Kamero verzich t. Buitenlandsch Overzicht. Gemengd Nieuws. De Nieuwe Arbeidswet. VI. (De bescherming der vrouw in het ontwerp-Kuyper). De voorschriften tot beperking van den arbeidsduur van vrouwen en kinde ren in fabrieken en werkplaatsen zijn in het ontwerp-Kuyper zoo gesteld, dat het ontduiken gemakkelijk is gemaakt. Artikel 267 bepaalt den maximum (langste) arbeidsdag voor jongens, meisjes en vrouwen in fabrieken en werkplaatsen op 10 uur, terwijl in art. 272 is voor geschreven, dat deze werkuren moeten liggen tusschen 6 uur voormiddags en 7 uur namiddags. De werktijd kan dus verdeeld worden over een tijdruimte van 13 uur (behoudens de vele uitzonderin gen, waarvoor nog ruimer grenzen zijn toegestaan). Na aftrek van den in art. 303 voorgeschreven rusttijd van l1/2 uur blijft dus een tijd over van minstens 11/2 uur, welke de ondernemer, die de wet wil ontduiken, vrij gemakkelijk zal kunnen voegen bij den .wettelijk geoor- loofden arbeidstijd. Natuurlijk is getracht dit te voorkomen door arbeidslijsten voor te schrijven, waarop de arbeids- en rusttijden van elk der beschermde arbeiders zijn aangegeven. Maar daar de arbeidstijden binnen de wettelijke gren zen voor ieder arbeider verschillend kunnen zijn en de arbeidslijst na 14 dagen weer door een ander worden vervangen, wordt het opsporen van overtredingen zeer bemoeilijkt. Daarbij bestaat nog het gevaar, dat de patroon zal trachten zijn arbeiders onkundig te houden van de voor hem geldende arbeidsuren door het ontvangen van een dubbele arbeids lijst. Tegen dergelijke knoeierij is slechts een geringe straf bepaald. En om in een groot aantal bedrijven contröle op over treding totaal onmogelijk te maken, stelt art. 380 nog de mogelijkheid open om bij algemeenen' maatregel van bestuur vrijstelling te verleenen van de verplich ting om arbeidslijsten te houden en dat juist voor die bedrijven, waar de grenzen van den arbeidsdag 't ruimst genomen worden. Wat zal er op die manier van den treurigen arbeidsdag terecht komen? Slechts dan zijn wettelijke bepalingen streng toe te passen, als voor alle be drijven gelijk begin en einde van den arbeidsdag wordt voorgeschreven, zoo danig, dat na aftrek de rustlijders het hoogst toegestane aantal werkuren over blijft. ïn Engeland heeft men ondervonden, dat alleen op die manier een arbeids wet doeltreffend kan werken. Is daar nu door de streng gehand haafde regeling de industrie te niet ge gaan, zoo is defTwentsche fabrikanten jerimieerden? Geenszins. Doordat de fabrikanten niet meer hun toevlucht konden nemen totovermatige uitbuiting hunner arbeiders moesten ze wel naar een betere voortbrenging zoeken. Ze brachten juist daardoor hun bedrijf tot zoo'n hoogte, dat ze nog steeds op de wereldmarkt de eersten zijn 1 En de uitgemergelde fabrieksbevol king van vroeger tijd is zeker niet 't minst door de flinke Engelsche arbeids wetgeving tot een hoogte gekomen, als in andere streken zelden wordt bereikt. Dat juist had dr. Kuvper er toe moe ten brengen een krachtige regeling te ontwerpen in plaats van't onduidelijke, slappe ontwerp, dat hij vervaardigde. Wordt vervolgd.) Met links tegen rechts heeft de Tweede Kamer de onderwijspartijwet aangenomen. Dat was te verwachten. Na wekenlang een voudig alle sprekers voor goed onderwijs te hebben laten praten voor doove ooren, na voortdurende afstemming van elk amen dement tot verbetering was het te verwach ten, dat de clericale meerderheid als één man voor deze partij wet zou stemmen. Wat ook gebeurd is. Even kloekmoedig stemde de linkerzij als één man tegen de verborgen leegpompery der openbare school. Aan de stemming over deze wet ging de eindstem ming over de pensioenwetten voor de onder wijzers vooraf. Deze ging er zonder hoofde lijke stemming door. Daarmede heeft de linkerzijde het bewijs gegeven, dat