1» Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. 5de Jaargang. Woensdag 27 September 1905. No. 44 Flatóeesciis Boek- en Handelsdrukkerij EEN SCHITTERENDE GEDACHTE. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. "O itgra/ve cLer te Middelharnis. Prijs der Advertentiën: van 1 6 regels 0,60. Iedere regel meerQ,!0. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De Troonrede. Verleden week heeft het ministerie dan zijn werkprogram voor de eerstvol gende jaren blootgelegd. Met de be scheidenheid die aan „paganisten" past, onthoudt dit staatsstuk zich ditmaal van de hoogdravende bewoordingen, waar mee dr. Kuyper zoo gaarne praalde. Evenmin doet het luidklinkende be loften van beteugeling der drankzucht, bevordering der zedelijkheid, verheffing van peil der natie enz. enz. welke ten slotte altegader uitliepen op het beruchte staatsstuk, dat Drankwet 1904 heet. Het nieuwe ministerie neemt aller eerst over, wat er goeds was in de ont werpen van dr. Kuyper. Arbeidscontract, (afkomstig van professor Drucker), en administratieve rechtspraak aanvaardt het uit de erfenis van minister Loeff. Daarbij stelt het de invoering der voorwaardelijke veroordeeling en her ziening van het Tweede Boek van het Wetboek van Koophandel in vooruit zicht. De Drankwet, het model-wetje van dr. Kuyper eischt nu al herziening, omdat ze in de practijk moeilijkheden oplevert. Nu dat was wel te wachten. Van 't nieuwe departement zullen we krijgen: ongevallenverzekering voor landbouw, zeevisscberij en koopvaardij. Verplichte verzekering tegen ziekte, in validiteit en ouderdom zullen worden aangeboden. De laatste zal echter eerstin- gevoerd worden, als de middelen er voor beschikbaar zullen zijn. Zeer verstandig, zou men zoo zeggen. Neen, schreeuwt de rechterzijde in koor, ziet ge wel, arbeiders, ze zullen ze invoeren, als er geld is. Geld is er nog niet, jullie kunt dus wachten. Beste vrinden, zouden we zoo zeggen, dat is nou niets anders dan de „paga- nistische" voorzichtigheid, die eerst de dubbeltjes bij elkaar brengt, voor ze uit te geven. De „christelij kheid" van dr. Kuyper deed FEUILLETON. van Grete Olden, (11) door K. te M. In vroolijke stemming bleef het zeischap nog een tijd bij elkander, toen de eigenlijke soiree afge- loopen wasom de ontwerpster van het plan, haar vriendin Klara en Baldenins, de sier van den avond, schaarden zich de bewonderaars. Men maakte elkander de vleiendste complimenten en ieder ontving een rnim toebedeelde hoeveelheid lof. Den heer Baldenius werd herhaaldelijk gevraagd of hij nog niet meer dergelijke liederen kende, doch hij verzekerde ten stelligste dat op Zanzibar slechts dit eene lied bestond, hetwelk bij alle gelegenheden, treurige zoowel als feestelijke, weerklonk. „Ik herinner mij nog nauwkeurig, waar en hoe ik het voor het eerst gehoord heb," begon hij te ver halen, „het was op een nacht op de Roode zee...'! „Wie van de dames of heeren heeft wel eens een nacht op de Roode zee doorgebracht viel hij zich zelf in de rede. „Nu, dan kunt ge u ook geen voorstelling maken van de pracht en de heerlijkheid welke men daar op een nachtelijken tocht geniet," ging hij voorten gaf toen een even levendige als kleurrijke beschrij ving er van. het anders. Die gaf ruim twee millioen aan kerkelijke scholen, grootendeels aan mon niken en nonnen. Doch het „christelijk" kabinet liet het aan zijn opvolger over, de dubbeltje te vinden. Het schonk de millioenen royaal op papier, doch heel „christelijk" wist het het tekort niet te dekken. Dat moeten de paganisten doen En zie eens, de machtige dr. Kuyper heeft reeds jaren, jaren geleden, geroe pen. „Reere, mijn God, ze kunnen niet wachten, geen dag en geen nacht." De machtige minister met zijn groote meer derheid deed voor die kieine luyden nietsen nogmaals niets. Hij gat stapels papier, die de firma Nederbragt in den handel brengt en die je waarschijnlijk binnenkort cadeau krijgt bij een of an dere premieaanbieding van Bolle of Koster, doch tot standbrengen deed zijn Excellentie voor die kleine luyden niets! En welk een zware beschuldiging uit thans de Roomsche Tijd zonder het te willen tegen dr. Kuyper Als de „paganistisehe" ministers nu met hun nuchter verstand zeggen we zullen eerst voor de dubbeltjes zorgen, past dat smalen van Standaard en con sorten u niet. Afwachten, mannen dat blijft de boodschap. Bepalingen zullen getroffen worden om door vooroefening der jeugd de mo gelijkheid te openen om op den duur, eene verkorting van den diensttijd onder de wapenen, te geraken tot verhooging van het militiecontingent, geleidelijk voerende tot weerbaarheid van het