if
Officieel
Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
I lde Jaargang.
Woensdag 5 April 1911.
No. 20
Flakkeesche Boet en Handelsdrukkerij
Zelfopoffering'.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAS.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
TXltgfa/ve der
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60.
Iedere regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van csrrespandenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
De Arbeidswet.
De wijziging van de Arbeidswet is dank
zij de ingrijpende verandering, die de
Tweede Kamer er in gebracht heeft, van
beteekenis geworden. Minister Talma is
daarvoor zeker geen lof te brengen. Zijn
slappe houding tegen de conservatieven
en de weinige verandering, die hij door
het oorspronkelijk ontwerp in den bestaan-
den toestand bracht, waren al heel weinig
bewijs van zijn liefde voor de arbeiders.
De groote textielfabrikanten in Twente
deden nauwelijks hun mond open of de
minister was bereid den 10-urendag voor
den arbeid der vrouw met een half uur
te verlengen. Te verwonderen was dit niet.
Van een minister, die niettegenstaande
de duidelijke uitspraak van de Kamer de
tienurenmotie van den heer Aalberse kalm
naast zich neer durfde leggen, was zoo'n
houding te verwachten. Dat thans, eenige
ingrijpende wijzigingen zijn aangebracht,
is te danken aan de Tweede Kamer en
goeddeels aan de linkerzijde. Een amen
dement der sociaaldemocraten werd de
aanleiding, dat de minister de veenderijen
in de wet opnam. Was dit amendement
uitgebleven, dan zou waarschijnlijk de ar
beid in de veenen ongeregeld zijn gebleven.
Een amendement van den katholiek W ij-
ckersloot de Weerdesteijn stelde voor de
arbeidsweek voor beschermde personen op
hoogstens 58 uur per week te stellen.
Niettegenstaande de minister het scherp
bestreed werd het gelukkig door de Kamer
aangenomen.
Precies zoo ging het met drie amendemen
ten van den heer Schaper. Het eerste daar
van bepaald, dat de gehuwde fabrieks
arbeidster Zaterdags niet langer dan tot
1 uur mag arbeiden. Het tweede geeft den
minister de bevoegheid bij algemeenen
maatregel van bestuur te bepalen, dat aan
alle beschermde personen in een bedrijf
Zaterdags na een uur vrijaf moet worden
gegeven Het derde amendement eindelijk
maakt zeer terecht een einde aan den
moordenden arbeid van jongens in de glas
fabrieken, Tegen deze drie amendementen
verzette de ministsr zich ernstig. De Kamer
F E XJ ILL, JET OIV.
NAAR
A. TRINIUS.
5).
„Verontschuldiging Misschien nog spijt ze lachte
Ja stellig ik moet spijt hebben voor jou. Wil je
iets anders welnu ze trok, zooal6 ze gewoon
was de schouders op. „Dan zou ik je raden, ga naar
het bal terug die kleine zwarte heeft je heelemaal
behekst ga, ga! opdat je schatje je kunne troosten.
Die zal het beter weten te doen dan je eigen vrouw I"
Nog een doordringenden blik wierp zij hem toe. Hij
doorstond dien evenwel.
„OttilieHet klonk als een noodkreet.
„Welnu
„Neem die woorden terug dadelijk!"
„Nooit en nimmer I"
„Je zult het tochHij had haar. handen
gegrepen en hield ze nu ais in een schroef omkneld.
„Neem ze terug!" herhaalde hij nog eens.
Ze schudde driftig met het hoofd.
„Doe met me wat je wil" riep ze, „ik doe het toch
niet. Of wil je ontkennen, wal iedereen me kan toe
fluisteren, datje haar liefhebt?
Dwaas, die je bent, dat je nog twijfelen durft, als
aanvaarde ze echter. De antithese was even
als de kracht der coalitie bij deze stem
mingen geheel zoek. Onder de voorstem
mers waren behalve de geheele of de groote
meerderheid de Linkerzijde, een goed deel
katholieken en enkele antirevolutionairen
en christelijk-historischen. De Kuyperbroe-
ders, die zoo roerend kunnen praten over
democratie, hadden die kalmpjes opgebor
gen bij de oude plunje van dr. Kuyper.
