het algemeen kiesrecht is in uitzicht.
Onweerstaanbaar dringt in Oostenrijk en
Hongarije de massa aan op dit eerste
burgerrecht: de regeeringen zwichten.
Zoo is 't in Finland, zoo is't in Spanje.
Zou menj denken, dat Nederland ach
ter zal kunnen blijven, waar staten met
zooveel minder beschaving en ontwik
keling voorgaan?
Zou men denken, dat Nederlands
conservatieven het algemeen kiesrecht
zullen durven onthouden, waar reeds
drie vierde van alle beschaafde landen
aan zijn burgers dit recht verzekerde?
Neen, zeggen we in volle overtuiging.
Het censervatisme zal tegenstribbelen,
de zaak een tijdlang kunnen tegenhou
den, de overwinning zal ook in dezen zijn
aan de democratie. Eerst het blanco
artikel, 'tzij zoo. Maar onmiddellijk er
na de strijd tegen de volmaakte wet,
voor 't algemeen kiesrecht.
Van Houten's kunstwerk heeft ten
minste eene lichtzijde. Het heeft er sterk
toe meegewerkt de zuivering van den
politieken strijd te verhaasten. De zuive
ring, die moet leiden tot de ware partij -
groepeering:
Democratie tegen conservatisme.
Theorie en practijk.
In het Volk van 7 November schrijft
de heer Mendels, een bekend sociaal
democratisch leider, een hoofdartikel
over „Ambtenaarsvrijheid." De schrijver
betoogt, dat het met den rechtstoestand
van duizenden Nederlandsche ambte
naren zeer treurig gesteld is.
„Van een gebrekkigen rechtstoe
stand kan men eigenlijk niet spre
ken, er is heeletnaal geen rechts
toestand. Geen wet is er, die de
macht der regeering tegenover haar
ambtenaren omschrijft, afbakent en
beperkt, en omgekeerd den ambte
naren houvaste rechten schept. Om
trent duur van aanstelling, redenen
van ontslag, schorsing, terugstelling
in rang of bezoldiging, omvang van
taak (uitbuiting, inkrimping, ver
andering van werk) is de willekeur
der „hooge overheid" hoogste wet."
„De vorige regeering heeft de
zaak laten liggen zooals zij was. En
daar mogen wij blij om zijn. Onder
Kuyperiaansch regiem zou regeling
allicht kneveling geworden zijn.
Maar ook de Troonrede, waarmee
het nieuwe liberale Kabinet zijn
intree deed, zwijgt er over. De vol
slagen rechte loosheid van duizen
den ambtenaren blijft voortduren."
Al is de schildering van den heer
Mendels niet van overdrijving vrij te
pleiten, ontkend kan niet worden, dat
de rechtstoestand van tal van ambte
naren droevig slecht geregeld is. Dat
hebben wij zelf meermalen betoogd.
Reeds in '1897 klaagde onze partijgenoot
mr. Fokker: „De ambtenaren in Neder
land leven niet in een rechtsstaat, maar
zijn aan de genade der Regeering over
geleverd." Prof. Treub, mr. Levy, prof.
v. d. Vlugt hebben allen meermalen op
een betere regeling aangedrongen. In
dat opzicht bevat het betoog van mr.
Mendels dus niets nieuws. Wel in ander
opzicht. Want het betoog heeft tot strek
king de sociaal-democraten aan te prijzen
als de eenig ware redders der ambte
naren. Treub, Levy, v. d. Vlugt, 't be
duidt allemaal niets. Een kapitalistische
Staat geeft maar net zooveel vrijheid
„als zij noodig en nuttig oordeelt voor
haar eigen behoud, groei en ontwik
keling."
De bedoeling van mr. Mendels is dui
delijk. Zoolang er een kapitalistische
maatschappij is, zal de Vrijheid dei-
ambtenaren niet onverkort zijn. Zoodra
er een sociaaldemocratische samenleving
is, leven de ambtenaren in den waren
rechtstoestand
Dat is de theorie van mr. Mendels,
de theorie der sociaaldemocratie.
De Vorwarts is het orgaan der Duit-
sche sociaal democraten. Sinds lang was
er oneenigheid in den boezem der re
dactie. Een deel ervan behotrde tot de
zoogenaamde revisionistische richting,
een ander tot de revolutionaire strooming
in de sociaal-democratische partij.
Het partijbestuur met Belel aan het
hoofd beloot tot eengrootesthoonmaak.
