If Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en (xoedereede. tSTE BLAD. Mr. R.J.H. PATIJN. 54e Jaargang. Woensdag 21 Juni 1905. No. 30 Flakfeeesclie Boek- en Handelsdrukkerij Zijn Bruigomstijd Mr. R. J. H. Patijn. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. TTitgra/ve cler te Middelharnis. Prijs der Advertentiën: van 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer 0,!Q. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing 'wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. De herstemming. De eerste strijd is achter den rug. En we kunnen met voldoening zeggen 16 Juni heeft ons niet teleurgesteld. In het geheele land heeft de linkerzijde een actie ontwikkeld, die bewijs geeft van een opgewekt leven, van een steeds die per besef, dat de clericale coalitie ons ten verderve zal voeren. Het is de liui- perpartij doorde duizenden kiezers rechts aangezegd geworden, dat (zij het heilloos drijven moede zijn. De millioenen van de kloosterscholen, de schandalige partij benoemingen, het kweeken van huiche larij en schijnvroomheid, de ontwijding van den godsdienst, dat alles heeft er toe samengewerkt om gelukkig de oogen der kiezers te openen. 28 Juni zal, hopen wij, voltooien, wat op 16 Juni zoo schit terend is ingezet. De herstemmingen, die moeten plaats hebben, kunnen na genoeg alle gewonnen worden. Mits er krachtig worde gewerkt. Ieder bedenke toch, dat de clericalen geen middel zullen ontzien om de zege te behalen. Dat zij ons tot waarschuwing. Ook in ons dis trict. Het verheugt ons ten zeerste, dat de heer Patijn met een Hinken voorsprong van 139 stemmen op mr. Pompe 'uit de stembus is gekomen. Doch dit mag er niet toe leiden, in ijver te verflauwen. Men kan er zeker van zijn, dat de tegen partij zich tot het uiterste zal inspannen om de overwinning te behalen. Dit zij ons tot waarschuwing. Wij kunnen win nen dank zij de schitterende houding onzer partijgenooten in Schouwen. Of we dan over Fiakkee niet tevreden zijn? Ja en neen. 't Had beter kunnen zijn. Zeker, er zijn partijgenooten, die met een ijver, boven onzen lof verheven, gewerkt hebben. Doch geen onzer mag achterblijven. Bedenkt het, mannen, van ons aller krachtige actie kan het afhan gen. Wij gaan met vertrouwen den dag der herstemming te gemoet. Wij zijn vol hoop op de overwinning. Maar dan ook mag niemand achterblijven. FEUILLETON. van H. Lichtenstern, (8) door K. te M. „O, als je blieft! schenk mij toch niet zoo veel had zij zacht gezegd en hem slechts schuw en ver legen haar dank betuigd. Toen hij evenwel op die wijze bleef voortgaan, had zijhet was al in Weenen— haar moed ver zameld, hem mee naar haar kamer genomen en hem een kleine strafpredikatie gehouden. „Kijk eens, mijn schathad zij gezegd, „ik weet wel, het doet je pleizier, goed en grootmoedig als je bent,"hier moest zij noodzakelijk even ophou den om zijn voorhoofd te kussen,„en niet waar, je gelooft me toch als ik zeg, dat ik je graag een pleizier gun Zij wachtte op een antwoord, dat prompt gegeven werd en zeer bevredigend uitviel, waarna zij verder ging„Maar dit pleizier, best rnensch kijk eens, dat kan ik je niet toestaan, nog niet! Neen, zwijg nu eens heelemaal stil en laat mij uitpraten, je weet, dat ik in streng, logisch redeneeren niet zoo heel sterk ben en dat men mij gemakkelijk van de wijs brengt. Zal je geheel zwijgen Om hem geheel in haar macht te hebben, nam ze zijn hand en bedekte die met haar beide kleine Op dus, in gesloten gelederen. Ieder doe wat hij kan. De gedachte, dat het om de hoogste belangen gaat, zitte