Buitenlanclsch Overzicht.
2
als een kracht ten «oede beschouwt, niet
eens te woord behoeven te staan en
hun adressen naar de Snippermand te
kunnen verwijzen, liet werd hoog tijd,
dat dezen ambtenaar eens te kennen
werd gegeven, hoe men van hoogerhand
wenscht dat de hooger gestelde ambte
naren zich voortaan zullen hebben te
gedragen tegenover de organisatie's.
De weg naar 't Socialisme.
I.
Verleden week diende voor de recht
bank te Arnhem de zhak van 't zooge
naamde, beruchte Wielinga- sommetje.
In zijn verdediging van den beklaagde,
een „christelijk" schoolhoofd uit Bever
wijk, zeide mr. van Lennep, de christelijk
birtorische verdediging. „De openbare
school is een sectesehool." Herhaaldelijk
is zoo'n dwaas praatje al verkondigd,
dat weten we uit de verkiezingsdagen. De
openbare school kweekt liberalen,
schreeuwt zonder bewijzen van te voeren
de eene tegenstander. Men kijke b.v.
maar naar Flakkee
Ze kweekt socialisten, krijt een ander.
Bewijzen kunnen de schreeuwers dat
niet, maar weet je, lezer, Barbertje moet
hangen en dusde openbare school is
een sectesehool, kweekt socialisten enz.
enz.
Richt „christelijke" scholen op, galmt
een derde, dat is je ware. Bolwerk tegen
liberalisme Bolwerk tegen socialisme
Ja, als er nog honderd ismes waren,
was de kerkelijke school daar ook nog
een bolwerk tegen.
De kracht van dat bolwerk blijkt
onder andere uit de redevoering, die de
heer Schaper op 22 Maart 1905 in de
Tweede Kamer hield.
Toen zeide deze sociaal-democratische
afgevaardigde onder meer:
„In 't voorloopig verslag is reeds op
genomen een statistiek van de leden der
sociaal-democratische arbeiderspartij, uit
de bijzondere school voortgekomen. Uit
een enquête is gebleken, dat 27 °/0 van
onze leden toen waren gekomen van
bijzondere scholen. Maar die statistiek
is niet volledig opgenomen. In 1880, toen
dus het geslacht schoolging dat thans
den leeftijd heeft bereikt om tot onze
partij te behooren, was het aantal kin
deren, dat op bijzondere school ging,
slechts 29, 62 °/0- Nu is 27 °/0 van onze
partij op de bijzondere school geweest,
men zou bijna kunnen zeggen, dat er
meer kinderen van de bijzondere school
in onze rangen komen dan van de open
bare. Als de heeren eens hun eigen ge
lederen! nazien zullen zij zien, dat er
mannen van naam in onze partij zijn
wier vaders naam een goeden klank had
in de christelijke partij. Ik heb hier een
bundeltje artikelen, overgenomen uit
de Standaard van 1875, aan den voet
van het titelblad staat de naam van een
indertijd bekend antirevolutionair uitge
ver, ik heb onlangs bij zijn zoon gelo
geerd, een socialist. Maar hij is lang niet
de eenige. Er is gezegd wie de jeugd
heeft, heeft de toekomst, en in het voor
loopig verslag is ons dat in de schoenen
geschoven. Neen, dat is niet waar; al
thans niet ten opzichte van de prille
jeugd. De liberalen hebben de jeugd
gehad, en kregen zij de toekomst Wij
weten op het oogenblik welbeter! De
jeugd, wordt niet gevormd in de school,
door de opvoeding in de prille jeugd;
wat het kind wordt, wordt het later,
als het begint te onderscheiden en leert
nadenken.''
Wat leert de statistiek van den heer
Schaper
Dat het „bolwerk" den weg tot het
socialisme niet verspert, doch zelfs effe
nen kan. Daarover willen wij de vol
gende maal nog {eenige citaten geven.
(Wordt vervolgd).
De kinderen van de straat!
De winter staat alweer voor de deur.
Was het niet, dat we het merkten aan
de langere avonden, de troepen jongens,
die het halfduister gebruiken om te ge
makkelijker kattekwaad te kunnen uit
voeren, zouden het ons wel in herin
nering brengen. Men heeft b.v. maar op
,een of anderen avond tusschen zes en
acht op Zandpad of Westdijk in onze
grootste Flakkeesche gemeente eene kijk
je te nemen om zich te verbazen èn
over de houding èn over de taal van
opgeschoten knapen.