Zonder vorm van proces weiden zes der
redacteuren aan den dijk gffiet, de Vor
warts vermeldde reeds hun ortslag (lees
afdanking) voor zij hun ontsagbrief ont
vangen hadden. Het partijiestunr had
reeds voor deze hondsche behindeling be
sloten de redactie onder eennieuwe cen-
cuurte stellen, welke naast deperscommis
sie toezicht zou uitoefenen
plaatsen artikelen. Zoo iet:
op de te
dus als in
Rusland geschiedt. Nu moet men weten,
dat het beruchte ontslag werd bekonkeld
zonder dat de ontslagen redacteuren van
iets afwisten of in de gelegenheid werden
gesteld zich te verdedigen.
Ziedaar de sociaal democratische vrij
heid in practijk.
Het volk, dat zich bij monde van mr.
Mendels aanpresenteert als de redder
van de Nederlandsche ambtenaren, heeft
geen woord van afkeuring geschreven
over de willekeur, die voor 't Partijbe
stuur der Duitsche sociaal-democraten
hoogste wet is gebleken.
Dit voorproefje vanden sociaal-demo-
cratischen heilstaat doet ons aller
minst naar meer verlangen. Niet ten
onrechte noemde mr. Troelstra eenmaal
dr. Kuyper den grootvader zijner partij.
Een aanklacht.
Vanwege den Algemeenen Raad der
Belgische Arbeiderspartij is onlangs een
werkje verschenen, dat onder den titel
„75 jaar Bourgeois, Regeering" het on
derwijs, de moraliteit, de weivaart enz.
behandelt. De feiten en, die daarin wor
den gepubliceerd over het onderwijs zijn
in één woord verschrikkelijk. Van alle
arbeiders kan één derde niet een» lezen,
en in heel Vlaanderenland van elke vijf
bewoners slechts 2. Van elke duizend
milliciens konden er 1902 niet minder
dan 101 lezen noch schrijven.
Men vergelijke tot recht begrip van
de volksverdomming (het woord is in
derdaad nog te zacht), die onder het
clericale bewind in België hoogtij viert,
het, Belgische cijfer eens met de vol
gende
op 10000 miliciens konden
niet lezen en schrijven.
Duitschland. 7
Denemarken. 2
Nederland 230
Frankrijk. 460
doch in België. 1010
Dat is één tiende deel van alle mili
ciens. Dat zijn de vruchten van het onge
lukkige stelsel, waarbij de priesterheer
schappij onbeperkt den baas speelt over
de school, tal van onbevoegden het on
derwijs toevertrouwt, monniken en non
nen als opvoeders stelt.
Luister, hoe die Belgische kloosters
beoordeeld worden:
„Wij kennen ze, die kloosters.
Vele ervan zijn niet anders dan de
meest geraffineerde uitbuit- instel
lingen. Mannen en vrouwen worden
er tot den laatsten druppel zvveet
en bloed uitgeperst. Zijn ze goed uit
geknepen, dan worden de domme
geloovigen najaren arbeid sorns met
weinig of niets op straat gezet. En
het klooster is weer rijker in Bel
gië."
In 1897 werd te Brussel een enquête
ingesteld over de schoolbevolking.
538 schoolkinderen hadden niet eens
een bed om op te slapen, dat was van
elke 20 kinderen één!
Van dergelijke treurige ervaringen
vertelt dit boek op haast elke bladzijde,
is het wonder dat het socialisme veld
wint en het clericale Belgenrijk? „In
de miserabele arbeidsbuurten in Brussel
zijn meer dan 62 °/0 huishoudens, die
ovet slechts één kamer beschikkenIs
het wonder, dat alcoholisme en onzede
lijkheid, die onafscheidelijke demons van
totaal onvoldoende huisvesting, tot de
droevigste demoraliseering van zulke ge
zinnen leiden?
Paar is een boek verschenen, machtig
aangrijpend door de schrijnende aan
klacht tegen onze maatschappij.
Hoort, hoe Bart Kennedy weeklaagt
over die armen der armen uit de ach
terbuurten der groote stad:
„Het is een slecht ding arm te
zijn.
Dan zullen uwe kinderen opgroei
en in ellende, vervuiling en ver-
waarloozing. Zij zullen met hun le
ven moeten strijden om in het leven
te blijven. Zij zullen hun bloed moe
ten geven om hun bloed te behou-
ded. In donkerte zullen zij wonen.
In stinkende, vervuilde krotten en
kelders. Slechte neigingen zullen
zich bij hen ontwikkelen als gevolg
hunner omgeving. Zij zullen de sta
rende, vreeselijke blikken hebben
der dingen, die leven in het duister.
Steeds zullen zij voor zich zien
opgetrokken een hooge muur, wel
ke hen afsluit van licht en warmte
en vreugde. Zij zullen de bleeke ge
zichten hebben van levende dooden.
Hunne lichamen zullen voos zijn,
met opgezette buik en magere lede
maten, leelijk, misvormd.
