Buitenlandsch Overzicht.
en ziet zelfs in het onevenredig ver
sterken van het Israëlitisch element in
de Kamer, een niet zoo gering gevaar"
Als de lezer nu weet, dat van de 100
Kamerleden er thans twee (zegge twee)
Israëlieten zijn, dan voelt men wel, hoe
groot het gevaar is.
Is het niet treurig, dat het hoofdorgaan
der Kuyperpartij zich zelfs niet schaamt
voor een walgelijk antisemietisme (jo
denhaat); om zijn tegenstander te be
strijden En dat nog wel ten bate van
Staalman, die de Standaard zoo treilend
juist betiteld heeft als leugenorgaan.
Hoe zwak moet een partij staan, als
het hoofdorgaan aldus moet gaan specu-
leeren op de lage hartstochten der me
nigte. Gelukkig heeft de nieuwe Stand
aard-antithese op de Heldersche kiezers
geen vat gehad, zij brachten mr. v. d.
Bergh met 500 stemmen in de meer
derheid.
Hoe wij ook in partijen verdeeld zijn,
voor het walgelijke antisemietisme was
tot nog toe in ons land gelukkig geen
plaats.
Zoo moet het blijven, spijt de mug-
gebeetjes van de Standaard.
Amerika en Flakkee.
Onze landarbeiders althans te Middel-
harnis en Sommeisdijk beleven thans
een nooit gekenden tijd. Op het veld
zijn handen te kort om den oogst bin
nen te halen. Dat laat zijn invloed gel
den op de loonen, die hooger zijn dan ooit.
Twee gulden daags, zooals bij vele boe
ren wordt betaald, is een loon zoo hoog
als wel nooit werd uitgekeerd. Wij ver
heugen ons daar natuurlijk ten zeerste
in. Een mooie gelegenheid voor velen
om een spaarduitje voor de kwade win
terdagen over te leggen.
Wij verheugen ons over die hooge
loonen nog om een andere redenzij
worden uitbetaald, terwijl er geen pro
tectie is.
Of we dan bedoelen, dat die loonen
door den vrijhandel zoo hoog zijn? Geens
zins. Doch wel willen we, waar protectie
altijd door de protectionisten wordt aan
bevolen als het universeel middel, proba-
tum en eenig, eens wijzen op 'n statistiek
uit Amerika, waarop de protectionisten
zich zoo graag beroepen.
Statistiek der werkeloosheid in 't land
bouwbedrijf over '1904 in de Vereenigde
Staten van Amerika.
Van 13 Van 46 Van 712
maanden maanden maanden
1109686 871585 163418.
Samen ruim twee millioen menschen,
die korter of langer werkloos waren,
dus zonder inkomen, in het hoogge
roemde Amerika. En dat nog wel in
het land, waar millionairs maaltij
den houden van f '1200 per persoon,
millioenen verbrast worden door enkele
rijkaards.
Voor andere vakken is het al niet
beter dan voor den landbouw.
Men zie slechts:
Professioneelen dienst 158606 871585 163418.
Huish. en pers dienst 714314 114689 57271.
Handel en transport 237038 17S123 194099.
Fabrieksnijveiheid enz. 958109 730820 85024.
236474.
Maakt te zamen zes en een half mil
lioen werkloozeyi
Kwakzalvers.
Welke courant men ter hand neme,
bijna altijd vindt rnen er een reclame
in van één of ander afdoend genees
middel. 't Is waarachtig haast onbegrij
pelijk, dat er.nog zieke menschen zijn.
Heb je bloedarmoede, bleekzucht,
scheele hoofdpijn, heupjicht, of voeg er
nog maar een dozijn kwalen bij, Pink
pillen meneer, dat is je wareStop zoo'n
kwalenfabrikant honderd vijf en zeventig
goede Hollandsche centjes in zijn hand
en je ontvangt, behalve het gerenom
meerde en bereclameerde universeel
geneesmiddel probatum voor hon
derd en één kwalen nog je por
tret gratis in 'de courant. En nog wel
als volkomen genezen er bij
Heeft u lendenjicht Een electrische
gordel
Lijdt u aan hart, geest, hersenen of
zenuwen Een electrische gordel
Heeft u een aandoening van de Blaas
of het Urinekanaal Tarolen Capsules
honderd vijftig cent het doosje
Nog andere ziektes? Man wat tob je,
dagelijks kun je terecht voor alle moge
lijke kwalen, als je maar een of ander
dagblad opslaat. Een goed voorziene
portemonnaie is al, wat je noodighebt.
