sburg,
tieblad
VOORUIT!
Anker.
IN.
liaudi.
k Vrij.
DERDE BLAD.
5de Jaargang.
Woensdag 3 Mei 1905.
No. 23
SR Co.,
ïn Haag.
roort 157.
edere maand
lij
irksland.
diappij
raar de. -
Landbouw
Binnenlandsch Nieuws.
:e Middeiharnis.
euwe Arbeidswet.
v.
ien a 50, 75 en
ïi's en Drogisten
LM.
Ja., teepe, te
|1a d00rn-
1. p. de vries
hobbel.
331).
lboekkapitalen
Inen- en buiten-
Ihet sluiten van
lop binnen- en
ring enz.;
j;en zeer billijke
bepalingen die
ig 23/4°/O
3
3'/a°/o
lotel MEIJER
Mondziekten
ansttanden.
dan versch
ichadelijk zijn
versch bereide
is 500 te be-
verking dezer
beter dan de
Lef Dr. de Vrij
lekblad, dat de
Ie verzegelde
ar gesteld niet
ook niet de
niet erkent
ar uitsluitend
Deze worden
:s van 50 en
lis.
de premie
uitbetaling
Leeuwarden
lllendam.
lereede en
Tonge.
NO. 22
26 April 1905
Overdreven Chloorvrees.
„Kaïniet?" Goed, gebruik het, maar alleen
in den herfst of in den winter, want men
moet voorzichtig zijn met alle meststoffen
waarin chloor is. Chloor is zeer gevaarlijk."
Deze en dergelijke waarschuwingen hoort
men vaak. En zoodoende is er bü den land
bouwer een zekere soort vrees ontstaan,
voor alles, waarin chloor is. Hij schrikt al,
als hij het woord chloor hoort of ziet. Die
vrees is zeer overdreven. Het is waar, dat
voor zekere gewassen chloorzoutennietge-'
wenscht zijn, maar er zijn ook tal van an
dere planten, die vrij onverschillig zijn voor
het chloor en nog andere, bij welke het chloor
zeer gunstig werkt. Daarenboven moeten
wij wel in overweging nemen, dat in ons
klimaat, waar het betrekkelijk zeer veel re
gent, het chloor met de kalk, die zich in
den bodem bevindt, vrij spoedig in den vorm
van chloorzure kalk, uitspoelt. Nu en dan
hebben de uitkomsten van proefvelden in
ons land aangelegd dan ook reeds bewezen
dat het met het gevaarlijke van het chloor
niet zoo'n vaart neemt.
Luister nu eens verder, naar wat professor
Schneidewind ons omtrent den invloed van
het chloor mededeelt, naar aanleiding van
zijn zeer belangrijke proeven, door hem on
langs gedaan.
Professor Schneidewind heeft gedurende
tal van jaren onderzoekingen gedaan, op
verschillende grondsoorten omtrent den in
vloed van de kalizouten op aardappels, sui
kerbieten, voederbieten, gerst, haver, tarwe,
rogge, vlinder-bloemige gewassen, zooals
erwten, boonen, klavers enz. op de weide
gronden, op koolzaad en op andere minder
belangrijke gewassen. Ons bestek zou niet
toelaten de uitkomsten van al deze proefne
mingen in eens mede te deelen. Slechts over
de drie eerste gewassen een enkel woord.
Uit de genomen proeven blijkt ten duide
lijkste, dat de aardappelen groote hoeveel
heden chloor gebruiken, doch tevens dat zij
zeer gevoelig zijn voor groote hoeveelheden
zouten, waardoor het zetmeelgehalte daalt.
De proefnemerraadt dan ook aan, deze vrucht
slechts in den herfst met ruwe kalizouten
te bemesten.
