99 Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Groeclereede. EERSTE BLAD. 5de Jaargang. Woensdag 6 September 1905. No. 41 Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij EEN SCHITTERENDE GEDACHTE. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. XJitg-avre d.er te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De Nieuwe Koers. „Ik heb mijn liefde aan een volksleger verpand." Onder zoovele uitspraken van dr. Kuyper is er misschien geene, die de man der kleine luyden zoo spoedig herroepen heeft als deze. Die leelijke socialen zouden dan immers ook een geweer in handen krijgen. Dat futlooze flauwiteitje moest tot argument dienen om dr. Kuyper's ontrouw aan zijn vroe gere democratie te verontschuldigen. Van zoo'n man was dan ook gansch geen strijd tegen het invretend militairisme te wachten. Trouwens, Lohman zou hem gauw genoeg bij de slip gegrepen heb ben, als dr. Kuyper, een aanval op den miliioenen-slokop had durven wagen. Het stramste militairisme heeft onder het zoogenaamde „christelijke kabinet" hoogtij gevierd. Marinematrozen zijn voor de geringste vergrijpen zwaar gestraft, luitenants met een geringe straf vrijgekomen. Met hand en tand verdedigde minister Bergansius steeds de hoogeren. Men denke slechts aan de zaak Reitsma, die volkomen ge lijk had, maar wiens overplaatsing naar een ander garnizoen toch gehandhaafd bleef. Voor alles moest bij dezen minister het gezag gehandhaafd worden. Maar het gezag met de bijvoegingde hoogere heeft gelijk. Van verkorten oefeningstijd was deze bewindsman een verklaard tegenstander. Was hij aan het bewind gebleven, dan waren uitbreiding van het vaste gedeelte, uitbreiding van den eersten oefeningstijd, nog meer millioe- men aan den militairen Moloch zonder twijfel te wachten geweest. De circulaire van minister Staal (we we.zen er verleden week reeds op) ge tuigt, dat we met recht mogen hopen op nieuwen koers aan het oorlogsdepar tement. Het stramme militairisme, dat den mindere eenvoudig als machine beschouwt en den hoogere zoowat altijd in het gelijk stelt, ontvangt met deze circulaire eene flinke waarschuwing, waarvan we hopen, dat ze kracht zal worden bij gezet. F E U L JL L JE T O N. van Grete Olden, (8) door K. te M. Op zekeren dag scheen het dat tot groote bescha ming van mijnheer Schmidt en mejuffrouw Schmidt hun groot geheim zou ontdekt worden. Een nieuwe gast, een Rassin, werd op feestelijke wijze aan al de bewoners van het pension voorgesteld. Nu had het speelsche toeval het zoo [gewild, dat Rudi en Klara juist naast elkander stonden, zoodat vrouw Kloiber op „de heer doktor Schmidt!" on middellijk liet volgen„mejuffrouw Schmidt I" De Russische dame, die met groote waardigheid aan deze ceremonie deelnam, knikte stijfjes en rad braakte „Broeder en zuster, waarschijnlijk ?u Klara meende van schrik in den grond te zinken en ook Radi verkeerde in geen geringe verlegen heid. Op het gelaat der overige leden van het gezelschap kwam een medelijdend lachje: om uit de gelijklui dendheid van den naam Schmidt maar terstond tot bloedverwantschap te besluiten moest men toch uit Rusland en zeker wel van de Aziatische grens ko men. De geheel te goeder trouw zijnde vrouw Kloiber antwoordde: „Neen, deze heer en dame zijn elkander DatJ'de minister het ernstig meent, blijkt uit de zaak Toering. Onze lezers weten, hoe een milicien te Utrecht bij zijn ouders ziek liggende, gedwongen werd naar het militair hospitaal te gaan, hoewel een attest van den burgerge neesheer het transport zeer ontraden