Hebben die knapen niets beters te
doen"? Vinden hun ouders dat verblijf
op de straat goed? Ja, zegt er al gauw
een, maar je kunt ze toch niet altijd
thuis houden, je bent klein behuisd-, je
bent al blij, als ze er eens uit zijn.
Best mogelijk, vrind, antwoorden wij,
maar daarom heb je de straat nog niet
als verblijfplaats te kiezen! Wat voor
goeds leeren je jongens daar! Weet je
niet, hoeveel overlast die knapen de
voorbijgangers aandoen? Weet je
niet, hoeveel verkeerds ze op die straat
aanhooren? Heb je wel eens acht ge
slagen op hun laffe, vaak slechte straat
deunen? Heb je nooit gehoord, hoe de
bewoners van Zandpad en Westdijk kla
gen over de straatjeugd. Weet je wel,
dat ook jou kinderen daarbij behooren
Ziet gij, ouders, als het niet anders kon,
zouden we er u zoo hard niet over val
len. Maar 't kan anders. Binnen enkele
weken begint weer 't Herhalingsonder-
wijs. Daar hooren de meeste van die
knapen, welke 's avonds langs de straat
slenteren. Hun kennis is meestal zeer
gering door slecht schoolbezoek. En dat
niet alleen. Wat ze geleerd hebben, heeft
herhaling en bevestiging o, zoo noodig.
Daarvoor dient die Herhalingsschool.
Daar moeten uw kinderen zijn in plaats
van op de straat.
De gemeente stelt de gelegenheid open,
de tijd is voor geen jongen een bezwaar.
Van vijf tot zeven is in den winter
wel 't geschiktst. Is het dan niet treurig,
dat in twee gemeenten als Middelharnis
en Sommelsdijk met een zevenduizend
inwoners nauwelijks 20 (zegge twintig)
leerlingen voor dat onderwijs gevonden
kunnen worden
„Maar mienjoo'n heit er geen zin in".
Zoo verontschuldigde zich een vader.
Maar, beste man, je hebt in dit geval
naar den zin van den knaap niet te
vragen. Als hij nog zoo weinig beseft,
wat voor hem noodzakelijk is, dien je
als ouder te zeggenje moet er heen.
Moet bij den vader het besef, dat zijn
jongen die kennis broodnoodig heeft,
niet luid genoeg spreken om den wil
van den knaap te doen bukken voor
den zijnen?
Er is een volkszangschool voor Mid
delharnis en Sommelsdijk.
Er is een kinderzangschool.
Daar moesten veel meer kinderen aan
deelnemen. We zien er 's avonds zoo-
velen langs de straat slenteren, die zich
heel wat beter konden vermaken door
hun avond in die vereenigingen door te
brengen. Komt, ouders, ook hiervoor is
uw medewerking, broodnoodig.
Zorgt, dat 't Herhalingsonderwijs in
den aanstaanden winter vruchten afwer-
pe ook voor uwe kinderen. Toont, dat
ge beseft, hoe verkeerd dat straatslente
ren op de kinderen moet werken. Het
is uw ernstige plicht hen verwijderd te
houden van het verkeerde dat ze daar
op die straat hooren. Dat kunt ge het
best doen door ze in hun eigen belang
gebruik te laten maken van het Herha
lingsonderwijs. De kosten behoeven
geen bezwaar,,te zijn. Verreweg de mees
ten uwer kunnen het onderwijs gratis
voor de kinderen verkrijgen. Moge onze
aansporing niet vergeefsch zijn.
Kameroverzicht.
Voor we ons eigenlijk Kameroverzicht
beginnen, moeten we een enkel woord zeg
gen over enkele punten der Staatsbegroo-
ting. We vinden daarop o. a. vermeld f2400
voor herstel van bekleeding van leuning
stoelen, in de Ministerzaal van 't gebouw
der Tweede Kamer, en f 190000 als eerste
termijn van een bedrag van niet minder
dan zes honderd vier en dertig duizend
gulden voor aanbouw van stallen op het
Loo. f634000, dat is 2/3 van de lOopcenten
der Bedrijfs- en Vermogingsbelasting. En
dat voor nieuwe stallenHet Ministerie
hadde wijzer gedaan dezen post, die nog
afkomstig is van 't kabinet Kuyper, terug
te houden. Uit een schatkist, waarin geen
geld is voor pensioneering van ouden van
dagen, gaat men geen 6 ton besteden voor
paardenwoningen, ai zijn 't dan koninklijke
paarden. Wfj hopen dan ook, dat de Tweede
Kamer den minister in overweging zal
geven dezen post terug te nemen. Ze is
ons een beetje te royaal.