Op twee na stemden al die brave broeders
tegen den vrijen Zaterdagmiddag voor de
gehuwde vrouw. Eén heele Kuyperbroeder
stemde voor het 2de amendement Schaper
en tegen het verbod van nachtarbeid der
jongens in de glasfabrieken stemden alle
Kuypervereerders.
Voor het amendement de Wijckerslooth
stemden er slechts vijf! En dat zijn nu
de mannen, die de sociale kwestie zoo
goed zouden kunnen oplossen. Om het
starre conservatisme van zijn partij te
verbergen, huilt Dr Kuyper thans in de
bekende straattaal van de Stsndaard een
paar krokodillentranen over de snoodheid
der Linkerzijde, die het amendement Aal
berse deed vallen. Wat wilde dit argu
ment Aan de gehuwde vrouwen allen
fabrieksarbeid verbieden, Waarom stem
den velen er tegen? Omdat het verbod
van fabrieksarbeid de gehuwde vrouw, die
door de nooden van het gezin gedrongen
fabrieksarbeid verricht, bij verbod van
dien arbeid, uit schoonmaken zal gaan,
uit wasschen zal gaan, of huisindustrie
met al zijn gruwelen zal gaan uitoefenen.
De remedie door mr. Aalberse voorge
steld, zou veel kwaad bevorderd hebben.
Hoort nu Dr. Kuyper in de Standaard.
Het streven is het kindertal te beperken,
de vrouw ten spoedigste van de kinder-
zorg te ontlasten en haar dan voor de
socialistische propaganda de fabriek in te
sturenDe antirevolutionaire leider ont
ziet zich niet tot zulke lamlendige praatjes
zijn uitvlucht te nemen om de vrijzinnigen
verdacht te maken.
Maar hij vergeet dat hij aldus gal spu
wende tevens het vonnis velt over den
Kuyperbroeder v, d. Velde, nog wel ge
doodverfd als toekomstig Commissaris der
Koningin, over de katholieken Loefif, Van
Sasse van IJsselt en de Ram, die tegen
het amendement Aalberse stemden! Zoo
langzamerhand zal wel ieder gaan begrij
pen, dat tusschen de Standaard en de
waarheid een onoverbrugbare klove ligt.
Dat wij niet te veel zeggen, als wij de
eer van de Verbeterde Arbeidswet aan de
Linkerzijde geven, blijkt het best uit de
Roomsche Tijd. Daarin schrijft de Haag-
sche briefschrijver:
„De overwinningen, zoo daarvan sprake
is, zijn behaald door de linkerzijde en
speciaal door de socialisten en feitelijk
hebben de regeering en haar meerder
heid van 59 leden het minste reden om
over den loop der zaak tevreden te zijn."
Wij kunnen met volle recht zeggende
verbeterde Arbeidswet is er gekomen,
dank zij de Linkerzijde, ondanks de tegen
werking van minister Talma.
Wat zou diens figuur nobeler zijn ge
weest, als hij zijn democratie niet had op
geborgen voor een ministerszetel in een
door en door conservatief ministerie!
had ik geen ooren om te hooren, geen oogen om te
zien Zij richtte zich recht op. „Nog ben ik hier
heerscheres en gebiedster, en als je het wagen
durft
„Ottilie
Hij had haar handen losgelaten en staarde haar
met. groote oogen aan. Het scheen wel alsof hij zich
op de vrouw wilde storten; hij deed het evenwel
niet, sloeg de beide handen voor het gelaat en uit
zijn snikken was te bespeuren welke diepe aandoe
ning zijn lichaam doortrilde Toen hij de handen
weer liet zinken zag hij er bleek en ontdaan uit.
„Een onschuldig kind, een heilige heb je belasterd,"
kwam droevig over zijn lippen. „Wij zjjn quitte,
Ottilie!" Hij viel achterovër in een leunstoel neer
en ging voortAlle onwaarheid wil ik in dit uur
opheffen. Ja, mijn hart heeft haar in stilte een altaar
opgericht, waarvoor ik haar iederen dag dank zeg,
dat zij in mijn leven een schemering van reeds bijna
vergeten poësie heeft gebracht. Als dat zonde is, dan
moge God daarboven mij die vergeven. Ik weet, dat
ik mijn boete al genoeg draag, en ze verteerd en
pijnigt mijn leven gestadig. Wij kunstenaars zoeken
ons geheeïe leven met ons hart een ideaal. En men
moge ons nog -zoo bespotten en hoonen wij blijven
daaraan gelooven. En als wij meenen datgeenegevon
den te hebben, wat ons met nieuwe kracht vervult.