Holloway werd door zijn pillen millio-
nair, waarom zou je het den uitvinders
Van Forster's nierpillen ofvandePink-
pillen hetzelfde niet gunnen
Bedrog Maar, man, je leest immers
dagelijks van wonderbaarlijke genezin
gen Portret er gratis biji
Er loop wel eens een vergissinkje
door, nou ja.
Zie maar
„In de Nieuwe Arnhemmer Courant
van G Augustus wordt in een reclame
voor Forster's zalt de heer Jurriëns te
Arnhem volkomen genezen genoemd
door dat smeerseltje.
In een artikeltje in het zelfde blad
van 10 Augustus vertelt de heer Jur
riëns, Dat lifj nooit liet vermelde attest go-
geven heeft en de uitwerking der zalf wei
nig beteekonde.
Maar wat beteekent dat, goedgeefsch
Nederlandsch publiekIn Ebenhaëzer,
een blaadje, dat in den Haag wordt uit
gegeven komt een dankbetuiging voor
van den heer A. Haspels, ontvanger der
directe belastingen te Piershil aan zeke
ren Doctor de Jong, waterdokter in
den Haag, omdat deze WelEdelzeer-
geleerde des ontvangers vrouw genezen
zou hebben vanmaagversteening?
't Is me geen kleinigheid??
Doch ziet, in de Rotter dammer schrijft
de heer Haspels een stuk, dat li ij nooit
een ziek noemende doctor de Jong ontmoette,
dat liy nooit permissie voor zoo een dank
betuiging gaf dat het heele stuk een brutaal
leugenstuk is!
Wat blieft u, lezer!!
U slaat de handen in elkaar
Och, ons goedgeefsch publiek zal voort
gaan, de deur van den dokter voorbij te
loopen.
Het verknoeid liever zijn centen aan
Pinkpillen, Nierpillen enz. enz. Idem
zooveel per doos.
Het goedgeefsch publiek zal nog heel
wat Kwakzalvers millionair maken.
Het Latijnsche woord is al zoo oud:
Mundis vulges decepit.
De wereld wil bedrogen zijn.
Wis hadden gelijk?
Onze lezers herinneren zich de April
dagen van 1903. Dr. Kuyper werd be
wierookt als „de redder des vaderlands",
als de man. Wij hebben met die lof
tuitingen nimmer ingestemd. De manier,
waarop dr. Kuyper het spoorwegper
soneel aan banden legde en de machtige
spoorwegdirecties bandeloos liet, hebben
wij onomwonden afgekeurd. De zooge
naamde rechtspositie, die aan 't perso
neel zou verzekerd worden, hebben wij
totaal onvoldoende genoemd. Dat het
gelijk aan onzen kant is geweest, komt
thans een spoorwegarbeider in liet
Zwolsche antirevolutionaire blad Onze
Courant geheel bevestigen.
Deze spoorwegarbeider dan schrijft
„Tijdens de staking werd er door ons,
om met den h6t Douwes (van Amster
dam) te spreken, e^n offer gebracht. Dat
offer brachten onze mannen met een
bloedend harte, zij plaatsten zich als
vakvereeniging tegenovervakvereeniging
om zoo noodig onderkruipersdienst te
doen. Het is wel een leelijk woord, maai
de waarheid, al valt ons die ook moei
lijk te zeggen, mag niet verzwegen wor
den. Een voldoening is het echter voor
ons, dat wij hiermede het land redden.
Wij zeggen ook op deze plaats, de strijd
was niet eerlijk en oneerlijke wapenen
passen een christen niet.
Maar nu het loon voor al dien arbeid
Ons ministerie beloofde veel, eerst een
stakingswet, daarna een onderzoek der
grieven en zoo zij er waren, zij zouden
worden opgelost.
