If Offlciëel Nieuws- en Advertentieblad EEESTE BLAD. voor Overflakkee en Goedereede. Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij Zelfopoffering*. I lde Jaargang. Woensdag 19 A pril 1911. No. 22 Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. TTItgrarv-e cler te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60. Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van cerrespendenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Volksbedrog. De indiening van het beruchte Tarief- ontwerp is dobr de kuiperblaadjes met groot gejuich begroet. Terwijl Roomsche bladen als het Centrumchristelijk-historische als de Nederlander christendemocratische als de Christendemocraat het ontwerp op be paalde punten veroordeelen ol zooals het laatste blad geheel verwerpen, schetteren de bijloopertjes van de Standaard over ongehoorde oppositie van links en dringen er op aan den rooftocht zoo gauw moge lijk te doen beginnen, ongeveer op de manier, als de 7 millioen aan kanonnen door dr. Kuiper er destijds werden door gejaagd. De lezers van zoo'n blaadje worden op de ongelooflijkste manier be dot door de zotste argumenten. Het schan delijk recht op meel vindt in de heele pers, ook in de clericale, scherpe afkeuring, slechts een heel enkel blad praat het goed. Hoor nu echter zoo'n Kuiperblaadje. Er kend wordt, dat een gezin van 5 personen door de christelijke tariefwet van mr. Kolk man acht gulden cadeau mag geven aan 17 Nederlandsche meelfabrikanten. Hoe wordt dat goedgepraat Wel, wordt den lezer verteld, de bakkers slaan het brood af, zoodra ze concurentie krijgen. Zoolang dat niet gebeurd, moeten die 2 cent aan de bakkers worden opgebracht, dat maakt wel f 10 tot f 20 in het jaar en daarover hoorde men in vrijzinnige bladen nooit iets. Dat moet nu een argument heeten om de protectie goed te pratenLaten we eens zien. Het is herhaaldelijk voorge komen, dat handelaren hun waar op een prijs wisten te handhaven, die naar andere plaatsen gerekend, te hoog was. Dat heeft vooral een eilandbewoner telkens onder vonden. We herinneren ons, hoe de steen kolenhandelaars, b.v. te Sommelsdijk en Dirksland, zeer hooge prijzen rekenden. We weten, wat de boeren voor zaden en meststoffen in vroeger jaren moesten be talen. We weten ook, hoe dezelfde boeren volkomen afhankelijk waren van de suiker- tabrikanten en genoegen moesten nemen met den prijs, dien de laatsten geliefden FEUILLETON^. NAAR A. TRINIUS. te betalen. Maar het bleek, dat men niet machteloos tegenover die toestanden stond. De steenkolenverbruikers sloegen de handen ineen. Ze stichten hun coöperatieven bond en maakten een einde aan de prijsopdrij ving der handelaren. De boeren bouwden hun coöperatieve suikerfabrieken. Ze stich ten hun inkoopvereemgingen van zaden en meststoffen. Ze regelden door dat groote machts middel organisatie en coöperatie zelve den prijs. De Dirkslandsche broodverbruikers zijn gaan in zien, dat hun hetzelfde middel ten dienste staat. Zij hadden het, als de verbruikers van andere artikelen, in hun hand, te voor komen, dat de prijs boven een redelijken winstvorm werd gesteld. De vrijzinnige bladen hebben die verbruikscöoperatie's steeds toegejuicht en aangemoedigd, zij hebben daarmede voldoende bewezen ook tegen een kunstmatige opdrijving door de leveranciers zich te verzetten. En nog eens tegen die opdrijving heeft de verbruiker zijn deugdelijk wapencoöperatie. Nu komt een ministerdie de protectie brengt. Wat helpt daartegen coöperatie? Welk middel kan de verbruiker aanwenden tegen de prijsverhooging? Geen enkel. Kunstmatig wordt het artikel