Wat ons terng geeft 't geen wij verloren waanden
dan zijn we dankbaar en gelukkig als kinderen,
dan vereeren wij dat en hebbpn 't lief. Ik heb voor
haar eene schuldelooze stille liefde. Dat het zoover
gekomen is, is niet alieen mijn schuld. Ook jij ben
er voor de helft schuldig aan. Tot heden blijf ik
onbegrepen door jou je hebje geen moeite gegeven,
de fijnere innigheid van mijn gemoedsleven een
beetje te begrijpen. Ik ben heden nog hier een vreem-1
Volkomen juist.
Bij de wijziging der Arbeidswet regende
het adressen, speciaal van Twentsche fabri
kanten, waarin werd betoogd, dat het be
drijf ten onder zou gaan, als de arbeids
tijd van beschermde personen ook maar
met een half unr werd bekortDe Kamer
is zoo wijs geweest zich weinig of niet aan
de geopperde bezwaren der fabrikanten te
storen. Mr. Borgesius stelde in helder dag
licht, hoe van af de eerste pogingen om
tot arbeidersbescherming te komen, de
fabrikanten hebben geproteteerd, dat de
industrie zou ten gronde gaan.
Men vergete niet, zoo zeide hij, op het
jaar 1889 wijzende, dat bij de enquête
naar de arbeidstoestanden aan het licht was
gekomen, dat niet op enkele plaatsen, maar
in bedrijven, zoowel in het noorden als in
het zuiden van ons land, werktijden voor
vrouwen en jeugdige personen werden aan
getroffen van 20, 24, 30 tot 36 uur, en
dat nu volgens de wet een arbeidstijd van
elf uren regel moest worden. En wanneer
desniettemin de industrieën zich kolossaal
hebben ontwikkeld -voor de industrieën,
die reeds vrijwillig een korteren werkdag
hadden ingevoérd, was het zelfs een voor
deel en de fabrikanten ons nu komen
vertellenwanneer van den arbeidstijd door
een nieuwe wet nog een uurtje of een half
deling. Mijn werken en worstelen laat je koud en
zonder deelneming, en terwijl ik om ons heen iedere
nieuw jaar me duizende nieuwe vrienden maakte
bleef ik in mijn eigen thuis een onbekende. Naar
geest en gemoed had ik kunnen verdwijnen. Het is
tot heden een stille strijd geweest, een overblijfsel
van idealisme dat mij behouden heeft. Jij behoort
tot. die vrouven, die het, verstand in de plaats van
het hart stellenen die niets dan het nuchtere plicht
besef kennen en erkennen. Je stem werkt doodend
ieder ding dat je aanvat, ontneem je de frischheid,
den goudglans der poësie. Een man van een anderen
levenshpeer en werkzaamheid moge daar misschien
aan gewend raken voor ons is het afsterven, loswor-
den van alle levenslust. Denk aan het eerste jaar
van ons huwelijk op de knieën, met bittere tranen
heb ik je zoo dikwyls gesmeekt wordt zachter, sla
een warmer toon aan, verhoor me, ik heb liefde
noodig misschien meer dan anderen, want wij, die
ons aan de kunst gegeven hebben, wij blijven kin
deren ook daarin. Alles was te vergeefsch Mijn
hart heeft naar liefde gesnakt het bleef onverhoord.
Zoo is het gekomen, want zoo moest het komen
Klaag mij niet alleen bij den hemel aan. Wij faalden
beiden. Het was een dwaling dat wij ons samen voor
het leven verbonden. Deze is nu zwaar geboed
Slechts met moeite bad Reinbeck nog de laatste
woorden gesproken. Zijn hoofd zonk zwaar neer.