Nu vraag ik in gemoede: Is nu in
deze door onze regeering recht en ge
rechtigheid gepleegd? Mijn antwoord is,
geachte redactie, mocht ons land nog
eens in zulk een strijd worden gewik
keld (God verhoede liet!) wij zouden er
anders tegenover staan; het doet mij
waarlijk pijn het te moeten uitspreken,
maar ik kan niet anders, wij zijn be
drogen uitgekomen.
Wanneer ik op het oogenblik voor
mij zie liggen ons nieuwe reglement,
nagezien, goedgekeurd en geteekend
door onze regeering, dan vraag ikWat
is er nu tenslotte terecht gekomen van
al] die schoone beloften? Wanneer wij
mannen van de Centrale Werkplaats nu
nog maar eens konden wijzen op een
plaatsje in dit reglement, hetwelk voor
ons was een lichtpunt, maar neen, dat
iè er niet in te vinden; ik voor mij
zeg: Wij zijn er niet beter op geworden,
maar zelfs slimmer nog dan voorheen.
Is dat nu het loon, waarop de getrouwen
der regeering en Mpij. twee volle jaren
hebben gewacht?
Moeten nu niet wij, arbeiders ons
aangezicht met schaamte bedekken,
wanneer wij die mannen ontmoeten,
welke IJ door ons zijn aangezocht en te
ruggehouden, om aan de staking deel
te nemen, hen vast belovende (afgaande
op de beloften van boven af) verbete
ring in hun lot ook zonder staking?
Heeft niet onze regeering met vuur ge
speeld en beslist in deze haar roeping
verzaakt?
Zou het misschien ook met de ver
kiezing in Juni niet anders hebben
geloopen, wanneer de spoorjongens had
den kunnen wijzen op al het goede hun
bereikt? Ziedaar, geachte redactie, alle
vragen, welke mij door het hoofd woe
len, wanneer ik de verschillende arti
kelen in Onze Courant lees.
En nu, mijnheer de Redacteur, wat
zal ik er nog meer van zeggen? Ik ben
maar een eenvoudig werkman. Velen
zijn er, die het zooveel beter kunnen
zeggen dan ik; aan hen laat ik over
aan te vullen, wat door mij verzuimd
is. Dit eene nog. Hoopvol zag ik onze
mannen naar Den Haag gaan, met zak
ken vol grieven, in het zweet huns aan-
schijns hebben zij daar gepleit, en be
sproken wat hun op het hart lag. Bezield
waren zij met de gedachte, en het werd
daar uitgesprokonNooit, neen nooit,
zou zich de gelegenheid weer voor doen
als in die dagen, daar zat een commis
sie, van welke men verwachting had,
en achter die commissie een regeering,
welke veel beloofd had, en kan het nu
anders, nu wij de uitkomst zien, dat wij
moedeloos zijn geworden, zelfs zoo, dat
ook voor de toekomst al onze hoop is
verdwenen.
Wij eindigen dan ook met den wensch,
en bidden dit van den hemel, dat ons
land nooit weer in zulk een beroering
zal worden gebracht, en mocht dit wel
het geval zijn, zoo zal het blijken, dat
de klap, aan de arbeiders nu toegebracht,
dan wrange vruchten zal voortbrengen".
Wij hebben hier niets aan toe te
voegen.
De „redder des vaderlands" verdient
alleen „de redder der spoorwegdirecties"
te heeten.
Christelijk bedrog.
Jaarlijks wordt een collecte gehouden
tot instandhouding der bijzondere scho
len. Tot aanbeveling van die geld
inzameling strekt het bekende Unie-
blaadje. Dat de broeders geld zien te krij
gen, kunnen wij begrijpen. Doch dat ze
voor een „christelij ke" school, zoo oncbris-
telijk in dat blaadje liegen, is weereen
teeken van het bederf door misbruik
van den godsdienst.
Doodgewoon schrijft het Unieblaadje
neer
„De toeleg onzer tegenstanders is, om
onder de schoonklinkende leuze van eer
bied voor den geest van het kind, onze
kinderen, in het zoo gewichtig tijdperk
van het schoolleven, verre te houden
van alle godsdienstige invloeden.''