De suikerbieten gedragen zich tegenover
het chloor anders dan de aardappelen zulks
doen. De fijnesuikerbiet is geheel ongevoelig
voor het chloor dat in elk geval gunstig
werkt op haar groei. Om deze reden is het
kaïniet beter geschikt voor de suikerbieten
dan voor de aardappels Zeer groote hoe
veelheden kunnen op sommige grondsoorten
een ongunstigen invloed uitoefenen op de
structuur, doch bij gewone giften is daarvoor
geen vrees. Het kaïniet is in genoemde
proefnemingen op verschillende manieren
gegeven. De beste resultaten verkreeg men,
als men het in drie partijen gaf. Het eerste
gedeelte voor den zaai het tweede ongeveer
twee weken nadat de bietenplantjes boven
den grond gekomen waren en het laatste
derde gedeelte nog drie weken daarna. Deze
bemestingswijze is zeker iets nieuws, wat
het kaïniet betreft. Daar ik echter zelf ge
zien heb, dat kaïniet bij wijze van overbe
mesting naast de reeds gevormde peeën
zeer goed gewerkt heeft en de resultaten van
Prof. Schneidewind geheel dezelfde zijn, durf
ik deze nieuwe bemestingswijze met kaïniet
gerust aanbevelen. En nu eindelijk de voe
derbieten of mangelwortels nog. Voor deze
geldt geheel hetzelfde als voor de suikerbiet.
Men heeft b.v. om eens een enkel staaltje
van de wijze van onderzoek mede te deelen
aan de voederbiet behalve een gezuiverd
kalizout, gewoon keukenzout gegeven. Nu
weet ge, dat keukenzout chloor bevat. Welnu
de voederbiet nam het keukenzout en dus
het chloor tot zich en groeide zooveel te
harder.
"Wii kunnen dus gerust zeggen, dat de
vrees voor chloor minstens zeeroverdrevenis.
De verkiesing voor de Tiveeds Kamer-
De minister van Binnenlandsche zaken
overwegende, dat op Dinsdag 6 Juni e. k.
de periodieke verkiezing van leden van de
Tweede Kamer der Staten Generaal plaats
heeft; gelet op art. 131, tweede en derde
lid, art. 133, eerste lid, en art. 134, derde
lid, der Kieswetheeft goedgevonden te
bepalendat in de kiesdistricten, waarin
het rijk is verdeeld, voor deze periodieke ver
kiezing de stemming, zoo noodig, zal plaats
hebben op Vrijdag 16 Juni e. k. en de
herstemming, zoo noodig, op Woensdag
28 Juni d.a.v. (Slot.)
Inbrekers op heeterdaad betrapt. Omtrent
het betrappen van de daders van de inbraak
bij een vleeschhouwer in de Zoutmansstraat
in Den Haag, meldt de „N. R. Ct-" dat de
ontdekking en de arrestatie van althans
een der inbrekers te danken is aan de ac
tiviteit van den rechercheur Van der Heulen.
Deze had nl. Zondagavond zijn vrijen dienst-
avond en liep met zijn 13 jarig zoontje te
wandelen, toen hij zag dat in de Zoutmans
straat twee verdachte personen zich heen en
weder bewogen, hoofdzakelijk vóór het per
ceel van bedoelden vleeschhouwer. Hij stel
de zich op het Prins Hendrikplein op, terwijl
zijD zoontje de handelingen van het ver
dachte tweetal bleef gadeslaan en al spoedig
zijnen vader kwam mededeelen, dat die
personen aan de deur van vermelde woning
morrelden. Later ging een van die personen
naar binnen, bleef daar enkele minuten
vertoeven, waarna hij weder naar buiten
kwam en zijn kameraad wenkte, waarop
zij te zamen het huis binnengingen.
De rechercheur verzocht toen den op het
Prins Hendrikplein geposteerden agent mede
te gaan, na hem van de insluiping in kennis
te hebben gesteld, terwijl hij zijn zoontje
voor het perceel in de Zoutmanstraat op post
liet. Hij begaf zich daarna in de woning
van een wijnhandelaar, wiens huis aan dat
van den vleesc-houwer grenst en stelde
met dien bewoner een onderzoek in, terwijl
hij den agent van politie voorde deur van
den wijnhandelaar liet post vatten, met
opdracht de personen, die uit de vleesch-
houwerij mochten komen te arresteeren.
