Buitenlaiidscli Overzicht. Biimenlandsch Nieuws Niet veel kosten aan den Staat en dan krachtig toejuichen. Jawel. Ook wij verwachten zulke hervormingen br. Arbeidscontract, Administratieve rechts spraak enz. Maar daar nevens hopen wij op Eerstens voorziening in de financiën door een {linken greep in de beurzen van de heeren met eenige duizenden guldens inkomen en als gevolg daarvan Sociale hervormingen met llinke Staats bemoeiing. Aldus in geen gevalOp een koopje. Afwachten alweer Farizeërs, „In Friesland ligt een dorpje Ferwerd. Er was een schoolfeest voor de kindertjes der openbare school. Er was een draai molen. En nou komt het. Een jongetje, dat op de christelijke school ging, kreeg van zijn vader een paar centen, om te draaien in den paga- nistischen draaimolen van het feest dei- openbare schoolkinderen. U weet wel, lezer, die openbare school, door den antirevelutionairen meneer Wirtz, belast met de zorg voor 't openbaar onderwijs door minister Iiuyper, „het kind van een bijwijf" genoemd. Voelt ge nu, lezer, hoe vreeselijk dit jongetje misdeed'? Toen het christelijk jongetje dan ook den volgenden dag op dechristelijkeschool kwam, moest hij voor straf schrijven: „ln den draaimolen ben ik in gezel schap des duivels." In Elburg wordt jaarlijks een school feest der twee openbare scholen, alsmede der christelijke school gevierd. De ge meente geeft daarvoor f 150. De gezamen lijke onderwijzers hadden besloten op dat feestje aan de kinderen een poppenkast te laten zien. Dominee Doevendas, de Hervormde Predikant en Jan Veldhoen, bestuur- deren der christelijke school, verboden de poppenkast van wege de groote „Zonde." Men zegt (doch 't zal wel uit den duim gezogen zijn) dat dominee Doevendas een boek over opvoedkunde schrijft ge titeld: Hoe maken we van onze jongens het best Jan Salie's? Jan Veldhoen zegt men zal er een voorrede (doch 't zal wel uit den duim gezogen zijn) bijschrijven over de stelling: Onthoud uwen kinde ren alle vermaak, dan zullen ze nooit de kat in 't donker knijpen. 't Was kermis te Zwolle. Brave chris telijke jongelingsvereenigingen als „Ge loof en Vrijheid" gaven om de menscben van de kermis te houden, heel stichte lijk in een gebouw in de Goudsteeg te Zwolle kermisvoorstellingen van het optreden van den kleinsten man van Europa. 't Was niet in den onschuldigen draai molen op een feest van Openbare- schoolkinderen, dat aldus geschiedde. Wij hebben dan ook niet vernomen, dat een dergelijke strafregel als aan het „christelijk" jongetje werd opgelegd aan de leden der Zwolsche jongelings- vereeniging. „De kermis is erger dan vergif," zeg gen de tegenstanders. Mogelijk. Maar wekelijks giet de brave clericale pers een nog erger gif uit. Het gif van tweedracht, van godsdiensthaat. Het gif van jodenhaat als in den Helder ge schiedde. Het gif om ons te brandmer ken als paganisten. Erger dan 't vergif van de' kermis, is dit vergif der clericale bladen, dat zij wekelijks en dagelijks den volke trach ten toe te dienen. De straf voor dit misdrijf is in Juni reeds gegeven. Echter niet als een strafregeltje! Een goed begin. De nieuwe minister van oorlog vangt zijn bewind aan met een circulaire, die wij met zeer veel instemming lezen. Er blijkt toch uit, dat de minister er naar streeft de verhouding tusschen minderen en meerderen niet te maken tot de stramme, ziellooze ledepopperij, waarvan de zaak-Reitsma en onlangs de zaak- Toering enkele staaltjes vormen. De uitvaardiging dezer circulaire is een begin, hare uitvoering vraagt, gegeven de stemming, waarmee sommige supe rieuren bezield schijnen te