voor bij ieder. En juist dat zal ons bezielen tot vuri- gen kamp voor onzen eandidaat. Aan ieder onzer en aan ons allen de zorg, dat op Woensdag 28 Juni de zege zij aan De Landbouw en de Tariefwet. De vereeniging het „VrijeRuilverkeer" geeft een blaadje uit, dat zoo duidelijk de nadeelen der aanhangige Tariefwet voor de boeren en arbeider uiteengezet, dat wij er het grootste gedeelte van overnemen. „Weinig is er nog gezegd over de ge volgen, die de voorgestelde wet zal heb ben op den landbouw, de veehouding, de zuivelbereiding en wat meer gerekend kan worden daartoe te hehooren. Hoewel zij, die in den landbouw hun bestaan moeten zoeken, evenals als andere verbruikers, den druk zullen gevoelen, die door kunstmatige duurte van tal van artikelen zal ontstaan, kan het van belang geacht worden na te gaan welke artikelen, in meer dadelijk verband tot den landbouw staande, door de voorge stelde wet zullen worden getroffen. De boer, die in het vervolg eene dorschmaehine, eene graan- of gras machine, een hooischudder, een paarden hooihark, zaai- of kunstmest-strooi- machine moet aanschaffen, zal dan in plaats van elke honderd gulden, die hij nu hiervoor betaalt, f'108 moeten geven; de boterfabriek, die een stoomketel en stoommachine, drijfriemen, pakkingstof en ketelbekleeding moet hebben, even eens. En in hetzelfde geval verkeeren de polderbesturen voor hunne stoomge malen, drijfriemen en de andere artikelen hierbij genoemd. De hieruit voortvloeien de vermeerdering van uitgaven zal dan vermoedelijk gevonden moeten worden in verhooging van poiderlasten, die ten slotte op de landgebruikers, eigenaren en huurders, zullen drukken. Aisnu overgaande tot de kleinere handjes, toen vervolgde zij„Hoor mij dus geduldig aan Je geschenken, die zoo grootsch zijn, zoo vor stelijk, zoo veel te mooi voor mij, die, maar niet boos worden, hoor, mijn schatdie doen mij leed. O, ik weet reeds, ik weetZij moest even op houden om een afstraffing te ontvangen en kon toen verder gaan; „wanneer ik van mijn verheven stand punt afdaal om zulk een rijken Cresus te nemen," beiden schoten in de lach om die scherts„dan moet ik ook den moed bezitten om tot zijn stand af te dalen en mij daarnaar regelen wat betreft toiletten, plaatsen in den schouwburg, rijtoeren en alles wat daar verder bij hoort. Neen, echt hoorviel zij zich zelf in de reden, „dat is in het geheel niet om te lachen. Rijk zijn is gewis niet te versmaden en ik zal de laatste zijn, die er iets tegen in te brengen heeft, maar waarom moet jij nu ook zoo schroome- lijk veel geld hebben? Kijk eens, jij goed,best, har telijk man," en daar zij vlak naast hem stond, sloeg zij haar armen vast, zeer vast om zijn hals. „mij was het veel liever als het anders waar Het drukt mij ter neer, ik schaam me voor je Ik ben niet rijk, niet mooi, niet geestig, wat bijzonders vind je dan nog aan mij? En dan kom je me nog overladen met zulke zaken, welke voor een koningin maar goed genoeg zijn, dat is, ja, dat is, om zich weg te scha men. Als je mij lief hebt, mijn lieve, beste,en ik weet, je hebt mij lief, evenveel als ik joudan doe je me dat niet meer aan. Bloemen, ja, zoo veel als je wilt, boeken ookmaar geen opschik meer, niets meer voor onze bruiloft! En niet meer iederen dag met het rijtuig gaan toeren, of eiken avond naar den schouwburg of de opera, niet waar? Eén keer in de week, als je zoo goed wilt zijn, maar meer ook niet. Als je nu eenmaal een burgermeisje nemen wilt, dan moet je ook een weinigje aan onze bur- groepen vinden wij in groep 1 voor paarden, die