Buitenlandsch Overzicht.
Binnenlandsch Nieuws
Dat die sectesehool er kan komen, dat
echter is de schuld van dr. Kuyper alleen.
Rome zal in de toekomst zijn Room-
sche Hoogeschool tot grooten bloei weten
te brengen. Aan geld ontbreekt het haar
nooit en de studenten zullen komen in
massa, zoodra de pastoor het wil.
En juist omdat die Roomsche Univer
siteit niet anders zal zijn dan een ver
sterking van Rome, zal in de verre toe
komst ons nageslacht den zoogenaam-
den „redder" van 1903 betitelen met
een benaming, die geen Protestant zich
zonder te blozen, kan laten welgevallen.
Dr. Kuyper en zijn slippendragers, waar
bij nog wel een menigte predikanten
zijn het, die door de beruchte Hooger
Onderwijswet den strijd over kerkgeloof
door sectescholen meer en meer zullen
aanwakkeren.
Waar een Lohman krachtig de Rijks
universiteiten verdedigde, waardeRoom-
schen, met uitzondering van een mr.
Van der Biesen, die men niet als ernstig
neemt, die Hoogescholen steeds zonder
het minste bezwaar bezochten, is deze
Radboudstichting niet anders dan een
nieuw middel tot versterking der Room
sche kerk.
En daartegen verzet zich het Protes-
tantsch bewustzijn.
Een 'andere bewering onzerzijds wordt
thans door een Roomscb blad onom
wonden tot waarheid gemaakt.
Een school als de „Vrije" Universiteit
kan geen hoogeschool heeten, waar ze
slechts drie professoren per faculteit
heeft. Zoo beweerden wij. Protesten des
tijds genoeg bij Standaard en consorten.
Welnu, thans schrijft de Roomiche Tijd.
Iederdie van hooger onderwijs eenig
begrip heeft, zal toegeven, dat drie hoog
leeraren per faculteit in onzen tijd te
iveinig moet worden geacht."
Adres aan de „Vrije" Universiteit dus.
Och ja, nu de verkiezingen voorbij zijn,
kan men veilig zeggen, waar het op staat.
Voor ons een nieuw bewijs, hoe terecht
de linkerzijde als één man krachtdadig
de oppositie aanbond tegen de bevoor
rechting van onvolledige sectescholen
als thans door dr. Kuvper's wet mogelijk
gemaakt worden.
Christelijke verdraagzaamheid.
In ons vorig nummer wezen we op
een nieuw strijdmiddel dat Staalman en
de Standaard waarschijnlijk geleend
hebben van Rusland. We bedoelen het
leelijke onding, dat antisemitisme (joden
haat) heet.
Wie mocht meenen, dat na de ver
kiezing dit lage spel, dat gelukkig door
de Heldersche kiezers verijdeld werd,
uit zou zijn, vergist zich.
Een Perscomité uit een kiesvereeni-
ging,zich noemende Nederland en Oranj e,
doet een oproep om Staalman te steunen
door abonnement op Extra-Tijding en
Christendemocraat. In dat schunnig
pamfletje, schrijven de christelijke
broederen„De zoogenaamde vrijzinnig
heid heeft Staalman bestreden, omdat
hij Christen wilde zijn ook in de Politiek,
en den Jood heeft zij verkozen boven
hem. Welnu, Extra-Tijding en de Chris
tendemocraat zullen Zadokvan denBergh
volgen en nagaan in zijn arbeid, opdat
de kiezers zullen kunnen oordeelen, of
de politiek van den Vrijzinnigen Jood,
hen gaat boven de politiek van den
Democratischen Christen."
De lezer ziet het, de ,,christelijke"(?)
verdraagzaamheid ligt er duimen
dik op.
Hoe gelukkig het is, dat aan het
clericaleregime een einde gekomen is,
bewijzen zulke uitlatingen maar al te
zeer. Op papier en met den mond, o ja,
dan zijn de heeren o, zoo verdraagzaam.
Maar als 't in hun kraam te pas komt,
moet zelfs 't afschuwelijk antisemietisme
dienst doen.
De oproep kon echter wel eens een
andere uitwerking hebben dan de broe
ders ervan verwachten.
Er zijn op de „Christendemocraat"
ook wel abonne's die bedanken kunnen,
uit protest tegen antisemietisch venijn.