Een leugen komt er blijkbaar niet op
aan, als de dubbeltjes er maar door los
gemaakt worden.
Wat toch is het geval?
Bij de behandeling der beruchte onder-
wijsnovelle stelden de H.H. Roëll en Bos
een amendement in om in het vervolg
de openbare school kosteloos voor het
godsdienstonderwijs af te staan en in
overleg met de geestelijken te bepalen,
op welke uren onder schooltijd deze in
de school godsdienstonderwijs konden
geven.
De antirevolutionairen en katholieken
wilden er niet aan. Het voorstel, heette
het, viel buiten het kader der wet. Of
al de heer Roëll een viertal voorbeelden
aanhaalde, ten bewijze, dat dit niet waar
was, het hielp niet.
Het voorstel werd niet toegelaten.
Natuurlijk niet, zoudeu we haast
zeggen.
Het Unieblaadje moest immers gele
genheid hebben de tegenstanders nog
weer eens te kunnen beliegen. De lezer
ziet intusschen, hoe het met de zaak
gesteld is.
Terwijl de Japansche en Russische afge
vaardigden druk aan het onderhandelen
zijn over den vrede, weten sommige bericht
gevers precies te vertellen welke eischen
Japan stelt, wat het zich wil laten afdingen
en wat er iederen dag zooal verhandeld
wordt. Wfj kennen de geslotenheid der Ja
panners, die niets loslaten, ook weten we
dat Witte een ervaren diplomaat is, dat
geeft reden genoeg om al die stellige berich
ten slechts voor kennisgeving aan te nemen
en met mededeelingen te wachten tot de
vrede gesloten is, dan zullen we zeker
enkele, maar zeker niet alle bepalingen te
weten komen. De verwachtingen dat door
de tegenwoordige conferentie de oorlog zal
beöindigd worden zijn nog niet Jgroot en
opmerkelijk is wel wat door den correspon
dent van de Daily Telegraph gemeld wordt.
„Wanneer de conferentie mislukt, zal
Rusland van taktiek veranderen. Tot dus
ver heeft het Japan willen verpletteren en
den vrede te Tokio willen teekenendat
is zijn dwaling geweest. De dwaling heeft
milliarden, een prachtige vloot en duizenden
manschappen gekost. In die lange reeks van
nederlagen heeft Rusland veel geleerd Als
de oorlog wordt voortgezet zal het zijn tak
tiek geheel wijzigen. In twaalf maanden
t(id, misschen in minder, zal de oorlog aan
Japan nog meer geld hebben gekost dan
zijn regeering gekregen zou hebben indien
men Japan een oorlogsvergbeding toestond
met andere woorden Japan zal in een nog
hachelijker toestand verkeeren dan wanneer
het thans zyn eisch tot schadeloosstelling
liet vallen.
Tot hoever5wil Ojama oprukken? In
hoeveel tijd? Tot welken prijs? Welke voor-
deelen zuilen daar voor zijn land uit voort
vloeien
Hij heeft achttien maanden noodig gehad
om het punt te bereiken dat hij thans in
Mandsjoerije bezet houdt. Dit cijfer als basis
aannemende hoeveel maanden zal hij dan
noodig hebben om een gedeelte van het
Russische ryk te bereiken, waar hij Rus
land werkelijk kwaad kan doen? Wladiwo-
stok zal niet genomen worden zonder groot
tijdverlies en aanmerkelijke offers aan
menschenlevens en geld, en vervolgens zal
na een langen tijd Charbin misschien vallen
De Russen zien verder en zeggen: "Wy
geven toe dat Japan het geheele gebied
van Oesoeri bezetten kan maar wat kan
Rusland daar voor kwaad by
Rusland zou in dezelfde positie verkeeren
als nu om tusschen oorlog en vrede te kie
zen, maar Japan zou niet even vrij zijn om
een besluit te nemen. Met andere woorden
een verdedigende oorlog zou Rusland vol
komen onkwetsbaar maken. Japan kan zyn
succes alleen gronden op de binnenlandsche
troebelen van het Russische rijk: daar zit
de gevoelige plek van den Russischen reus.