haar politiek niet eenzijdig of enghartig is, want juist in die pensioenwetten ligt al een aan zienlijke bevoordeeling van het bijzonder onderwijs. Na deze stemmingen heeft de Kamer een aantal kleinere ontwerpen in behandeling genomen. Zoo is een wetje aangenomen, waardoor Brabant in de toekomst een flink kanaal zal krijgen van de Zuid-Willems vaart naar de riviertjes de Mark en de Amer, dus dwars door Brabant heen. Echter, juist de Noord Brabantsche christelijke Boerenbond heeft zich tegen het geprojecteerde kanaal verklaard, en de Bossche afgevaardigde Sasse van IJsselt steunde die oppositie ten sterkste. Ten slotte werd het kanaal op papier goedge keurd. Eer het er is zullen we wel eenige jaartjes ouder zijn. De lagere ambtenaren der posteryen zul len zich wel in de handen gewreven heb ben van pleizier. Het rijk zal 8 ton besteden om hun positie te verbeteren en f 80,000, die reeds vroeger daarvoor was toegedaan, doch die de minister maar niet gebruikt had, zullen hun ook nog ten goede komen. Het langdurig aandringen op verbetering door de Klerk, Nolting en Ketelaar (drie „paganisten") bjj elke begrooting heeft dus ten slotte succes gehad. De stad Deventer krijgt een nieuw station. By de discussies ging de heer de Steurs, die indertijd zoo flinkweg de bloedbaden in de Gajoe-en Alaslanden durfde afkeuren,mini ster Oyens danig telyf, omdat deze weiger achtig bleef de noodige inlichtingen te geven. Dat deze Roomsche afgevaardigde het kras durft zeggen, bewijze voor de curiositeit het slot van zfjn redevoering; „Ik hoop dat wy elkaar in het najaar wederom in deze zaal zullen ontmoeten bij de behandeling der begrooting, hij aan dezelfde groene tafel en wij in nieuwe mahoniehouten banken, maar ik voorspel hem, dat indien by zijn voor drachten datzelfde gebrek aan openhartig heid waargenomen mocht worden, niet ik alleen maar vele andere met kracht zullen opkomen en dat er splinters zullen vliegen." In de Siste vergadering kwam het loterij wetje in behandeling. Dit bedreigt straf tegen het houden van loterijen zonder toestem ming hetzij van de Koningen, hetzij, voor de kleinere, van den burgemeester. Een goede zaak, doch die volstrekt niet de op blazing tot een „christelijke" wet van be- teekenis verdient (zie een artikel in dit nummer) De heeren Drucker. Van Raalte, Fock en Van der Tlugt (allen paganisten dienden eenige amendementen in tot ver scherping en verbetering der wet. De regee ring nam deze alle over. De verdere behandelingen der wel werd tot later verdaagd, waarna de wijziging der Provinciale Wet aan de orde kwam, Daarover de volgende maal. EERSTE KAMER. Wy laten gewoonlijk de overzichten van den arbeid in dit college achterwege, omdat de discussies meestal vrijwel een herhaling zijn van de besprekingen der Tweede Ka mer. Wat echter de afgeloopen week in dezen tak der vertegenwoordiging gebeurde, is 't vermelden waard om te doen zien, hoe de clericalen het op haren en snaren zetten den millioenenoogst voor kloosterscholen en andere kerkelijke scholen binnen te ha len. Reeds lang ligt de Hooger Onderwijs wet tot behandeling voor dit college gereed. Natuurlijk zou men verwachten, dat daar mede dus de zitting werd aangevangen. Ja wel! De lager-onderwijs-party wet geeft immers zooveel meer. Toen de Kamer 10 Mei bijeenkwam, werd besloten om dadelijjc die beruchte wet in de afdeelingen te doen onderzoeken. Dat kan geen dag en nacht wachten! Tever geefs wees de heer van Weideren Rengers er op, dat de Kamer aldus geen tijd had gehad om voldoende kennis te nemen van dit ontwerp. Niets hielp, met 28 tegen 13 stemmen, rechts tegen links, werd besloten dadelijk met de onderwijswet te beginnen. „De Eerste Kamer, heeft, zoo zegt de N. R. Ct., den eersten plicht eener nationale vertegenwoordiging, uit berekening hulp macht van