had. Eenige dagen later stierf de onge lukkige. Zeer natuurlijk wendde de heer Toering zich tot den minister. De zaak ging niet den doofpot in. De heer T. ontving het volgende antwoord. De Minister van Oorlog, beschikkende op een request van den heer H. Toering, wonende te Utrecht, waarbij deze zich er over beklaagt, dat zijn zoon, nu wijlen de milicien I. Toering in 3 strijd met het advies van den hem behandelenden burgergeneesheer, van wege den militairengeneeskundigen dienst naar het militair hospitaal werd overgebracht, toen hij ten huize zijner ouders wegens ziekte van verlof was achtergebleven; brengt ter kennis van den adressant dat een onderzoek op last van het Depar tement van Oorlog, naar aanleiding van zijn request ingesteld, heeft aangetoond, dat de bepalingen, welke ten aanzien van het in eene militaire ziekeninrich- ting opnemen van militairen, die wegens ziekte van verlof zijn achtergebleven, bestaan, met betrekking tot zijn zoon op eene meer oordeelkundige wijze had den behooren te zijn nageleefd dan thans is geschied, en dat de daarbij betrokken chef vanwege hem, Minister, met deze zienswijze wordt in kennis gesteld. 's-Gravenhage, 25 Augustus 1905. De Minister van Oorlog voornoemd H. P. STAAL. Met algemeene voldoening zullen onze lezers dit antwoord zeker vernemen. De minister toont te begrijpen, dat het ge zag nog anders gehandhaafd kan worden dan ten koste der minderen. Deze eerste teekenen van een nieuwen koers verheugen ons. Dat schijnen zelfs sommige clericale orgaantjes te beseften. Nu er een nieuw ministerie is, worden er pleidooien gehou den voor persoonlijke weerbaarheid, voor afschaffing van de derde herhalings oefening. 't Is voor dr. Kuyper toch wat te zeg gen, dat men zoo iets gaat wenschen, nu er een „paganistisch" ministerie is. Dat de nieuwe koers zal breken met de Kuyperiaansche partijdigheid, doch in de eerste plaats zal vragen naar het landsbelang, blijkt reeds dadelijk uit twee belangrijke benoemingen. Met welk een ophef vermeldden inder tijd Standaard en volgelingen, dat de „onpartijdige" dr. Kuyper den liberalen heer Lely tot gouverneur van Suriname had benoemd. Dat waren nog eens kolen vuurs op de hoofden van die liberale partijmannen. Welnu, het nieuwe Ministerie weet dubbel te stapelen op de clericale coalitie, die de afgeloopen vier jaren letterlijk alle betrekkingen toestopte aan clericale vriendjes. Het nieuwe kabinet benoemde den katholiek Bergansius tot lid van den Raad van State. Het nieuwe kabinet zal den antirevo lutionair Idenburg benoemen tot gouver neur van Suriname. Bravo! Het nieuwe kabinet toont,dat het den juisten weg volgt, het algemeeïi belang dienen zonder partijzucht, zonder zich te storen aan den modderstroom, dien de clericale inktkokers alreeds heb ben laten vloeien. geheel vreemd. De naam Schmidt is zeer algemeen in Duitschland." De Russin scheen deze opheldering niet erg te bevallen, zij wendde zich ongeduldig af met een „zij gelijken anders toch sprekend op elkander." Dit was voor de anderen te veel, allen schoten hartelijk in den lach om zulk een zonderlinge be wering en toen de vreemde verontwaardigd de zaal verlaten had, kwam ieder met de een of andere plagerij op Klaartje toe. De overste meende vroolijk „Maar rood had u daarover niet behoeven Je worden, want het zou toch volstrekt geen schande zijn als de doktor uw broeder was." Sedert dien dag was het samenzijn met.zijn zuster voor Rudi een ware kwelling geworden, en hij trachtte het zooveel mogelijk te vermijden. lederen dag