Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
liws.
cliappij
waarde. -
5de Jaargang.
Woensdag 3 Mei 1905.
No. 23
Jekk.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post 0,50.
Afzonderlijke nummers
0,05.
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
Iedere regel meer0,10.
Groote letters naar plaatsruimte.
Zijn Bruigomstijd
v.
roegindevreij, j.m. '26 j.
I A. 2S j.
I Vit vliet, j.m. 24 j. en
21 j.
|elia, d. v. Pieter Lodder
27 j. en Berbera Both,
>est, 67 j., weduwe van
25 April.
I Bestman en Cornelia
Ivan J. van der Wende
■24 j. en Tannetje Melis-
p, 3 j. L. Keijzer, 77 j.,
J Sliedregt. Neeltje van
Ian Cornelia Kameraad.
|en van Jacob van der
April.
leendert Tiggelman en
|d. v. Hendrik Pieterse
1920 April,
krinus van der Valk en
Iannis Hoedemans, 22 j.
I Middelharnis), 25 j.
Hoek (van Schiedam),
feitje van der Valk, j.d.
cliteii.
|p de veemarkt waren
1 veulen, 1 ezel, 2139
L 2S3 vette, 610 nuchtere
In of lammeren,[336 var-
of geiten.
b., stieren 24] tot 29 c.,
Jrt-kalveren c.,
■en 30 tot 33 c. varkens
lens voor export 19 a
fealfkoeien f 190 a 290
|10 af 105 graskalveren
165 alles maget vee;
>n f 60 a f 150.
|ua f 22,slacht
i vrij goed. Overigens
|alveren was de omzet
verkocht. Fok- en
op, vooïal voor 't
|angevoerd en goed ver-
Idel kalm.
ftrdappelen. De prijzen
I a 1,60, dito Dokkumer
Iblauwe f 2,af 2,10.
f 1,30 af f 1 80, dito
luwe f 2,— a f 2,30,
1,10, Westl. zand- f3,
f ;if per
kilo.
nis.
'ij
irksland.
0, de premie
e uitbetaling
Leeuwarden
ilendam.
dereede en
e Tonge.
ag 30 April 1903.
|p) Ds. Bruining.
Westrik.
■immers.
Idemaker.
j 'e Stoppel aar.
|oogendijk.
Gidts.
i.
Wentink.
Ivan Dolder.
Verweij.
Eramen.
Ds. Polhuijs.
I KERK.
J Steketee.
■Koppe.
heer Basoski.
Dekker.
|e kerk.
'T KRXJXS.
en av. Ds. Mackenzie.
Hoofd-Agent voor Nederland: C. W. BETKE, Advertentie-
Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam.
XJitgra,-ve der
te Middelbar nis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Een leerplan, een minister en
schoolopziener.
Wat een leerplan is, lezer? Geen
schande, als ge 't niet weet, man! In
de Tweede Kamer heeft de minister wel
verteld, dat hooge oomes bij 't onderwijs
niet wisten wat een leerplan is. Een
onderwijzer weet het wel, maar van
menschen buiten 't onderwijs kan men
niet verwachten, dat zij op de hoogte
zijn. Daarom zullen we eerst even zeg
gen, wat een leerplan is. De rangschik
king der leerstof uit een vak van onder
wijs noemt men den leergang voor dat
vak. Het leerplan nu van een school
stelt den leergang voor de verschillende
vakken of de verdeeling der leerstof
over de schooljaren vast: het bepaalt
den tijd voor ieder vak en veelal ook
de te gebruiken leermiddelen. Verder
kan 't nog in bijzonderheden aangeven,
wat iedere maand of iedere week zal
worden afgehandeld. Dat laatste geschiedt
echter doorgaans niet.
Dit leerplan nu moet goedgekeurd
worden door den schoolopziener.
En watj zeide nu minister Kuyper
in de Tweede Kamer?
Zie Handelingen der 74ste vergadering
bldz. 1812:
„Zelfs neem ik aan, dat verscheidene
arrondissements schoolopzieners, die vroe
ger geen vakmannen waren, ook geen
helder begrip hebben van een leerplan."
Juist, Excellentie, alle onderwijzers en
ook wij zijn 't volkomen met U eens.
Die schoolopzieners moeten vakman
nen zijn om over een leerplan te kunnen
oordeelen.
Maar waarom zijn dan onder Uw be
wind de volgende benoemingen ge
schied?
Tot arrondissements-schoolopzienerin
Het arrondissement Apeldoorn, een
boterfabrikanthet arrondissemen Rozen-
daal, een advocaat. Het arrondissement
Sommelsdijk een advocaat. Het arron
dissement Loenen, een advocaat. Het
arrondissement Helmond, een advocaat.
Het arrondissement Weert, een advo-
FEXJIZjIJMTON.
