e. BIIUSSE - MIDDELHARNIS ft—O Voor Bruiloften en Partijen DIJKEMA DOORNBOS, Let op het merk Anker. F. 88IEUWLAND, Oekleurde stoffen a- en Wowselin^s -s Zwarte stoffen HUISMOEDERS'! J. L. VINK te Middelharnis. ONZE Adveütentiën. BRANDEWIJN, per Liter f 1,10 per flesch f 0,96 JENEVER, per Liter 11,00 per flesch f 0,90 COGNAC in verschillende soort eu prijs. hoogste onderscheiding SOMMEL8DIJK weigert beslist PAIN-EXPELLER in duitsche VERPAKKING 1 F. Ad. RICHTER Co., ROTTERDAM. STRAATDIJK - DIRKSLAND. IJzeren Ledikanten 1 en 2 persoons. Haarden, Kachels en Keukenfornuizen merk „Godin". Ruime keuze TEGELPLATEN. Veerkaros met kap. Indien gij EFFEN ZWART GOED koopt voor Japonnen en rokken, vraagt dan bij uwen winkelier Oadiemir metselen sleutel, deze blijft ZWART en GLANSRIJK. willen die voorstanders nu Willen zij, dat kinderen niet meer van hun ouders zullen erven Willen zij, dat iemand die geen kinderen heeft, alles aan den Staat moet nalaten Die dat meent, weet niets van de bedoeling der voorstanders van staats- erfrecht af of hij is op een dwaalspoor gebracht door leugenpraatjes van de tegen standers. De voorstanders van staatserf- recht willen beperking van het westelijk erfrecht tot ooms of tantes en neven of nichten. De nalatenschap van iemand, die alleen verdere bloedverwanten naliet en die geen testament had gemaakt, zou aan den Staat komen. Bovendien zou de Staat een aandeel moeten krijgen in die nalatenschappen, voor welke er wel erfgenamen zijn. Dat aandeel van den Staat hangt af van het aantal der mede erfgenamen van het meer of minder verwijderde van de bloed verwandschap tusschen den erflater en de erfgenamen. Hoe verder de bloedverwant schap, hoe grooter het aandeel van den Staat zal zijn. Staatserfrecht wil dus niet zeggen vernietiging van het familie-erfrecht, doch wel beperking en inkrimping van dat recht Men verwarre staatserfrecht niet met successiebelasting. De successiebelasting krijgt de Staat niet als erfgenaam, doch- is een belasting, dien hij en zeer terecht van den erfge naam heeft, omdat deze door het erven een plotselinge verhooging van draagkracht ondervindt, waaraan hij bovendien zelfs niets toe of af heeft gedaan. Het staatserfrecht maakt den Staat tot mede-erfgenaam en zal hem een vermogen doen verwerven, dat zooals de voorstanders het willen, niet mag worden verbruikt tot dekking der j aarlij ksche uitgaven, waartoe o.m. de successiebelasting wordt gebruikt. Niemand heeft misschien krachtiger plei dooi voor het geoorloofde van het Staats erfrecht geleverd dan mr. Lohman. Zijn naam en zijn politieke overtuiging zeggen reeds voldoende, dat in zijn betoog geen aanranding der christelijke beginselen is te vinden. Om het belang der zaak geven wij nog eens woordelijk weer, wat hij op 10 Maart jl. in de Kamer zeide. In de Kamerhandelingen van dien datum kan men het volgende lezen op blz. 1 702 Mr. Lohman„Ik stel mij niet in de bres voor het kapitaal. Velen schijnen, als er sprake is van successie, te meenen, dat zulk een stuk kapitaal een soort van heilig dom is, waar het Rijk niet aan mag komen. Maar in mijn oog is het kapitaal alleen iets in verband met den bezitter van het kapi taal. Wanneer iemand sterft, zou, indien er geen familie is, m.i. het geheele kapitaal behooren aan den Staat, aan de gemeen schap, want de man, die het geld nalaat is dood, heeft geen wil meer en waarom moet de Staat eerbiedigen den wil van een doode." „Ik beweer, dat als iemand is gestorven, dan de Staat heeft te beoordeelenwat moet ik nu met dat geld doen? Want ook de'eerbied voor den eigendom berust eigen lijk hierop, dat men den wil eerbiedigt van den bezitter. Wanneer deze niet meer leeft, heeft men diens wil niet meer te eerbie digen." Ziedaar dus een principiëele verdediging van het Staatserfrecht, zoo goed als men ze maar van een vurig voorstander kan verwachten! Van de rechterzijde verhief zich in de Kamer geen enkele stem om met een beroep op den Bijbel het privaat bezit en de heiligheid van den eigendom te verdedigen. Mr. Lohman's zeer radicaal betoog bewijst weer eens een keer te meer hoe invalsch en leugenachtig de antithese- leuze