daalde hij naar Berchtesgaden af om zijn ridderdiensten aan de dames Koopmanste wij den. De oude heer had reeds op de eerste wandeling de beste zijn voet verstuikthet ongeval was wel niet erg, maar hij mocht zich toch niet inspannen en verre wandelingen waren ten strengste verboden. Men doorkruiste nu met de drieën alle wegen en paden in en om Berchtesgaden, en daar Toni het al te gek vond tweemaal den zelfden weg te loopen, strekten de wandelingen zich hoe langer hoe verder uit en leidden dikwijls door zeer weinig bezochte, onbegane gedeelten. De algemeen bekende dalen waren in alle richtin gen doorkruist en nu ging het met behulp van goede kaarten verder door streken, waarheen geen reizi gers zich ooit waagden. Toni, wier aardrijkskundige kennis op school aller treurigst was, toonde hier een echt praktisch talent te bezitten zij wist terstond overal den weg. ont dekte zijpaden, die veel sneller dan de op de kaarten Nu de baas weg is. Toen de Juni-verkiezing voorbij was, kon men in sommige vriendelijke cleri cale blaadjes lezen, dat de vrijzinnigen dr. Kuyper weg wilden hebben om zijn „christelijk" beginsel. We ontkennen dit nu even sterk als vroeger. Dr. Kuyper werd door de partijen links ten krachtig ste bestreden om zijn partijdigheid, zijn heilloos drijven, dat ons tot „paganisten" stempelde, zijn ontrouw aan de democratie om lonkjes te kunnen geven aan het conservatisme, zijn beruchte onderwijs wetten, zijn prullige, plagerige Drank wet en de dreigende Tariefwet. Wij zouden deze zaakjes niet ophalen, als niet een merkwaardige bekentenis van een clericaal hoofdorgaan ons daartoe bracht. De lezer herinnert zich, hoe de broeders het altijd hebben voorgesteld, aangegeven wegen tot het doel leiddenkende de namen van alle bergen en bronnenwist de mooiste bloemen te vinden, herkende iederen vogel aan zijn gezangkortom als Rudi naast haar liep en haar verstandig hoorde redeneeren of vroolijk schertsen, kon hij zich moeilijk verbeelden dat dit het zelfde meisje was, dat nog maar een paar weken geleden op de schoolbank zat en daar met tranen in de oogen, om medelijden smeekend haar leeraars aanzag, zoo dra er maar eenige vraag van gewicht tot haar ge richt werd. Toni scheen de gedachten van doktor Schmidt te raden, want op een dagze zaten behagelijk voor een ledig staande herdershut op een tamelijk hoogen bergtopzei ze plotseling: „Ja, ja, doktor! als u mij nog slechts een half jaar daar ginds in uw ver schrikkelijke school gehouden had, dan was ik stellig heelemaal mijn verstand verloren. Ik begon waarlijk al te gelooven, dat een prachtig meer niets anders was dan een blauw vlekje tusschen wat bruin ge krabbel, en dat men slechts in Sydow's schoolatlas de kaartBeiersche Hoogvlakte moest opzoeken om van een berglandschap te genieten. Ik zal heel wat moeite hebben eer ik al die boeken voorstellingen weer gelukkig vergeten ben." Doktor Schmidt was niet in staat terstond een goed antwoord te geven. Hij had tot nu toe al zoo dik wijls met spijt bedacht dat zijn slechtste leerlinge na de vacantie niet meer op de helder groen geverfde schoolbanken zou terugkeerendat hij na deze hel dere zomerweken waarschijnlijk Toni Koopmans wel nooit meer ontmoeten zou. Nu kwam voor de eerste maal heel zacht de gedachte in hem op, dat het zoo toch ook maar het beste waswant nu behoefde hij niet als streng pedagoog op te treden en was hij niet genoodzaakt haar miskenning van hetallerhei- dat in dr. Kuyper het „christelijk" be ginsel bij uitnemendheid werd vertegen woordigd. Ja, bij