N T fl Officieel Nieuws- en Advertentieblad ie, voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. 5de Jaargang. Woensdag- 8 November 1905. No. 50 Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij EEN SCHITTERENDE GEDACHTE. mmm ten er- sr- 9n per iam. I Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. "CTItg-a/ve cl er te Middeiharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. Christelijke strijdwijze in de 20ste eeuw. Men heelt het uns van antirevolutio naire zijde wel eens kwalijk genomen als wij herhaaldelijk wezen op het tegen strijdige in den samengang van Rome en Dordt. De calvinistische pers, eertijds zoo fel tegen de partij, die haar wacht woord ontvangt „van over de bergen", heelt in de verkiezingsdagen er op ge wezen, dat Rome toch niet zoo gevaar lijk was. Immers, brandstapels en scha votten zouden nimmer meer verrijzen het bloed der martelaren, waarvan dr. Kuyper eenmaal zoo roerend sprak, belette niet langer, dat de strijdbijl, althans op politiek terrein tusschen de kampvechters van voorheen werd be graven. Nu kunnen wij gereedelijk toe geven, dat brandstapels en schavotten uit den tijd zijn, we hebben nimmer gezegd, dat deze bij clericale overheer- sching nog weer zouden rooken van de gemartelden. Is evenwel met de ver dwijning dier eenmaal „christelijk" ge noemde tuchtmiddelen om de afvalligen terug te brengen tot de ware leer, ook de aard van het oude Rome veranderd? „Rome verandert nooit", heeft eenmaal een staatsman gezegd. Zoo is het. Zoo lang de Roomsche kerk zal bestaan, zoolang zal uit haar voortkomen een priesterheerschappij, die de gansche maatschappij, die elk individu voor haar wil zal trachten te doen bukken. Pijnbank en schavot zijn uit den tijd, doch zijn de moderne tuchtmiddelen der heeren, welbeschouwd minder wreed? Zijn de honger en de boycot, voor welke „tuchtmiddelen" althans de eene helft der „christelijke" coalitie niet terugdeinst, in wezen minder erg? Van tijd tot tijd komen feiten uit het donkere zuiden des lands publiek, welke aan- toonen, dat wij volle recht hebben er op te wijzen tot hoe onchristelijke, onmee- doogenlooze middelen deze mannen die zich „christenen" noemen, hun toevlucht nemen om anders denkenden uit hun brood te stooten of het verblijf in een FEUILLETON. van Grete Olden, (17) door K. te iW. Maar dit alles was nog niet genoeg, zijn zware, gouden bril, die zijn krachtig ontwikkelde neus sierde, had moeten plaats maken voor een licht lorgnet, waardoor zijn verweerd gelaat de uitdrukking van vertrouwenwekkende schelmschheid kreeg. Om de algemeene verwondering ten toppunt te voeren had de overste na die uitwendige verkleuring ook nog op wandelingen zijn handen met helroode handschoenen versierd. Zulk een totale verandering liet zich slechts op één wijze verklaren in het hoofd van den niet meer jongen vuurvreter moesten vrijersgedachten ontstaan zijn. Toen op zekeren dag een doorreizende neef van de dichterlijke Oost-Pruisische zoo terloops sprak over haar aandeel ingeen uitgehreiden houthandel en over haar groote, rijk ingerichte woning in de stad, was den overste ietsin de gedachte gekomen en toen hij den volgenden morgen ontwaakte, verscheen zijn tot nog toe door hem verwaarloosde huisgenoote hem in een geheel ander licht fcn ontdekte hij deugden in haar, welke tot op dezen dag verborgen gebleven waren. Hij had van dien dag af puttend, uit de overrjjke Roomsche streek onmogelijk te maken. De lezer leze tot motiveering onzer uit spraak het volgende