het gouvernement geworden, verzaakt." Juist, maar 't gaat ook om millioenen voor kerkelijk onderwys zonder deugdelijke waarborgen. Nog altijd blijft de kwestie of Frankrijk de neutraliteit geschonden heeft onopgelost. Japan houdt vol van wel en wordtin zijn meening gesterkt door vriend Engeland, dat zich evenwel op eenigen afstand houdt, daar het wel helpen wil met raad, maar zich niet gaarna geroepen zou zien den bondgenoot met de daad te steunen. De Franschen trachten te bepleiten dat zij geen kwaad bedreven hebben. Als men de Temps gelooven wil, dan zouden de Franschen in Oost-Azië zich kunnen gedragen, zooals hun te laste wordt gelegd, zonder dat zy de neutraliteit schenden, Van de onbestemd heid der volkenrechtelijke bepalingen maakt de Temps een wapen ter verdediging van de houding der Fransche regeering. Wie de houding van Frankrijk in strijd met het volkenrecht noemt, is eenvoudig niet op de hoogte. Wie voor de kennis van het vol kenrecht by de Engelschen ter school gaat, zal de houding der Franschen afkeuren. Maar Frankrijk is volstrekt niet gebonden aan de Engelsche ook door de Japanners gehuldigde opvatting. Die opvatting van Engeland vloeit voort uit het eigen belang van dat land. Engeland heeft over de gehee- le wereld eigen bezittingen, die tot rustpun ten van zijn vloot kunnen dienen in geval van oorlog. De opvatting, dat de vloot van een oorlogvoerende partij zich uitsluitend van het noodige mag voorzien in een na tionale haven, is voor Engeland van on schatbaar voordeel. By die op-vatting kan de Engelsche vloot, in een oorlog tusschen Engeland en een andere mogendheid, zich overal vry over den aardbol bewegen, ter wijl de vijandelijke vloot, uit gebrek aan rustpunten, zich nauwelijks zou kunnen bewegen. Die opvatting is thans ook voor- deelig voor Japan en zoo is het niet te verwonderen dat ook Japan de neiging heeft de Engelsche opvatting als de ware voor te stellen. Maar in die opvatting heb ben de Franschen nooit gedeeld en het zou volstrekt onredelijk zyn, de Franschen te dwingen hun vroeger standpunt bij deze gelegenheid vaarwel te zeggen en het En gelsche standpunt te aanvaarden ter wille van Japan. Wanneer de Temps de zaak zoo be schouwt, kan men het blad volkomen ge lyk geven. We weten toch dat bijna ieder wetsartikel voor meer dan een uitlegging vatbaar is, en dat moet ook wel, want hoe zou anders het leger advokaten werk vin den. Nu zullen de bepalingen betreffende het volkenrecht ook wel verschillende hand vatsels hebben en zoo kan ieder het naar eigen goeddunken uitleggen. Minder geluk kig is de Fransche regeering in een stuk, waarin ze haar gedrag buiten het volken recht om wil verdedigen. In de eerste plaats betoogt de Fransche regeering dat het haar onmogelijk was, door voorafgaande maatregelen van toezicht te voorkomen dat Rozjestwenski's smaldeel zich aan de kust van Indo-China ophield. Daartoe zou een afgebroken toezicht noodig geweest zijn dat nog niet verricht had kun nen worden door een vloot, twintig maal zoo talrijk als die van de Russen. Men kan zulke maatregelen wel nemen tusschen Brest en Cherbourg, maar tusschen Saigon en Haiphong zijn ze onmogelijk. Daarby moe ten gevoegd worden het gebrek aan tele grafische stations, en de moeilijkheid om spoedig snelle inlichtingen te verkrijgen. De Fransche regeering heeft gedaan wat zij kon meer kon zij niet doen. Verder voert de regeering aan, dat zij volkomen onpartijdig opgetreden is. Indien hetx eenige maanden geleden Togo in den zin gekomen ware, de Russen tot Madagas kar tegemoet te varen, zonder zijn schepen daar hetzelfde gerief genoten hebben, dat nu aan de Russen ten deel gevallen is, tot ergernisder Japanners. De Japanners hebben (volgens de regeering te Parijs) bij de Filip pijnen en in de Nederlandsche Indische wateren hetzelfde