De behandeling van 't adres van antwoord
op de Troonrede gaf aanleiding tot een uit
gebreider discussie dan men wel zal ver
wacht hebben.
De hoofdschotel vormden de herziening
der Grondwet en de houding der regeering
tegenover de vakorganisatie. Op beide pun
ten is de regeering, bij monde van den heer
de Meester, kranig voor den dag gekomen.
Hare besliste, heldere verklaringen omtrent
deze twee punten vindt men in artikelen
in dit nummer opgenomen. Tegen de hou
ding der regeering kwam vooral de oudli-
berale heer Van Karnebeek in verzet. Nu,
dat is geen wonder. Van algemeen kies
recht wil deze party nu eenmaal niet weten;
tot sociale hervormingen is ze niet dan
schoorvoetend over te halen, van de be
moeiing van den Staat met de arbeidsver
houdingen heeft ze zich steeds afkeerig
betoond, haar conservatisme brengt er haar
toe, elke poging tot democratische ontwik
kelen tegen te gaan. Dat dus de heer Van
Karnebeek allerminst vriendelijk gestemd
zou zijn over de besliste houding der re
geering, is verklaarbaar. Even verklaarbaar
is het, dat de regeering zich door vrees
voor de houding dezer partij niet heeft
laten tegenhouden.
De heer Troelstra bracht in zijn rede ook
nog de houding onzer Indische troepen bij
de jongste gevechten ter sprake. Mag men
de dagbladen gelooven, dan is 't daarbij
weer eens bar toegegaan. Zoo zou bjj de
inneming van een plaatsje, Batoe Batoe,
een kampong (een soort van inlandsch dorp)
in brand gestoken zfjn, waardoor nagenoeg
alle bewoners verbrandden, daar één der-
uitgangen in brand stond en voor de andere
onze troepen stonden.
B(j een andere gelegenheid zou last ge
geven zijn alle bewoners van een omsin
gelde kampong neer te schieten. Op die
manier zou dan wederom de hooggeroemde
„beschaving" aan die inlanders gebracht
worden. Precies weer de tooneelen, waar
over de roomsch-katholieke afgevaardigde
de Stuers verleden jaar zoo flink opkwam.
Minister Pock zegde een zeer ernstig on
derzoek naar de vermelde feiten toe.
Het debat over't Adres was ingeleid dooi
den heer Heemskerk, die wilde weten of
aan de opdracht, die aan den heer Borge-
sius was gegeven tot vorming van een
ministerie, een andere was voorafgegaan
en of de partijen der rechterzijde ook ge
raadpleegd waren. Verder wou hij graag
weten of de regeering de verantwoordelijk
heid van de formatie van 't kabinet door
den heer Borgesius aanvaardt.
De minister antwoordde, dat hij zeer na
tuurlijk op de eerste vraag het antwooid
schuldig moest blijven, op de tweede vraag,
dat de mannen, die 't kabinet vornjen zich
van den politieken toestand ernstig reken
schap gegeven hebben, maar dat de vraag
of ook leden der rechterzijde zijn aange
zocht, daarvan niet noodzakelijk deel uit
maakt en op de derde, dat de ministers de
volle verantwoordelijkheid door haar zitting
nemen in 't kabinet aanvaarden.
Zonder hoofdelijke stemming werd ten
slotte het Antwoord aangenomen.
Als lid der commissie, die H. M. dit ant
woord aanbood, fungeerde ook de heer
Patijn.
PROVINCIALE STATEN ZUID-HOLLAND.