Hun zal verkondigd worden het
evangelie der tevredenheid. Men zal
hen doerr gelooven, dat de aarde
niet draait, de rivieren niet stroo
men, dat de dingen niet groeien,
rijpen en vergaan, Men zal hen
leeren, dat het de wil van God is
dat zij leven in vervuiling en vreug
deloosheid.
Droevig is het lot dezer kinderen
der ellende, der slavernij van eeu
wen. Veracht hen nietomdatzij krui
pen; niet omdat zij gemeen zijn,
niet omdat zij wantrouwend zijn.
Bedenk dat zij komen uit den
afgrond der duisternis. Ja, droevig
en duister is het lot van wie arm
is. Droevig en somber is het leven
van den man en de vrouw, die zich
krommen onder het juk van den
arbeid.
Beklaag den arme.
Neen, beklaag hem niet. Gij, arme,
heb medelijden met uzelf. Word
sterk en krachtig. Alleen de slaaf
vermag den slaaf te bevrijden.
Word moedig. Bedenk dat de reus,
die u moet vrijmaken, sluimert in
eigen lichaam. Doe hem ontwaken.
Denk aan uwe kinderen. Denk
aan het lot, dat hen wacht.
Moeten ook zij de straat op, om
hun arbeid, hun ziel, hun lichaam
te verkoopen?
Moeten ook zij de wolven worden
der sloppen en stegen, de dwergen
der fabrieken, de publieke vrouwen
der straten?"
Kan het schrijnender? Kan de aan
klacht tegen ons allen, die eenig mede
zeggingschap hebben, feller gesteld
worden
Kennedy ziet slechts één oplossing
voor de armende revolutie, de geweld
dadige omverwerping.
Daar toe zal het zeker komen, als
niet op tijd wordt ingegrepen. Als de
Staat, de Volksvertegenwoordiging zich
niet ten volle bewust is, dat alleen
krachtige Staatsbemoeieng in den vorm
van afdoende sociale wetten deze wan
hopige toestanden kan verbeteren, zeker
dan wordt de brandstof voor een bloedige
revolutie in massa's opgegaard.
Als het conservatisme, met. of zonder
christelijk etiket, voortgaat zich weinig
of niet te bekreunen om zulke voort
woekerende misstanden, zeker dan zal de
geschiedenis eenmaal een herhaling der
Fransche en Russische revolutie boek
staven. Doch als een gezonde democratie
den Augiasstal weet te reinigen, zal
Kennedy's profetie een schrikbeeld
blijken.
Zullen de grooten der aarde het be
grijpen? Hier dient een vraagteeken
gesteld.
De Grondwetsherziening.
Vrijdag j. 1. heeft de minister van
Binnenlandsche zaken de commissie tot
herziening der Grondwet geïnstalleerd.
Zooals wij in een vorig artikel opmerk
ten, is de regeling van 't kiesrecht niet
onder de taak der commissie begrepen,
de regeering zal zelf met voorstellen
hieromtrent voor den dag komen. Voor
het overige blijft zij vrij alle artikelen
der Grondwet, die naar hare meening
voor herziening in aanmerking zouden
kunnen komen, in behandeling te nemen.
Hare taak zou men dus vrijwel onbe
grensd kunnen noemen. Echter, de rede
voering, waarmede minister Rink de
commissie installeerde, geeft duidelijk
genoeg aan, wat van deze commissie
door de regeering wordt verwacht.
Aan het slot toch zeide de minister
„Wordt dus de taak uwer commissie
behoudens meergemelde uitzondering
(regeling van het kiesrecht) niet expres is
verbis (uitdrukkelijk) beperkt en wenscht
de regeering het terrein van haar onder
zoek dus ook niet verder af te bakenen,
zij meent op de uiteengezette gronden
te mogen verwachten, dat uwe beraad
slagingen en voorstellen zich in hoofdzaak
zullen bepalen tot de navolgende onder
werpen.
1°. De Eerste Kamer.
2°. de vereischten voor de benoem
baarheid harer leden.
3°. het keisrecht voor de Eerste Kamer.
4°. de ontbindbaarheid der Provinciale
Staten.
5°. het al of niet toekennen van het
recht van amendement aan de Eerste
Kamer.
6°. de evenredige vertegenwoordiging.
7°. de verdeeling van het rijk in kies
districten.
8°. de zittingsduur der leden van de
Staten Generaal.
9°. de schadeloosstelling van de leden
der Staten Generaal.
10°. de vereeniging van het lidmaat
schap van een der beide Kamers met
andere ambten of bedieningen en tot
datgene wat verder met die onderwerpen
kan geacht worden in verband te staan
of uit de daaromtrent te formuleeren
voorstellen voort te vloeien."
