuurlijk heel slecht over te spreken, dat bij de behandeling der Arbeidswet in de Tweede Kamer ver schillende sprekers van rechts zich voor uitbreiding van de Leerplichtwet hebben verklaard. Het nobele orgaan van Dr. Kuyper schrijft, dat het den schijn kreeg, alsof men van rechts om verscherping der Leerplichtwet vroeg. Neen, brave Standaard, zoo kunt ge uw ongelukkige lezers, die geen Handelingen of een waarheidslievend blad lezen, bedot ten, doch de arbeidersmassa niet. Het was geen schijndat weet ge wel, doch werkelijkheid. Sla slechts bladz. 1860 der Handelingen op, waar de christelijk-histo- rische afgevaardigde de Geer zegt: „Alle sprekers in dit debat, die zich omtrent de kwestie hebben uitgesproken, hebben een stemmig erkend, dat het moet komen tot verbod van arbeid voor kinderen beneden 14 jaar en daarnaast tot uitbreiding van den leerplichtigen leeftijd tot 14 jaar. Ik deel die meening Er is dus geen schijndoch werkelijk heid, o, brave Sta?idaard Doch de Stand aard heelt reden om zijn lezers het anders voor te stellen dan het is. De schijn, waarvan de Standaard spreekt, moet vol gens dat blad, zijn te verklaren uit een valsche lichtspiegeling, want het is toch niet aan te nemen, dat zij, die in 1900 zoo krachtig tegen de Leerplicht opkwa men, thans zelf de hand zouden uitsteken, om een tweede nog scherpere editie van die geoordeelde wet eerlang het licht te doen zien." Wie, o, nobele Standaard, mogen we vragen, hebben die wet geoordeeld Niet de linkerzijde, niet de Katholieken, niet de christelijk Historischen Alleen de man, die op de meest demagogische wijze met zijn lijfblad zijn staf van persorgaantjes en propagandisten het volk tegen de wet heeft opgehitst, is de schuld van het ver zet, dat zich hier en daar tegen de wet openbaarde. Maar de oppositie is verstomd, nu men ziet, hoe die wet tot een zegen is geworden. Het volk is gaan inzien, hoe NAAR A, TRINIUS. 8). Welzoo en ook breng je bloemen mee veel dank Dat doet me meer dan iets plezier." Zij reikte Helene haar klamme hand en ging voort: „Weet je nog wel vroeger, toen we samen school gingen toen was in de vrije uren het bosch ons 't liefste. Een mooie tijd niet waar Lene Menigen boom ben je opgeklommen, jij wilde jongen, maar je gevolgd ben ik altijd, 't Ging alleen niet zoo vlug. Nu is 't juist anders, nu kom jij bij mij op klimmen maar ik ik kom niet meer beneden. Dat is nit!" „Spreek zoo niet, MarieJe zult weer beter wor den!" —Blijf hopen!" Zij had de handen der zieke vriendin gegrepen en keek haar nu met de innigste deelneming aan. „Blyf hopen Wat zou het leven zijn zonder de hoop? En zou de hoop er niet zijn om een diepe smart te boven te komen voegde zij er langzaam bij. „Welnu, Helene, de smart ben ik te boven, en daarvoor dank ik God de Kuyperfractie het „christelijk" beginsel heeft misbruikt voor een schandelijke agita tie, hoe heel dat relletje tegen de Leer plichtwet slechts een middel is geweest oin het kabinet Borgesius, het eerste en eenige kabinet van sociale hervorming, te doen vallen. Alle mooie woorden die de Standaard alias dr. Kuyper nu schrijft over de vervanging van de Leerplichtwet in een heel anderen geest, zijn, wat de Amerikaan, humbug noemt. Niemand denkt aan vervanging der wet, wel aan verscherping, waarvoor zich ook de clericale voormannen reeds hebben uitgesproken. De Statidaard moet het niet zoo won derlijk vinden,dat clericalen die zoo krach tig tegen de wet op kwamen, thans om een scherpere editie vragen." Die clericale leiders zijn eenvoudig door de macht der feiten tot ander inzicht ge komen. Dat zij van opinie veranderd zijn, kan allerminst dr. Kuyper hun ten kwade duiden. Er is in heel Nederland geen man, die op politiek gebied zoo dikwijls gedraaid is ais de antirevolutionaire leider. Dwangverzekering was eerst uit den booze, thans is ze bijzonder „christelijk." Het volksleger had eerst de liefde van dr. Kuyper gewonnen, één enkele uitlating van een sociaaldemocraat bluschte zijn liefdevuur. Subsidie aan de sectescholen vond vroeger in dr. Kuyper een tegen stander, in 1905 stopte hij de kerkelijke scholen millioenen toe zonder eenigen waarborg voor goed onderwijs. Rome heeft niemand zoo fel bestreden als dr. Kuyper, thans zingt geen jnbelender lofzang op de katholieken dan dr. Kuyper. Misschien is dit alles maar „schijn uit een valsche lichtspiegeling." Dan wordt het hoogtijd, dat dr. Kuyper en zijn gerenomeerde Standaard eens pro- beeren den spiegel der