is, waarmede het clericalisme de kiezers heeft weten te bedotten! De zweep van Troelstra. Zoodra een algemeene verkiezing in het zicht is, beginnen de clericale orgaantjes in trouwe navolging voor de nobele Stan daard de kleine luyden bang te maken met het roode spook. De zweep van Troel stra wordt dan de kiezers als een schrik beeld voorgehouden. De oer-conservatieve Nieuwe Courant, het gesubsidieerde orgaan van de groote werkgevers, doet uit vrees voor het Algemeen kiesrecht tegenwoor dig aan dat spelletje mee. De Kuyper- broeders moeten echter die Troelstraniaan- sche zweep niet te hard laten klappen. Ze moeten evenmin de kleine luyden probee- ren wijs te maken, dat van die snoode vrijzinnigen een te ver gedreven bemoeiing van den Staat te wachten is. Immers, geen ultra-vrijzinnig minister zou b. v. bij de Stuwadoorswet verder kunnen gaan dan minister Talma het voorstelt. Hij wil Zon- dagsarbeid voor de bootwerkers verbieden. In de Rotterdamsche havens wordt reeds thans als regel Zondags niet gewerkt. De minister bepaalt nu, dat bij algemeenen maatregel van Bestuur door den wetgever een verhoogd loon zal worden vastgesteld. Krasser kan een minister en nog wel een antirevolutionair minister wel niet ingrijpen in het particulier bedrijf. De Nieuwe Rotterdammer Courant merkt dan ook volkomen terecht op „Het is bij de leden der rechterzijde een vrij vast gebruik, de kiezers met de „zweep van Troelstra" bang te maken. Er gaat, reeds nu, nog eenige jaren vóór 1913 wordt „geroken" zooals minister Kolk man dat uitdrukt geen week nagenoeg voorbij, of men kan in de rechter partij pers lezen, dat, komen na '13 de vrijzin nigen aan het bewind, Mr. Troelstra minis ter zal worden. En dan wordt geschilderd, wat dat brengen zal! Wij, voor ons, ge- looven niet, dat een ministerie-Troelstra zoo spoedig op komst is. Maar, ware het, dan zouden wij willen vragenwat nood Gij mijne heeren van rechts, hebt u w Troelstra in levenden lijve achter de minis terstafel zitten. Zou het niet billijk zijn, links ook ereis eene kans te geven Soci- alistischer, dan minister Talma het maakt, zal het onder een linker kabinet zeker niet worden". Het voorschrift, dat wij thans hebben besproken, is althans de zuivere demagogie, in een wetsontwerp overgebracht." De doopbelofte der Hervormden. Zoodra de kerkelijke party schooltjes sticht ijvert ze natuurlijk ook, om ze bevolkt te krijgen. Het is wel opmerkelijk, dat juist voor die „vrye" school zooveel moeite gedaan wordt en zoovele verschillende middelen niet al tijd even; eerlijke middelen aangewend worden, om ze bevolkt te krijgen. Allerlei beweringen werden tegen de ouders geuit, om ze over te halen, hun kinderen naar „hun" school we schrijven hier uit drukkelijk „hun" school, waarde lezer te zenden en om de Openbare School verdacht te maken. Onder de aangevoerde en schijnbaar steek houdende argumenten is veelal ook de doop belofte. Bij den doop van Uw kind hebt ge immers beloofd en voorgenomen dat uw kinderen „als ze tot hun verstand gekomen zjjn in de voorzegde leer naar uw vermogen te onder wijzen of te doen en te helpen onderwijzen". Hier wordt dus duidelijk gesproken van de leer der kerk en niet van gewoon school onderwijs. De ouders beloven dit onderwijs zelf te geven of, zoo ze dat zelf niet doen, hunne medewerking daartoe te verieenen. En wie is dan daarvoor de aangewezen persoon? Dat is de dienaar van de Kerk, dat is de predikant. Hy zal Uwe kinderen in de voor zegde leer opvoeden op de catechisatie. Daar zal Uw kind in de leer der kerk worden opgevoed. Bovendien, wanneer is het kind daarvoor geschikt? Vermeldt de doopbelofte niet uitdrukke lijk „als ze tot hun verstand gekomen zijn." Wanneer is dat? Duidelijk is het uit die zelfde doopbelofte door de ij veraars als bestrijdingsmiddel tegen de Openbare School gebruikt, dat het juist de Openbare School is, die het zuiver nako men van die belofte in de hand werkt. Zij laat de ouders geheel vrij, waar het de leer der kerk betreft en geeft vrije uren, op dat de kinderen van het onderwijs op de catechisatie gebruik kunnen maken. Zelfs wordt er voor don pj-edikant, zoo de