zijn, een zeer krachtige persoonlijkheid. Wij ho pen zeer, dat de nieuwe minister die zal toonen te zijn. Wij nemen van de circulaire een ge deelte over: „De dicipline eischt, dat er gezag zij van boven, en gehoorzaamheid!van be neden. „Zal het gezag op den goeden grond slag berusten, dan moet de drager ervan zijn recht op gehoorzaamheid niet uit sluitend ontleenen al kan hij het voor de wet aan zijn rang; hij moet bij zijn ondergeschikten dat vertrouwen, die toegenegenheid en die toewijding trachten op te wekken, welke bij hen, onafhankelijk van wettelijken dwang de begeerte en den drang in het leven roepen om zijn bevelen met de uiterste inspanning van hun wil en van hun beste krachten ten uitvoer te brengen. „Als een van de meest werkdadige middelen om daartoe te geraken is wel te beschouwendat de meei-dere doe blijken van zijn vertrouwen in, van z ij n genegenheid voor, van z ij n toewij ding aan zijn ondergeschikten. „Een chef moet vertrouwen hebben in: zijn ondergeschikten. Natuurlijk geen blind vertrouwen. Een tactvolle controle blijft steeds geboden. „Maar een chef zal nooit tot een goede inwerking op zijn mindei-en en tot het vestigen van een goede discipline geraken als hij begint met te wanti-ouwen een ieder, die lager in i-ang of jonger is dan hij. „Van wanti-ouwen mag eerst dan spi-ake zijn, wanneer de ondergeschikte door zijn handelingen zijn aanspraak op verti-ouwen heeft verbeui-d. „De wijze, waarop een chef met zijn jongeren en ondergeschikten omgaat, en waarop hij hen opleidt, doet werken en laat werken, moet onderlingverti'ou- wen wekken en voorts in den jongei-e een gepast zelfvertrouwen kweeken, dat hij noodig heeft om komende voor de vervulling van een zelfstandige op dracht, of voor het geval dat hij op eigen initiatief zal hebben te handelen niet te kort te schieten in zijn taak. „De tegenwoordigheid en de inwerking van een chef mogen nooit verlammend, drukkend of onderdrukkend op zijn oudergeschikte werken. Wat van hem uitgaat moet opwekken tot het hoogste en het beste. Overtuigingen mogen niet worden opgedrongen door een eenvoudig machtwoord van den meerdere; de goede vormen en de goede toon moeten ook bij meeningsverschil en bij terechtwij zing steeds worden gehandhaafdkren kende bejegening moet worden verme den." Onnoodig te zeggen, dat de naleving dezer circulaire voor den geest in het leger van 't hoogste belang is. Mits 't ivoord gevolgd wordt door daden. Omtrent de onderhandelingen wordt ge schreven, dat de toestand nog onveranderd is. Graaf Lamsdorf heeft te kénnen gege ven dat Rusland bepaald geen oorlogsschat ting wil betalen in welken vorm dan ook, en toen de correspondent van de Times te Portsmouth dit bericht aan een hooggeplaatst Japanner vertoonde, zei deze: Dan moeten wfj hoe eerder hoe beter een eind maken aan de zaak. Het is duidelijk, zoo voegt de correspondent er bij, dat hij geen hoop heeft op vrede, en dat de kwestie spoedig zal beslist worden. Een ervaren diplomaat, die met dezen correspondent sprak, is echter geneigd in dat alles slechts kunstgrepen te zien. Japan, de minst praatziek van alle mogendheden, zfjn geheimen aan de groote klok hangen; en Rusland, boven alles handig in het ge bruik van woorden om daarmee zijn ware gedachten te bedekken, zou in de kranten bekend maken wat het wil! Dat is toch geheel ongelooflijk. Japan heeft nu voor de tweede maal verzekerd dat het 't besliste minimum zijner eischen had gesteld, dat Sachalin gekocht moet worden tot den prijs dien het vraagt. En Rusland antwoordt: Liever oorlog dan oorlogsschatting onder welken vorm