99
Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
5de Jaargang.
Woensdag 30 Augustus 1905.
No. 40
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
EEN SCHITTERENDE GEDACHTE.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie-
Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam.
"CTitg'a,v7-e <a.er
te Middelharnis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60.
Iedere regel meer0,10.
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Schijnschoon.
Verleden week werd ons eiland bezocht
door een vierhonderdtal marinematrozen
en matroosjes, die een militaire wande
ling maakten van Middelharnis naar
Stellendam. Het schouwspel trok honder
den toeschouwers, het was dan ook niet
onaardig. Kranig zagen de volle matrozen
er uit, kloek schreden onze Indische
verdedigers voort, flink was de houding
der hoogeren, opwekkend en welluidend
de militaire muziek. Doch daarachter in
den stoet liepen rijen militair uitgedoste
kinderen, knapen nauw aan de kinder
schoenen ontwassen. Tientallen slacht
offers van het onzedelijk werfsysteem,
waardoor onze marine van manschappen
wordt voorzien. De werving, waartoe de
„christelijke" minister Ellis, kort voor
zijn aftreden, waarlijk de onderwijzers
wilde gebruiken.
Daarom zullen we voortgaan onze
waarschuwing te doen klinken tot alle
ouders, die hun kinderen tot die verbin
tenis zouden willen overhalen; tot alle
jongens, die zich aan het militaire
schouwspel zouden kunnen vergapen.
Weet, wat gij doet, gij, ouders.
Als uw zoon eenmaal tot de jaren des
onderscheids is gekomen, kan hij zelf
beslissen of hij militair wil worden of
niet.
Maar als gij uw kind, een vroolijke,
dartele jongen toestaat een verbintenis
te teekenen, waarvan bij bet gewicht niet
kent, weet dan, dat zoovele jonge levens
aan boord van bet oorlogsschip verwoest
worden. Verwoest, het woord is niet te
hard gekozen. Opzettelijke verminking,
tarting, strafuitlokking, zijn de midde
len, welke de knaap, die geen anderen
uitweg ziet, kiest om uit den dienst
ontslagen te worden.
Louter 't gevolg van het onzedelijke
wervingstelsel. Om te voorkomen, dat
ook maar één enkele onzer Flakkeesche
jongens zich door het militaire schijn
schoon zou laten verlokken, daartoe
strekken deze regelen.
ir S ÜILLBTOW.
van Grete Olden,
(7) door R. te ffl.
Op een regenachtigen namiddag zat Rudi zich te
vervelen in den ruimen banketbakkerswinkelhij
had het uitzicht op een plein, waaraan het voor
naamste logement van Berchtesgaden ligt. Daar
kwam een groepje de straat af, recht op den open-
staanden winkel af. Het waren een ouder echtpaar
en een jong meisje de gestalten kwamen hem be
kend voor, doch de gezichten waren door de para
plu's niet te kennen.
Het reizende klaverblad trad onder het uitgespan
nen zeildoek, drie regenschermen werden tegelijk
dicht gemaakt en de verwonderde oogen van doktor
Schmidt herkendende familie Koopmans
Verrast sprong hij op. Klets Een limonadeglas
viel om, rolde van het tafeltje op den marmeren
vloer en lag aan scherven.
„Heerejeeklonk er verschrokken van buiten.
Toni keerde zich om, herkende den voltooier harer
opvoeding terstond en lachte hem vergenoegd toe.
„Doktor Schmidt," riep zij. „kijk eens, mamatje daar
is doktor Schmidt!"
Ook de ouders keerden zich nu tot hem, hij trad
nader, en er had een hartelijke begroeting plaats.
Een Eerdijk, een kolonel van Rossum
veroordeelden dit onzedelijk stelsel met
al hun kracht. Juist, omdat wij onze
marine flinke matrozen toewenschen,
strekt onze waarschuwing tegen de
huidige verlokking.
Het eenig juiste antwoord er op, kan
dat zijn, wat een Flakkeesche jongen
gaf aan éénder hoogeren, die hem vroeg,
of hij ook geen zin zou hebben in zoo'iv
mooi pakje.