ge- heele volk, Dit kan wijzen op de richting, die wij wenscheneen volksleger. Doch daar vlak onder staat een punt, dat ons niet bevalt. „De vraag is in overweging op welke wijze eene voorziening ware te treffen, waardoor zonder verzwaring van lasten de stelling van Amsterdam zou worden voltooid binnen den kortsten tijd, waarin zulks in verband met tech nische eischen kan plaats hebben". Voor deze stelling en't afbreken, ver bouwen, opbouwen en verder herstellen aan torten gaat sinds jaren een millioen zoek. En spijt al die millioenen in den Op de Roode zee, bij zachten westewind, onder een rijk ge8ternden hemel, bij het helder lichten der zee, op een trotsch schip, dat majestueus de golven kliefde had hij voor het eerst het Zanzibarsche volks lied gehoord. Een broeder van den Sultan, die in gezelschap van een Europeeschen hofmeester na een driejarig ver blijf in Parijs weder naar zijn geboortegrond terug keerde, had, omgeven door een groot aantal slaven, op het dek plaats genomen. Droomend zwijgen lag over de door aandoeningen overweldigde groep. Daar' klonk plotseling uit den mond van een slanken negerjongeling, eerst weewoedig zacht, dan krachtig tot het hart doordringend het lieflijke Aï, ai, mia. De broeder des Sultans had bij het hooren van deze dierbare nationale wijs een stroom van tranen ver goten en ook de oogen van mijnheer Baldenius wa ren niet droog gebleven, In weerwil der nachtelijke duisternis moest dit met vreugde opgemerkt zijn door den adelaarsblik van des Sultans broeder, want Bal denius eindigde met de gewichtige mededeeling: „Dit was het begin van mijn betrekking tot Saïd- Pemba. Toen eenige dagen later de hofmeester door een haai opgeslokt werd, trad ik in zijn plaats en kort daarna leerde ik Saïd-Bargansch kennen." Een algemeen O„Ach„Hé 1" bewees, met welk een spanning men naar dit op een sprookje uit de Duizend en één nacht gelijkend verhaal geluis terd had. Spoedig daarna maakte het gezelschap zich gereed uit elkander te gaan nog zelden was de groote zaal van Antonienhoogte zoo laat verlicht geweest. De verschiilende bewoners stegen, nog druk met elkan der pratend, naar hun kamers. Op de trap voelde Rudi plotseling een klein, zacht handje in de zijne. Verwonderd keerde hij zich om, militairen put geworpen, zijn de mili taire deskundigen het over het nut van die dingen niet eens Sommigen noe men de gerenommeerde stelling van Amsterdam een muizenval!! Wij hopen, dat de „overweging van de vraag" zal leiden tot het besluit, den militairen slokop niet meerdere millioe nen in den muil te werpen. Wat toch baat het, waar ons telkens opnieuw wordt betoogd, dat de „beroemde" stelling tot geen resultaat zal leiden? Een troost is 't intusschen, dat wij van dezen minister zeker heel wat min der militairisme te wachten zullen heb ben dan wanneer minister Bergansius ware aangebleven. Over de wijze waarop in de financiën zal worden voorzien, laat de Troonrede zich niet uit. „voor de tijdelijke verster king wordt U bij de staatsbegrooting voor het volgend jaar een voorstel aangebo den voor de duurzame worden maatre gelen voorbereid". Alweer, zeer verstandig, Gaat de mi nister zijn plannen, die in voorbereiding zijn, met enkele woorden u aanstippen, dan ontstaat een onvruchtbaar twistge schrijf. Dr. Kuyper verklaarde in 't eerste jaar voortdurend, dat hij in de ministe- riëele keuken zelf de kok zou zijn en geen ander daarin toeliet. Nu zou men zoo verwachten, dat de kerkelijke heeren van minister de Meester, die notabene pas een goede maand minister is, niet anders zouden verwachten, dan dat hij, als een goede kok, eerst de spijs wei toebereidt, voor ze te presenteeren. Aan ongareof aangebrande schoteltjes hebben we van dr. kuyper onze bekomst al ge noeg gehad. Maar van de rechterzijde moet men zoo iets [dat op berustend afwachten lijkt, niet verwachten. Hoor de Standaard maar: „De Troonrede zwijgt wat betreft het hoofdpuntversterking duurzaam van de geldmiddelen. Alleen dit: er worden maatregelen voorbereid! Ja, dat moest er ook nog bij komen, dat de heeren niets deden!" Het is eigenlijk om te lachen.Datschrijft het hoofdorgaan van dr. Kuyper, die vier het was Klara's hand. Zonder opzien te wekken was zij vlak tot bij hem gedrongen en fluisterde hem met lachende oogen toé „Was dat niet heerlijk Rudi, die dacht dat Klara zijn oordeel over haar gedicht wilde vernemen, antwoordde vriendelij k „Mooi, zeer mooi! Misschien had je het wel een beetje korter knnnen maken." Zijn zuster keek hem eenigszins onthutst aan. .Korter maken Hoe meen je dat Ik spreek over mijnheer Baldenius." „Ah zoo 1" antwoordde de doktor