waarheid te leen te krijgen. Misschien schrikken ze dan wel, van hetgeen die omtrent de politieke agitatie van den man, der oude plunje te zien geeft. Een Goed bericht. „Het Algemeen Kiesrecht is op komst", zeide prof. van Hamel in de mooie rede voering, die hij op 16 Januari j.l. als inzet Ik heb in vrede van de wereld daar beneden afscheid genomen. Als ik opgeroepen word, zal lk gaan en 't zal me beter zijnZe drukte een oogenblik haar rechterhand tegen de borst, daarna zag ze met hare doffe oogen haar vriendin aan. Een weemoedig lachje speelde haar om den mond. „Mijn weg naar den hemel is niet zoo ver als de uwe hier beneden nog. Ik ben er dicht bij ik voel het." Helene streek de zieke met de hand langs het haar en het gelaat. En terwijl ze haar in de oogen blikte, zei ze zacht. „Verlang je naar hooger gewesten Marie boog zwijgend. „Neem me mee dat zou't beste zijnZe snikte luid. Maar bedwong zich weer. Ze stond op en ging naar het veneter, dat niet ver van het voeteneinde van het bed op de oeverstraat uitzag. Daar bleef ze staan en staarde naar buiten. „Niet waar, hier in de hoogte is 't mooi Vroeg Marie, na een kleine pauze. „Men ziet neer op de straten, op de huizen, die er alle staan als die uit een speeldoos. En dan de slotberg met zijn heer lijk groen I Och dat was een genot, toen ik daarop een morgen het eerste groen zagOok uw huis ziet men duidelijk en de groote linde in uw tuin. Daar hebben we zoo dikwijls gespeeld! En verderop ziet men de bergen in het blauwe verschiet, onze mooje bergen Ze liggen ons zoo na aan 't hart. Niet waar Lene „Je hebt gelijk, Marie !u „Kijk nu eens in de verte. Waar de tuinen be ginnen. Zie je daar dien rooden gevel by de oude linde? Daar woont de schilder Reinbeck, Je kent 'em immers? Helene keerde haar gezicht, terwijl ze bloosde, weer naar bet venster. „Je moet samen op het laatste bal zoo mooi gedanst der actie van wege de Liberale Unie in het Feestlokaal te 's Gravenhage hield. Zijn uitspraak wordt eiken dag meer tofwaar- heid. Voortdurend groeit de beweging, die een einde -zal maken aan de uitsluiting van het voornaamste burgerrecht van dui zenden Staatsburgers. Hoe de clericalen toornen, onverdroten wordt voor de volkspetionnementen ge werkt en duizenden hebben door hun hand- teekening reeds hen instemming betuigd met de mooie beweging. Dr. Kuyper is er doodsbang voor. Hij ziet in de Kies rechtbeweging een gevaar voor de zoo ge liefde coalitie. Hij weet weldat een be langrijk deel der Roomschen voor het Algemeen Kiesrecht zijn en een ander deel slechts noode, terwille der coalitie, zich neerlegd bij het geknutsel, dat gezinshoof den kiesrecht, moet heeten. Daarom heeft hij zeer slim in zijn Standaard geprobeerd de oud liberalen doodsbang te maken voor- het Algemeen Stemrecht. Ze zouden zelf moord plegen, als ze er ooit mee accoord gingen. Het spreekwoord zegtAls de vos de passie preekt, boer, pas op je ganzen." Met eenige variatie kan men zeggen: „Als dr. Kuyper u raad geeft, oud-liberalen, weest op hoede." Het voornaamste orgaan dier richting, de Nieuwe Rotterdammer, heeft dr. Kuyper uitstekend doorzien en begrepen, wat onze tijd vrage mag naar recht en billijkheid van de nazaten van Thorbecke. Het groote Rotterdamsche orgaan gaf in zijn nummer van 28 Apribdeze Zeer belangrijke verklaring: „Ook wij gelooven, dat de tijd, om tot het Algemeen Kiesrecht over te gaan, is aangebroken. De grondslagen, waarop onze kieswet is opgebouwd, zijn reeds zeer breed genomen. Dat het kiesrecht niet aan ruimer kring toevalt, dan uit de jaarlijksche kiezerslijsten blijkt, ligt meer aan de ongelukkige wijze, waarop de wet de gedachten, die haar basis vor men, heeft uitgewerkt dan aan haar be ginsel. Wanneer men de ongerijmdheden, waartoe de wet leidt, echter niet als haar wezen beschouwt en niemand wijst ijveriger dan de ontwerper van de wet zelf erop, dat reeds onder de be- hebben Ik heb gehoord, dat hij heel ongelukkig met zijn vrouw moet zijn. Men praat zooveel 1 Wie weet w-at daarvan waar is. Maar ze is al sinds een paar weken naar haar ouders: ze heeft evenwel den kleinen 'jongen aan wien hij zoo gehecht is bij hem gelaten. Och ik praat zooveel doms door elkaar. Maar dat komt door de opwinding over de vreugde dat jij hier bent .Kom hier, Helene, kom bij me zitten. Zoo zoo Heb ik je leed gedaan Je bent op eens veranderd." „Toch niet, Marie i Je weet, ik was altijd een beetje nukkig." „Blijf, nog een beetje hier. Tot vader komt. Wil