De rechercheur nam inmiddels in den tuin
waar, dat zich twee persoonen in den uit
bouw van de woning van den vleeschhou
wer bevonden. Hij hoorde hen breken,
terwijl telkens door hen licht werd ontsto
ken.
Nu werden met den agent buiten maat
regelen beraamd om te trachten de inbrekers
in te rekenen. De rechercheur ging de voor
deur van den slager binnen, en tegelijker
tijd zou de agent over Je schutting klimmen
van den tuin van den buurman, den wijn
handelaar, om zoo in den tuin te komen
van het perceel waar was ingebroken.
Terwijl de rechercheur naar binnen ging,
hoorde hij de inbrekers vluchtten, waarop
hij in de vleeschhouwerij een revolverschot
loste, om hen vrees aan te jagen. Ju den
tuin gekomen, zag hij een persoon vluchten,
die trachtte over de schutting te klimmen
hij loste andermaal een revolverschot, waar
aan de inbreker zich echter weinig stoorde
en bleef klauteren, waarop 't den rechercheur
gelukte hem te grijpen en te boeien, en
met behulp van zijn zoontje over te bren
gen naar het commissariaat van politie aan
het Alexanderveld.
De meergemelde agent van politie stelde
daarna met behulp van den rechercheur
Heyligers, die er later bijkwam, een verder
onderzoek in, waarbij bleek dat,gelijk reeds
gemeld, de tweede inbreker ontvlucht was
door den tuin van een perceel in de Hugo
de Grootstraat, daar de tuin en keuken
deuren verbrekend en zich heel kalm door
dat perceel verwijderend. De aangehoudene
inbreker was gewapend met een geladen
revolver en een scherp dolkmes, terwijl hij
nog bij zich had verschillende inbrekers
werktuigen en valsche sleutels.
De politie hoopt dat zij, in den aangehou
den inbreker, een der daders heeft te zien
van den in den laatsten tijd herhaaldelijk
daar ter stede plaats gehad hebbende dief
stallen door middel van insluiping in huizen,
die gedurende eenige uren, door alle bewo
ners verlaten waren, en van welke inslui
pingen een te Amsterdam zetelende bende
verdacht wordt.
De gearresteerde inbreker weigert hals
starrig zijn eigen naam en dien van zijn
metgezel aan de politie op te geven. Er is
door de recherche een fotografie van hem
gemaakt.
Treurig ongeluk. Te Oudescbild, op Texel
werd een droeve mare gebracht.
Een der Texelsche bergers, van de la
ding exstoomschip „Alba" teIJmuiden, deed
van de met maïs geladen schuit het luik
van het vooronder open. Door de gassen,
die uit de maïs opstegen, gelaakte hij be
dwelmd en viel in het vooronder. Een an
der iemand van IJmuiden, trachtte hem te
grijpen, doch geraakte ook bedwelmd en
viel eveneens in het vooronder. "Weer een
ander wist nu den persoon uit IJmuiden te
grijpen en op het dek te trekken. Deze was
bewusteloos, doch kon worden bijgebracht
maar van den ander, zekere N S. van Oude-
schild, kon men de levensgeesten niet op
wekken. Een weduwe en drie kinderen blij
ven onverzorgd achter.
Vermindering van 't gebruik van gedistil
leerd. Naar de Volksbond verneemt, heeft
het verbruik van veraccijnsd gedistilleerd
per hoofd der bevolking over 1904 in ons
land bedragen 7,65 liter.a 50 pet., een cijfer
zóó laag als sedert 1870 niet is voorge
komen. Sinds 1877, toen het 9,98 liter be
droeg, is het verbruik per jaar en per hoofd
geleidelijk biina 21 /2 liter verminderd.
In het le kwartaal van dit. jaar heeft de
accijns weder ruim f250,000 minder opge
leverd dan in 't le kwartaal 1904.
Waarlijk cijfers, die verblijden.
Schandalig. Men meldt uit IJmuidenZa-
n 1 6 regels 0,60.