eens. In het Brabantsche dorp Oosterhout breidt de tabaksindusti ie zich sterk uit. Onder het vermeerderd aantal tabaks bewerkers bevinden zich sociaaldemo craten. Een Roomsch katholieke vak- vereeniging dier werklieden verspreidde daarom de volgende circulaire „Het zal UEd. bekend zijn dat in het begin van dit jaar de tabaks-industrie in Oosterhout zich aanmerkelijk heeft uit gebreid. Het gevolg hiervan is geweest dat met een groot aantal katholieke ta baksbewerkers, een niet onaanzienlijk getal socialisten hunne intrede in Ooster hout gedaan hebben. Om den heilloozen invloed dier volks opruiers te breken en zoo mogelijk hen uit deie gemeente te verwijderen, heb ben zich, onder' volle goedkeuring en aanmoediging derGeestelijke Overheid, de katholieke tabaksbewerkers tot een R. K. Gilde vereenigd. De heilzame gevolgen zijn niet uitge bleven, en reeds in den korten tijd van zijn bestaan heeft dit Gilde een merk baren invloed uitgeoefend. Om echter den strijd tegen het so- cialismus vol te kunnen houden en het voor goed buiten de muren van Ooster hout te verwijderen, is hulp noodig, ja- dringend noodzakelijk. Aangemoedigd door het eerste welsla gen, en overtuigd dat het bedreigde heil der arbeidende klasse in deze stede UEd. ter harte gaat, nemen wij eerbie dig de vrijheid UEd. het donateurschap van dit Gilde aan te bieden. De kosten van dit donateurschap, wel ke niet minder mogen zijn dan de som van één gulden, laten wij geheel aan uwe welwillendheid over. Hopende, dat bij het aanbieden der donateurskaart het bestuur van het R. K. Tabaksbewerkers-Gilde: „St. Antonius van Padua" bij UEd. een gunstige ont vangst moge ondervinden, hebben wij de eer te zijn met de meeste hoogachting" van UEd. de d. d. Het Bestuur, J. v. Rijzenwijk. voorz. J. v. Emmen, secr. Geestelijk-Adviseur: H. Wijting, kapelaan. bron zijner herinneringen, de luistergrage dame de eene geschiedenis na de andere verhaald en als het dichterlijke woord: „zij bemint mij, want ik heb hét gevaar getrotseerd," waarheid bevat, dan moest wel spoedig in haar hart het vuur van het zoogenaamde medelijden hoog oplaaien. De verhalenjjder krijgsavonturen van den overste waren zoo overvloedig gekruid met bloedige tafe- reelen en huiveringwekkende ijselijkheden dat men erkennen moest in den verteller een held te zien die zich slechts door vermetelen moed uit de ha- chelijkste omstandigheden had weten te redden, de dames waren soms op het punt in een flauwte te vallen. Een blik op zijn rood, blozend gelaat gaf evenwel steeds de verzekering dat zijn leeuwenmoed en zijn gelukkig gesternte hem uit alle gevaren ge red had. In het algemeen vonden de verhalen van den overste veel bijval, slechts mijnheer Baldenius vond het onuitstaanbaar dat die man over niets anders dan zichzelf en zijn geschiedenis sprak. Hij had daarom, zooals hij zich spottend uitdrukte, het ge zelschap van dezen „alleensprekcr'' steeds vermeden. Nu de overste zich bij het drietal aansloot ontstond er een heftige strijd tusschen de beide heeren, wie van hen de geheele" aandacht der dames tot zich kon trekken. Mijnheer Baldenius, die juist wilde beginnen een aanval van wilden, gewapend met vergiftige pijlen, te beschrijven, liet zich zoo maar niet bet zwijgen opleggen door den overste, toen deze begon„Dit terrein herinnert mij levendig aan een tocht doorde Vogezen, dien wij den 25sten September 1870,'s mor gens tusschen vijf en zes uur aanvingen," waarmede hij zijn aanstalten mviakte tot een t»n weerstaan baren aanval