,,'k Mot er niks van hebben," zei de
snaak, üf hij gelijk had.
mogensbelasting. Dat deze alle zouden
achter gesteld worden bij de herziening
van Drankwet en Onderwijswet, staat
voor ons allerminst vast.
Afwachten tot September!
Ministeriëele arbeid.
„Van welingelichte zijde schrijft men
ons over de plannen van het nieuwe
ministerie
Het ligt in de bedoeling der regeering
in de eerste plaats de drankwet te herzien i
en de onderwijswet aan te vullen in dien
geest, dat'de waarborgen voor goed volks
onderwijs ook bij het Bijzonder Onder
wijs aanwezig zullen zijn."
Dit berichtje lazen wij in de N. A. Ct.
We weten natuurlijk niet, of we dit
berichtje moeten rangschikken-onder de
komkommers, welke in dezen tijd zoo
veel worden aangeboden. Uit den aard
der zaak toch kunnen al zulke berichten
slechts beschouwd worden als proef
ballons. Men zou graag eens weten of
ze opgaan en dus laat men ze los. Eerst
de troonrede van September zal ons doen
weten, wat het ministerie in de eerste
plaats zal doen. Of dat een herzienin^
der twee genoemde wetten zal zijn,
gelooven we nog zoo dadelijk niet. Met,
dat de herziening der lorrige Drankwet-
Kuyper met zijn plagerijen, onbillijk
heden en beuzelarijen niet noodig her
ziening zou behoeven. Niet, dat uit de
partijdige onderwijswet niet zoo spoedig
mogelijk de onbillijke bevoorrechting
van de clericale scholen moet worden
verwijderd en gelijke waarborgen als voor
de openbare school moeten worden ge
steld. Dringend is een herziening dezer
twee beruchte wetten voorzeker noodig.
Maar er ligt werk, dat nog meer dringt.
Er ligt een arbeidscontract, er dringt
een herziening van de regeling der
gemeentefmanciën, er dringt een betere
regeling onzer successiebelasting en ver-
Men koos een geschikte tafel uit, noodigde den dok
tor daaraan mede plaats te nemen en weldra was het
gezellige groepje in een levendigonderhoud gewikkeld.
De familie Koopmans was eerst gisteren aange
komen, zy had haar intrek genomen in het hotel
Bellevue met het plan hier eenigen tijd te vertoeven.
„Wij hebben hier eigenlijk een rendez-vous," sprak
de heer Koopmans, schelms naar zijn dochter kijkend.
Toni stond een oogenblik daarna op en ging in
den winkel om voor het gezelschap gebak te halen.
Terwyl zij afwezig was boog de mollig gevormde
mevrouw Koopmans zich vertrouwelijk over de tafel
en zei: „Het is mij zeer aangenaam, doktor, u hier
aan te trefien Toni heeft al veel geklaagd, dat zij
zich gedurende de acht dagen, welke wij hier op
mijnheer von Domnitz moeten wachten, verschrik
kelijk zal vervelen."
„Ah zoo dat is dan het geheimnisvolle rendez-
vous?" antwoordde Rudi, aanmerkelijk afgekoeld.
„Nu, zeer natuurlijkantwoordde papa Koop
mans vergenoegd. „De kinderen moeten elkander
toch eens weerzienzy ^eten niet eens meer of zij
elkaar nog bevallen. Lothar is sedert April vrij van
den militairen dienst en bezoekt voor het oogenblik
de universiteit te Heidelbergmaar in zijn vacantie
wil hy vier weken hier komen doorbrengen."
„Lothar, wat een verwaande, gemaakte naam
dacht de doktor in zichzelf.
„Overigens," ging mijnheer Koopmans tot zijn
echtgenoote voort, „je weet toch ook nog volstrekt
niet of de doktor zooveel tijd voor ons beschikbaar
heeft. U is in ieder geval wel met uw zuster hier,
is het niet dokter?"
„Ja," flapte Rudi er onbedacht nit, maar hij her
stelde zijn fout terstond door er bij te voegen, „ik
hoop tenminste dat zij hierheen komen zal,"
Op een koopje.
Het Handelsblad is een oud-liberaal
orgaan. Het Handelsblad is verheugd.