Weegeklaag,
De Roomsche Tijd heeft het over de
bekwaamheid der nieuwe ministers. Het
blad slaakt daarbij de volgende verzuch
ting; „Ongemeene eigenschappen zijn
van hen niet bekend. In deze regeering
heeft geen Kuyper,geen Bergansius, geen
Loeff, geen Idenburg zitting."
't Is waar. Een „Kuyper" zit gelukkig
in dat nieuwe kabinet niet. Dat is juist
een waarborg, dat partijwetgeving als
de beruchte onderwijswetten aan dit
kabinet vreemd zullen blijven. Een
„Bergansius" zit er ook niet in. Het
heengaan van den man, die krachtig
medewerkte om nieuwe millioenen in
den militairen put te werpen, die star
en stijf vasthield aan de oude leger-
organisatie, die niets voelde voor vier-
maanders en verkorten diensttijd, die
(gelukkig verijdelde) pogingen in 't werk
stelde om de jaarlijksche lichting te
verhoogen, doet ons hopen, dat militaire
bezuinigingen aan de orde gesteld zullen
worden.
Geen Loelï zit in 't kabinet, doch een
van Raai te, die gerust met den afgetreden
minister op een lijn gesteld mag worden
en wien de afhandeling van Arbeids
contract en administratieve rechtspraak
even goed zijn toevertrouwd.
Geen Idenburg telt 't Kabinet, doch
een Fock, die in kennis der Indische
toestanden voor Idenburg niet onder
doet, die krachtig het werk van den
afgetreden minister zal voortzetten en
wiens kennis van onze koloniën het meest
gewaardeerd werd door minister Iden
burg, op wiens verzoek hij over Indische
zaken een belangrijk rapport uitbracht,
dat met groote waardeering, ook door
de clericale pers werd ontvangen.
Summa, Summarum, de Tijd kan over
de wisseling haar weegeklag omzetten
in een vreugdekreet.
Mannen van erkende bekwaamheid,
doch zonder de partijzucht der vorigen.
Waarom noemt de Tijd echter Harte
niet en de Marez Oyens.
Harte met zijn Tariefwet en de Marez
Oyens met zijn postwet.
Daarvan zijn dan zeker geen „onge
meene eigenschappen" hekend.
Uit de Pers.
Toen de oplossing der Kabinetscrisis,
wat lang duurde, slaakte een clericaal
orgaan de onbetamelijke verzuchting,
dat de linkerzijde daardoor Hare Majesteit
van hare buitenlandsche reis terughield,
Te meer onbetamelijk was deze insinuatie,
waar dr. Kuyper, de man van het
hooghoudenvan het gezag
op reis ging, voordat de crisis nog was
opgelost.
Zeer terecht schreef dan ook Het
Haagsche "Weekblad van 12 Augustus:
Niet „liet" gezag maar „zijn" gezag.
„Sinds Zaterdag is Nederland zonder
Minister van Binnenlandsche Zaken.
Zaterdag heeft Dr. Kuyper afscheid
genomen van de afdeelingschefs, aan
zijn Departement werkzaam. Z'n huis
knecht heeft hij ondergebracht bij de
Rijksverzekeringsbank, z'n schellejonge-
tje bij de landsdrukkerij, z'n portefeuile
bij den Secretaris-Generaal. En hij zelf
is in den trein gaan zitten en heeft er
het werk aan gegeven.
Voor zoover wij weten, bestaat er in
onze constitutioneele geschiedenis geen
tweede vooi beeld van een Minister, laat
staan van een „Kabinetsformateur", die
zijn portefeuille niet persoonlijk over
droeg aan zijn opvolger. Nog minder
van een Minister, die er het bijltje bij
neerlei, voordat zijn opvolger benoemd
was.
Nog nimmer ging de voornaamste
raadsman der Kroon kalm weg met va-
cantie tijdens een gewichtige Ministeriëele
crisis, terwijl de Souverein zooals thans
Koningin Wilhehnina een reeds lang
aangekondigd vertrek juist daarom uit
stelde
De meester blijft en de dienaar
gaat zijn gang, alsof er geen wolkje aan
de lucht was
Hooghouden van het gezag
Ja, maar van zijn gezag!"