(1)
van H. Lichtenstern,
door K. te M.
Paul Welheim, vermoeid en oververzadigd van de
drukten en feesten van den winter, van de jacht op
zijn persoon en vermogen— een jacht, waarvan hy
reeds sedert eenige jaren het doei was— Paul Wel
heim was aan het begin van zijn zomervacantie, welke
zeswweken duurde.
Tn zijn behoefte aan rust, zijn begeerte om niets
anders dan rust te vinden, was hij naar een zeer
klein plaatsje, Mariaschutz, niet ver van Weenen, in
het gebied der Stiermarksche Alpen getrokken. Geen
wereldreizigers kwamen daar, want het plaatsje bood
nieta ontzettends aan, maar het was Paul Welheim
daar goed.
Wie een open zin voor het schoone heeft, die ge
niet ook al heeft hij hetachoonereen ,het schoonste
reeds gezien. En schoon was het in Mariaschutz, en
liefelijk, en vertrouwelijk, enstil.
Het eenige hotel, dat niet druk bezet was, en de
weinige gasten die het telde waren nog solide, in-
goeden-doen-verkeerende, rustige burgerlieden, was
Welheim toch nog te druk. 'a Morgens vroeg ging hy
reeds van huis, en trok dan met zijn fotografietoe-
caat. -Het arrondissement Rotterdam III,
een advocaat. Het arrondissemen tZutfen,
een advocaat. Het arrondissement Fer-
werd, een advocaat. Het arrondissement
Rotterdam IV, een niet-vakman.
U zegt, 't was onder vorige ministers
ook zoo?
Toegegeven. Excellentie, maar dat
maakt't niet minder waar: wat u zeide.
Vakmannen dienen 't onderwijs te
beoordeelen; hoe eer'tuit is, dat school
opzienersbaantje een mooi bijzaakje zijn
voor niet-vakmannen, hoe beter!
Belooningen en eereblijken.
Tegen prijsuitdeelingen zijn ernstige
bezwaren, zegt de bekende opvoedkun
dige Koonings. In vroeger jaren was
het op vele scholen gebruikelijk aan 't
einde van den leertijd of bij het over
gaan van de eene klasse naar de andere
prijzen uit te reiken voor vorderingen,
goed gedrag enz. Terwijl men op de
meeste scholen metditbelooningenstelsel
heeft gebroken, treft men 'top ambachts
scholen nog veelvuldig aan. Ten onrechte
naar ons dunkt. Wij hebben er bezwaar
tegen op de volgende gronden.
Wat de leerling doet, doet hij niet
ten voordeele van de ouders, niet ten
behoeve van den onderwijzer, niet voor
de Maatschappij, maar alleen voor zich-
zelven. Waar belooning gegeven wordt,
daar moet iets verdiend zijn geworden.
Waar verdienste is, daar moet men iets
voor en ten behoeve van anderen gedaan
hebben, wat men niet verplicht was.
Dat kan bij leerlingen op school niet
plaats hebben.
Zeer licht wekt het prijzenstelsel nijd,
ijverzucht en wangunst op. Men gewent
het kind er door, om naar kennis te
streven, niet om de kennis zelve, maar
om een nevenzaak, den uitgeloofden prijs,
en verleidt den knaap tot een valsche
waardeering van het goede, naar den
maatstaf van uitwendig voordeeleen
dwaling, waarvan een geheel volgend
leven hem wellicht niet genezen kan?
Zoo oordeelde reeds in 1859 de be
kwame rector van 't Alkmaarscbe Gym
nasium, Dr. de Gelder. Sindsdien heeft
het stelsel van belooningen en eereblijken
voortdurend zooveel bestrijdingondervon-
den, dat 'tvan de lagere school gelukkig
bijna geheel is verdwenen. Wij wen-
schen het ook voor de vakscholen spoedig
hetzelfde lot toe,
stel op den rug en een mooi boek in den zak zoo
ver het schoone groene land in als zijn gezonde, lange,
drie en dertigjarige heenen hem wilden dragen. Vond
hij 's middags een gelegenheid waar hij een goed
maal kon verkrijgen, dan was hem dat goed, zoo niet,
dan was hij, de chef van een groot handelshuis die
over millioenen kon beschikken, ook tevredeD met
een glas melk en een flinken stapel boterhammen
's Avonds in het hotel teruggekeerd gebruikte hij op
het reeds van menschen ledige terras zijn krachtig
avondmaal, genoot daarna onder een glas hier en een
sigaar van den prachtigen sterrenhemel boven zich
en van het helder verlichte dal aan zijn voeten
vrede, rust en een krachtig welbehaaglijk gevoel
doortintelde hem geheel. Daarna een heerlijken on-
gestoorden slaap tot den volgenden morgen en dan
weer opgewekt de natuur in. Hij was tevreden en
wenschte niet naar beter- een volle veertien dagen
lang. Maar als men drie en dertig jaar is en boven-
dien.nog een stuk humorist en daarbij gaarne nrtensch-
kundige studies maakt, neemt het genot der een
zaamheid spoedig een einde en men keert weder tot
zijn natunrgenooten weder. Van hen, die hier de
wereld uitmaakten, het zoogenaamde gezelschap,
wilde hij nog altijd zeer weinig weten, de hoofdper
sonen schenen een paar modedametjes en een sierlijk
gekleed sportliefhebstertje, (dat volop genoot van het
groene woud met zijn dennenlucht.