duurder ge maakt ten bate van een klein aantal fabri kanten, die door de wering der buiten- landsche fabrikaten, de macht krijgen over de binnenlandsche markt. Al heel gauw, het buitenland leert het, sluiten ze zich aanéén in kartels en syndicaten, en zetten de prijzen op, zooveel ze kunnen. Ten koste van allen, die geen fabrikant zijn. Welk voordeel hebben de boeren ooit gehad van de duizenden guldens, die de Nederlandsche Staat in den vorm van suikerpremieën aan de suikerfabrikanten heeft uitbetaald? Geen cent. De Bieten- bond heeft de boeren geringeloord, zoo hard ze kon en de prijzen gedrukt naar haar beste vermogen. Het voordeel is enkel gekomen ten bate van enkelen. Zooals met die kunstmatige bescherming, gaat het ook met de protectie. De brood bakkers heet het, slaan pas 2 cent af, als er concurrentie van een coöperatieve komt. Eerstens is het de vraag of die afslag nog een redelijke winst overlaat. Men heeft het meer gezien, dat een concurrent maanden met verlies verkocht tegen lagen prijs om D- Wordt niet boos, Helene, hoor me aan Misschien vind u dan ook een woord tot verontschuldiging van mijn gedrag. Wend u niet af, laat mij u aanzien, uw gezicht zien, zonder welks glans de wereld donker voor mij is. Ik weet niet, hoe het met mij nog ein digen zal, maar ik weet en ik voel in dit uur dat ik zonder u niet leven kan. Kon ik u maar zeggen hoe innig de dankbaarheid is die ik voor u koester. Voor ieder goed woord, voor iedere vrien delijke blik, die u voor me over gehad hebt. Ik kwam zoo vaak naar u toe, omdat mijn hart bedroefd was, omdat ik vreesde, dat het proza thuis me dreig de te verstikken. U weet niet wat ik lijd, en niet alleen uit verlangen naar u. Hoe vaak had ik verlangd het reiskleed aan te trek ken en de bergen over te gaan. Ver weg naar het Zuiden, om nooit terug te keeren. Maar dan denk ik aan mijn kleinen jongen, mijn lieveling en ik blijf eii draag op nieuw den last, U alleen zijt het die mij staande houdt. Dag en nacht denk ik aan u, al mijn gedachten zijn met u. Ik dans, ik ben de vroolijke prater, en als ik thuis kom, dan schrei ik tranen, dat Lene Kettner niet de mijne is. Noch buiten noch thuis bij den arbeid vind ik|de rust terug. Het beetje vrede dat ik nog in 't binnenste schuilhoekje van mijn hart verborg, is nu vervlogen. Helene," hij zocht haar hand, „het is niet alleen uw lief gelaat, uw geheele wezen omdat ik daarin zooveel terug vond, dat ik verloren waande, waarvan ik sedert zooveel jaren afstand had moeten doen. Helene zie mij aan zeg mij niet die tranen Wat deed ik u U moet niet schreien, u niet. Helene ik heb u onuitsprekelijk lief." Hij trok haar zacht naar zich toe en zag haar innig bewogen in het droeve met tranen besproeide gelaat. En op eens drukte hij zijn mond op de hare, kuste hij haar bevend op de wangen, zelfvergeten. „Helene, mijn zaligheid, mijn leven Zeg me Kan je me liefhebben? Slechts een beetje? Red me, ver los me !u Ze had met gesloten oogen in zijn arm gerust; toen rukte zij zich los. en stiet hem van zich af, „Neen neen Kreet ze angstig, en met schrik de oógen op hem gericht. „Helene Niet dat niet zooZonder u heb ik geen leven meer 1 Kan je me niet liefhebben Helene l „Ze schudde driftig het hoofd. „Neen neen „Helene Het was een toon van onuitsprekelijk verdriet, die over zijn lippen kwam. Zij evenwel wees met de rechterhand in de rich ting waar de weg open lag en wendde het gelaat van hem af. Een oogenblik bleef Helene nog als aan de plaats gebonden staan. Toen op eens zonk zij bij de met een ander te nekken. Maar zelfs, aange nomen, dat die 2 cent er af kon, dan is het al erg genoeg, dat we ze aan den bakker moeten offeren en is dat zeker geen reden om nog 8 ton er boven cadeau te geven aan 17 meelfabrieken, die flinke dividenden uitkeeren. Aan dat cadeau van 8 ton mogen de bakkerscoöperaties ook mee betalen Een reden te meer dus voor alle arbei ders om zich ten krachtigste tegen den voorgenomen rooftocht te verzetten. De Meelrechten. 