Er bestaat veel of in het geheel geen kans
op vrede al naar men de berichten van Ja-
panschen of van Russischen kant leest. De
Russische afgevaardigden te Portsmouth
zijn zwaartillend, terwijl de Japanners ver
klaren ernstig op den vrede te hopen. Japan
heeft de voorwaarden overgelegd en daarin
zijn verlangen uitgedrukt; bij de beraad
slagingen is als tusschen kooplieden geboden
en gedongen, vermoedelijk door Japan op
verschillende punten toegegeven, maar nu
hebben de Japansche voorwaarden een vorm
aangenomen, in welken Komoera ze wil
geteekend hebben. De Russische gevolmach
tigden meenen niet zoo verte kunnen gaan
en zyn, daar zij van Japan geen verder
toegeven verwachten voor zij zelf over de
brug komen, zwaartillend. De Japanners
daarentegen hopen dat Rusland als over
wonnene het offer aan zijn eigenliefde zal
brengen en terwille daarvan geen hoogere
belangen zal prijsgeven; vandaar vermoede
lijk hun goede verwachting.
Wy zullen ons niet verdiepen in gissingen
met betrekking tot de invloeden die in het
belang van den vrede werkzaam zijn. Noch
in de Amerikaansche pers, noch in de Euro-
peesche, buiten Rusland, heeft iemand de
stelling verdedigd dat Japans voorwaarden,
in verhouding tot zijn overwinningen, te
hard waren. En als de Japanners er nog
op hebben laten afdingen, kan men aan
nemen dat zy als gematigde overwinnaars
zullen geroemd worden. Zal Rusland nu,
tegen de heele wereld in, bly ven volhouden
dat Japans eischen het onmogelyk maken
het vredesverdrag te teekenen? Zelfs van
bevriende Fransche zyde heeft het moeten
hooren dat Frankrijk in 1871, toen Elzas-
Lotharingen en een veel zwaardere oorlogs
schatting werden opgeeischt, den vrede veel
duurder heeft moeten koopen. Aan den
anderen kant zou het van staatsmanskunst
getuigen, als Witte met toegeven wachtte
tot het oogenblik waarop blijkt dat van den
ander niets meer te wachten is. En zoo is
het mogelyk, dat de tegemoetkoming van
Japanschen kant komt, als de onderhande
lingen, die een paar dagen geschorst waren,
weder hervat worden.
By die tijdelijke schorsing waren de vol
gende punten aangenomen
Japansch protectoraat over Korea.
Openstelling van Siberische wateren voor
Japansche visschers.
Ontruiming van Mandsjoerye door beide
partyen.
Teruggaaf van Mandsjoerije aan China.
Afstand van Russische pachten op Liao-
tong aan Japan.
Behoud van de spoorlyn Charbin-Wladi-
wostok door Rusland.
Overdracht van den spoorweg van Port-
Arthur aan China of aan Japan.
Daarentegen moeten de volgende en wel
de voornaamste punten nog behandeld wor
den:
Afstand van Sachalin aan Japan.
Terugbetaling van Japans oorlogskosten.
Beperking van Russische zeemacht in de
Stille Zee.
Overgaan aan Japan van de geïnterneerde
oorlogsschepen.
De zoolang verlangde en gehoopte volks
vertegenwoordiging is eindelyk in Rusland
in het leven geroepen. Het is een instel
ling waarvan wij zouden zeggen dat ze
een paar eeuwen verouderd is, doch die
misschien juist past voor een volk, waar
men op de 100 personen er minstens 80
vindt die niet lezen of schryven kunnen.
De Kölnische Zeiting schrijft: Een gebeur
tenis welker wereldhistorische beteekenis
zich ver buiten de grenzen van Rusland
uitstrekt heeft in het rijk van den Tsaar
haar beslag gekregen. Bij plechtig manifest
van keizer Nikolaas II wordt een volksver
tegenwoordiging ingesteld, die by geheime
verkiezing benoemd zal worden met mede
werking van alle mannen boven de 25 jaar.
Daarmee is een beslissende stap gedaan van
den onbeperkt beheerschten naar den grond-
wettigen staat. Wanneer ook de werkzaam
heid van de ryksdoema (volksvertegenwoor
diging) voorshands enkel raadgevend zal
zyn, zoo kan men toch ongetwyfeld een
verdere ontwikkeling verwachten, die vroeg
of laat naar het parlementarisme, naar het
model van westersche staten, zal leiden.