ook. De waarschijnlijk is dat geen van beide meenen wat zij zeggen.dat geen van beide nog zijn laatste woord ge sproken, noch zfjn laatste diplomatieke kaart uitgespeeld heeft. Dat, en dat alleen, verklaart Roosevelts hardnekkige pogingen. Over het algemeen is men niet erg lucht hartig gestemd over den afloop der confe rentie, want nog later wordt bericht: Het heeft er veel van, dat de onderhandelingen op een punt zijn gekomen, waarop niets anders overblijft dan dat de onderhande laars besluiten naar huis te gaan en de kanonnen opnieuw het woord nemer.. Maar het is wellicht niet noodig nog eens na drukkelijk te waarschuwen tegen elke ge volgtrekking uit de berichten die in laatste dagen voor den beslissenden slap verspreid worden. Als een der partijen toegeeft, dan zal dit pas op het allerlaatste oogenblik ge beuren. De Russen geven nadrukkelijk te verstaan dat zij geen oorlogsschatting willen beta len, ook niet in de vermomming eener koopsom voor Sachalin. Maar wel wordt het denkbeeld geopperd, dat Japan een voudig Sachalin zou houden. Ligt dit inder daad in de bedoeling van het Russische communiqué, dan zou Japan moeten kunnen besluiten, de waarde van Sachalin te zamen met een ruime vergoeding voor het onder houd der Russische krijgsgevangenen en een aanzienlijke som, die China aan Japan te betalen zou hebben voor Japans goede diensten, waardoor Mandsjoerije weer in 't feitelijke bezit der regering in Peking wordt gebracht, te laten komen in de plaats der oorlogsschatting. Zal dat als vergoeding voldoende geacht worden Zal Sachalin een genoegzaam onderpand blijken voor de leening die Japan zal moeten sluiten om al wat door den oorlog vei'Stoord is, weer in gang te brengen? In dat communiqué wordt gezegd: Ja pans verzekering dat het afziet van een oorlogsschatting, is kinderachtig. Al wat Japan doet, is de kwestie van Sachalin te koppelen aan die van de oorlogsschatting, en een vergoeding van zijn oorlogskosten te eischen onder den naam van koopsom. Meent Japan het ernstig met den vrede, dan kan het Sachalin houden en vrede sluiten op de reeds overeengekomen grond slagen. De waarde van dat eiland zou den grondslag moeten Vormen van de voorge stelde trans-actie, Japan echter vraagt een prijs die overeenkomt met zfjn oorspronke- lijken eisc.h tot vergoeding der oorlogs kosten. Misschien zou Japan daarvan wel wat laten vallen, maar Rusland kan geen krijgs- schatting betalen onder welke vermomming ook, en het kan in dit voorstel geen bewfjs zien van Japans oprecht verlangen naar vrede. Japan heeft verkregen wat het verlangde uit een nationaal oogpunt; nu laat het echter de beslissing afhangen van een geldkwes tie, en het wil den vrede slechts laten koo- pen. Rusland daarentegen heeft vrijelijk gegeven al wat het geven kon zonder zijn waardigheid en eer aan te tasten. Wat Japan vraagt, is slechts een som geld maar dat is voor Rusland een zaak van eer. Het is voor Japan heel wat gemakke lijker dien eisch in te trekken dan het voor Rusland zou zijn, er gevolg aan te geven. Rusland heeft nederlagen geleden wegens gebrek aan organisatie, en omdat het niet voorbei'eid was op een oorlog, voorts ook wegens binnenlandsche onlusten, maar de Russen zfjn nog een machtig en onoverwon nen volk, dat met geestdrift zijn vertegen woordigers zal steunen in hun vast besluit om 's lands wapenschild onbevlekt te be waren. Zoo men dus wil dat de pogingen onzer Amerikaansche vrienden met succes bekroond worden, dat de arbeid der confe rentie niet nutteloos zal blijken, 'en dat er een eind komt aan het bloedvergieten in het Verre