'Wij lezen in den Vaderlander'. Het grootste nadeel, aan de Tariefwet- Kolkman verbonden, zijn wel de meel rechten door hem voorgesteld. Minister Harte stelde ze in zijn oorsponkelijk ont werp eveneens voor, doch nam ze terug, toen zich van alle kanten oppositie liet liooren tegen de belasting op eerste levens behoeften. Die terugname geschiedde onder toejuichng van de geheele anti-revolutio naire partij. Nagenoeg alle leiders dier partij hadden zich dan ook tegen zoodanige rechten verklaard. Zoowel minister Heems kerk als minister Talma verklaarden zich in 1905 tegen de heffing van een invoer recht, dat het zwaarste zou drukken op arbeiders en middenstand De clericale blaadjes verwierpen bij herhaling de moge lijkheid van meelrechten. De heer Vegtel, nog onlangs candidaat der Rechterzijde te Rotterdam, riep zelfs in zijn redevoeringen verontwaardigd uit: „Wie denkt er nu aan meelrechten?" Terwijl hij de moge lijkheid van zoodanige heffing iets onge hoords achtte, was minister Kolkman reeds aan het smeden van zijn aanslag op de broodprijzen, hoewel hij zich steeds tegen stander van meelrechten had getoond. Er was dus alle reden te verwachten, dat, gegeven deze uitspraken, het ontwerp-Ta- riefwet in geen geval meelrechten zou voorstellen. Dat dit niettemin geschiedt, geeft een zeer slechten dunk van de stand vastigheid van den voorsteller, die mede aan zijn pertinente afwijzing van rechten op eerste levensbehoeften, de overwinning zijner coalitie te danken had. Zien wij eens, wat deze rechten voor het volk zullen beteekenen. In ons land wordt, naar een vlugschrift mos begroeide bank op de knieën. Haar arraen omklemden den stam van de denne- boom en zij drukte haar boofd tegen den schors. "Of ik je liefheb?" snikte ze. ,.Ja, ja,eeuwig maar zonder woorden God in den hemel, vergeef mij, als gij kunt. Want gij, die de horten proeft en recht en onrecht naar uw goedvinden afmeet vergeef mij, wat ik aan zonden op mij laadt. De liefde is over mij gekomen, ik weet niet hoe, en nu moet ze onder duizendvoudig leed blijven. Leg me boete op, naar uw wil, ik wil alles dragen. Maar reit zijn beeld niet meer uit mijn hart, hoe ongelukkig ik ook in stilte zijn zal. Want ik moet hem liefhebben voor eeuwig Op een meiavond schreed Helene over de brug bij de kerk voort. Het was al warm en de lucht was van heerlijke geuren vervuld. De zwaluwen vlogen tjilpend op en neer als verheugden ze zich in het laatste zonnelicht. Helene ging op den toren af naar de hooggelegen woning van den wachter. Ze zag er ernstig in zich zelf gekeerd uit en keek even vluchtig op, toen een groet haar oor bereikte. In de hand had ze een boeket pas geplukte annemonen en andere voorjaars bloemen. Ze had haar eerste schooljaren met de dochter van den torenwachter doorgemaakt, en hoewel Helene later ineen groote stad op kostschool was geweest, had ze de herinnering aan het vriende lijke, eenvoudige meisje behouden. Af en toe bezocht ze toch nog hare oude vriendin, die al geruimen tijd door een slepende ziekte aan 't bed gekluisterd was. Sedert eenige weken was de ziekte verergerd en scheen het arme meisje zelve te bescheffen, dat van de Vereeniging „Het