In zwaren stryd zal de hervorming plaats
moeten hebben, want men moet niet alleen
het verzet van de tot dusver almachtige
bureaucratie breken, maar ook de zoo vol
maakt uiteenloopende belangen van de
verschillende standen en klassen, van rassen
en gezindten met elkaar verzoenen. Over
het algemeen moet de onbevooroordeelde
toeschouwer den iDdruk krijgen dat't recht
van de nieuwe volksvertegenwoordiging
zeet ver gaat. Aan het Russische volk is het
nu om te toonen, of het in staat is, de
wegen van den kalmen vooruitgang te be
treden. De Tsaar en het volk zullen
gemeenschappelyk moeten handelen, opdat
noch de ambtenaarsbent, noch de omwen
teling het thans begonnen werk van Rus-
lands wedergeboorte zal verhinderen.
Niet allen zyn echter evenzeer ingenomen
met het manifest; sommigen zien er niets
anders in dan een doode musch, waarmee
de Tsaar het volk bly maakt om het daar
door voor zich te stemmen en het hem
zal steunen bij het voortzetten van den
oorlog.
De Frankforter Zeitung is van meening
dat deze Doema wel wat vrijzinniger is dan
een eerst ontworpene, maar lang nog niet
aan de wenschen van de zemstwo's beant
woordt. Naar mededeelingen, totdusver
over het reglement van de verkiezingen
gedaan, kan men opmaken dat die indirect
of zoogenaamd getrapt zullen zijn en in
de steden op grond van de belasting geregeld
worden, waardoor bijna de geheele arbeiders
klasse wordt uitgesloten.
Vat men de bepalingen van de nieuwe
grondwet samen, dan kan men zeggen dat
ook in de toekomst voor Rusland de wil
van den Tsaar de hoogste wet blyft. Elk
minister kan machtiging krygen voor stap
pen, welke hy nooclig acht. Een verklaring
betreffende de rechten van den mensch
bevat de nieuwe grondwet niet. Nog steeds
kan de oppermachtige politie by dag en
nacht in iemands huis dringen, alle papieren
doorsnuffelen, vaders, moeders, zoons en
dochters in hechtenis nemen en doen ver
dwijnen waarheen zij wil. Op het platteland
zal de gouverneur een beslissenden invloed
op de boeren uitoefenen en men kan zich
voorstellen, wat in die omstandigheden de
verkiezingen zullen te beleekenen hebben.
Voor het overige is het manifest r.aar de
meeuing der Frankf, Ztg. te laat gekomen.
Een maatregel die misschien een jaar ge
leden een kalmeerende 'uitwerking zou ge
had hebben, is nu [daartoe niet meer in
staat, nadat de vertegenwoordigers van de
zemstwo's en andere lichamen uit de ont
wikkelde kringen herhaaldelyk te verstaan
hebben gegeven, wat zij als minimum
meenen te moeten eischen.
Tram op Flakkee
De Staats-Ct. No. 195 bevat een Konink
lijk Besluit, waarin wordt bepaald, dat
voor den aanleg van een haven metbijbe-
hoorende werken te Middelharnis, ten be
hoeve van een stoombootveerverbinding
tusschen Hellevoetsluis en Middelharnis, in
verband met den ontworpen spoorweg op
de eilanden in Zuid-Holland, ten algemee-
nen nutte en ten name van den Staat,
zullen worden onteigend de eigendommen
aangeduid in het plan en de kaarten, welke
op de secretarie der gemeente Middelhar
nis ter inzage hebben gelegen en in een
bijgevoegden staat zyn genomen.
Een ander Koninklijk Besluit bepaalt het
zelfde voor het maken van een aanlegplaats
met bijbehoorende werken in den mond
van de haven te Stellendam, ten behoeve
van een stoombootverbinding Hellevoetsluis
Goeree Overflakkee, in verband met den
ontworpen spoorweg op de eilanden in
Zuid-Holland. De deze zaak betreffende
stukken hebben ter inzage gelegen op de
secretarie der gemeente Stellendam.
Practisch bygeloof!