Als hij zoo op zijn eenzame paden ronddwaalde,
moest hij dikwijls om zich zeiven lachen en hij sprak
voor zich heen
Ja, ja, het is tijd, dat ik er een eind aan maak,
dat ik eenmaal ernstig word. Dat wil ik ook gaarne.
Ikjverlang naar rust, naar een thuis met kinderen I
O, ja, trouwen wil ik, zoodra ik de rechte Eva maar
vindMaar rein en onbedorven moet zij wezenzij
Wat eten wij?
Onlangs werd in Londen een partijtje
koffieboonen voor de consumptie afge
keurd. Ze waren te slecht voor een En-
gelsch „bakje koffie." Maar wat nood.
Wat voor Engelsche magen uit een
gezondheidsoogpunt niet goed is en voor
Duitsche magen gevaarlijk, wel, dat is
lijn genoeg voor Nederlandsche spijs
verteringsorganen. De boontjes werden
netjes geëxpediëerd naar ons dierbaar
vaderland en naar luid der berichten
hebben ze in 's Hertogenbosch en andere
plaatsen hun weg al gevonden.
Puike kol'fie, man, een kwartje 't pond
Prachtige boontjes, mooi van kleurHoe
ze aan die kleur gekomen zijn, doet er
voor een Nederlandsche maag niet toe.
Het is inderdaad een treurig, maar daar
om niet minder waar feit, dat ons land
zoo wat de vuilnisbak is van alle voedings
middelen, die in 't buitenland zijn afge
keurd. En dal niet alleen.
Heerlijk, fijne worst te koop, zooveel
centjes 't ons. Maar buurvrouw is
der katje kwijt en buurmans hond moet
afgemaakt worden.
De achterbuurtsche slagerijtjes in Rot
terdam wisten er raad mee, poes werd
met Fidel keurig fijngehakt met wat
inferieur kalfsvleesch, er ging een stank
werend middel door ziezoo de worst
was klaar.
Bij Barnum en Baily ging voor een
paar jaar een kameel dood. 't Beest ver
dween spoorloos, opgesmuld door de
vleescbminnende Amsterdammers!
Er gaat op Flakkee een koe dood, er
wordt een varken ziek. Rotterdam weet
er wel raad mee! Zeg eens of 'tniet
zoo is, lezer
En dat is niet het eenige. Op alle
mogelijke wijzen heeft vervalsching
plaats.
Suiker 9 Er gaat gips door en vaak
giftige stoffen.
Cacao9 Er gaat kastanjemeel, aardap
pelmeel enz. door. Een kleurmiddel,
mag niet altijd denkenkleed ik mij zóó wel be
vallig, gedraag ik mij zóó wel bekoorlijk
Zoo bij zich zelfdenkend was hij verder gewandeld.
Maar eindelijk, na veertien dagen geheel alleen
door de wereld, dat wil zeggen door de omgeving
van Mariaschutz gedoold te hebben, begonnen hem
de tweebeenige, rechtopgaande wezens, toch weer in
teressanter te worden en hij begon het gezelschap
met eenige nieuwsgierigheid te monsteren. Er was
niet veel aan hen te zien het waren eer ige Weener,
Grazer en Neustadter burgers en kleinburgertjes liet
mannelijk geslacht was slechts door een paar exem
plaren vertegenwoordigd, kinderen waren er in me
nigte en een flink aantal jonge dames, van welke er
nog niet een eenigen indruk op hem gemaakt had.
Weldra had Paul Welheim bij zich zeiven vastge
steld, dat alle gasten onder drie afdeelingen te bren
gen waren ten eersten de veeletenden, die alleep
genoten tijdens de maaltijden en daarom ook om de
twee uren hun inwendige moesten versterken; ten
tweeden de veelloopenden, die deden zooals hij, en
eindelijk zij,dieheimelijkof in hetopenbaar hun verve
ling verdreven door bij alles voor toekijker te spelen.