thans vrij zijn, onder volg- nommer 1 een invoerrecht van f 10, het stuk; voor paarden van niet meer dan 1,45 M. schofthoogte, waartoe de hitten of poneys behooren, alsmede muilpaarden en muilezels f 5,het stuk. Gelijk de minister opmerkt,ishetmoeilijk de grens te trekken tusschen een weelde en werkpaard, reden waarom eene be lasting voor ieder paard wordt voorge steld. Maar dit neemt niet weg, dat deze heffing het zwaarst is voor de paarden van de geringste waarde. Een werkpaard van drie- of vierhonderd gulden b.v. staat lang niet gelijk met een dekhengst, die eenige duizende guldens kost. Ook hier dus de zwaarste last op de zwakste schouders! Bij groep XIY, volgnommer 409: rij en voertuigen, niet afzonderlijk belast, met inbegrip van motorwagens, rijwie len en dergelijke wordt het recht ver dubbeld, namelijk van 5 op 10 percent gebracht. Neemt men hierbij in aanmerking, dat, althans ten plattelande, de rijwielen bij lange na niet uitsluitend dienen voor genot en weelde, maar heel vaak ge bruikt worden in het bedrijf van land bouwers en anderen, dan is het licht te begrijpen, dat deze verdubbeling van inkomende rechten voor hen eene geens zins onverschillige zaak is. Zooals in het begin is gezegd, zijn in dit blaadje alleen die artikelen besproken die meer rechtstreeks met den landbouw in verband staan. Maar het is duidelijk dat de druk, die door invoering of ver hooging van rechten op anderen zal worden gelegd, ook zal neerkomen op den landbouwer, die, evenals alle ande re verbruikers, voor tal van benoodigd- heden meer zal hebben te betalen. En wat staat voor hem daar tegenover? Geen voordeel, maar wel een gevaar. Het behoeft geen uitvoerig betoog, dat de Nederlandsche landbouwer, vee houder, zuivelbereider, groenten- en vruchtenteler het vooral moeten hebben van den uitvoer naar het buitenland. Uitvoer van vee, boter, kaas, fijne zaden, kool en andere voortbrengselen. Waar moest het voor hem heen, zoo dat alles binnen de grenzen moest blijven? Al gergewoonten wennen We zullen onze wandelingen te voet maken, dat zal je lange beenen niets schaden en weet je„ze kwam steeds dichter bij zijn oor, „later zal ik mij wel ontpoppen, dan zal ik de voor name dame spelen en het geld met volle handen wegwerpendie kunst zal ik best leeren, wees daar maar gerust op! misschien beter dan je lief zal zijn Neen, neen, wordt maar niet angstig, het was maar scherts, zoo erg zal het nooit wordenSlechts alles doen en hebben wat past aan mevrouw Welheim, echtgenoote van den groothandelaar en grondbezit ter Paul Welheimoef! wat een rek is dat, zoo'n lange titelDan zal ik mij naar uw stand, die dan ook de mijne is, schikken maar nu ben ik nog Em ma Frei8inger, die zich schaamt als je met zulk een pracht bij haar komt en die op de gansche wereld niets noodig heeft dan drie menschen, en van die driedat is misschien wel een weinigje slecht van haarjou het meest. Ja, toch nog iets, zij heeft o zoo noodig te weten, dat je nu niets boos op haar bent. Zeg het mij, lieve, hartelijke Paul, zeg het mij Ben je boos, heb ik je leed gedaan Neen, nietwaar, volstrekt niet, mijn schatin het geheel niet En wat had hij geantwoord op al dat dringen en smeeken Niets, geen woord, hij had haar slechts aangezien, maar zij weet nu toch zeker, dat hij niet niet het minste boos op haar is. In het begin van November dreigden geen wolk jes, maar een zware bui kwam (aanzetten boven de familie Freisinger: Emma was ziek, zij had een long ontsteking. Zeer ernstig was het niet, van een wer kelijk gevaar was geen sprake, maar