velen werd de Kuyper- vereering een vergoding, die hen deed vergeten, dat dr. Kuyper een mensch 't is waar een geniaal menschmaar toch een mensch met gebreken was. Standaard, Gentrum, Tijd, Residentie bode, Nederlander -j- de getrouwe vol gelingen hebben „ons christelijk mini sterie" bijna altijd door dik en dun verdedigd, als „christelijk". Nu de baas echter weg is, durven de knechtjes, zouden we haast zeggen. Maar zoo plomp als de antirevolutionaire Rotterdammer er voor uitkomt, is 't toch wel een beetje al te bar. Het blad heeft het over dr. Kuyper's verzekeringswet ten. Nu weten we, hoe ons in de ver kiezingsdagen de pensioenwet-Kuyper als het non-plus-ultra van uitnemende zorg voor de kleine luyden werd afge schilderd. Protfessor Fabius goot over de warme loftuitingen toen reeds een koudwaterbad, door te verklaren, dat de pensioendwang naar „Staatssocialisme" (brrrr de groote boeman) riekte. De Rotterdammer komt thans met het volgende artikeltje: „Laten wij het maar eerlijk zeggen, al was er menigeen in onze antirevolu tionaire partij, die het gevoelde dat prof. Fabius in verscheiden opzichten in dit boek den spijker op zijn kop sloeg, toch was het een pijnlijke geschiedenis, dat verzet moest worden aangeteekend tegen hel streven van ons christelijk ministerie om ons bij hare sociale wetgeving ook te „begiftigen" met den bekenden pen- sioen-dwang, zooals die vanwege het Kabinet destijds werd voorgesteld. „Die werkelijk pijnlijke geschiedenis zal echter, naar we van ganscher harte hopen, wel weer door den tijd worden geheeld. „Nu menigeen weer vrij kan oordee- len, zonder vrees van aan een Christelijk Kabinet onaangenaam te zijn, nu verkla ren wij ons niet te sterk, wanneer wij uitspreken, dat het gros van onze anti revolutionaire partij niet alleen scherp gekant is tegen een slinkschen vaccine- dwang, en tegen een onhebbelijken leer- dwang, maar toch eigenlijk even weinig wil weten van een staatsbemoeizicken ligste, de school met haar boekenkennis ernstig te berispen. Hij zweeg en staarde droomend naar den hemel. Ook de beide dames spraken niet, en niets was hoorbaar dan het zacht geruisch van den wind om de oude hut en het gerinkel der belletjes van de koeien op eenigen afstand. Zonder eenige inleiding zei de moeder op eens „Morgen komt Lothar." Onwillekeurig liep den doktor een rilling door de leden. Toni echter bleef zeer bedaard bij deze herinnering, slechts zeer langzaam maakte zij de opmerking „Dat treft al bijzonder slecht, want morgen wilde ik juist naar Salsburg gaan, en Lothar is altijd zoo lui." „Maar Toniriep de moeder verwijtend en ter stond daarop vervolgde zij „Wij moesten nu maar terstond opbreken anders is het geheel donker voor wij thuis komen en papa zou zich dan ongerust maken." Toni stond gehoorzaam op, doch zei„Eigenlijk hadden wij best hier nog een poosje rustig kunnen blijven, want|ik weeteen zeer korten terugweg, doch als u het wenscht, dan kunnen we ook wel opstappen." Zij stapte langzaam vooruit naar een smal pad, dat naar het dal voerdede moeder en de doktor volgden. Na een kwartier bereikten zij bet punt, waaT het door Toni ontdekte kortere pad begon. Mevrouw Koopmans bleef verschrikt staan. „Maar kind, dat is zoo vreeselijk steil Toni verzekerde op stelligen toon, dat de weg slechts een klein eindje zoo steil was, dan werd hy net zoo gemakkelijk te beloopen als dien zij eerst .varen, doch was minstens de helft korter. (Wordt vervolgd,) gegaan waren,

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 1