gedaan wat zij thans de Russen verwijten in Indo China gedaan te hebben. Twee maanden lang heeft het Ja- pansche smaldeel gekruist in de wateren van Singapore, Borneo en Manilla, en bij dit oponthoud hebben ongetwijfeld ook vaak aanrakingen met de kust, proviandeering enz. plaats gehad. Het besluit van de Fransche regeeiing is, in het kort, dat de Fransche overheid vol strekt onpartijdig te werk gegaan is, en dat zij alles in het werk gesteld heeft om haar onzijdigheidsplichten niet alleen naar de letter maar ook naar den geest, ten uit voer te leggen. Dit stuk voert in het geheel geen bewij zen aan, het bevat enkel beweringen, die wel geen enkel ongeloovige zullen over tuigen. Vijf en twintig jaar lang was Pobjedonos- tjef procureur-generaal der Heilige Synode in Rusland. Hy wist met alle machtsmid delen, welke zyn ambt hem verschafte, de eenheid van kerk en staat te verdedigen en door de kerk den staat te beheerschen. Al dien tijd kon hij kerk, Tsaar, Rijksraad en ministers zyn wil voorschrijven, wel een bewijs voor zijn krachtige persoonlijkheid. Doch een macht ging hem boven het hoofd groeien, ministers, Rijksraad en metropo lieten zagen in dat de bestrijding van Pobjedonostjefs heerschersstelsel een voor waarde was voor den binnenlandschen vrede; Witte ondernam den strijd op staat kundig, Antonius, de metropoliet van Petersburg, dien op kerkelijk gebied. De worsteling duurde lang en was heftig. Pobjedonostjef zag ten slotte dat zijn tegen partij hem te machtig was, hy voorzag zijn val, maar besloot zyn vijand Witte in dien val mee te sleepen. Hij wist te bewerken, dat de kerkhervorming, welke Witte voorgesteld had aan diens werkkring ont trokken werd en stelde toen zelf een her vorming voor, ofschoon hij wist daardoor zijn eigen graf te graven, maar Witte ging dan ook niet met de eer strijken. De her- vormingsgezinden betreurden wel het verlies van Witte, maar waren ten hoogste verblijd over Pobjedonostjefs heengaan, daardoor hechtten ze zelfs te veel waarde aan de beloofde hervormingen, want de Russische verdraagzaamheid, waarvan zooveel gehoopt werd, blijkt nog weinig te beteekenen en zelfs niet vrij van bitteren spot te zijn. Er bestond een bepaling, waarbij aan de Duchoboren verboden was, de medaille voor moed te dragen, en die bepaling is nu afge schaft. Dat lijkt heel wat, maar goed be schouwd is het een dwaasheid. De Ducho boren zijn' een secte, die tot beginsel heeft een volstrekte vijandschap tegen den mili tairen dienst, omdat volgens hun opvatting het dooden van een medemensch verboden is. De bedoelde medaille wordt verleend aan hen, die zich in den oorlog door moed en dapperheid onderscheiden hebben, wat nooit door Duchoboren kan geschieden en daarom is het afschaffen der bepaling ook een groote dwaasheid. Dergelijke hervormingen worden nu ingevoerd, doch kunnen immers nooit eenig denkend wezen bevredigen. De uitsluiting te Bazel. Het aantal uitge sloten werklieden in het bouwvak te Bazel bedraagt 5500. Gravin Montignose De nieuwe overeen komst met de gravin van Montigr.oso, die aan den koning van Saksen ter goedkeuring is voorgelegd, bevat de volgende, reeds in hoofdzaak bekende bepalingenle. De gravin houdt op Saksisch onderdaan te zijn 2e Zij geeft het prinsesje Anna Pia Monica een jaar na het in werking treden van de nieuwe overeenkomst aan het Saksische hof over3e De gravin krijgt een jaarlijksche apanage van 40.000 mk. (vroeger 30.000 mk), die in maandelijksche termijnen betaald wordt; 4e Het Saksische hof stelt haar in de gelegenheid, alle jaren hare kinderen te zien. De overeenkomst is tot stand gebracht door een briefwisseling tusschen den groot hertog van Toskane, den vader der gravin, en den koning van Saksen, verder door den invloed van gravin Fugger, die sedert jaren een boezemvriendin van