Oosten, dan behoort Japan ruiter lijk te verklaren dat het voor goed en on voorwaardelijk zfjn eisch terugneemt tot betaling der oorlogskosten, in welken vorm ook. Nadat het Noorsche volk zoo goed als met algemeene stemming goedgekeurd heeft de daad zijner regeering, waardoor de Unie met Zweden werd verbroken, heeft de Zweedsche ministerraad besloten aan Noor wegens verzoek te voldoen om in onderhan deling te treden over de ontbinding der Unie. De ministerraad besloot dit mede te deelen aan den Nooi'schen minister van justitie. Dit is de eerste maal dat de Zweedsche regeering de Noorsche regeei'ing erkent; haar vorige mqdedeelingen aan Noorwegen werden aan den voorzitter van het Storting gericht. Volgens een bericht uit Christiania zouden in een gelijktijdige zitting van den Zweed- schen en den Noorschen ministerraad de wederzfjdsche onderhandelaars gekozen wor- den. De Zweedsche regeering zet er bfjnanog grooter vaart achter om de zaak af te wik kelen dan de Noorsche. Men kan er de ge volgtrekking uit maken, dat beiden begeerig zfjn het geschil zoo spoedig mogelijk uit de wereld te helpen. Als de voorwaarden of de vraagstukken, die geregeld moeten wor den, maar geen struikelblokken in den weg leggen! Eenige Noorsche bladen zfjn daar niet erg gerust op. De Noren zullen er wel geen bezwaar tegen hebben, dat de Zweedsche regeering haar besluit zoo ingekleed heeft, dat zfj aan Noorwegens verzoek om te onderhandelen gevolg geeft. Feitelfjk heeft eerst Zweden het eerst te kennen gegeven, dat het onder zekere voorwaarden onderhandelen wil, en heeft het Storting besloten de Zweedsche staatsmacht haar medewerking te verleenen tot ontbinding der Unie, waarna het de Noorsche regeering machtigde met Zweden in onderhandeling te treden. Maar over deze kwestie van vorm zullen de Noren zich niet ergeren. Nu 't voorloopig voor den wind gaat komt uit Stockholm bericht dat men onder de leden van den Rijksdag thans veel gunstiger denkt over de candidatuur van een Berna- dotte voor den Noorschen troon Zoodra de unie ontbonden is, zal er aanstonds op Noorwegens verzoek om een Bernadotte tot koning van Noorwegen aan te wfjzen, ge antwoord worden en dat antwoord zal waarschijnlijk toestemmend wezen. En men weet zoo heet 't verder, dat koning Oscar er zich niet tegen verzetten zal dat zfjn zoon Karei de Noórdsche kroon aanneemt. Eerst heette het in Zweden, dat het ver zoek aan koDing Oscar om een prins uit zfjn huis als zfjn opvolger aan te wfjzen, een dubbele krenking was, nadat men den ouden vorst reeds zoo diep beleedigd had. Dezer dagen werd dat nog zoo genoemd in een ingezonden stuk van Zweden, te Lon den woonachtig in de Westminster Gazette Blfjkbaar kiest men nu van twee kwaden het beste. Liever nog een Zweedschen prins op den Noorschen troon dan prins Karei van Denemarken, en veel beter dan dat Noorwegen een republiek wordt. Dat de aanhangers derjreplubliek in Noor wegen een kracht -zfjn, blijkt ook uit de artikelen, waarin de regeeringspers de lezers van het nut van het koningschap tracht te overtuigen. Verdons Gang zegt in een stuk waarin zfj de republikeinen bestraft o.a. „Een republiek kunnen wij ons altijd nog verschaffen, indien Noorwegen dat eens door de noodzakelijkheid geëischt acht. Maar nu is het Noorwegen's zelfstandigheid, het historische bestaan van het Noorsche volk zelf die verzekerd moeten worden." Een radikaal blad, dat anders zeker van de re publiek niet afkeerig zou wezen, zegt, dat de keuze nu aan het volk niet voorgelegd mag worden. Het volk zou Jer door verdeeld worden en het moet in dezen tijd volstrekt