Doodelijbe stilte heerschte er in het vertrek. Alleen
het zachte getik van het uurwerk op een kast tegen
den muur deed zich hooren. Na eenige oogenblikken
hoorde men de zijden japon ruischen der vrouw, die
fcich stil naar de deur keerde. Nog even bleef ze
staan, bief het hoofd op en met. een strenge ijskoude
uitdrukking in de oogen sprak ze
uurtje wordt afgenomen, dan zal onze indus
trie daardoor zoo gevoelige verliezen lijden,
dat ondergang voor de deur staat, dat er
althans van verdere ontwikkeling geen
sprake zal zijn en dus ook de arbeiders
daaronder zullen lijden, dan is het toch
geen wonder, dat wij met het oog op de
vroegere ervaring, het hoofd schudden en
dat niet gelooven.
Hoe jammer, dat de industrieelen, voor
dat zij dergelijke adressen in zee zonden,
de noodzakelijke gevolgen niet beter heb
ben overwogen. Want voor mij staat het
vast, dat zulke overdreven adressen den
werkgevers zelfs kwaad doen. Daardoor
wordt onder de arbeiders een verkeerde
geest gewekt. De ontevredene, hier en daar
zelfs revolutionaire geest, die helaas reeds
in sommige kringen bestaat, zal er ster
ker door worden. In elk geval zullen zulke
adressen, waarbij schier elke uitbreiding
van arbeidsbescherming, na zoovele jaren
van stilstand, worden afgeketird, er niet
toe bijdragen, om de goede verstandhou
ding tusschen de werkgevers en werknemers
te verbeteren. Ook uit dat oogpunt is het
inzenden van dergelijke adressen te be
treuren''.
Het was noodig en goed, dat mr. Bor
gesius dit eens in kalme bewoordingen
zeide. De grootfabrikanten hebben van
1874 af elke uitbreiding van arbeidsbe
scherming als noodlottig voor hun bedrijf
gesignaleerd. De ervaring heeft bewezen,
dat noch de wet van 1874 noch die van
1889 eenige schade aan de industrie heb
ben toegebracht.
De toekomst zal leeren, dat ook de
laatste wijzigingen de industrie niet zullen
schaden. De Textielfabrikanten moeten be
grijpen, dat boven hun eigen belang een
hooger staat nl. dat van de honderden
fabrieksarbeiders.
Het verheugt ons, dat de Kamermeer
derheid dit zoo juist heeft ingezien.
Obstructie.
Een der lasterpraatjes, waarmede de
nobele Standaard zijn arme lezers tracht
op te zetten tegen de vrijzinnigen, is de be
wering, dat de Linkerzijde door obstructie
(d.i. opzettelijke tegenwerking) de totstand
koming der sociale ontwerpen van minister
Talma zoekt te verijdelen. Wij hebben er
„Heb je soms nog wat te zeggen Of zijn we met
onze afrekening gereed
„OttillieIs dat alles?"
Zij gaf geen antwoord meer. Aan de vlam van het
ééne brandende licht ontstak zij een tweede kaars,
die ze in de hand hield.
„Alzoo zijn we quitte!" besloot ze. „Het. is goed.
Doe aldus wat je wilt ik zal je niet meer hinderen.
In dit huis blijf ik meesteres. Dat begrijp je!"
Zonder een groet ging zij hem voorbij de deur uit.
Hij hoorde, haar langzamen vasten tred op
den trap, op den gang boven, en haar de deur dicht
slaan der slaapkamer. Reinbeck stond nog steeds
als aan den grond genageld en staarde naar de deur,
door welke zij verdwenen was, als moest ze nog te
rugkomen. Maar ze kwam niet terug. Het heen en
weer loopen boven zijn hoofd hield eindelijk op. Ze
was ter ruste gegaan.
Als in een droom ging Reinbeck naar het venster,
opende het om de nachtwind zijn brandend
voorhoofd te laten bekoelen. Door de toppen der
boomen fluisterde die zacht en van de overzij
hoorde hij het bruisschen van den stroom door de
stilte heen. Het schijnsel van de maan, die achter
den slotberg was verdwenen verlichte nog de toren
spitsen van het oude slot. Daarnaar richtte Reinbeck
den blik, lang stond hij voor het venster, als kon hij
zijn oogen niet meer van dat oude gebouw en van
den tuin op den boog afwenden.
„Daarginds begon het," fluisterden de lippen.
„Waar zal het eindigen 't. Moge gaan zooals het wil,
behoede God haar slechts, God, want. Hij is recht
vaardig
Wordt vervolgd.