gravin van Mon- tignoso is. De wervelstorm te Oklahoma. Uit Gutbrie (Oklahoma) wordt gemeld dat de materieels schade, door een wervelstorm te Snyder aangericht geschat wordt op f 840,000. Een deel van den grond waarop het plaatsje stond, is als 'tware omgeploegd. Boeken, brieven en foto's die door den wervelwind werden opgenomen, zijn teruggevonden te Fori Cobb, 90 kilometer van Snyder ver wijderd. IJzeren deuren zijn 3 kilometer door den wind meegevoerd. Het getal doo den bedraagt ongeveer 125, dat der gewon den 150. Een nieuwe tornado. Op den 12en Mei heeft volgens berichten uit Kansas-City in Marlow, Indian-territory, niet ver van Sny der weder een tornado gewoed, waarbij 20 menschen het leven lieten. Baarden en knevels. Wanneer iemand in Petersburg zijn baard of snor wil laten wegscheren, dan moet hij niet alleen een goede bekende zijn van den barbier doch ook zyn wil schriftelijk kenbaar maken. De politie heeft namelijk een voorschrift gegeven, volgens welks bepalingen elke barbier in Petersburg verplicht is dadelijk kennis te geven aan de politie, wanneer iemand zich wenscht te ontdoen van baard, of snor, of zich wil laten schminken. De barbiers waren ontboden bij den po- litie-chef om dit bevel te hooren voorlezen. Eèn der aanwezigen vroeg of dit voorschrift alleen gold v oor de burgerlijke wereld. De ambtenaar antwoordde: „Voor iedereen! Zelfs wanneer hy generaal is Weet u, of iemand werkelijk generaal is Hy kan toch de uniform dragen, zonder de waardigheid te hebben. De moordenaar van Sipjagin droeg de uniform van een adjudant. En toch was hij geen adjudant. Door panters aangevallen. Op de kermis te Roubaix staat een menagerie, waar o.a. de 38-jarige dierentemmer Ernest Framis met panters werkt. Bij een der avondvoor stellingen vielen twee panters plotseling op den temmer aan, scheurden hem met hun klauwen de kleederen van het lijf en brachten hem verscheidene wonden toe. Toch behield hjj zyn tegenwoordigheid van geest en, geholpen door de knechts, die de dieren met gloeiende staven op een afstand hielden, kon hij de kooi verlaten. Hij is zwaar aan de borst verwond op sommige plaatsen zyn de beenderen bloot gelegd. Haasje-over. Te Harvengt speelden eenige knapen haasje-over waarbij een hunner viel en beide polsen brak. Men vreest, dat de arme jongen voor zijn geheele leven gebrek kig blijven zal. Een spoorwegongeluk, viel Zaterdag voor tusschen Thieu en Havre. Om 11 uur's mor gens reed een goederentrein van Bergen naar La Louviere, toen eensklaps de grond onder de rails wegzakte, waardoor de loco motief in een diepe kuil viel en vier wagens geladen met kolen in elkander schoven. Van het station Havre werd onmiddellijk een ploeg arbeiders gezonden, die er slechts na veel moeite en langen tijd in slaagden, den machinist en den stoker te bevrijden. Eerstgenoemde was slechts licht aan de beenen verwond, de laatste heeft een wond aan het hoofd en ernstige inwendige kneu zingen bekomen, zoodat hy naar het hos pitaal te Bergen vervoerd moest worden. Domoor. Een boer uit den omtrek van Keulen die den prys van 100,000 Mark had getrokken in de Mecklenburgsche Staatslo terij, ging voor alle zekerheid zelf datgeld ontvangen bij een bankier te Berlijn. Maar toen hij zyn schat in bezit had wilde hij er zyn pleizier eens van nemen; hy trak teerde zichzelven in verscheidenerestaurants en kroegen ook van min allooi waar hy door den drank openhartig geworden, zyn rykdom liet zien, en het gevolg was, dat hjj in handen van dieven viel, die hem stomdronken maakten en hem zjjn geld afnamen. Toen hjj uit zjjn roes ontwaakte, had hij niet meer over dan ongeveer 600 Mark, en slechts weinig kans op terugkomen van zjjn schat, al begon de politie terstond een on derzoek naar de dieven.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 2