Mevr. X. zoo vertelt het Indisch blad
Midden-Java had dezer dagen een sarong
naar den waschbaas meegegeven, maar ont
ving dit kleedingstuk niet terug. Navraag
had slechts tot resuldaat, dat de waschbaas
ontkende den bedoelden sarong te hebben
ontvangen. De heele familie van den
waschbaas wist niets van dien sarong af;
het stuk was er nooit in huis geweest.
Mevr. X. had plan den Schout hiermede
in kennis te stellen, want zoo'n brutalen
diefstal en dat schandelyke liegen vond zij
ongehoord. Maar wat zou het batenzij
had geen enkel bewijs. Een kennis gaf haar
den raad aan een soort doekoen hulp te
vragen. Die zou er wel wat op weten.
En de doekoen wist raad. Zij ging naar
de familie van den waschbaas en gelastte,
dat allen gele ryst moesten eten en voegde
er de vreeselyke bedreigende voorspelling
by, dat degene die den sarong had gesto
len en van de gele rijst zou eten, zijn heele
leven, en ook na zyn dood altijd gele ryst
zou moeten eten.
Eerst zag men hierin volstrekt geen be
zwaar, maar toen de gele rijst inderdaad
werd voorgezet, kroop de waschbaas in
zyn schulp. Hij zou toch maar eens goed
zoeken en jawel, de sarong kwam terecht,
doch niemand wist, hoe hij op die verbor
gen plaats was gekomen.
Men mag er nu om lachen, zooveel men
wil, maar Mevr. X. vindt, dat zulk byge
loof toch wel practisch is.
Te Zierikzee is aanbesteed het bouwen
van een R.K. school Het laagste was in
geschreven door den heer J. Vink teNoord-
gouwe, voor f 15,680,50, aan wien het werk
is gegund.
De ambachtsschool voor Brielle en om
streken die by na voltooid is en in Septem
ber zal worden ingewyd, belooft een sieraad
te zijn voor de oude Geuzenstad.
De monumentale voorgevel bestaat uit 3
deelen, één vlak midden- en 2 spits toeloo-
pende zygedeelten. Het middengedeelte van
het dak is plat en gedekt met houtcement
aangebracht door de Utrechtsche Asphalt
fabriekdat gedeelte is 150 M2. groot
De eenvoudige ankers in den gevel wor
den nadien vervangen door sier-ankers, door
de leerlingen te maken, evenals al het
binnenwerk, zooals vensterbanken, deuren
en architraven door de leerlingen worden
voltooid.
De vestibule is 2,50 breed waarop de
verschillende zalen en vertrekken beneden
uitkomen, Rechts is het schaftlokaal onge
veer 6 1 M., voor de leerlingen die van
buiten komen en daarachter een vertrekje
voor den conciergeachter dat vertrek is
het magazyn, waarin alle werkstukken
voorloopig worden geborgen. Beneden zyn
nog een ruim vertrek voor den directeur
en twee groote zalen, de smederij, en de
timmerwinkel, door groote tuimelramen aan
drie zyden belicht en geventileerd. De sme-
dery is gedeeltelyk bestraat aan de zyde
der vuren. Twee vuurbakken met dubbele
vuren, vertegenwoordigen het oude en het
nieuwe systeem, verder vindt men daar een
draaibank en een boormachine, benevens
de werkbank, waaraan een voldoend aan
tal bankschroeven. De timmerwinkel is nog
van grooter afmeting n.l. 17 by 17,25 M.
Boven is de schilderswinkel en de lakka-
mer, tevens vindt men daar de zalen voor
hand- en vakteekenen, benevens een afzon-
derlyk vertrek voor theoretisch onderwys.
Boven deze verdieping is een flinke ruime
zolder, die nog 3 meter hoog is, door 8
groote dakvensters belicht; zoonoodigkan
deze ruimte ook voor het onderwys worden
ingericht terwijl voor eventueele uitbreiding
nog een stuk grond van 275 M2. aan de
school grenzende, beschikbaar blyft.
Nu weer ziekte in de uien!
De oogst van uien zal in Zeeland niet
zóó groot zyn als men aanvankelijk hoop
te. Sedert eenige dagen is o.a. in den Anna-
Jacobapolder en op Zuid-Beveland in dat