Indien het Russische volk het bedorven
regeerstelsel van de bureaucratie tracht om
ver te werpen, zullen de Japanners zich
zelf opnieuw kunnen gelukwenschen. Maar
de Russen zyn nu minder bang voor een
omwenteling dan vroeger.
Indien men aanneemt dat het beginsel
van een volksvertegenwoordiging ingang
zal vinden zonder dat er een omwenteling
noodig is, dan zal Japan, dat te doen krijgt
met een eensgezind volk, voor zoo'n zware
taak komen te staan, dat het bijna onmo
gelijk zal kunnen slagen. Japan zal spoedig
gaan inzien dat het een huis is gaan bouwen
zonder te vragen, hoeveel het hem zou kos
ten, en dat het 't gebouw in den steek moet
laten zonder het voltooid te hebben. Rus
land is bij een verdedigenden veldtocht vol
hoop dat het zijn tegenstander financieel
en economisch zal nekken. Japan zal stel
lig aan die mogelijkheid denken voor het
voor altoos de kansen van den vrede, die
thans binnen zijn bereik zyn, opzy zet.
Sedert het begin van den oorlog hebben
Rusland en Japan veel geld geleend en uit
gegeven zy zullen nog veel meer noodig
krijgen.
Totdusver heeft Japan onderpand moeten
geven voor de gesloten leeningen, wat de
schuldeischers van Rusland niet verlangden.
Ook is de financieele positie van de Russen
beter dan die van hun vijand. De jaarlyk-
sehe inkomsten van Rusland bedragen on
geveer 200 millioen pond en de oorlog heeft
de Russen ongeveer 100 millioen pond per
jaar gekost. Japan heeft jaarlyksche inkom
sten van 30 millioen en moet een oorlog
voeren, die het jaarlijks ongeveer 115 mil
lioen kost. Het ip nu maar de vraag, wie
van de twee het 't langst kan uithouden."
Ofschoon vay' regeeringswege in Duitsch-
land de officiééls verzekering gegeven is,
dat het bezoek der Engelsche vloot in de
Oostzee niets verontrustends heeft, schrijft
toch „een man diejsedert lang in den dienst
van de verdediging van het vaderland staat."
het volgende in de Reichsbote
„De tocht van het Engelsche smaldeel
naar de Oostzee laat de gemoederen in
Duitschland niet tot rust komen, en met
recht. In weerwil van alle officieuze ver
zachtingen is de toestand ernstig, zeer ern
stig. Engeland wil nu eenmaal blijkbaar
zyn mededinger Duitschland vernietigen.
Misschien kan het oogenblik waarop dit
blijkt, door de diplomatie nog eenigszins
tegengehouden worden. Het zou echter
slechts een uitstel van executie zijn. Het
gevaar dreigt dat de Engelsche vloot door
haar geweldige meerderheid de overwinning
ter zee aan haar vlag zal hechten. Dat weet
bij ons elke zeeofficier, en ook het meeren-
deel der leeken geeft zich dienaangaande
aan geen groote illusies meer over. Het is
zeker geen prettig gevoel, als men de mo
gelijkheid van vernietiging voor oogen ziet.
Dat zal een -heilige, wanhopige strijd worden,
en wanneer onze schepen op den bodem
van de zee mochten komen te liggen, dan
zullen ook ten minste evenveel schepen van
den vijand in hetzelfde lot gedeeld hebben.
Onze schepen zijn voor hun taak berekend,
alleen jammer, dat zij in aantal en gevechts
kracht niet sterker zyn. Als Duitschland
ter zee machtiger was, dan kon een derge
lijke verontrusting niet geschieden, zooals
in den laatsten tijd, dan zou de vrede niet
meer gestoord worden. Wy willen geen
oorlog, wy hebben hem niet noodig. Maar
indien hy voor de eer en liet vaderland
onvermijdelijk is, dan willen wy hem ook
met oopen oog en helder hoofd tegemoet
zien. Een beroep op vrees heeft vroeger in
Duitsche harten geen ingang gevonden, het
zal het ook nu niet en nimmer vinden.