Het blad schrijft een artikel, waarin dui
delijk wordt uiteengezet dat het nieuwe
kabinet voor groote financiëele moeilijk
heden komt te staan.
Terecht wordt vermeld, hoe het mini-
sterie-Kuyper het met de zorg voor de
dubbeltjes al heel luchtigjes opnam. Het
theologiseerde en voor de rest dreef het
naar een hoog tarief van invoerrechten.
Daarvan kan nu geen sprake zijn. De
Juni-verkiezing heeft duidelijk uitgewe
zen, dat we den ,,christelijken"(?) weg,
die door den zak van den armen Lazarus
liep en den rijken Nabob bezijden gin
niet op moeten. De nijpende zorg voor
de financiën dringt evenwel tot maat
regelen. Successieverhooging, herziening
vermogensbelasting lijken ons de aange
wezen middelen.
Of het Handelsblad zich over zoo iets
dan verheugt. Dat zij verre, zouden we
haast uitroepen. Neen, het blad schrijft
na zijn betoog over de dubbeltjes: „De
erkenning der financiëele moeilijkheid
wijst er tevens op, dat wij van dit Ka
binet geen kostbare Staatssocialisme
(daar is de boeman alweer, (red. V.)) te
vreezen hebben." Dat woordje vreezen is
kenmerkend. Staatssocialisme, we zeiden
het de vorige maal reeds, werd ook aan
dr. Kuyper verweten inzake zijn zoo
magere pensioenwetten.
Staatssocialisme zouden we het best
kunnen vertolken door; „te ver gedre
ven staatsbemoeiing". Een zeer rekbaar
begrip dus. Voor Van Houten is bijv.
een Staats-lijfrentebank, waar men
zich vrijwillig verzekeren kan, het top
punt van uitnemende Staatszorg voor
den ouden dag. Voor ons daarentegen
is zoo'n ding een onding, een kwakzal
verspleister op een ernstige wond, een
bespotting van een ernstige Staatszorg.
Wij eischen minstens verplichte verze
kering met Staatshulp voor de tot be-
„Dus dan is u voorloopig ook van iedereen ver
laten," zei Toni, die met een groote schaal taartjes
teruggekomen was, „dan is het maar het allerbeste
dat wij elkander troosten en samen een paar mooie
uitstapjes maken totdat Lotje komt."
„Maar Toni!" viel de moeder verwijtend in.
„Ik wilde zeggen, totdat Lothaaar komt," lachte
Toni, en hield daarby de tweede lettergreep eindeloos
lang aan, „Lothaaar, de schoone!"
Van dezen dag af verkeerde doktor Schmidtniet meer
in verlegenheid hoe hij zijn tijd zou doorbrengen, inte
gendeel, hij moest zich dapper weren om alle onderne
mingen, welke mejuffrouw Koopmans uitdacht, mede
te maken en zich toch precies op slaap- en maaltijden
op de nog al eenigszins Jverwijderde Antonienhoogte
te bevinden.
De overste vroeg in den eersten tijd dikwijls met
verwijtenden blik waar de doktor zich toch voort
durend schuil hield, maar toen het hem duidelijk
bleek dat zijn eerst zoo trouwe toehoorder hem on
trouw was geworden, zocht hij een ander slachtoffer.
Met Klara voerde de doktor nu een geregelde cor
respondentieden eenen avond schoof hij een briefje
onder haar deur, den volgenden avond vond hij een
antwoord op zijn drempel.
Zijn brieven bestonden in den eersten tijd hoofd
zakelijk uit jammerklachten en eindigden meestal
met het verzoek om beiden van hier weg te reizen
en elders weer het gezellige familieleven te lijden.
Klaartjes brieven daarentegen ademden enkel vreug
de en genot.
De geheimzinnige briefwisseling met haar broeder
if aan de geheele zaak iets pikantszij kende
avonturen nog slechts uit de boeken, nu beleefde zij
die zelf, en de zorgen om het geheim zorgvuldig te
bewaren waren haar aangenaam, dit beleefde avon-
taling niet in staat zijnde arbeiders.
Staatssocialisme, roept de behoudsman.