Ged. Staten stellen voor aan de gemeente
Middelharnis een subsidie van f 1500 te
verleenen in de kosten van de restauratie
van het raadhuis, uit te betalen nadat het
werk overeenkomstig de ingezonden plannen
en met in acht neming van de daaromtrent
door de regeering gemaakte en aan het ge
meentebestuur medegedeelde opmerkingen
zal zijn voltooid,
Aan de Prov. Staten zijn door Ged. Sta
ten ter goedkeuring aangeboden ontwerp
besluiten tot wijziging van de bijzondere
reglementen voor den polder Oud-Herkingen
(gemeente Herkingen), alsmede een ontwerp
besluit tot intrekking van de in 1890 vast
gestelde bijzondere reglementen voor den
polder het Oudeland van Middelharnis en
Duivenwaard (gemeenten Middelharnis en
Sommelsdijk) en Duivenwaard (gem. Nieuwe
Tonge), en tot vaststelling vaD een bijzonder
reglement voor die twee vereenigde polders
onder den naam „de Oude polders loozende
op de haven van Middelharnis".
Zal de afdeeling Zuid-Holland van de
Vereeniging tot bevordering van de pluim
veehouderij in Nederland allengs haar doel,
de bevordering van de hoenderteelt, nader
kunnen komen, dan kan zij in de eerstvol
gende jaren het provinciaal subsidie, van
f 250 niet ontberen. Ged. Staten meenen
dan ook, dat er alleszins reden is het subsidie
voor 1906 en vervolgens tot wederopzegging
toe te kennen, en hebben in dien zin een
voorstel aan de Prov. Staten gedaan.
Brought on Brandenburg, gouvernements
landverhuizers inspecteur, heeft een rapport
uitgebracht omtrent de gevaren, waartegen
landverhuizers bjj aankomst in Amerika
zich hebben in acht te nemen. In bedoeld
rapport komen mededeelingen en beschou
wingen voor, die vooral ook voor Nederland
van belang zijn, met het oog op de vele
duizenden, die hetzij onmiddellijk van daaruit
of wel elders van langs Rotterdam naar de
nieuwe wereld vertrekken.
Allerlei verachtelijke lieden, ware para
sieten, in den vorm van kassiers, kwartjes
vinders, agenten enz., ja zelfs advocaten,
azen op het geld der inkomelingen.
Inspecteur Brandenburg zegt honderden
gevallen van bedriegerijen te hebben geboekt
binnen een jaar, en het zouden er duizenden
zijn geworden, zegt hij, indien hij, in plaats
van alleen de klagers aan te hooren, elkeen
had gevraagd naar zijne ervaringen. Elke
dag werkens en onderzoekens onder de
aankomelingen vermeerdert het aantal be
wijzen, hoe die lieden worden opgelicht en
uitgezogen.
President Eliot Norton, van de Italian
Society, en directeur Hagos, van de Hun
garian Society, commissaris Watchman en
andere belanghebbenden bij de immigratie,
zullen den toestand ten spoedigste nauw
gezet onderzoeken, en bij de aanstaande
immigratie-conferentie zal het onderwerp
besproken worden.
Eenige gevallen worden door den inspec
teur, als voorbeelden uit vele, aangehaald.
Al deze klachten zijn behoorlijk bewezen.
Hoe de autoriteiten die rnenschen langer
aan zulk een behandeling blootstellen, is
onbegrijpelijk. Er behoorde immers door
medewerking vooral van het stadsbestuur
een veldtocht te worden ondernomen
tegen die schandelijke omgeving van Bat
tery Place, waar de roofvogels nestelen,
welke azen op de uit het Barge Office ko
mende, van Ellis Eiland gelande immi
granten.
Volgens statistische opgaven schat inspec
teur Brandenburg den geldvoorraad, waar
over in 1904 de gezamenlijke immigranten
konden beschikken, op ongeveer 70,000,000
alléén voorzoover betreft degenen, die te
New York landden. In de haven van deze
stad kwamen 1.1. jaar pl.m. 62 pet, van het
totale getal immigranten binnen.
En uit tal van gevallen, behandeld door
de „Society for Protection of Italian Im
migrants" is de klacht van 70 Italianen,
betredende hunne behandeling door het
groote bankiershuis Vincenzo de Luca Go,,
alsmede de zoogenaamde Atlantic Coast
Lumber Compagny. De bankiersfirma han
delde voor laatstgenoemde in dier voege,
dat van elk der 70 personen li/2 dollar als
huurpenning werd opgestreken en de bank-
agent de Italianen overbracht naar een
Clyde Lineboot. Zij zouden per dag, door
voor genoemde houthandelaarsfirma te
werken, een dollar verdienen benevens
voeding en kosteloos van New York heen
en terug worden vervoerd.