0,10.
r jilaatsruimte.
clits tweemaal berekend,
en Advertentie-Bureaux
ntiën aan.
iets dergelijks en de zaak
gaat bessenwijn door!
Er gaat goedkoopere grond-
aag maar eens, hoe 't volk
:he benamingskeus sommige
letitelt als wagensmeer
ïveel slooten van de steden
n mee te praten van de ge-
van den oneerlijken knoeier
lord, de vervalsching heeft
ge afmetingen aangenomen,
undigen eenstemmig op 't
ïr voor onze volksvoeding
ngsmiddelen vond dr. Lam,
recteur van hetgemeentelijk
te Rotterdam, niet minder
'alschingsmiddelen
landen heeft men reeds
zicht van overheidswege op
riddelen.
idWel, dat blijft met echt
ie sleur liet rustig gedongen,
aoze knoeiers hun zakken
koste van de gezondheid
r,
uk is alweer, dat Jonas de
Jonas, dat is het minst
der bevolking.
van jeugdige personen.)
$dige personen rekende de
beidswet de kinderen van
t 15 jaar. Eenmaal 16 jaar
ider als volwassen en heeft
erdere bescherming meer
ontwerp van de Arbeids-
Ide in plaats van den 16-
en leeftijd als grens; het
üdswet 1904 staat dus ten
iet ontwerp van haar voor-
a 16-jarige ondervinding
ïister Kuyper het nog niet
ms met méér dan één jaar
Deze halfheid past geheel
p, maar dit is dan ook het
voor pleit. In de Memorie
ng zoeken wij tevergeefs
lotiveering! Alleen wordt
(i)
door K. te M.
Paul Welheim, vermoeid en oververzadigd van de
drukten en feesten van den winter, van de jacht op
zijn persoon en vermogen— een jacht, waarvan hij
reedB sedert eenige jaren het doel wasPaul Wel
heim was aan het begin van zijn zomervacantie, welke
zes^weken duurde.
In zijn behoefte aan rust, zijn begeerte om niets
anders dan_ rust te vinden, was hij naar een zeer
klein plaatsje, Mariaschutz, niet ver van Weenen.in
het gebied der Stiermarksohe Alpen getrokken. Geen
wereldreizigers kwamen daar, want het plaatsje bood
niets ontzettends aan, maar het was Paul Welheim
daar goed.
Wie een open zin voor het schoone heeft, die ge
niet ook al heeft hij het schoonere en het schoonste
reeds gezien. En schoon was het in Mariaschutz, en
liefelijk, en vertrouwelijk, enstil.
Het eenige hotel, dat niet druk bezet waB, en de
weinige gasten die het telde waren nog solide, in-
goeden-doen-verkeerende, rustige burgerlieden, was
Welheim toch nog te druk. 's Morgens vroeg ging hij
reeds van huis, en trok dan met zijn fotografietoe-
JLiwci tciuggcikccm geuiuiKty xiij op
het reeds van rnenschen ledige terras zijn krachtig
avondmaal, genoot daarna ondereen glas bier en een
sigaar van den prachtigen sterrenhemel boven zich
en van liet helder verlichte dal aan zijn voeten
vrede, rust en een krachtig welbehaaglijk gevoel
doortintelde hem geheel. Daarna een heerlijken on-
gestoorden slaap tot den volgenden morgen en dan
weer opgewekt de natuur in. Hij was tevreden en
wenschte niet naar beter- een volle veertien dagen
lang. Maar als men drie en dertig jaar is en boven
dien nog een stuk humorist en daarbij gaarne mensch-
kundige studies maakt, neemt het genot der een
zaamheid spoedig een einde en men keert weder tot
zijn natuurgenooten weder. Van hen, die hier de
wereld uitmaakten, het zoogenaamde gezelschap,
wilde hij nog altijd zeer weinig weten, de hoofdper
sonen schenen een paar modedametjes en een sierlijk
gekleed sportliefbehstertje,-dat volop genoot van het
groene woud met zijn dennenlucht.