het bleef toch les dient alzoo in 't werk te worden gesteld, om dien uitvoer te bevorderen en uit te breiden. Nu is het wel treu rig, dat het buitenland door vaak hooge inkomende rechten onzen uitvoer be moeilijkt, doch wij kunnen dat niet keeren. Maar wel is het zaak die groote naburen geen aanleiding te geven om, bij wijze van wraakneming, die rechten nog te gaan verhoogen, waardoor onze toestand er niet op verbeteren zou. En dat zoo iets geen denkbeeldig gevaar is, dat leert de geschiedenis in de landen om ons heen, waar, zoodra de een het invoerrecht verhoogt, de buurman dit eveneens doet en de tarieven-oorlog uit breekt. En wat het buitenland aanschouwe lijk leert, is, dat zoo men eenmaal den weg der bescherming is opgegaan, men meestal gedrongen wordt tot uitbreiding en verhooging der tarieven. En het slot van dat alles is, dat de natie, zij het dan ook op niet zoo duidelijk voel- en zichtbare wijze als bij directe belastin gen, de rekening moet betalendat de verbruikers, die velen zijn, moeten be talen ten behoeve van de percentsgewijs kleine groepen van voortbrengers en dat deze belasting naar evenredigheid het zwaarst drukt op den minvermogende, voor wien één dubbeltje vaak van meer heteekenis is dan voor anderen et telijke guldens. Wij willen hier slechts een enkel woord aan toevoegen. In geen enkel land is nog het kunststukje vertoond, dat alleen de industrie en niet de landbou wer beschermd wordt. Dit wordt alleen voorgesteld door de regeering van dr. Kuyper. 't Gevolg is, dat de boeren en arbei ders het loodje zullen leggen. Zij krijgen de lasten te dragenzonder eenige lus ten te genieten. Om dat te voorkomen dienen de Flakkeesche kiezers als één man te stemmen op De Zweep. Als bij de herstemming de linkerzijde het wint, wat danl Zoo vragen de cleri cale bladen. En zij vinden daarin de altijd een geval waar niet mee valt te spotten en men moest uiterst voorzichtig zijn. De drie gezonden lieten er het hoofd niet om han gen, ze werden niet neerslachtig, maar behielden hun gezonden levenslust. Men [behoefde zich, god dank niet zoo bevreesd te maken, want er was waarlijk geen gevaar, men moest slechts de voor schriften van den dokter getrouw volgen, wat met de grootste nauwgezetheid gedaan werd. Emma had eenigen tijd noodig om zich in de rol van zieke te schikken zij vond het eenvoudig be lachelijk stil te moeten liggen, zich als een Jprinses te laten bedienen en voortdurend over haar toestand te hooren spreken. Maar zij bezat de gelukkige eigen schap zich gemakkelijk in een toestand te kunnen schikken, en liet zich gaarne vertroetelen, weldra trootte zij zich in haar lot en begon zoowaar er zelfs iets aangenaams in te vinden. Zooals te denken is, werd Emma trouw verzorgd de moeder was slechts nu en dan uit de ziekenkamer te krijgen, als de vader haar, daartoe door Emma aangezet, met zacht geweld daar uit drong. Wat den vader betreft, die zijn studeerkamer naast de voor kamer had, hij kwam ieder kwartier naar zijn doch ter kijken en plaatste zich dan een half uur of lan ger naasthaar ledikant. Men zal dus niet gemakkelijk kunnen beweren, dat hij geheel in zijn werk opging. Wat Paul betreft, ach, die arme Paulhij beleefde een booze tijd. De vader kon lachen, de moeder schertsen. Die waren telkens binnen bij baar, kon den haar bedienen, zien, aanraken. Maar hij! Want om het maar kort te zeggen, hij was verbannen, hij mocht niet binnen komen, zij wilde het niet, zij was verlegen voor hem. (Wordt vervolgd.) 1.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 1