De Italianen begonnen 29 April te werken
en bleven 14/i2 dag aan den gang. Tegen
over den inspecteur werd onder eede ver
klaard door drie der werklieden, dat zij in
het geheel per hoofd niet meer dan 3, en
sommigen in het geheel niets hadden ont
vangen. Een van de zeventig werd bij het
boomenkappen gedood. De maatschappij
hield de begrafeniskosten van de loonen af.
Aangezien de mannen een vervolging wil
den instellen tegen de Atlantic Co., namen
zij advies bij De Luca, maar deze hield de
consultatiegelden, doch weigerde verder
gevolg aan hun klacht te geven,
Toen er van wege genoemde emigranten
maatschappij tusschenbeide werd getreden,
zeide De Luca, dat bij de gelden had op
gestreken voor een bevriend advokaat,
Donato Perillo, aan de Cunard Steamship
Line verbonden, terwijl hij slechts 1 per
hoofd had berekend, hoewel het tarief
doorgaans hooger was.
Nadat De Luca en Perillo beiden met veel
moeite voor de commissie van Immigratie
ontboden waren, loochenden beiden nota
bene hunne bekendheid met de afgezette
immigranten, zoowel als met de Atlantic
Co. Het eenige resultaat was, dat besloten
werd, den Commissioner of Licenses op te
dragen, dat aan De Luca onder de nieuw
in te treden wet geene verdere vergunning
zouden worden verstrekt, om als Employing
Agent op te treden.
Het zijn echter niet alle Italianen, maar
evenzeer Hongaren, Duitschers en Russen,
die de stof leverden voor inspecteur Bran-
denburgs leerzaam rapport en vooral van
de laatste nationaliteiten worden jaarlijks
duizenden aangevoerd over Nederland. Te
New-York loeren volgens bedoeld rapport
zoowel Amerikaansche als Duitsche en an
dere roofvogels op de onbeholpen „green
horns."
Tegen zekeren John. Pierce Comauny werd
door Francis Malde ondereedegetuigd.dat
een agent van eerstgenoemde, genaamd
Tony Rose, zich bij hem aanmeldde met het
aanbod van eene goede betrekking tegen
S 10.- „employment fee". Malde nam dit
aan en kreeg werk aan de nieuwe electri-
sche centrale aan llth Aveneu en 50th
Street, waarop hjj Rose nog 1 ten ge
schenke gaf.
Een week later nam Rose denzelfden
Malde en andere door hem geholpen werk
lieden ter zijde en vergde van elk hunner
nog 2, wilden zfj hunne betrekking be
houden. Hij beweerde, dat zulks gebruike
lijk was bjj dergeljjk werk.
Drie weken lang betaalde elk hunner 2
aan Rose, vervolgens eischte deze zelfs 4
en ten laatsten niet minder dan 10. Zfj,
die weigerden die sommen af te dragen,
werden tengevolge van geheime verstand
houding tusschen Cumauny en den aanne
mer van de centrale eenvoudig ontslagen.
Noch Comauny, noch Rose hebben tot
dusver eenige gevolgen ondervonden van
hunne afzetterijen. Alle immigranten zijn
nog steeds aan hen ten prooi.
Zekere Andrew Capetal bedreef een der
gemeenste bedriegerijen, sedert de vorige
maand voorgekomen. Hij huurde aan 1st
Avenue en 4th Street een schamel lokaal,
voorheen pakhuis, en leende een stoel en
tafel, waarop hij door een uithangbord vroeg
om ten minste vijftig Slavische en Duitsche
werklui tegen 1,80 per dag voorbouwar-
beid in Pittsburg. Daarop nam hij er niet
minder dan 110 aan voor wie hij elk $1 als
commissie inde, alsmede 8.70 reiskosten.
Persoonlijk nam hfj allen mede naar het
station, waar men hem ook plaatsbewijzen
zag nemen. In den trein telde hij zijn man
nen met den conducteur en niemand ver
moedde eenig kwaad. Toen het tweede sta
tion, Newark, bereikt was, een half uur
sporens van New-York, werd den werklui
gezegd uit te stappen, aangezien hun plaats
bewijs tot hiertoe en niet verder reikte. De
schurk zelf was ongemerkt aan het eerste
station uitgestapt en verdwenen.
I