ouders dat weuschen, op de Openbare School een lokaal, zoo noodig verlicht en verwarmd, beschikbaar gesteld, opdat de kinderen daar het godsdienst onderwijs, door den predikant gegeven, kunnen volgen. Ouders, het zou nog wel eens juist de vraag kunnen zyn of de kerkelijkescholenUwkind in de „voorzegde" leer werd opgevoed Zie eensin Uw eigen omgeving! Standenschool. Niet alleen het geloof, ook de meer of mindere mate van gegoedheid houdt de kin deren in de jeugd verdeeld. Omdat de e6n meer meent te bezitten dan den ander, wordt ook aan het jonge kind reeds geleerd door het op de standenschool te plaatsen, dat het zich meer mag gevoelen dan een ander kind van een minder met aardsche goederen bedeelde Hiertoe heeft ook het subsidiestelsel van de wet van 1905 veel bijgedragen. Immers, men scheidt zich niet alleen af naar kerk of kerkje, maar ook naar stand en standje en die verbrokkeling en die onderlinge verwijdering wordt gesteund met geld uit 's Rijks kas. Is het al niet treurig genoeg, dat de arme zooveel moet missen Dat hy onder zorg en kommer zyn kinde ren moet groot brengen Dat hij ze niet de kleeding geven kan, die hy ze geven wil en het voedsel, dat ze zoo noodig hebben Is het niet treurig genoeg, dat ze met alle krachtsinspanning hun kind niet anders dan schamel gekleed kunnen laten gaan Zeker, we weten het, er zijn ook wel eens andere oorzaken, maar is het kind daar van de schuld Moet het jonge kind dan in zijn jeugd reeds bitter lijden en grievend smart aange daan worden, omdat het een arm kindis? Moet het daarom als minderwaardig schep sel beschouwd worden en als paria uitge- stooten En tot het ontstaan van zoo'n afschei ding, tot het onstaan van den klassestrijd reeds in de schooljaren, werkt het Kuyperi- aansehe subsidiestelsel dapper mee. Wilt ge een voorbeeld ontleend aan 1907 In Amsterdam zyn twee bijzondere scho len, een op de Kromboomsloot en een op de Kloveniersburgwal, vlak in eikaars na bijheid. De eerste is een „arme" school en wordt bezocht door 181 leerlingen, die met hun allen een schoolgeld betalen van slechts 4-12 of gemiddeld per leerling f 3. Hier geeft het rijk een subsidie van f 17.80 per kind. De tweede is een „rijke" school. Hiergaan slechts 58 kinderen, die een schoolgeld be talen van f 8139. dat is dus f 60 per kind. leder begrijpt wel, dat het geen arbeiders kinderen zijn. Maar, omdat de ouders dier kinderen nu zooveel schoolgeld kunnen betalen, zegt het Rijk. „Je krijgt geen sub sidie MisVolgens het Kuyperiaansche sub sidiestelsel krijgen ze aan die school f 38,60 subsidie per leerling. Verbeeld je, een arm kind krijgt van het Ryk f 17.80 6D het kind van iemand, die 't goed betalen kan, f 38.60 of ruim f 20 meer. Naast onderlinge geloofsverdeeldheid brengt dat subsidiestelsel dus ook nog klas senhaat. Als we onze schooldagen nog eens ophalen en we denken dan aan onze klas, waarin we zaten op de Openbare school, rijk en arm ondereen zonder gedachten zelfs aan geloof of richting en allerminst de grenzen zoo scherp getrokken zooals dat bij het tegenwoordige subsidiestelsel geschied, dan vinden we, dat het geld op heel wat betere manier gebruikt kon worden, dan om twist en tweedracht te brengen onder burgers van denzelfden staat. levert de ondei'geteekende de bekende goede zuivere wijnen der firma Ferwerda Tieman te Amsterdam, met recht tot -teruggave der ongeopende flesschen. Ook goede BRANDEWIJN en JENEVER tegen zeer Concurreerendeprijs: Beleefd aanbevelend, bekroond met wordt soliede en net onder sluit-etiket verpakt in groote flacons afgeleverd, en is billijk in prijs. Overal verkrijgbaar! Verkrijgbaar in flesschen 55, 80 en 130 ets. bij H.H. Apothekers en Drogisten Te Middelharnis bij a. TEEPE, te Sommclsdijk bij DIJKEMA DOORN IK1?, te üirksland bij A. G. P. DE VRIES te Ooltcjensplaat bij A. L. HOBBEL, te Ouddorp bij J. KURVINK, Drogist. Smederij, Tevens te koop voor lagen prijs een bericht de ontvangst van de zeer uitgebreide nieuwe collectie alsmede een onovertrefbare keus in voor AANNEEM- en TROUWJAPONNEN enz. «EBEPONEERSÏ HAVDBI.S1MERH.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1911 | | pagina 2