vrijeRuilverkeer" berekent, jaarlijks 400 millioen K.G. tarwe meel verbruikt. Daarvan wordt 160 millioen K.G. uit het buitenland geïmpor teerd en 240 millioen K.G. geleverd door de 17 Nederlandsche meelfabrikanten. Naar dezen invoer gerekend, zal de schat kist dus ontvangen volgens het Tariefont- 160 millioen werpjö(jX 40 cent f 640,000. Volgens de redeneering der protectionisten zal de buitenlandsche importeur wel zoo goed zijn die 6 ton te betalen. De ervaring leerst anders. Ze toont on- omstootelijk aan, dat de producent, die de invoerrechten betaalt, ze verhaalt op zijn afnemer door den prijs met het recht te verhoogen. Wij herinneren er aan, hoe in de Duitsche grenssteden de prijs van tal van artikelen precies het invoerrecht hooger is dan in de Nederlandsche. In een offi cieel stuk erkende nog onlangs de Fransche regeering, dat in Parijs de tarwe denzelfden prijs gold als op buitenlandsche markten, doch vermeerderd met het Fransche in voerrecht. Er is dus alle reden om aan te nemen, dat de 40 cent op 100 kilo meel een verhooging van den meelprijs met het zelfde bedrag zullen beteekenen. Ook de 240 millioen kilo, die de 17 Nederland sche fabrikanten produceeren, zullen met ongeveer dat bedrag in prijs stijgen. Dat wil zeggen, dat minister Kolkman aan deze 17 heeren een cadeau aanbiedt van 240 x 40 cent f 960,000. Deze aangename verrassing, door den minister den 17 fabrikanten bereid, doet echter denken aan de oud-Hollandsche spreekwijze, dat het gemakkelijk riemen snijden is van een andermans leer. De f 960,000 worden gelicht uit de beurzen van het Nederlandsche volk, en de surprise aan de meelfabrikanten is de onaange naamste Aprilgrap, die de minister aan de arbeidende klasse en den middenstand kon bereiden. De meelfabrikanten zullen ons misschien tegenwerpen, dat wij overdrijven. Een deel toch van de 240,000,000 kilo tarwemeel is voor veevoeder bestemd, en meel voor het vee blijft door minister Kolkman liefdevol van invoerrecht vrijgesteld. Laten wij toegeven, dat f 960.000 om die reden te hoog geschat. Dan is er een veel gron- ze wel nooit meer de trappen af zou komen, in de haar omringde vroolijke levenslustige wereld. Men had haar bed in de kleine huiskamer geplaatst, van waar uit zij, als ze zich even oprichtte, door het nauwe venster een blik over de stad en de bergen werpen kon. Haar moeder was allang gestorven, aan dezelfde ziekte, die nu ook aan haar leven knaagde. Vroeger had zij zelve de kleine herberg, die zij beneden hielden, bediend, later evenwel was er een helpster ingekomen en daar haar vader nog een ambacht, uitoefende, was zij veel boven alleen. Dat was heden ook zoo 't. geval. Ze zat overeind in bed met de magere doorschijnende handen over de opgetrokken knieën gevouwen. Het aschblonde haar hing los over haar witte nacht japon langs haar knieën neer. Haar oogen waren vol verlangen, terwijl haar wangen met dat too13 gekleurd waren, dat in den volksmond „kerkhofrozen" gehee- ten wordt, naar de heerlijke meiavondlucbt gericht. Marie hoorde de langzaam naderende stappen op den trap. Zij spitste haar ooren. „Dat is niet vader," prevelde ze," „ook niet de dok ter," „Die stap ken ik." Ze bleef luisterend zitten en streek zich het haar een weinig uit het gezicht. Ten laatste hielden de voetstappen op voor de deur, er werd geklopt. „Binnen Dag Marie „Och, ben jij het, Helene! Wat doet me dat een pleizier. Ik heb van daag aldoor aan je gedacht. Kom ga zitten bier bij mijn bed." Ze kuchte en een roode gloed overtoog haar liefingevallen gelaat. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1911 | | pagina 1