je? Het wordt ook gauw donker. Ik weet heusch niet waar hij blijft. Vertel me wat van de stad, van jezelf, en van het moezeldal. Helene was weder bij het bed gaan zitten, en met gedempten stem werd het gesprek voortgezet. Onderhand daaid de avond al meer en meer over stad en land. Flauwer werden de omtrekken der bergen, tot eindelijk alles in één duistere massa overging. Ook in het kieine vertrek werd het aldoor duisterder. „Willen we misschien de lamp opsteken vroeg de zieke na een korte stilte. „Voor mij niet, Marie! Ik zit graag in den sche mer. Dan praat men makkelijker." „Waar vader toch blijft? De torenklok Jmoet ver licht worden." Kort daarop begon het boven de hoofden der beide meisjes te gonzen, te krassen, zwaar te zuchten en daarop volgde een doffe metaalaanslag, die lang naklonk en langs de torenmuren scheen af te glijden. „Toen het geruisch verstomd was, zei Marie „al half achtMaar vader kan ieder oogenblik terug zijn. Hij is stellig opgehouden, want hij weet toch, at staande wet de kiesbevoegdheid aan veel grooter kring toevallen kon, dan ervan geniet -dan moet, dunkt ons, voor een ieder wel duidelijk zijn, dat de stap van ons huidige kiesrecht tot het zoo genaamde Algemeene Kiesrecht zoo overdreven groot niet kan zijn. Wij zien geen weg, om tot een ook practisch bil lijker kiesrecht te geraken, dan door het attributief kiesrecht te vervangen door een kiesrecht, waarbij nog alleen de-uit sluitingen worden geregeld. Overgang tot het Algemeen Kiesrecht lijkt ons in hoofdzaak, op het punt, waarop wij hier Je lande gekomen zijn, de vervanging van een onbillijk werkend systeem, door een met bevredigender gevolgen." Dat een zoo gezaghebbend blad als de N. R, Ct. zich voor het Algemeen Kies recht verklaart, brengt de goede zaak onge twijfeld een heele stap verder. Tal van meer behoudenden tocli zullen er ongetwijfeld hun verzet door laten varen. Er is alle hoop, dat de meerderheid der oüdliberalen zullen gaan inzien, dat de tijd gekomen is om Thorbecke's uitspraak, dat het algemeen kiesrecht ligt in de staat kundige ontwikkeling onzer eeuw, in de Grondwet te belichamen. De tegenstand komt wat de Vrijzinnigen betreft, nu nog alleen van De Nieuwe Courant, als dit orgaan tenminste nog dien naam verdient. Veeleer zou men het als ultro conservatief kunnen uitschakelen. Wij gelooven niet, dat een belangrijk deel der oudliberalen de adviezen der Niewe Courant in zake het kiesrecht zal volgen. Veeleer zal de meerderheid dier fractie tot het inzicht komen, dat het liberale beginsel de invoe ring van het Algemeen Kiesrecht dringend eischt De zaak van het kiesrecht staat er niet slecht voor. Een onvermoeide actie zal haar doen zegevieren spijt alle kiesrecht- geknutsel van den leider uit de Kanaal straat. Wij moeten hier nog een wensch aan toevoegen. Te platten lande is thans reeds nagenoeg algemeen kiesrecht. De uitgeslotenen van dit burgerrecht vindt men door de hoogere eischen, die de kieswet stelt voor wat huurwaarde, loon en belasting betreft, meerendeels in de steden. Juist de plattelanders dienen ik alleen hier ben." Ze zocht boven de dekens de hand van Helene en drukte die even. „Je bent toch niet door de oude torenklok ver schrikt, Helene „Een beetje! Ik ben er niet aan gewoon." „Ik dacht bet wel. De vrees moet men afleeren. Wie aan spoken gelooft is het wonen hier in de hoogte niet aan te raden. Het spookt hier zooals de menschen zeggen." De zieke lachte even. Dan zei ze weer„Maar door den tijd went men aan alles. Je moest hier in den herfst eens wonen, al#" 's nachts de stormen wild om den toren huilen en gieren en men denken gaat dat de toren ieder oogenblik kan instorten. Als de kraaien en roofvogels hier om heen zwerven, het brommen en knarsen van het uurwerk zich doet hooren, als kind heb ik zoo vaak in een hoek gezeten met gesloten oogen en sidderend van angst en vrees. Tegenwoordig denk ik anders. We hebben ook genot hier dat menigeen ons zou kunnen benijden. Hierboven is een zonsopgang onbeschrijfelijk mooi! En dan het gevoel hoog hoven alle menschen, als 't ware, te zweven.'Maar ik dweep, Lene, niet waar en je lacht me uit. Ik heb zoo weinig gekregen van wat anderen leven noemen, dat ik God dank, tenminste daarin voldoening gevonden te hebben. Het is bitter van iets afscheid te nemen, dat men heeft lief gekregen." Ja, ja, zei Helene bijna onhoorbaar, „bitter als] de dood zelf." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1911 | | pagina 1