en hij wilde er nog een woord over den man der warme gewesten bijvoegen, toen men de tweede verdieping bereikt had, waar Klara. wilde zij geen opzien verwekken, zich van hem scheiden moest. De doktor klom met een bedrukt hart de trap op naar zijn kamer. Dat wou hem niet bevallen, heele- maal niet! Onder alle hotelgasten was hem Balde nius het minst sympathiek en, als hij dacht hoe druk en vertrouwelijk Klara met dien heer had zit ten praten, dan werd het hem al zeer onbehagelijk te moede. „Zij zal toch ten slotte niet heelemaalNeen, dat is groote onzin! Die fijn gevoelende,dichterlijke Klara, kan toch aan dien man, die eigenlijk slechts een belachelijke figuur is, geen behagen vinden Als ik maar hier boven gebleven was, zou ik zulk een toenadering tusschen die twee wel verhinderd heb ben Zoo dacht de doktor, terwijl hij langzaam zijn kamer op en neer liep. Doktor Schmidtbegon dus zich er een verwijt van te maken, dat hij zyn zuster zoo veel alleen gelaten had. Terwijl hij met de dames Koopmans overal heen zwierf, had zij met de andere bewoners van Anto nienhoogte groote en kleine uitstapjes gemaakt, en de doktor wist maar al te goed hoe snel bij zulk jaren een berg voorbereidde en een drankwetje baarde Dat schrijft het hoofdorgaan van dr. Kuyper, die millioenen schonk aan do kerkelijke scholen enhet te kort ongedekt liet. Waarlijk, 't lijkt er veel op dat Stand aard en consorten aldus bazelen om hun teleurstelling te verbergen over den goe- ven indruk, dien het eerste optreden dan het nieuwe ministerie maakt. Aan het slot der Troonrede wordt de kiesrechtquestie aanhangig gemaakt. „Ten einde den gewonen wetgever vrijheid te geven bij de regeling der kiesbevoegdheid, zal u een herziening worden voorgesteld van de daarover handelende bepalingen der Grondwet. Vooraf wensch ik te doen onderzoe ken, welke fandere wijzigingen nog in de Grondwet moeten gebracht worden." Blijkbaar wordt hiermede de instelling bedoeld van een staatscommissie, die over den omvang der herziening rapport zal hebben uit te brengen. Nu zijn we van staatscommissie's geen groote vrien den. Al te vaak worden het doofpot- commissies en een zaak commissioraal maken, heeft niet ten onrechte een on gunstige beteekenis. Waar echter in vele opzichten het concentratieprogram van 21 Jan. richt snoer blijkt te zijn voor dit kabinet hebben we gegronde verwachting, dat het blanco-artikel het einde der vierjari ge periode zal bekronen. Suma, sumarum, de Troonrede geeft veel, wat ons bevredigt. En wat er niet in staat als bv. staats exploitatie der spoorwegen, daarvoor zal de actie onzer partij kunnen trachten het noodige te doen. Wij zien in goede verwachting den arbeid van het kabinet tegemoet. De Millioenenrede. Kort na de Troonrede heeft de mi nister van Financiën, zooals gebruikelijk is de nieuwe staatsbegrooting aangebo den. Uit den aard der zaak wordt die millioenenrede met belangstelling tege moet gezien. Minister Harte had inder tijd voor het dienstjaar 1904 het tekort een zomersch vacantieleven een zekere vertrouwelijk heid ontstaat. Voor de tweede maal moest hij dezen avond toe geven, dat het maar goed was dat morgen de heer Von Domnitz arriveerde, voor hem zelf en voor zijn Klara. „Dan zal ik aan haar zijde blijven en een waak zaam oog over haar houden. Of nog beterik zal haar trachten te overhalen om met mij af te reizen Wij kunnen de laatste tien vacaDtiedagen aan een kleine reis door Oostenrijk besteden. Dan zijn wij van dit geheele vervelende gezelschap af, en bij de Koopmans wekt het geen argwaan dat ik er niet meer aan huis kom de menschen zouden dit anders in verband brengen met de komst van den aan staanden verloofde en dat zou zeer onaangenaam en buiten de waarheid zijn Nadat de dokter zoo ver met zich zelf in het reine gekomen was, ontkleedde hij zich en blies zijn licht uit, dat het eenige nog was in dit zoo vredige huis. Den volgenden morgen werd door een groot aan tal der hotelgasten een bezoek naar de mijn van Berchtesgaden ondernomen. Rudi, die toch heden nog eenmaal naar beneden naar Koopmans moest, ging ernstig met zijn geweten te rade of hij het verantwoorden kon zijn zuster weder zonder begeleider te laten vertrekken. Niet omdat aan zulk een bezoek bijzondere gevaren ver bonden waren. O neen Een kijkje in de mijn van Berchtesgaden was ongeveer eren gevaarloos en com fortabel als een bezoek aan een museum of een ten toonstelling. De doktor, die er dezer dagen met de dames Koopmans geweest was wist het zeer nauw keurig. Maarmaar— er was een ander bezwaar [Wordt vervolgd.]

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 1