op het hart der dames. Onder volle goedkeuring en aanmoe diging der Geestelijkheid worden in deze circulaire andersdenkenden gedreigd met honijer, met verjaging uit de gemeen tel! Men ziet, de middelen mogen anders zijn geworden, de aard is dezelfde geble ven. De „christelijke" kapelaan Wijting achtj het volstrekt niet onchristelijk een andersdenkende uit zijn gemeente te verjagen. Het is immers maar een so ciaaldemocraat. Voor menschen als de heer Wijting is dat nu eenmaal het top punt van verdorvenheid. Maar spijt de bittere vijandschap, die hier uit voort spruit, dat de sociaaidemocratie desterk- ste bestrijdster is der alles neerdrukkende piiesterheerschappij, onvermoeid er op wijst, hoe spijt alle Pauselijke Enci- clinieken de kerk meest partij kiest voor de grooten tegen de kleinen, had de heer Wijting moeten bedenken, dat de sociaaldemocraat ook mensch is en dat zijn strijd, hoe men er daar ook tegenoversta, in de eerste plaats gaat om recht voor die duizenden in onze samen leving, welke het allernoodigste vaak derven. Men moge zijn idealen beschouwen als droombeelden, zijn theorie practiscli onuitvoerbaar achten, zijn productie regeling totaal verkeerd achten, maar men hebbe eerbied voor zijn toewijding aan zijn zaak. Men erkenne, dat die sociaaldemocraten de stuwkracht waren en zijn voor zoo menige hervorming, voor de opheifmg van zoo menigen mis stand. Men besti'ijde hen met kracht van argumenten. Doch nimmer door hen te sluiten builen de gemeenschap, te dreigen met honger en ellende. „Rome verandert nooit." Kapelaan Wyting bewijst het. Twee maten? liet Volk geeft aan de trouwe volge lingen van dr. Kuyper een aardig nootje te kraken. Dr. Kuyper noemt in een zij ner werken onder de landen, die volgens hem „in calvinistischen geest" geregeerd worden, ook Zwitserland. Maar nu hebben daar Zondag jl. zegge Zondag de algemeene verkie zingen voor den Nationalen Raad plaats gehad. Als in ons land op Zondag een vergade ring voor het algemeen kiesrecht plaats heeft, schreeuwendeHollandschecal vinis- ten moord en brand. Sinds de coalitie Ro me en Dordt samen snoerde, knijpt de cal vinistische helft wel een oogje toe, als de Katholieke helft op Zondag landdagen en optochten houdt. Echter in een land, zooals in Zwitserland, dat volgens dr. Kuyper in „calvinistischen geest" wordt geregeerd, gaat men nog veel verder en houdt de verkiezingen op Zondag. Toch heeft men heelemaal niet gehoord, dat de Zwitsersche calvinisten over die ver kiezingen op dien dag kabaal hebben gemaak. Hoe rijmt zich dat te zamen Onwillekeurig verhieven zich de stemmen der hee ren, die zich voor de dames heen naar elkander toe bogen. „Mag ik u eens vragen, welk gevaar er verbonden was aan dien aanval der wilden, een troepje van een twintig zwarten gewapend met ouderwetsch tuig, dat ze nog niet eens hanteeren kunnen?" vroeg de overste. Baldenius lachte spottend en antwoordde toen „Als een van ons den vijand in handen viel, dan wachtte hem marteling en de vuurdood als iemand in Europa krijgsgevangen genomen wordt, geeft hij zijn eerewoord en hij wordt ver van het kogelgefluit en sabelgekletter ergens in een veilige vesting in gekwartierd. Tusschen die twee gevallen bestaat toch wel eenig verschil De dames beproefden tevergeefs als bemiddelaars tusschen beide te komen. Klaartje zette op haar scherpzinnige manier uiteen, dat aan een strijd te gen blanken gevaren verbonden zijn, dateenoogen- blikkelijke dood kan te wachten staan, of een ver schrikkelijke toekomst