Er ligt een stuk land. De eigenaar
laat het ongebruikt Jiggen. Doornen en
distels bedekken den vruchtbaren bouw
grond. Menig arbeider zou er naar
snakken zoo'n hoekje te bezitten of al
thans te pachten.
Wij eischen, dat het eigendomsrecht
beperkt worde, dat de gemeenschap
zoo'n eigenaar kon ontzetten van zijn
eigendom en het land uitgeven in huur
ten bate van zoovele arbeiders.
Brrr., socialisme, kreunt een tegenstan
der met benepen gezicht.
De voorbeelden zijn met tallooze te
vermeerderen. En steeds klinkt maar
weer de boeman „Staatssocialisme" uit
behoudenden mond. Liefkoozend aait het
conservatisme 't particulier initiatief."
Dat wordt ten troon verheven als „je
eenig ware."
Nu is dat „particulier initiatief" iets,
dat zeer zeker aanmoediging verdient.
Doch zoodra het bankroet blijkt te gaan
of zooals de gerenommeerde staatslijf-
rentebank op een hopeloos failliet van
de te zwakke Staatsbemoeiing moet uit-
loopen, wijzen wij het beleefdelijk van
de hand.
Gelaten laten we ons in zoo'n geval
beschuldigen van „Staatssocialisme", we
tend, dat de behoudende luidjes met
dien boeman steeds minder vat op de
kleine luyden krijgen.
Juist de uitdrukking van het Handels
blad, dat we van dit kabinet geen „staats
socialisme" te wachten hebben, doet
zien, wat men van behoudende zijde
hoopt. Afwachten alweer, tot September.
't Slot van het Handelsblad-artikel is
al even kenmerkend:
„De stichting van het ministerie van
den arbeid geeft te kennen, dat wij
evenmin stilstand op het gebied der
sociale hervorming hebben te duchten.
Wellicht krijgen wij dus voorstellen op
dit gebied, die veel verbeteren en niet
veel kosten aan den Staat. Het is on-
noodig te zeggen, hoe krachtig wij zulke
voorstellen zullen toejuichen."
Hervormingen op een koopje dus.
tuur was oneindig zoeter dan al de gelezene.
Zij vond er een onuitsprekelijk genoegen in haar
broeder heimelijk knipoogjes te geven, hem in het
voorbijgaan heimelijk de hand te drukken, zoo door
het algemeen gesprek opmerkingen te maken, die
alleen voor hem begrijpelijk waren, kortom, al die
kunstgreepjes in praktijk te brengen, welke slechts
het eigendom zijn van verliefde paartjes.
Zij begon de werkelijkheid met verbeelding te ver
warren en haar verhouding tot Rudi als een geheime,
ongeoorloofde liefde aan te zien die zij niet wilde
opgeven zij zou het oordeel der wereld trotseeren,
alle hindernissen uit den weg ruimen en moedigde
stem haars harten volgen.
De toon harer brieven paste volkomen bij haar
stemming en werd dan ook hoe langer hoe meer
gezwollen de vermaningen tot spaarzaamheid, die
in het eerst een groot deel van haar schrijven inge
nomen hadden, haar praktische raadgevingen werden
al zeldzamer. Haar eerste briefje had tot post-scrip-
tum „Je hebt dezen middag slechts één schijf roast-
beef genomen, wil je de lieden van het pension rijk
maken Thans kwam zoo iets niet meer voornu
Rudi uren lang afwezig was, welken tijd hij in ge
zelschap der Koopmans doorbracht, begon zij in haar
briefjes te klagen, dat hij haar veronachtzaamde.
Voor Klaartjes sentimenteel gejammer had de dok
tor slechts een spottend lachen over en hij beant
woordde het met de niet tegen te spreken wijsgee-
rige opmerking„De gedachte dat wij vreemden voor
elkander zouden zijn is niet van mij uitgegaan, ik
heb de uitvoering zelfs ernstig en herhaaldelijk af
geraden het is voor het zelfstandig optredend
Klaartje wel eens goed te ondervinden dat haar
schitterende gedachten niet alleen voor mij onaan
gename gevolgen kunnen hebben." [Wordt verv.]