Als hij zoo op zijn eenzame paden ronddwaalde,
moest hij dikwijls om zich zeiven lachen en hij sprak
voor zich heen
„Ja, ja, het is tijd, dat ik er een eind aan maak,
dat ik eenmaal ernstig word. Dat wil ik ook gaarne.
Ikjverlang naar rust, naar een thuis met kinderen I
O, ja, trouwen wil ik, zoodra ik de rechte Eva maar
vindMaar rein en onbedorven moet zij wezenzij
met eenige nieuwsgierigheid te monsteren. Er was
niet veel aan hen te zien het waren eer ige Weener,
Grazer en Neustadter burgers en kleinburgertjes het
mannelijk geslacht was slechts door een paar exem
plaren vertegenwoordigd, kinderen waren er in me
nigte en een flink aantal jonge dames, van welke er
nog niet een eenigen indruk op hem gemaakt had.
Weldra had Paul Welheim bij zich zeiven vastge
steld, dat alle gasten onder drie afdeelingen te bren
gen waren ten eersten de veeletenden, die alleep
genoten tijdens de maaltijden en daarom ook om de
twee uren hun inwendige moesten versterken ten
tweeden de veelloopenden, die deden zooals hij, en
eindelijk zij,dieheimelijkof in hetopenbaar hun verve
ling verdreven door bij alles voor toekijker te spelen.
Een familie, bestaande uit vader, moeder en doch
ter, trok spoedig al zijn aandacht, omdat hij die on
der geen van zijn drie afdeelingen kon brengen. Zij
maakten flinke wandelingen, zonder nog van het
wandelen een levenskwestie temakenvier maal per
dag gebruikten zij met goeden eetlust hun maal,
maar deden daarbij toch niet hun best hun maag te
overladen en wat wel het wonderlykste was. men
zag hen alle drie ijverig met boeken in de handen,
boeken, waarin zij werkelijk lazen en waar zij niet
om de verveling te verdrijven over heen keken aan
de uitdrukking van hun gelaat kon men zien, dat
zij met ernst en aandacht lazen.
nensclienkinderen, hoe belachelijk
Zelfs onderwetsch voor de klein-
.riaschutz
£een lichte Engelsche of Fransche
bnzij zagen Gr bepaald net, fijn,
keld uit, het waren verreweg de
geheel Mariaschutz. Hij moest toe-
.e nette personen gezien te hebben.
De jonge dame bezat nog de jeugdige vroolijkheid,
maar de ouders waren zeer, zeer nethij bestudeerde
het kleine gezelschap steeds ijveriger.
Aan den ouden heer (Paul taxeerde hem op drie
of vier en zestig jaar) was niet veel opvallends, be
halve de verstandige, goedig spotachtige oógen. De
oude dame, zeker een jaar of tien jonger dar. haar
man, kon Paul niet genoeg aanzien, zulk een fijn, lief,
goed matronengezichtl Ofschoon de tijd ook zijn in
vloed op haar uitgeoefend had, zag men terstond,
dat zij eens een prachtige, bekoorlijke vrouw was
geweest, prachtiger nog dan baar schoondochter. En
hoe zij zich kleeddel Paul, die een zeer lijnen smaak
bezat voor dameskleeding, had nog zelden zulk een
sierlijken eenvoud gezien. De jonge dame—een jong
ding nog van, zooals Paul meende, negentien 'jaar
(hier vergiste hij zich, want zij was de een en twin
tig al gepasseerd)was zeker een allerliefste ver
schijning, waarvan haar frissc.be, melk-en-bloed-kleur
zeker wel de hoofdoorzaak was. Evenwel haar groote
krachtig-slanke lenige figuur, wier bewegingen on
bevangen zelfvertrouwen toonde Jen de helderblauwe
oogen, met dien trouwhartigen blik, stonden haar
ook goed. Zij droeg steeds een blouse van lichtge
kleurde stof, en een witten jongenshoedzij scheen
tot die benijdenswaardige vrouwen te behooren, wie
alles goed staat, maar een eenvoudig kleed het best..
(Wordt vervolgd.)