dreigtmaar in beide ge vallen moet soms met ware doodsverachting gestre den worden, doch kunnen ook stoutmoedige, dap- perp mannen lauweren behalen. De twee heeren luisterden evenwel niet meer naar haar. Ieder was fe veel vervuld met gedachten aan hachelijke oogen- blikken, die voor zijn geest zweefden. „Ik ben met honderd man door vier duizend om singeld geweest, en toch heb ik mij er doorheen ge slagen !"riep de overste. „En ik ben, ik heelemaal alleen, ben in hotsing gekomen met een negerstam, die wel zeventig kop pen sterk was," wierp Baldenius tegen. „Ik heb het acht en veertig uren uitgehouden in een boerenwoning, die van alle zijden beschoten Een verbond met België. Wij zien in zoo'n verbond voor ons land slechts nadeel, schreven we de vorige week. Vermeerdering van militaire lasten kan er slechts het gevolg van zijn. De „militaire" voorlichters stellen ons nu reeds in het gelijk. In het Bel gische blad, de Petit Bleu, schrijft de heer Léon Hennebicq een artikel over een toekomstig verbond en daarin waar schuwt hij, dat men vooral niet denken mag dat zulk een verbond tot inkrim ping voor militaire doeleinde zou kunnen leiden." En juist in ons land openbaart zich meer en meer de noodzakelijkheid te bezuinigen. Op de millioenen in den militairen putEen verbond met België zou tde pogingen tot vermindering van uitgaven belemmeren, dat erkent de Belgische schrijver volmondig. Nog dui delijker zegt ons de Nederlandsche ge neraal den Beer Portugael, wat een koopje we ons zeiven zouden leveren, als wij zoo dwaas waren met België een ver bond te sluiten. In een onderhoud met den Belg Engéne Baie, verklaarde immers doze generaal: „De forten van Antwerpen, van de Dyle en de Maas vormen geduchte ver dedigingslinies. Maar daartoe moet een gemeenschappelijk verdedigingsstelsel zich niet bepalen. Men zou met ernst de versterking van Terneuzen en Ellewouts- dijk ter hand moeten nemen." werd. Daartoe behoort moed!" donderde de overste terug. „En ik— en ik-- ik ben in een boot met twee negers de Wamirivier afgevaren, acht weken lang had ik geen ander voedsel dan kokosnoten en wat vleeschpepton. Daartoe behoort...." „Een goede maagviel de overste in. De Oost-Pruisische beging de groote fout om deze scherts te lachen. Klara wierp haar een verwijtenden blik toe, en maakte aan het twistgesprek een eind, door zich tot Baldenius te wenden en hem een vraag te doen, die hem bijzonder interesseerde en waardoor hij in een afzonderlijk onderhoud met de vraagster gewikkeld werd. In het vuur van hun gesprek, waarin echter niet de minste shatelijkheid voorkwam, ge raakten zij een eind bij de anderen achter, die al voortgaande, hen evenwel niet schenen te missen. De zon steeg ondertusschen al hooger en hooger, en toen zij haar toppunt voor dien dag bereikt had, wandelde de kleine karavaan nog steeds langzaam verder en lag de bergtop, het doel der wandeling, nog ver in het blauw verschiet. Eerst zeer bescheiden, daarna wat vrijer en einde lijk brutaal indringerig kwamen een drietal gasten zich hij het gezelschap aanmelden, het waren dorst, honger en vermoeidheid. In het plaatsje Schellenberg, op den berg waarh-en de tocht had moeten leiden, was in het bote-" ^en diner bestelddoch tegen de raadgevingen v<*n «en begeleidenden huisknecht had men den gewonen en zekeren weg verlaten en zooveel zij pad erj/ngeslageiv dat men nu ongeveer even ver van ScVe'»en«eT8 a*9 van Anthoniënhoogte verwijderd wa?- (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 10