Reeds deze 10 punten leggen een om
vangrijke laak op de schouders der
Grondwetscommissie. De meesteer van
zijn zoo belangrijk dat wij ze in afzon
derlijke hoofdartikelen zullen bespreken.
Herhalingsonderwijs.
Bij den aanvang der herhalingscur
sussen valt in enkele gemeenten op te
merken, dat niet alle leerlingen welke
zich hebben opgegeven, op het appel
verschijnen. Uit vertrouwbare bron we
ten wij van enkele leerlingen, dat zij
nog niet kunnen komen, omdat
ze nog geen vrijaf van hun haas kunnen
krijgen. Dat is eenvoudig ongehoord. Om
vijf uur, op welken tijd het herhalings
onderwijs in zoowat alle gemeenten be
gint is het in dezen tijd reeds donker. Voor
het werk zijn de knapen dan toch zeker
niet meer noodig.
Voor 't verrichten van allerlei wisse
wasjes wordt hun dan de gelegenheid tot
't volgen van het zoo broodnoodige her
halingsonderwijs onthouden. Wij hopen,
dat het wijzen alleen op dezen misstand
reeds voldoende is om dien te verhelpen.
Intusschen houden wij ons ten zeerste
aanbevolen voor inlichtingen uit alle
Flakkeesche gemeenten, waar zoo'n on
willekeurige dwang plaats vindt.
Hoe meer publiciteit aan zulke erger
lijke dingen gegeven wordt, hoe minder
of ze in 't vervólg zullen voorkomen.
Een stap in de goede richting.
De pas opgetreden minister van marine
kondigt bij de begrooting voor 1906 een
maatregel aan, die niet anders dan toe
gejuicht kan worden. Voorgesteld wordt
over te gaan tot den verkoop van de
monitors Cerberus, Hyena, Haai, Kroko
dil, Wesp en Panter, zoomede van het
riviervaartuig Vahalis. Met bate wordt
daarvan verwacht f 75000
Hiermede wordt dan de eerste stap
gedaan tot opruiming van ons verouderd
marinemateriaal. Hoe men ook denke
over de noodzakelijkheid van eene vloot
voor onze binnenlandsche Nederlandsche
defensie, waarover later nog wel eens
wat te zeggen zal vallen, alle deskun
digen zijn het er over eens, dat onze
monitors en kanoneerbooten absoluut
verouderd en onbruikbaar zijn, dat van
hen in tijd van oorlog absoluut geen
diensten kunnen worden verwacht, ter
wijl hun aanhouden jaar in jaar uit
groote sommen aan onderhoud kost.
Daarom is het des te meer te betreu
ren dat deze eerste stap zoo aarzelend
gezet wordt. Van den aangekondigden
verkoopen schijnt die van de Cerberus,
Hyena, Haai en Vahalis tégen eiken prijs
te zullen geschieden, die van de Kroko
dil, Wesp en Panter, naar de memorie
van Toelichting mededeelt, alleen wan
neer daarvoor goede prijzen gemaakt
kunnen worden,
Dit komt ons glad verkeerd voor.
Hoe eerder de opruiming geschiedt, des
te beter. Aanhouden van materieel
dat voor het doel, waarvoor het aange
schaft is, absoluut onbruikbaar is, is
geldverspilling. Elke cent, die aan ver
der onderhoud besteed wordt, is wegge
gooid geld. Elke gulden die dergelijk
verouderd materieel nog opbrengt, is
winst. En ongelukkigerwijze is het hier
geen kwestie van centen en guldens,
maar zijn er honderden guldens mede
gemoeid. De Krokedil, een der schepen
die de minister alleen, wanneer hij er
een goeden prijs voor kan maken, ver
koopen wil, heeft nog in 1904 alleen
aan herstellingen of onderhoud van den
romp gekost f 2580.21 (zie bijlagen be
grooting voor 1906).
Ik zou daarom de Kamer willen ver
zoeken bij den minister aan te dringen
op verkoop tot eiken prijs. Wat er voor
gemaakt kan worden, is o. i. winst aan
beide kanten door besparing van kost
baar onderhoud en ontvangst van een
grooter of kleiner bedrag aan contanten.
Maar niet alleen wat den aangekon
digden verkoop zelf betreft is de eerste
stap zeer aarzelend gezet. Er had dadelijk
veel verder moeten zijn gegaan.
Er wordt bij de begrooting van marine
alle jaren voorgelegd een staat, inhou
dende een algemeen overzicht der sche
pen en vaartuigen van oorlog, laatstelijk
naar den toestand op 1 Juli 1905.
Gaan wij dezen staat eens na, dan
stuiten wij op nog heel wat materiaal,