Een familie, bestaande uit vader, moeder en doch
ter, trok spoedig al zijn aandacht, omdat hij die on
der geen van zijn drie afdeelingen kon brengen. Zij
maakten flinke wandelingen, zonder nog van het
wandelen een levenskwestie te maken vier maal per
dag gebruikten zij met goeden eetlust, hun maal,
maar deden daarbij tocli niet hun best hun maag te
overladen en wat wel het wonderlijkste was. men
zag lien alle drie ijverig met boeken in de handen,
boeken, waarin zij werkelijk lazen en waar zij niet
om de verveling te verdrijven over heen keken aan
de uitdrukking van hun gelaat kon men zien, dat
zij met ernst en aandacht lazen.
ijzeroxijd of iets dergelijks en de zaak
is gezond
WijnEr gaat bessenwijn door!
Raapolie 9 Er gaatgoedkoopere grond-
olie door 1
Boter 9 Vraag rnaar eens, hoe 't volk
in zijn typische benamingskeus sommige
qualiteiten betitelt als wagensmeer
Melk 9 Hoeveel slooten van de steden
zouden weten meé te praten van de ge
heimenissen van den oneer lij ken knoeier
In één woord, de vervalsching heeft
zoo reusachtige afmetingen aangenomen,
dat alle deskundigen eenstemmig op 't
groote gevaar voor onze volksvoeding
wijzen.
In 50 voedingsmiddelen vond dr. Lam,
de bekende directeur van hetgemeentelijk
laboratorium te Rotterdam, niet minder
dan 170 vervalschingsmiddelen
In andere landen heeft men reeds
lang een toezicht van overheidswege op
de voedingsmiddelen.
En ons land! Wel, dat blijft met echt
Nederlandsche sleur het rustig gedongen,
dat gewetenlooze knoeiers hun zakken
spekken ten koste van de gezondheid
der bevolking.
En 't ongeluk is alweer, dat Jonas de
slagen krijgt. Jonas, dat is het minst
gegoede deel der bevolking.
De Nieuwe Arbeidswet.
(Bescherming van jeugdige personen.)
Tot de jeugdige personen rekende de
bestaande arbeidswet de kinderen van
12 tot en met 15 jaar. Eenmaal 16 jaar
geldt de arbeider als volwassen en heeft
hij geen meerdere bescherming meer
noodigHet ontwerp van de Arbeids
wet '1889 stelde in plaats van den 16-
den 18 jarigen leeftijd als grens; het
ontwerp Arbeidswet 1904 staat dus ten
achteren bij het ontwerp van haar voor
gangster Na 16-jarige ondervinding
oordeelde minister Kuyper het nog niet
noodig de grens met méér dan één jaar
te verlengenDeze halfheid past geheel
in het ontwerp, maar dit is dan ook het
eenige wat er voor pleit. In de Memorie
van Toelichting zoeken wij tevergeefs
naar eenige motiveering! Alleen wordt
Ernstig lezende menschenkinderen, hoebelacbelyk
hoe ouderwetsch Zelfs ouderwetsch voor de klein-
burgeTtjes van Mariaschutz!
En zij schenen geen lichte Engelsche ofFransche
romannetjes te lezen, zij zagen 6rbepaald net, fijn,
zelfs zeer ontwikkeld uit, het waren verreweg de
netste lieden van geheel Mariaschutz. Hij moest toe
geven zelden zulke nette personen gezien te hebben.
De jonge dame bezat nog de jeugdige vroolijkheid,
maar de ouders waren zeer, zeer nethij bestudeerde
het kleine gezelschap steeds ijveriger.
Aan den ouden heer (Paul taxeerde hem op drie
of vier en zestig jaar) was niet veel opvallends, be
halve de verstandige, goedig spotachtige oogen. De
oude dame, zeker een jaar of tien jonger dar. haar
man, kon Taul niet genoeg aanzien, zulk een fijn, lief,
goed matronengezichtl Ofschoon de t.yd ook zijn in
vloed op haar uitgeoefend had, zag men terstond,
dat zy eens een prachtige, bekoorlijke vrouw was
geweest, prachtiger nog dan haar schoondochter. En
hoe zij zich kleedde! Paul, die een zeer fijnen smaak
bezat, voor dameskleeding, had nog zelden zulk een
sierlijken eenvoud gezien. De jongedameeen jong
ding nog van, zooals Paul meende, negentien jaar
(hier vergiste hij zich, want zy was de een en twin
tig al gepasseerd)— was zeker een allerliefste ver
schijning, waarvan haar frissche, inelk-en-bloed-kleur
zeker wel de hoofdoorzaak was. Evenwel haar groote
krachtig-slanke lenige figuur, wier bewegingen on
bevangen zelfvertrouwen toonde (en de helderblauwe
oogen, mei dien trouwhartigen blik, stonden haar
ook goed. Zij droeg steeds een blouse van lichtge
kleurde stof, en een witten jongenshoed zij scheen
tot die benijdenswaardige vrouwen te behooren, wie
alles goed staat, maar een eenvoudig kleed het best...
(Wordt vervolgd.)