één blfjven. Een serie inbraken! Zaterdagnacht hebben te Sloterdfjk (bfj Amsterdam) niet minder dan vijf pogingen tot inbraak plaats gehad. De inbrekers gingen blijkbaar volgens een bepaald stelsel te werk. Voor hun doel kwa men blijkbaar die perceelen in aanmerking, die toegangsdeuren met ruiten hadden. Om de plaats waar het sleutelgat zich bevindt werd in een halve-maanvorm een stuk glas uitgesneden, in de hoop dat de deur van binnen slechts met een sleutel zou gesloten zfjn en deze zich aan den binnenkant op het slot zou bevinden. Het eerste werd „bezocht" de koffiehuis houder Van der Lee aan den Haarlemmer weg. Daar werd op genoemde wijze de deur geopend, doch het schijnt dat de inbrekers daar niets van hun gading hebben gevon den. Of zij gestoord zijn geworden, dan wel of zfj in het duister den weg niet hebben geweten, is natuurlijk onbekend, doch dit is zeker dat niets vermist werd. Daarna werd de winkelier Hynberg be zocht. Hier had men echter nog knippen op de deur, zoodat deze niet geforceerd kon worden. Niet ontmoedigd, maar met een fjver een betere zaak waardig, herhaalden de inbrekers hun pogingen in het café „Stoom tram", eigenaar de heer P. v. d. Bogaard. Eerst is hier blfjkbaar een deurvenster beproefd, doch toen dit niet wijken wilde, is het raam geforceerd en opgeschoven, de jaloezie keurig opgetrokken en daarna de slag geslagen. De toonbanklade, waarin ongeveer tien gulden, werd geledigd;-een schietautomaat geheel vernield en van den inhoud beroofd. Dit voorwerp is later door de politie op de baan der E. S. M. terug gevonden. Daarna is het „Rechthuis" bezocht, waar de zich in den tuin bevindende automaat werd geforceerd en een zes en-zeventigtal dubbeltjes werden buitgemaakt. Toen is ook hier uit een deurvenster een stuk ge sneden, de deur van de gelagkamer geopend en weder de toonbanklade gelicht. Onderwijl waren een paar der inbrekers bfj den win kelier Sterk binnengedrongen. Deze werd echter wakker, bespeurde onraad en zag twee mannen en een vrouw zich snel ver wijderen, terwfjl hfj een man, die blijkbaar op den uitkijk had gestaan, van de brug van de Haarlemmervaart de vlucht zag ne men. Het was toen ongeveer drie uur na middernacht. In welke richting de vlucht werd genomen kon door den heer Sterk niet worden waargenomen, daar de lantaarn bfj de brug uit was gegaan, misschien ook wel door de dieven was uitgedraaid. De geheele buit voor het viertal bedraagt pl.m. f 25. Geen kermis op Zondag!' De gemeentei'aad van Lisse besloot aan een verzoek van ingezetenen tegemoet te komen en den eersten Zondag der kermis te doen vervallen. Hondentrouw Te Zaandam geraakte vóór 2 jaar met de kermis de heer Schoen zfjn hondkwfjt, zonder dat iemand wist waar het dier ge bleven was. Terwfjl het bfj de huisgenooten al lang uit het geheugen was, stond giste ren plotseling het trouwe dier weer voor hen. Men vermoedt dat hfj destijds door een der kermisreizigers is medegenomen, die nu de toevallig weer de kermis bezoekt. De hond had zfjn baas in al dien tijd niet vergeten Vruchten 1 Tengevolge van den hevigen wind zfjn te Haarlemmermeer zeer veel vruchten af gewaaid. De boomgaarden lagen als bezaaid. Heele takken werden mee afgerukt. De oogst, die toch al zoo bitter weinig beloofde, kan nu wel als geheel mislukt be schouwd worden. Door den bliksem getroffen De arbeider J. van der Stelt. Mz., werk zaam op 't eiland Rozenburg, is door den bliksem getroffen. Hfjzelf vertelde ons hieromtrent nader het volgende: Gewekt door hevige donderslagen, zat hu

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 2